WrPOW'sJiLEEDING is Chique, Degelijk, Goedkoop.
M ïllffi
MEUK te letten.
GLAZEN,
'I
Stok.
50e Jaargang.
No. 11682.
Zaterdag 7 October 1011.
I
en
i
JEJ^spera^
Euiten lancL.
I
FEUILLETON
Bijna Bezweken.
DA.
i'!
ir beroemde
kerkglazen
t
JAXSKKHK
UDE,
l. Janskerk, der
«keningen eni.
ABET H,
A U’S
1
KHAMM,
ütgevers, Gouda
tr. 222,
te.
lYZONE*.
is
’’I
5TE.
IIMIEM-
4
en ^.<5."v©xtexx‘tie‘blsucH. "V”©©^ Q-©-clcL©l ©zx Oaacxstr ©3x:©zx_
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Eerste Blad.
v
fiogiea zoeft.
I
legbaar zijn.
I i
I
i
II
niet tot mij
(Naar het Duitsch.)
ii)
tl
A Zn,, flood*.
(Wordt vervolgd.)
f
Dit Nummer beslaat uit twee
bladen.
«s
IRICHT DER
BIJL,
IAART la.
ie van Beeldende
'Ider, Architect en
van Bouwkunde
t.
JENT.
uur, Voetbal-
-Zeist.
uur. Vergade-
inkeliers Ver-
meth. spreken
jeschikbaar om
en. Nadere in
land adree.
landsche industrie zich tot groeten
bloei heeft weten op te werken?
Juist de ervaring der laatste halve
eeuw moest voor minister Kolkman
de ernstige les zijn, angstvallig te
waken, dat de bloei der industrie
niet wordt belemmerd door het ver
laten der banen van het handels-
stelsel, dat goeddeels tot haar voor
spoed bijdroeg. Wie erkent, dat
.onder het vrijhandelsstelsel ons land
wH gevaren is, hoe, hoog het buiten
land zijn tariefmuren ook opriehtte,
zal slechts tot deze eene conclusie
kunnen komen: Men wachte zich
voor tariefherziening.
Hij zal zeker niet de logica zoo
danig op den kop zetten, als in de
Memorie yan Toelichting bij het
Tariefontwerp gebeurt.
Doet deze al te kunstige becijfe
ring in de Millioenennota wonderlijk
aan, niet minder is dit het geval
met tallooze passages in de Memorie
van Toelichting bij het Tariefontwerp.
IJK VAK
EX.
[EEËN worden
in verzegelde
n vijf, twee en
a een Ned. one
ding vap Nom-
js, voorzien van
ld Merk, vol
st gedeponeerd.
de uitvoering
de orders aan
iN DANTZIG,
Markt 43.
HOOGEN.
ABSHOVEN.
MEST.
i aflevering.
Tot 1908 was onze Tweede Kamer
een vroolijk, goedlachsch, optimis
tisch Kamerlid rijk. Het was de heer
Kolkman. De overrompeling van
minister Van Rappard bracht den
heer Kolkman achter de ministers-'
tafel. Van stonde af aan werd
de optimistische Kamerredenaar ge
transformeerd in een pessimistische
Excellentie van financiën, die in
zwarte kleuren den toestand onzer
Staatsinkomsten afsehildwde. In de
laatste millioenennota komt echter
sterk uit. dat zelfs een minister niet
ontkomt aan de waarheid van het
oude spreekwoord, dat zekere vier
voeter wel zijn haren, doch niet zijn
karaktcreigènschappen verliest.
Met een blijmoedigheid, die aan
luchthartigheid grenst, rekent hij het
tekort op zijn begrooting weg uit
belastingen, die nog moeten worden
gevoteerd, voor welke de desbe
treffende wetsontwerpen öf een zoo
langdurige behandeling in de Kamer
zullen vereischen, dat ze zeker niet
meer als wet kunnen medewerken
tot vermindering van het geraamde
tekort, of zelfs nog niet eens, zoo-
als het pas-ingediende ontwerp voor
een Rijksinkomstenbelasting, in de
Kamerafdeelingen zijn onderzocht en
dus nog in geen maanden voor
openbare behandeling gereed zijn.
Zij bewonderde zich in haar zwaar
zijden kleed terwijl zij onophoudelijk
praatte met haar neef, die achter haar
in een stoel lag en behaaglijk een
sigaar rookte.
„Lnitgart, je komt een kwartier te
laat als je naar Kranzler wilt gaan.”
„Doe mij een pleizier en bemoei je
daar niet mee. Ik ben klaar, wanneer
ik klaar ben. Je kunt op mij wachten.
