/ogel
ildencomedie
Serperac
OSTAN D.
ISEL
f
n
[TS,
n nd e).
I
No. 11713.
10 Noy ember 1011.
50e Jaargang.
1
Levenssprookj e.
UH
I
Stok.
LTïenjt-xxrs- ezx -^.d'vexteaa.tïeToleud. voor O-ovlcLgl ezx OzxxstxeHsEezx.
7 pTus~deFr~adv hhtentifix:
II
behalve Zon
en
f
Eerste Blad.
B-mlten land..
f
FEUILLETON.
►EG EN”
tr. 222,
iMEIJ.
Verschijnt dagelijks
Gouda.
i Heeren
D-A-
Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
AC’S
5TE.
1NIIEM.
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Zaterdag
Tegen de Coalitie.
i
n te besproken.
I
L fl
i
A Zn./ioud»
I
Rénnie', 8 u.
Rev. I. Irwin
DR Nummer bestaat uit twee
bladen.
f 1.25
1.50
geregeld tijdig
ontvangen van
i, vermakelijk-
dan in onze
m
e
laas.
IT
'MIN". -
IG,
meth. spreken
leschikbnar om
en. Nadere in
land adres.
m 36,
'EMBER
it Vogel door
fa).
mg 8 uur.
leden f 0.75
lingen H. B. 8.
GOIIISIIIE COURANT.
T IN
iefdadigheids-
ren door het
Insemble.
Genoegen” 8
►stand, Cyrano
Van 1—5 gewone regels niet bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer,0.10
Hij <1 rie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee lierekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels 10 35 bn vooruit
betaling. elke regel meer 0 els. Reclames I 0 25 per regel.
Groote* letters en randen naar plaatsruimte
P. DE MINK,
Telefoon 274.
op den duur zouden leiden tot ver
heuging van het contingent. En hoe
groot zijn ad versie daarvan was,
heeft hij ondubbelzinnig getoond.
Toen toch in den beroemden nacht
van Staal, dank zij mr. Tydeman's
tusschenkomst, het bekende compro
mis tot stand kwam, en de Oorlogs-
begrooting voorloopig werd aange
nomen met hulp van katholieke
voormannen als Loeft’ en Kolkman,
bleef de heer Arts onverzoenlijk en
stemde tegen. Dit teekent.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal w
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad 150
Idem franco per post n 1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Lange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
toch zoo goed, die geachte afge
vaardigde behoort tot een groep,
die, als het maar kon. gaarne zulke
goede dingen zou willen voorstellen
tot een groep, die als het maar
mocht, meer democratische dingen
zou doen, als het maar mocht,
die o zoo gaarne terug zou willen
gaan tot het vroegere program, naar
de zalige 20 millioen, waar wij al
lang over heen zijn. Wij weten het,
wij kennen het goede hart van
onzen geachten mede-afgevaardigde,
hij zou zoo gaarne schoone demo
cratische, sociale dingen doen, hij
heeft volstrekt geene militaire ten-
denzen. Hij betreurt, dat van het
treurig overschot van het epnmaal
zoo mooie programma van de katho
lieke partij hier zoo weinig terecht
komt; altijd wordt hem bij elke
poging daartoe, de domper opgezet
altijd is er een Minister, heden een
van Oorlog, morgen een van Arbeid
of van Financiën, uit een kabinet
van Rechts, die tot hem zegtals
gij eenigszins rebelseh gaat worden,
als gij uwe philosopMSche beschou
wingen om wilt zetten in de practijk,
dan ga ik heen.”
En wat doet thans diezelfde heer
Arts met art. 4 van de Militiewet,
dat het contingent van 17.000 op
23.000 brengt? Hij geeft daaraan
zijne stem, hij en zijne vrienden
ze missen den moed, dien de heer
Van Nispen, uit Hheden, betoond
i heeft, om te blijven staan, en zijne
overtuiging te. stellen boven de
coalitie. Eene beschuldiging, die wij
alleen dan, zullen terugnemen, als
de heer Arts per slot van rekening
tegen de wet stemt, juist zooals wij
onzen lof voor den afgevaardigde,
voor Rheden zullen handhaven, als
zijne stem tegen art. 4 bij de eind
stemming hare volle beteekenis
krijgt. Maar dat daargelaten.
Hoofdzaak is het voor ons, er op
te wijzen, hoe de geschiedenis van
art. 4 der Militiewet voor de zoo-
veelste maal bewezen heeft, dat de
coalitie slechts in stand kan ge
houden worden door opoffering van
eigen overtuiging. En dat niet van
overtuiging in het bijkomstige, in
de toepassing, maar van overtuiging
op beginselgebied.
