ring u SEL AGE taan. inscht. I; TS, »NG, enlngen. O 1 »50e Jaargang. Dinsdag 5 December 1911. Gouda* R a.s., M oud a. -B-o-itezi laxxd.. j FEL’ILLETON D-A-, êfteaa-^/orRscfi £even. De „rede" van den heer Duijs. ‘I 11 (iöiida. r in Heeren a. n d e 1. IE”. I KLEINHANDEL Sterken Drank. I 11732. behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. ITievfws- en. voox O-oixd.©- en. OxxxstxeHszezx. Verschijrrt dagelijks pRïTsTATinrrTi^^ Telefoon Interc. 82. ‘i -Rt OCOLAVE (levering. HOOFDSTUK XV.- verkeert boven iemand in (Wordt vervolgd). dan in onse f 1.25 1 $0 1 ij 1 -i ote sorteering akken. Verder goed gevulde werken. DANTZIG, Harkt 43. [OOGEN. BSHOVEN. 1ST. eer”. III waar ge zijt. Mevrouw la Dura boven gaan. Misschien is een uur Sociëteit vergadering an den Bond dit. iéunie“, 8 u., vergadering dub. Spreker Jcheveningen. vet-Kolkman. >egen“, 8 u., irectie Speen-* F IN BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ingevolge art. u, i°. der Drankwet ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen het verzoek van het Bestuur der afd. Gouda van de Nationale Christelijke Geheelonthouders Vereeniging voor den verkoop van alco holvrije dranken in de benedenvoor-, tus- schen- en achterlocaliteit en de boven voor- en achterlocaliteit, van het perceel aan de Westhaven No. 6 Binnen 2 weken, nadat deze bekendma king is geschied, kan ieder tegen het ver- leenen van het verlof schriftelijke be zwaren inbrengen. Gouda, den 4 December 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER ken van ’t recht oener mi n- d e r h e i d. In diezelfde geest heeft Troelstra gesproken van gevallen van rechtskrenking. U hebt niet ’t minste recht om hier te zinspelen op een tucht om alles maar af te drei gen. 10) U dankend voor de plaatsing. Uw dn. R. STAVENISSE DE BRAUW. I ouw- en Wo- Vergadering .ndsoommissie rar Sociëteit oering Dames .mold Spoel”, nm. 3 nor, ing SJI.AJP. geregeld tijdig ntnagMTOB PRIJS DER ADVERTENTlÉN: Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer 0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Do samenstelling van den Driebond. Wij hebben indertijd op do eigenaar dige samenstelling van den Driebond gewezen. We hadden toen gelegenheid er op te wijzen, dat Italië ih dat Ver bond een zeer onzekere positie in neemt. Het kan ingeval van oorlog zijn bedreigde bondgenooton niet eens bijstaan. Dit feit heeft natuurlijk het aanzien van Italiit bij zijn medevér- bonders aanzienlijk doen dalen en met name, in Oostenrijk is er een sterke partij om dit land van den Driebond los te maken. Die partij heeft steeds getracht de re^eering zooveel mogelijk tegen Italië in het harnas te jagen. Echter de Oostenryksche minister van buitonlandsche zaken, graaf von Aerenthal, heeft zjch steeds tegen dit streven verzet. Toch bezit deze party een vrij groote macht. Het aftreden van den vorigen minister van oorlog in Oostenrijk-Hongarije, von Schonaich is aan haar te wyten. Met name do chef van den generalen staf heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Deze minister van oorlog wilde ter versterking van het Oostenrijksche leger een bedrag van 20 mülioen ver deeld over 5 iaren aan de kamers aanvragen. De chef van den Generalen Staf vond echter een bedrag van 350 millioen in eens en 120 millioen jaar lijks noodig om het leger in zulk een staat te brengen, dat hot zou opge- De detective had voor ’t oogenblik slecht één doel. Hij wist dat zijn eigen leven in groot gevaar was. Hij wenschte, alvorens te sterven, het meisje te redden. Langs den vloer kroop hij naar de plaats vanwaar hij de stem van ’t meisje gehoord had, en spoedig wist hij dat hij vlak bij ’t punt was. Snel sprak hij „Ik ben een détective ik wc^l door uw schreeuwen gewaarschuwd. Volg mij in dezelfde richting.” Zacht fluisterde zijwat moet ik doen „Dit huis ontvluchten en wel op staanden voet.” naar de plaats waar 't geluid vandaan kwam. Hij hoorde een stap van den man, wiens stem hij in de kamer gehoord had. De détective wist wel dat ’de kerel rondsloop om den indringer te vinden. Onmiddellijk na het eerste pistool schot was een vreeselijko verwarring in het huil ontstaan. gedaan. Ook tegenover „rechtskrenking” en „bewust onderdrukken van ’t recht eener minderheid” past slechts b o- h o o r 1 ij k verzet. De meerderheid heeft in do Kamer te zeggen, is de „baas”. Maakt zij daarvan een slecht gebruik of misbruik, dan kan haar dit een momenteel schijnbaar voordeeltje opleverenop den duur keeren zich