Dat was. ook zoo’n onuitstaanbare
gewoonte van Werner. Waarom moet
ik stipt zijn als een recruut? Eufemia
heeft daardoor gelegenheid omeenige
schandalen over mij te vertellen.”
„Waarom noodigt zij je uit op de
koffie bij Kranzler en waarom niet in
haar eigen huis?”
„Lieve,” riep Luitgart, terwijl zij
lachend de handen ineensloeg. „Die
geleerde Kurzmichels hebben geen
half dozijn koppen van dezelfde soort
en achter hun woning kan je ook
Dat alles, is aan den steller van
het tariefontwerp en de Memorie
van Toelichting, die er bij behoort,
ten volle bekend. Op elke bladzijde
spreken de bekende Mededeelingen
van het Departement van Landbouw,
Handel en Nijverheid van de toe
nemende ontwikkeling en uitbreiding
der Nederlandsche industrie in nage
noeg al haar vertakkingen.
Was het niet de regeering, waar
van minister Kolkman deel uitmaakt,
die op de Brusselsche tentoonstel
ling de duizenden bezoekers door
statistieken en graphische overzich
ten kond deed, dat onder vigeur
van het vrijhandelsstelsel de Neder-
ouw- en Wo-
Spieringstraat
r vergadering
m Armenzorg,
geregeld tijdig
mtvangen van
i, vermakeltjk-
dan in onze
P. DE MINK,
Telefoon 274.
een vraagteeken zetten. Ik ken ze
reeds vijf jaar en toch ben ik nooit
in dat heiligdom geweest. Elkaar ont
moeten op een derde plaats is de
grondregel van Eufemia.”
„Zij is, geloof ik een lastertong van.
den eersten rang.”
„Ja, maar onderhoudend; haar
scherpe oogen en ooren ontgaat niets.
Kom aan, breng mij naar Kranzler.”
„Mijn lief mevrouwje, wat heeft u
ons lang laten wachten, ik begon
reeds te wanhopen,” zeide de vrouw
van professor Kurzmichel, terwijl zij
opstond en de binnenkomenden tege
moet ging. Hoe aardig dat de jonk
heer u begeleid heeft. Hoe lief en
galarit.”
,jHoe laat komt uw man u afhalen,
lieve vriendin?” vroeg Luitgart en
schudde daarbij Eufemia de hand.
„Ik denk om zeven uur.”
„GoedRolf, als je op dien tijd
hier in de buurt bent, dan mag je
mij naar huis brengen.”
Rolf groette de dames en ging heen.
„Wat een lieve man,” zeide Eufe
mia, terwijl zij hem nakeek. Toen haar
mageren wijsvinger waarschuwend be
wegende, hernam zij
„Pas op, kleine Luitgart, klein
vrouwtje pas op je hart.”
Met groote oogen keek Luitgart
GIIIIIMIIE COURANT.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer„0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames 1 0.25 per regel
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post„1-50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50
Idem franco per post1.90
Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Met een optimisme, dat eiken rede- I des ministers logisch en onweder-
lijken grond mist, wordt door den
steller van die Memorie gedecreteerd,
dat de importeurs wel zoo goed
zullen zijn het verhoogde invoerrecht
uit h u n beurs te betalen I
Met een luchthartigheid, die schril
contrasteert met het groote belang
van het vraagstuk, wordt gezegd,
dat het met de prijsverhooging zoo’n
vaart niet zal loopen Alsof niet
tallooze statistieken uit protectionis
tische Staten uitwijzen, dat het
invoerrecht steeds de strekking heeft
den prijs cener waar te verhoogen
met het invoerrecht, dat de Staat
heft
Het valt niet moeilijk door citaten
nit de Memorie van Toelichting aan
te tooneii, dit een derde gebrek in
dit stuk veelvuldig voorkomt, en wel,
dat de logica bij den steller vaak
zoek is. Men vertelt ons, dat „de
voorstellers van het Tarief het prin
cipe van den vrijhandel zouden om
helzen, indien zij niet meende dat
zulks, vooral met het oog op het
geen in de laatste halve eeuw in
het buitenland heeft plaats gehad,
op den duur tot stilstand, zoo niet
tot achteruitgang van de Nederland
sche industrie moet leiden”.