En de heer Arts verdiende vol
komen de afstraffing hem door den
heer TroMstra toegediend, waaruit
wij alleen dit overschrijven„Wij
hebben den geachten afgevaardigde
uit Tilburg gehoord. Och, mijnheer
de Voorzitter, de geachte afgevaar
digde uit Tilburg, die ik bijna nim
mer zie optreden zonder „ein menseb-
liches Rtlhren” te ondervinden, want
die geachte afgevaardigde meent het
louw- en Wo-
Spieringstraat
r Vergadering
in Armenzorg,
fléunie”, 2—5
izaar van de
lelt”.
8 uur Propa-
Jhr E. ven
weerbaarheid"
Dat is het bederf van de tegen
woordige politiek, van de huidige
partijformatie. .Die coalitie, door
geen enkel beginsel saamgebonden,
en na de totstandkoming van de
schoolwetten-Kuyper zelfs geen enkel
gemeenschappelijk doel meer naja
gend dan het hebben van de macht
en het begeven van de ambten, is
in hare leden en in hare fractie
telkens genoodzaakt tot de meest
krasse beginselvebzaking om in stand
te kunnen blijven. We hebben ge
zien bij de behandeling van de vraag
punten over de Ziekteverzekering,
■hoe ter wille van de mac h t scoalitie
eene wet zal worden geaccepteerd,
die geheel ingaat tegen de wenschen
van de Rechterzijde zelve, die Ziek
teverzekering zonder regeling der
Geneeskundige hulp, eene teleurstel
lende hazenpeper zonder haas, maar
met alle kracht en ten allen tijde
moeten opkomen? Wel, wij achten
het een allereersten democratischen
eisch, dat de juiste partijformatie
van he rvormingsge zind tegen
conservatief haar beslag krijgt,
en daarom is no, 1 van ons strijd-
program, en moet het dit van iederen
democraat wezen Weg met de coa
litie En dit moet geene leuze zijn,
die ons zou kunnen dienen om aan
eigen uitspraak over de groote vraag
stukken van den dag te ontkomen,
dat zeker niet. Meer dan ooit ia
juist, omdat die leuze nog niet
gemist kan worden, daarnaast.noo-
dig, dat wij ons zoo duidelijk mu
gelijk over eigen wenschen uitspro
ken en daarvoor propaganda voe
ren. Maar daarnaast mag even drin
gend als eisch worden gesteld, dat
onze strijd nooit op zulk eene wijze
zal worden ggyoerd, dat hij hot
zeer ondemocratische resultaat zou
hebben, dat de coalitie versterkt
werd, Daartegen zij gewaarschuwd.
ns Genoegen',
irt- en Kaart-
Do Mar^kkaansche kwestie in
don Rijksdag.
Do rijkskanaolier heeft in oon groote
redevoering het geheelo verloop Van
do Marokkaanscho kwestie en het eind
resultaat, het verdrag tussohen Frank
rijk on DuiUchland, behandeld.
Allereerst begon hij met oe* uit
voerig geschiedkundig overzicht te
geven van do Acte van Algeciras af
tot op don huldigen .dag heeft hij hot
streven der Duitsohe regeering ge-
teekend.
Do Acte van Algeciras was opgo-
stold met de bedoeling de onafhanke
lijkheid van den Sultan to handhaven
on do positie voor allo landen zoo te
maken, dat zij er hun handel on ver
dere economische belangen rustig
konden ontwikkelen. Dat echter van
deze bedoelingen niots is terecht ge
komen, is niet do schuld der Euro-
poesche mogendheden, maar is te
wijten aan do omstandigheid, dat do
Sultan geen persoonlijkheid was, die
werkelijk het land beheerschto en in
staat was belangrijke hervormingen
uit te voeren.
Toen de 'Regeering op de Mili-
taire werkers de kabinetsquaestie
stelde, heeft de heer Helsdingen de
aardige opmerking gemaakt, dat de
Regeeringspartij daardoor werd ge
dwongen onder het Caudijnsche,
juister gezegd het Golijnsche juk,
door te gaan. En inderdaad, de on
willige katholieken zijn daardoor
gedwongen geweest, art. 4 met de
voor velen hunner zoo gehate ver
meerdering van het contingent, te
slikken. Dit is zeker één van de
sterkste staaltjes, hoe het coalitie
verband hare leden, nu deze, dan
gene, dwingt dwars in te gaan
tegen eigen overtuiging.
In dit verband is het de moeite
waard, even de aandacht te vestigen
op de rede, door den heer Arts bij
de algemeens beschouwingen over
de Militiewet gehouden, eene rede,
waarbij dat Kamerlid niet voor zich
zelven alleen sprak, maar mede
namens eenige politieke vrienden.