zulke wapenen, ook ponder sabelgo- klettor of revolyorsch^ton bij „debat-* teerenu op straat, tegen dengeen die zich de vrijheid veroorlooft die wape nen te hanteeren. Wy blijven dus afkeuren alle open lijke of bedekte aansporing tot zulk soort betoogingen en het dreigden daarmee, wat het eerste betreft niet in de laatste plaats uit een gevoel van medelijden met de opgezweepten die er door in ziekenhuis of gevangenis belanden. Wij ontvingen van den leider der Goudsche sociaal-democraten het vol gende schrijven Mijnheer de Redakteur, Mhg ik weer eens gebruik‘maken van uw gastvrijheid Het betreft het artikel „uit ons Parlement” in ’t2de blad van uw nummer van 2 Dec. Hier wordt een en ander in ’t midden ge bracht over enkele sociaal-demokratiese leden der 2de Kamer, en ik wilde wel me hierover enkele opmerkingen veroorloven. Vooreerst wordt de heer Duijs a faire genomen, ofschoon ik gaarne erken dat zijn verdiensten niet gelochend worden. Of dit kamerlid zich werkelik schuldig maakte aan alles wat u, in overeenstemming met de minister, hem te laste legt, kan en zal ik niet beoordelen, waar ’t gold de onjuist heid der kritiek op allerlei vonnissen, voortkomende uit gemis aan kennis (volgens de minister althans van de dossiers. Is ’t dus aan ’t publiek niet geoorloofd om een oordeel te vormen op grond, van de uitvoerige verslagen der rechtszittingen in sommige bla den 2), dan is dat erg genoeg voor dat publiek en voor de rechtspraak zelve, die, daar van geen leek in bil- likheid mag geëist worden, dat hij de dossiers na gaat zien van zaken 18) „Ik zal u meenemen als ge dat wilt.” „GoedIk ben je man.” Toen ze hun vertering betaald had - den haaMe de vreemdeling een groote hoop papieren geld foor den dag. Het oog van den kwartjesvinder viel daarop en een valsche glans scheen in zijne oogen. De man was bekend als één van de grootste schurken van New-York. Soms noemde men hem de „menschen- eter,” daar hij de gewoonte had bij een vechtpartij in iemands vleesch te bijten. Dikwijls had men hem in gezelschap gezien van vreemdelingen, en nu en dan was korten tyd daarna het lijk van den vreemdeling drijvende gevon den in de rivier. Met zulk een man ging Richard Polk een dames-kostschool bezoeken. Timothy Ward hield voor een deftig huis stil. Het zag voor een dames- kostschool wat vreemd uit. „Vermoord me als je belieft, dat zal een weldaad zijn.” „Neen, neen ge moet leven, ge moet de mijne worden I” „O I waarom word ik zóó vervolgd Nooit heb ik iemand kwaad gedaan I” De man was op het punt te ant woorden, maar plotseling werden zijn woorden afgesneden. Er werd aan de deur gerammeld. „Wie is daar?” was de vraag van binnen uit de kamer. „Maar dadelijk de deur open,” klonk de stem van buiten. Er werd een vloek gehoord en eene worsteling volgdeop het volgend oogenblik wérd de knal van een pistool gehoord en vloog de deur open. Richard Polk, of Harry Booth, die zich als buitenman vermomd had, had zijn pistool voor ’t slot van de deur ge plaatst en afgeschoten. Aldus was de deur opengesprongen. Eén oogenblik slechts was de duistere kamer door het lichten van ’t pistoolschot verlicht. Do détective voelde een kogel langs zijne ooren fluiten zonder hem echter te treffen, en hii vroeg: „Is hier in de kamer eene jonge dame „Jared mij, red mij,” was ’t ant woord. Harry Booth kroop langs den grond GOUDSCHE COURANT. Per kwartaal Idem franco per post B Met Geïllustreerd Zondagsblad „1.50 Idem franco per post 1 00 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren De twee mannen weitóen in eeno suite gelaten en eene elegante gekleede dame voegde zich bij hen. Tim Ward sprong op en fluisterde 4e dame in ’t oor, dat ze zich in haar rol moest vertoonen van houdster van de dames-kostschool, Mevrouw La Dura. Een levendig gesprek volgde. De koopman vond de dame zeer intelligent en nam na een half uur de uitnoodiging aan om mee naar be neden te gaap en eene verversching te gebruiken. Het gezêlschap had de kamer ver laten en ging de gang door toen plot seling een schrille kreet hen tot staan bracht als ware er een bom in ’t huis geworpen. De buitenman herkreeg schijnbaar eerst nu zijne zelfbeheersching. De kreet was van een der boven verdiepingen gekomen en Richard Polk holde de trappen op. In een minimum van tijd had Tim Ward hem bij den arm gegrepen en op driftigen toon gevraagd „Waar gaat gij heen?” Daar 1 J nood.” nBHjf zal naar der jonge dames bij het zien van eene De schrijver van onze parlementaire overzichten maakt hierbij de volgende kantteekeningen Niet alleen volgens den Minister. Do heer Duys gaf blijk niets van de stukken te hebben gelezen, wist zelfs niet (het bleek uit de interrupties van prof, van Hamel) of hij mot re cidivisten te doen had, ja dan neen Iemand die zoo oordeelt over straf zaken, weigeren wij au sérieux. te nemen. 