In de laatste halve eeuw heeft
ons vaderland inderdaad geleefd
onder het vrijhandelsstelsel. Als dit
tengevolge had gehad, dat, ook door
hetgeen in het buitenland heeft plaats
gehad, ons vaderland met ondergang
op economisch gebied, met verdruk
king zijner industrie, met verdruk
king van zijn land- en tuinbouw
werd bedreigd, zou men zich de
redeneering van den heer Kolkman*
kunnen begrijpen. Als de stilstand,
,de achteruitgang met feiten kon
worden aangetoond, als er afdoende
bewijzen waren, dat kwijning en
malaise zijn ingetreden door het
vrijhandelsstelsel, zou de redeneering
Do oorlog tusschen Italië
on Turkije.
Veol nieuws is er van het oorlogs-
terroin nog niet. Het belangrijkste
feit is, dat de Italiaansche vlag op
een der forten van Tripoli is gehe-
sohen. Heol deftig is de vlag door
do Italiaansche oorlogsschepen met do
noodige schoten begroet. Ook zijn
thans troepen ontscheept. Onder de
telegrammen is gisteren reeds ver
meld, dat de Kapitein-ter-zee Cagni
is benoemd tot Gouverneur van Tri
poli. Thans is dus Italië zoover, dat
het zijn oer voldaan rekent en dat
waarschijnlijk de onderhandelingen met
Turkije kunnen aan vangen.
Het Jong-Turksche comité schijnt
ook niet ongenegen met Italië te
onderhandelen. Zelfs wordt gemdd
volgens welk programma dit comité met
Italië wil in veroinding treden. Het
wil Tripolis prijs geven, echter met be
houd van do souvereiniteit van den sul
tan. Verder zou het comité trachten
aan te sturen op een bondgenootschap
tusschen Turkije en Italio. Italië zou
dan het status quo op den Balkan
moeten waarborgen. Turkije zou om
gekeerd aan Italië bijzondere eoono-
of rfu zoo iets aan de hand
Werner?” riep Luitgart terwijl zij
hartelijk lachte. „Eer zou de hemel
invallen, eer hij naar een vrouw zou
kijken.”
„O, lichtgeloovig monschWees
niet boos op mij, maar nu denk ik
dat het toch beter is, u alles te ver
tellen. Wat blijft trouwens verborgen?
Wees sterk, beste, Luitgart” ver
volgde mevrouw Kurzmichel meteen
grafstem. „Toen uw man op reis was
en u dacht ih liefde aan hem en op
zijn terugkeer wachttet, was hij niet
alleen. In gezelschap ven een dame
heef hij gereisd Kurzmichel heeft
hem gezien en gesproken. De zaak
kwam hem zeer verdacht voor en
Kurzmichel bedriegt zich nooit
Luitgart boog het hoofd naar de
sprekende, geen toorn op het gelaat
zichtbaar. Zij keek Eufemia aan met
groote oogen zooals iemand die zeer
nieuwsgierig naar een wonderverhaal
luistert.
„Ah 1” stamelde zij.
Tevreden door den verkregen induik
ging Eufemia voort: „En ik mag het
niet ontkennen, Kurzmichel beschreef
haar als zeer mooi.
genrood. vjü.
dering Vereen.
haar aan.
„Maar beste vriendin, ik begrijp u
niet, ’t is immers mijn neef. Neen,
zulke dingen moogt u niet tot mij
zeggen.”
„Maar Hartje, zoo boos is het niet
gemeend, u weet wel hoe veel ik van
u houd,” antwoordde Eufemia, terwijl
haar scherpe, grijze oogen onderzoe
kend bleven rusten op het gelaat v <n
Luitgart.
„Wat een prachtig hoedje heeft u
.op! U is werkelijk een charmante,
lieve vrouw nadenkend zag zij
haar een poos aan en mompelde toen
„Onbegrijpelijk.”
„Wat is onbegrijpelijk?”
„O, niets, niets, mijn lieve, jonge
vriendin. Alléén verwondert het mij
dat u niet op reis zijt gegaan met
uwen man.”
„Ach, dat is zoo vervelend,” zeide
Luitgart. „Werner is op reis niet zeer
aangenaam.”
„Uwe nicht schijnt dat toch niet zoo
heel erg te vinden.” Mevrouw Eufemia
doopte een beschuit tot heelemaal op
den bodem van haar theekopje. „En
Kurzmichel vond dat hij er zeer goed
uitzag en zij zoo mooi
„Ik heb geen nicht,” zeide Luitgart
lachend. „Uw man moet dus geesten
gezien hebben.”
Maar in de halve eeuw, dat we
den vrijhandel hebben omhelsd, niet
platonisch als de Excellentie’» die
liet tariefontwerp ondertcekenden,
doch in stevige omarming, zijn we
steeds vooruitgegaan, is bloei op alle
gebied te constateeren
Verheugt onze landbouw, welks
ondergang de heer Van Dedem
eenmaal profeteerde, zich niet in
grooter bloei dan ooit? Met een
export ter waarde van 200 millioen
gulden per jaar, is de landbouw een
export-indu trie van buitengewone
beteekenis geworden.