In die rede ontwikkelde de spreker
zijne bezwaren tegen de Oorlogs-
begrooting, die in 10 jaren van 22
tot 29 miHioen gulden steeg, en
vooral tegen dat c o n t i n g e n t, dat
in dezelfde spanne tijds meer dan
verdubbeld zal zijn. Een grief, die
ons ‘allerminst verwonderde in den
mond van dezen spreker, daar hij
zich altijd een tegenstander van de
verhooging van l)et contingent heeft
betoond. Men zal zich toch herin
neren, hoe de heer Arts onder het
vorige kabinet eerst heel veel nei
ging betoonde, den heer Staal in
zijne legerorganisatie-plannen te
steunen, omdat hij daarin eene
vermindering zag van financieele
en personeele lasten, maar hoe of
die ijver direct geheel bekoeld was,
toen hem bleek, dat Staal’s plannen
spitsen doorn en begon te zingen. Hij
zong den geheelen nacht door, zijn
borst tegen den doorn gedrukt en
de koude, kristalheldere maan neigde
zich langzaam en luisterde. Hij zong
den geheelen nacht door, en al dieper
drong de scherpe doorn in zijn borst,
zoodat zijn bloed vloeide.
Eerst zong hij van het ontwaken
der liefde in de harten van het meisje
en van den knaap. En aan den hoog-
sten tak van den rozenstruik begon
een wonderschoone roos te ontluiken.
Het eene blad plooide zich naast het
andere, terwijl de eene toon op den
anderen volgde. Eerst was de roos
bleek als de nevelen die over den
stroom hangen, bleek als de eerste
morgenschemering.
Als de weerschijn van een bloem
in zilveren spiegel, als de schaduw
eener lelie op het water van een stillen
vijver, zóó was de roos, die aan den
hoogsten tak ontlook.
Maar de struik spoorde den nachte
gaal aan, zich vaster tegen den doorn
te drukken en riepNog meer,
kleine nachtegaal, anders breekt de
dag aan, voordat de roos zich ont
plooid heeft.
En de vogel drukte zijn borstje dich
ter tegen den doorn en luider en inni
ger werd zijn gezangwant nu zong
in den tuin en was bezig blauwe zijde
op een klosje (e win^ldn ;Maan haar
voeten lag haar kleine hond.
'Je zouclt met me dansen nis ik
je een roode roos bracht, heb je ge
zegd riep, do student haar too.
Hier breng ik je de mooiste roede
roos van de wereld.*Draag die van
avond aan je hart, en wanneer wo
samen dansen zal zy je vertellen
lief ik je heb.
Maar hot meisje fronste het voor
hoofd.
Ik geloof niet, dat ze bij mijn
baljapon past,, antwoordde zij, en
bovendien heeft een neef van den
hof kamerheer mij echte juweelen ge
zonden en iedereen weet «lat die
veel meer waafd zijn dan bloemen.
Wat bon je ondankbanarriep
do student geërgerd uit on wierp do
roos op straat weg, waar zij in hot
slijk viel en dcor het wi^l van een
wagon overreden werd.
Ondankbaar? zeide het meisje,
Ik zal je eens wat zeggen ik vind
jou hoogst onbeleefd. En wat bun je
eigenlijk Niets meer dan een student
Ik ben zeker, dat je niet eons zilveren
gespen aan je schoenen draagt, zooals
de neef van den kamerheer!
En ze stond op en ging naar binnen.
Wat oen dwaas dipg is toch de
Talma zegt, dan ga ik heen, en
de leden der coalitie buigen allen
deemoedig het hoofd, omdat, ah Tal
ma heengaat, de toch zoo geringe
kans om x vóór 1913 eene sociale
hervorming in het „Staatsblad” te
krijgen, geheel verdwijnt, en het ka
binet, gegeven de onmogelijkheid,
om die nog van een eventueelen
opvolger te verkrijgen, zou moeten
heengaan. We zullen straks zien
hoe of deze Militiewet zoo goed ah
alle stemmen van Rechts krijgt, ter
wijl een niet onbelangrijk contingent
van de coalitie deze niet vindt in
het belang van het land.
En we zullen straks uit politieke
overwegingen de Tariefwet zien aan
nemen, omdat verwerping van deze
nationale ramp de val van het mi
nisterie zou beteekênen, niettegen
staande tal van mannen van Rechts
slechts schoorvoetende hunne stem-
zullen kunnen geven aan het
geen zij zelven verkeerd ach
ten, aan hetgeen de handel, de
industrie, de landbouw, de midden
stand en de arbeiders in Nederland
eenparig hebben veroordeeld. Zie
daar blootgelegd wat de noodlottige
gevolgen zijn van de tegenwoordige
constellatie, eene wetgeving, die
telkens door eene meerderheid
wordt gesanctioneerd, terwijl ze
slechts van eene minderheid de
goedkeuring wegdraagt. De coalitie
is het graf voor de eigen overtui
ging, voor de beginselvastheid van
hare leden.
