ISEL IIM [TS, and el. Donderdag 14 September 1911. 50e Jaargang. KENNISGEVING. Bixïtexi lam-d.. ism FEUILLETON No. 11662. \i's Inkt de BESTC. CHADELUrl HAND. OSTADE, )A Gouda i Heeren Verschijnt dagelijks Telefoon Interc. 82. De Vrijzinnigen onderling, i. £Tïe"CL“ws- ezx -^.d-vextexi.tïe'lolsucL voor S-o"CLd.s. OzxxstreleeaD.. y behalve Zou- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN Elf ZOON. Telefoon Interc. 82. De Ganzsndokter. iflevering. Ui 1.60 TE (Wordt vervolgd.) e l Zn., Gouda. WA1UVM1 IMM*. ■UK* idlateU VAN 3 BIJ ®:x [T IN mè< om< andere. kon me »z<>g Jouw- en Wo- Spieringstraat ir vergadering an Armenzorg. geregeld tijdig ontvangen van n, vermatelijk- dan in onae haar verhotfding tot.de vry-liheraten, een beschouwing (naar aanleiding van hetgeen wij daarover schreven), waarop wij in een volgend artikel terugkomen. Misschien blijkt het dan wel, dat wij niet eens zoo vér van elkaar afstaan als de redacteur van „De Vaderlander” schijnt te meenen. Maar hierover later. laakbord” half n. vergadering dentia”. onie”, 3 uur, ering voor de renzorg”. „Het Schaak- ne Algemeene van de Ver- ijding der Tu- DANTZIG, Markt 43. H00GEN. LBSHOVEN. EST. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post1.54) Met Geïllustreerd Zondagsblad1»5Ó Idem franco per post190 Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij oiize Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren Ie „Ambachte- m Omstreken”, lering in de P/j uur. is Genoegen”, lententoonstel- ƒ0.65 0-85 WIJN. 1.20 WIJN1.20 DE n ;esorteerd) K De Marokkaanscho quaestio. De voorstellen, welke do Fiytnacho ministerraad heeft samengesteld, heeft minister De Selves aan president Fail- lièros overhandigd, waarna direct tot vaststelling van het offioieele antwoord is overgegaan. Naar de telegrammen luiden zou het document gisteravond per bijzon deren koerier naar den Fransohen ge zant, Jules Cambon te Berlijn worden overgebracht. De N. R. Grt. correspondent meldt dat officieus van Fransche zijde wordt medegedeeld dat de voorstellen i nhou den 1. volledige on ondubbelzinnige vrijheid van Frankrijk in Marokko 2. volledige economische gelijkheid voor alle mogendheden met inbegrip van Frankrijk, zonder begunstiging, zonder voordooien on zonder voor rechten voor welk land ook; 3. de ernstigste en uitgebroidste waarborgen, om deze economische gelykheid in do toekomst to verzekeren. Naar aanleiding van deze officieuze nota schrijft do Kölnischo Ztg. een artikel met den titel*. Oheerlijkowapens. Horhaaldelyk en uitvoerig hebben wij begint zij uiteengezet, dat in de geschillen over Marokko, die nu tusschen Duitachland en Frankryk geregeld worden, zakelijk geen reden voor oen oorlog schuilt. Het gaat daarbij, golyk oon medewerker gisteren te dezer plaatse nog heeft betoogd, om een belangrijke hnndelszaak tus* schen twee groote kooplui, om niets anders. Maar de eerste voorwaarde voor dit gunstige vooruitzicht, is dat aan beide kanten eerlyk gehandeld wordt, dat niet by eon partij de be doeling aanwezig ia, (loze zaken-on- derhandelingen als atfnleiding te ge bruiken, om den oorlog uit te lokken. Duitschland zou aan den huiven vrede, bezwaar genoemd, dat de V. D. dan tot de Liberale Unie zouden moeten terngkeeren. Qf zoo vroeg „Hou en Trouw” was het artikel in „De Vaderlander” een aansporing tot de voormannen van beide par tijen om over de wenschelijkheid van een fusie van beide partijen te beraadslagen „De Vaderlander” heeft hierop onomwonden geantwoord. Het blad deelt mee, vele brieven naar aanlei ding van haar artikel te hebben gekregen en dat de grondtoon van alle, ook van de beschouwingen in de kleine Jfberale pers, was, dat duizenden en duizenden in den lande die de democratie willen dienen en de vrijzinnige beginselen zijn toege daan, niets liever zouden zien, dan dat de scheiding, die in 1901 