Onze tuinders en onze bollen
kweekers hebben, spijt den tarief-
innur van het buitenland, zich een
prachtig afzetgebied veroverd en hun
bedrijf wordt allerminst door protectie
bevorderd.
Kan hetzelfde niet geconstateerd
w >rde.n va i die tallooze industrieën,
die voor export werkende Twent-
sclre fabrieken, de schoenfabrieken,
de cacao- on de aardappelmeelfabrie
ken, de aardewerk- en de glasindus
trie, enz., enz.?
mische concessies doen. Erg waar
schijnlijk klinkt dit programma niet.
Het Jong-Turksche comité, tot voor
kort zoo oorlogszuchtig, zou wel sterk
gedraaid moeten zijn. Mocht echter
de Secolo de waarheid hebben mce-
godeeld, dan is er vrij wat kans op,
dat de onderhandelingen vlot van
stapel zullen loopen. Te meer, omdat
onder de groote mogendheden het ver
langen naar vrede steeds sterker wordt.
Was eerst enkel van Duitschland
bekend, dat het den vrede wilde, Van
Engeland en Frankrijk werd verteld,
dat zij den oorlog wel gaarne zagen.
Later is Engeland van hstuding ver
anderd en thans wordt zelfs verteld,
dat de gemeenschappelijke actie van
Duitschland, Frankrijk en Engeland
ten gunste van den vrede te ver
wachten is.
Een ander belangrijk bericht is de
vorming van een nieuw kabinet in
Turkije onder leiding van Saïd Pachsa.
Daaruit blijkt dat do geschillen in de
Jong-Turksche partij zijn bijgolegd
want waarschijnlijk weten onze lezers,
dat de vorming van een nieuw kabi
net niet wilde vlotten, juist door het
verschil van meaning, dat bij de Jong-
Turksche leiders over de te volgen
gedragslijn bestond. Met de vorming
van het nieuwe Kabinet is dus de
kans op onderhandelen grooter ge
worden, want al is er nog zoo ge
schreeuwd over het enthousiasme der
Italianen, sommige bladen bewezen
tqch pertinent, dat er van die geest
driftige stemming in het algemeen
geen sprake is.
Veeleer is mom vooral in hot Noor
den van Italië voor.oen spoedige op
lossing van het geval. En de belang
stelling van het geheels volk is, dank
zij de weinig boteokenende krijgsver
richtingen, woer eon heel eind beneden
het kookpunt gedaald. Een onzer
bladen beweerde gisteren, dat de
Italiaansche drukkerijen blijkbaar ge
brek aan papier kregen, één blad
verscheen op roze papier on oen ander
verminderde zijn aantal bladen van 8
op 6. Wij wagen een ander veronder
stelling. Zou het roze papiertje geen
middel geweest zijn om de vrij wel
onverschillig geworden Italianen nog
tot koopen te trekken. En het Itali-
aansche volk begrijpt ook zeer goed,
dat als het 8 bladen koopt, er minstens
„Geen nicht? Goen vrouwolijko
bloed verwant Zoo zoo” ant
woordde Eufemia, törwijl de toon
waarop zij sprak en haar gezicht in
lengte wedijverden.
„Neen, waarlijk niet.”
„Stil spreek dan niet zoo luid”
lispelde de vrouw van den professor,
terwijl zij met haar knokkige vinggrs
de hand der jonge vrouw aanraakte,
„niemand behoeft iets van ons gesprok
te hooren, en u niet waar, u
zult mij vergeven dat ik onbedacht
zaam was, liefste Luitgart, ik ver
moedde niet o, zeker, ik heb niet
vermoed
„Wat vroeg de jonge vrouw on
geduldig terwijl zij vrij hard met den
voet op den grond stampte.
„Wanneer ik spreken wilde en spre
ken mocht, wat ik vrees maar, lief
kind, u is zoo heftig, zoo licht prik
kelbaar Uw echtgenoot verdient
niet u te bezitten, neen, waarlijk niet,
lief kind, hij verdient dat niet.”
„Maar lieve mevrouw, vertel u mij
gerust wat u op het hart heeft.”
Toen na eenig komediespel nam
Eufemia de hand der jonge vrouw.
„Nu ja, ik ben u het einde ook
verschuldigd, ik wil eerlijk met u zijn.
Heeft de professor voor hij u leerde
kennen soms een andere liefde gehad