En tegen zulk een coalitie zou
Jnen geen beslist partij mogen kie
zen, zonder het verwijt op zich te
laden, dat men zou voeren negitfiike
bloot anti-clericale politiek 'Rgen
deze coalitie, die alle politieke waar
achtigheid ondermijnt, die alle ge
zonde hervorming tegenhoudt, omdat
ze den strijd van het terrein, waarop
hij hoort, overbrengt naar het
terrein van den geloofsstrijd,
waarvan hij in de allereerste plaats
moet worden geweerd, zou uien nie^
zachter werd zijn stem, als werd zijn
keeltje toegesnoerd
Nog een laatste, wegstervende snik...
De bleeke maan hoorde dien, ver
gat de morgenschemering en bleef
rustig schijnen.
De roode roe» hoorde dien, trilde
van verrukking en opende heur hart
in de frissche morgenlucht.
De echo droeg hem naar de pur
peren valeien in de bergen en wekte
den slapphden herder uit zijn droom.
Hij sidderde over het riet aan het
water en het water vertelde ervan
aan de groote zee
Zie, zie! riep de rozenstruik,
nu is de roos ontplooid 1
Maar de nachtegaal gaf geen ant
woord, want hij lag dood in het hooge
gras, met den doom in zijn hart.
’s Middags opende de student zijn
vensters en keek naar buiten.
O, wat een groot geluk riep hij
uit, daar is oen roode roosNpg
nooit van mijn leven heb ik zulk een
roos gezienZe is bizonder mooi, en
draagt stellig een buitengewoon langen
latiinschen naam.
En hij bukte zich voorover en plukte
de roos. Snel zette hij zijn hoed op
en ijlde naar het huis van den Pro
fessor, met de roos in de hand.
De dochter van den Professor zat
hij van den ontwakenden hartstocht
in de ziel van man en vrouw.
En een tint, zacht rood als de blos
op ’t gelaat van den bruidegom, die do
lippen kust zijner bruid, gleed over
de teere bladeren der roosMaar
nog was de doorn niet in het hart van
den nachtegaal gedrongen en zoo bleef
het hartje van de roos nog wit, want
alleen het bloed van een nachtegaal
kan het hart eener roqs rood kleuren.
En wederom riep de rozenstruik den
vogel toe Druk je vaster nog tegen
den doorn, kleine nachtegaal, anders
wordt het dag, vóórdat de roos zich
ontplooid heeft.
En vaster nog drukte zich de nach
tegaal tegen den doorn aan en die
drong in zijn hart, en een stekende
pijn doorsidderde hem. Hevig en hevi
ger werd die pijn en wilder en wil
der zijn liedwant nu zong hij van
de liefde, die eerst door den dood
verheerlijkt wordt, van de liefde, die
zelfs in het graf niet vergaat
En de heerlijk-schoone roos kleurde
zich rood als de rozen aan Ooslelijken
hemel. Rood waren hare bladeren en
haar hart was rood ah een robijn.
Maar de stem van de nachtegaal
werd zwakker nu, de kleine vleugels
begonnen te trillen en een nevel trok
voor zijne oogen. Al zachter en
3)
Toen de- nachtegaal zijn lied geëin
digd had, stond de jonge student op
en haalde een boekje en een potlood
uit zijn zak.
Mooi zingt hij, zeide hij bij zelf,
terwijl hij door het bosch liep, dat
moet ik toegeven, maar of hij .ook
gevoel heeft? Ik geloof het niet. Hij
lijkt daarin stellig op de meeste kun
stenaars alles uiterlijke stijl, zonder
innerlijk gevoel. Nooit zou hij zich
voor iemand kunnen opofferen. Vóór
allee denkt hij aan zijn gezang, en
iedereen weet dat de kunst egoïstisch
is. Ik moet bekennen, dat hij enkele
mooie tonen in zijn keel heeft: hoe
jammer dat ze nutteloos zijn en geen
praktische waarde hebben
Hij ging naar zijn kamer, legde
zich neer op zijn smal veldbed en dacht
aan zijne liefde. Spoedig daarop was
hij ingeslapen.
Toen de maan aan den hemel stond,
▼loog de nachtegaal naar den rozen
struik, drukte zijn borst tegen een