inde Liberale Unie plaats greep, weer ongedaan werd gemaakt. V De redacteur van het weekblad, dat in deze geacht mag worden de meening van de leidende kringen in de Unie weer te geven, antwoordt dan op de vraag van „Hou en Trouw”, dat zijn meening op het oogenblik dat hij zijn artikel in „De Vaderlander” schreef, was, dat de vrijzinnig-democraten tot de Unie zouden terugkeeren. Waar het mo tief, waarom zij in 1901 de Unie verlieten, was vervallen, dacht het der redactie logisch, dat ze thans zouden terugkeeren. Nu het blad echter van meer dan één kant hoort, dat deze uitnoodiging gevoeligheden’ opwekt, die het welslagen der her- èeniging in den weg konden staan, laat het zijn eerste denkbeeld „'da delijk en zonder eenig voorbehoud” waren. Zoo verklaart „De Vader lander” zich nu voor ontbinding van de beide bestaande organisaties ten einde die om te smelten tot ééne groote en krachtige democratische liberale party. - Een soort bovenmenschelijke zelf verloochening is deze conclusie niet, Liberale Unie en V. D. Bond. Er is voor ons alle reden om aan de onderlinge verhouding der vrijzinnige partijen nog eenige aan dacht te wijden. Niet alleen heeft de Redacteur van het ‘Unie-liberale weekblad „De Vaderlander” ons de eer aangedaan om het door ons te berde gebrachte zeer uitvoerig te bespreken, maar ook andere bladen hebben zich in de discussie gemengd. Dit verheugt ons, wijl open uitge sproken meeningen hier alleen naar een oplossing kunnen leiden en alle verstoppertje-spelen en struisvogel politiek uit den booze is. Keeren wij ons allereerst tot het uitgangspunt van het debatde ver houding tusschen Unie en V. D. Bond. Juist op hetzelfde oogênblik, dat „De Vaderlander” den vrijzinnig- democraten een „keert terug toe riep, kwam ook uit het vrijzinnig- democratische kamp (zij ’t op minder oficieële wijze dan uit dat der Unie) een stem, die op hereeniging •indrong en wel in ons verdienste lijke vrijzinnige weekblad voor de districten Ridderkerk en Sliedrecht, „Hou en Trouw”. In dit artikel Werd, evenals door ons, als een zijner dochter, enkel om den schijn te redden. In werkelijkheid wist hij zeer goed, dat zijn schoonzoon als kok wel in goeden doen verkeerde, maar dat deze volstrekt niet in staat was, om den schoonvader de benoodigde som ter beschikking te stellenhij had dat ook nooit verlangd, doch was zeer blij geweest, dat zijn dochter onder dak was.” Edith verzocht natuurlijk met aan drang, dat tante Betti van deze mede- deeling tegenover haar moeder zwijgen zou. „Ziet u, tante, dat beetje ingebeelde glans is haar eenige vreugde,” hernam Edith, „men kan haar dat best gun nen, omdat zij voor het overige een goedhartige vrouw en een liefdevolle moeder is. Ik heb U de geheelezaak slechts daarom verteld, opdat en oom, in Uwe eerste veronderstellingen gedwarsboom I, niet in tegenoverge stelde zoudt vervallen en ons voor avonturiersters aanzien. Frans heeft van eiken bruidschat afgezien en daardoor blijft ons ver mogen alleen in het bezit van mama die kan daarmee, vooral hier, schit terend rondkomen. U kan gerust ge- looven, tante, dat wij zeer solide men- schen zyn, al behooren wy niet tot mij uitkwam, terwijl hij het tegen overgestelde beweerd •had.” „Zie je wolantwoordde Emma. „Daarom ben ik van meening, datje hedenavond de geschiedenis zoo ter loops en zonder zegepraal vertelthij zal er dan zelf wel de conclusie uit trekken.” Mevrouw Betti volgde Emma’s ver- standigen raad on zij deed daaraan wel. Papa Kienhout trok inderdaad zelf de conclusie on deze bestond daarin, dat hij togonover Amalia oen gezicht trok van eon wel willend be schermer, hetwelk evenwel, omdat er werkelyke goedheid des harten onder gemengd was, nu niet onaangenaam werkte. Tegenover zijne echtgenoot© was bij echter, byzondor teeder ge stemd en dez© verheugde er zich in sti|te, over, dat zij zich den kleinen .triomf van gelijk-hebbon ontzegd had. De grootste verandering had echter plaats in zijn houding tegenover Emma en Gustaaf. Hij was natuurlijk altijd de plichten der gastvrijheid tegenover hen nagekomen, maar had het echter door den nood gedrongen gedaan, om zijn vrouw te verplichten hetzelfde tegenover Amalid te doen nu echter nam hij den schijn aan, alsof hij aan deze bloedverwanten al het onrecht wilde vergoeden, dat hij in zijn ge- 60UDSCHE COURANT. PRIJS DER ADV^RTENTIEN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer ,0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen fier plaatsing van 15 regel/ f 0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KVNNJtN VEROORZAKEN, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA. Gezien art. 8 der HINDERWET; Doen te weten Dat zij vergunning hebben verleend aan Gebroeders Steenland en hunne rechtver krijgenden tot het oprichten van eene Meubelfabriek, gedreven door een electro motor van 5 P. K. in het perceel aan den Kleiweg No. 98, kadastraal bekend sectie C N©. 3749. Gouda, den 14 September 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R L. MARTENS. De Secretaris, W. KROMHOUT. L. S. de Croesussen.” Mevrouw Kienhout verzekerde na tuurlijk met den gradtsten ernst, dat zij nooit aan de soWditeit harer bloed verwanten getwijfeld had zij beloofde de mededeel)ngen als een familiege heim te zullen Uewaren. Nauwelijks h^d Edith echter Zie kamer verlaten, of 'rouw Kienh/ut snelde naar Emma er in uit oogenblik niemand was, wien zij haar nieuwtje dedeején. o Emma,” riep zij bij het binnentreden in. do kamer, „de over leden Stropping heeft Strop geheeten en was kok in Amerika.” „Wié hoeft dat gezegd?” vroeg Emma. Ditha zelf,” antwoordde mevrouw Betti op zegepralenden toon. „Ik heb het altyd wel gezegd, maar mijn man wilde het niet gelooven, dat alles slechts humbug is maar ik zal hem van avond de les lezen.” „Doe dat niet Betti,” smeekte Emma. „Kik, je man kan allo» verdragen, alleen niet, dat oen ander scherpzin niger is dan hij.” Betti keelt haar verrast aan. „Ja, daar heb je gelijk in,” gaf zij naden kend toe. „Voor zoover ik mij herin neren, kan, was Ferdinand nooit boo zer, dan wanneer een voorspelling van 07) Natuurlijk werd daarbij over de toe komst en het verleden gesproken en eens kwam het gesprek ook op Edith’s grootvader, die de vermeende millio naire zyn vloek naar het hoofd ge slingerd had, omdat zij hem niet wilde helpen. Daaromtrent lichtte Edith haar tante in. „In den tijd, dat mijn moederbaar tooneelloopbaan begon, was de terug gang in de zaken van mijn grootva der reeds begonnenalleen om zijn aanzien te redden, speelde hij den verontwaardigde over het heengaan zyner dochter. In werkelijkheid kende hij den tooneelspeler Strop zeer góed en wist, dat deze een eerlijk man was; daarom vertrouwde hij hem zonder aorg zyn kind toe. De historie van het millioenen-hu- welijk in Amerika maakte hij later «elf op, omdat hij hoopte, daardoor nog eens crediet te zullen krijgen het was niet het geval, maar om zich «elven niet te blameeren, slingerde hij den bewusten vloek naar het hoofd dachten te bnffcnon opzichte gepleegd had. Vooral Gustaaf stond bij hem in blakende gunsthij verweet zich zel- ven, dat hij den jonkman niet eerder genaderd was en drukte Waldomar dagelyks .op hot hart, de vriendschap met Gustaaf te zoeken. Do aansporing was eigenlijk niot noodig, want Wal- demar mocht den neef gaarne lijden, alleen was hij stil van aard on ge voelde geen grooto behoefte om zich bij een ander aan te sluiten. Kienhout dweepte met Gustaaf. Dat wa» nog eens een pracht van oon jongenernstig on verstandig, waar ernst on verstand thuis behoorde; zeker in zyn oordeel en danrby in het bezit van een vroolijkheid, die, hoewel zij wel eens in overmoed ont aardde, anders was dan by andere menschen. Dat was de kunstenaars natuur, die juist bij dozen jongen man in alles evenredig was. Niet woest, niet onstuimig, zoodat zij op den voorgrond moest dringen en, toch sterk genoeg, dat zij zyn geheel wezen doorstraalde. Gustaaf was eon dor zeldzame gelukkige menschen. verklaart „De Vaderlander”. liet tegendeel is waar. „Al hebben wij in de Liberale Unie vele en vele dagen doorleefd, die onvergetelijk voor ons zijn, al ligt ze ons zeer na aan het hart, tot haar opgaan in een grooteren Bond van alle demo cratische liberalen zijn wij te eerder bereid, omdat zij ons nimmer doel was, maar alleen middel; het middel om gezonde democratische denkbeelden, die voor ons identiek zijn met de waarachtig liberale denkbeelden, onder het Nederland- sche volk te propageeren”. En niet ten onrechte voegt het blad hieraan toe, dat het in alle bescheidenheid meent te kunnen zeggen, dat de Liberale Unie in dit opzicht heel wat bereikt heeft. Wij hebben dit antwoord van „De Vaderlander” wat uitvoerig verteld, dijar hieruit zoo duidelijk blijkt, dat hot in haar kring ernst is met de hereonigingsdenkbeelden. De in den weg staande leiders en de partij-zelve zijn nu al over boor<l in het belang van een samengaan in de toekomst. Men kan de Unie dus zeker niet verwijten dat zij er niets voor over heeft Maar, het zijn slechts toekomst plannen, zegt „De Vaderlander”. De samensmelting kan niet vandaag of morgen tot stand komen. Van het nieuwe gebouw moet eerst de hechte grondslag gelegd worden. En het begin daarvan is, dat meer en meer bij alle democratische libe ralen in den lande, onverschillig in. welke van de twee organisaties ze zitting hebben, het bewustzijn leven dig wordt, dat er fusie moet komen, dat wij, als wij samengaan eerst onze volledige democratische kracht kunnen ontplooien; dat wij, gescheiden, maar aj te veel hebben van de twee helften tym een schaar en, waar uit de stemmen, die tot ons kwamen, van dat toenemende bewustzijn bleek, noeaeri^vij met „De Vaderlander” dit verblijdend. Het Unie-orgaan zegt dan verder, dat, moge de f R i e de sluitsteen van het gebouw moeten worden, aan den onderhouw nu reeds gewerkt zou kunnen worden door een krachtig en nauw samengaan der beide frac ties in 1913, liefst op een kórt, ge meenschappelijk verkiezingsprogram, waarop algemeen kiesrecht en even redige vertegenwoordiging no. 1De sociale verzekering is hierbij voor „De Vad.” een moeilijkheid, omdat haar geestverwanten „iederen dag” warmer voorstanders van staatspen- sionneering worden en zij die nooit zullen prijs geven. Het blad hoopt, dat de V. D.-Bond, die weldra over dit punt, zich zal uitspreken, tot een conclusie zal komen, die een gemeen schappelijk program voor 1913 niet ónmogelijk maakt. Kfi in alle geyal- len zal men volgens „De Vad.” kunnen beginnen met een zoo vaste overeenkomst omtrent de districten, dat alle strijd van gelijkgezinden onderling, het element, dat bet meest verlammend en het meest verbijste rend op de kiezers werkt, zich niet meer vertoont. En dan besluit het blad„In 1913 uiterlijk moet de hechte grond slag zijn gelegd, waarop het gebouw zal kunnen worden ópgetrokken, waarin de groote partij der demo cratische liberalen zich zal vestigen.” Wij behoeven wol nauwelijks hier bij aan te teekenen, dat wij ons over zulk een stemming verblijden. Slechts veroorlooven wij ons als kantteekening, dat voor „De Vader lander”, die in een volgend artikel verklaart, dat bij een linksche over winning in 1913 alleen een minis terie ad hoe mogelijk zal zijn, dat Grondwetsherziening moet geven om tot Algemeen Kiesrecht te komen, eigenlijk de geheele sociale wetge ving buiten het program behoorde te blijven. De redactie van „De Vaderlan der” brengt dit punt ter sprake naar aanleiding van een beschouwing over

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1