2) Wij ontkennen niet dat over som mige zaken, die in de pers breed be handeld zijn, het publiek een oordeel kan krijgenwél dat de heer Duys zulks kan bij zaken waarvan hij niets anders weet dan een regel of 5 10 in een berichtje over requiisitoir of uitspraak. Hier is de geachte inzender er naast. Het publiek heeft zekerlijk geen recht op inzage der dossiers, hoe groot de belangstelling ook zij. De open baarheid der zitting heeft daarmee niets te maken. En geen bewijsstuk ten nadeele van den beklaagde mag gebruikt, zonder dat dit op de publieke terechtzitting is voorgelezen. (Art. 177 Wetboek van Strafvordering). De rechter is vrij tusschen alge meen minimum en maximum. Dat nu sommige rechters wel eens wat zacht straffen, vooral waar het nieuwere be grippen geldt behoeft nog niet het gevolg van een klassejustitie te zijn. Wel verlangen ook wij bij herhaling of bij gebleken onwil om zich aan de bepalingen der Arbeidswet te houden, flink aanpakken der schuldigen. 6) Deze alinea gaat boven ons bè- grip. Met openbaarheid heeft dit niets uit te staan. De socialisten hadden de laatsten moeten zijn en zeker de heer Schaper) die overhoop lag met den heer Lohman), om de fluiterij enzin- gerij op het Binnenhof tegen den heer Lohman ter sprake te brengen. Er was i n de Kamer niets geïnsinueerd tegen de partijgenooten van don geachten inzender en daarom hadden zij kupnen zwijgen 6) Zéker, maar er is organisatie en organisatie. Organisatie noem ik wat wy op „rooden Dinsdag” zagen en waarvoor ik allo respect had. Maar een bende zij ’t dan een onbedui dende was het relletje op het Bin nenhof. Was zij werkelijk georgani seerd zooals de heer S. de B. meent en hetgeen ons onbekend was dan wordt hot goval veel ergervoor do partij des heeren S. de B. Waren het nog oen troepje „losloopende” S. D. A. P.-ers, de critiek zou die lieden persoonlfjk gelden. Was het echter oen georganiseerde betoo- ging, dan treft dit schamele, fluitende gedoe do onderneming die dit op touw zette. 7) Laten wij in Nederland blijven Het is zoo moeilijk hier te oordeelen over zulke feiten in het buitenland, waarvan de pers tegenstrijdige lezin gen pleegt te geven. En wat heeft dit eigenlijk te maken met ons onder werp 8) Accoord 1 9) Lees rede-Troelstra, die geheel in den dreigtoon was opgetrokken en waarvan dan ook de conclusie was Als de „bourgeoisie” dit en dat doet, dan komen de betoogers op het Bin nenhof „laten ze dan tijdig de politie versterken aldus de hoer Tr. maar dan niet met 5 menschen, maar met een beetje meer, want den tweeden koer zou het nog meer verbolgenheid teweeg brengen dan het thans heeft gedaan. Daar zullen wij mode voor zorgen”. En wat te zeggen van dezen zin „Toon dat is op dien avond van het fluit- en zangrelletje kwa men onze menschen daarbuiten en toonden hun solidariteit, als om te zeggen wilt gij misschien liever de- batteeren met ons Beteekënt dit alles niet een opzetten tot on dreigen met relletjes 10) De geachte inzender, blijkbaar trouw lezer van mijn Overzichten, kent mijn meenijjg over de houding van Rechts in het berucht geworden geval. Wij begrijpen dan ook, al blijft ’t af te keuren, een relletje als op dien avond, maar handhaven woord voor woord, n’en déplaise de klacht van den heer S. de B., hetgeen wij schreven, zoowel over den heer Duijs als over den hoer Troelstra, wiens revolutionair doen en dreigend eischen van het algemeen stemrecht de zaak en daarom, niet om de propaganda is het ons te doen reeds onnoemelijk veel kwaad heeft schaduw verschrikt. Op dit oogenblik werd oen tweede, nog heviger kreet gehoord. De landman trachtte zich van den greep van zijn geleider los te maken, toen de laatste plotseling zijn masker afrukte en met een vloek riep „Verlaat dit huis, of, bij God, ik snijd je je hals af I” Een derde kreet werd gehoord en op hetzelfde oogenblik kreeg Tim Ward- een slag die hem op den grond deed vallen, terwijl de landman snel als de bliksem de trap op holde. Richard Polk scheen voor een bui tenman nog al aardig te weten hoe hij moest handelen. Ook scheen hij het huis van binnen goed te kennen. De schreeuw, die zóó doordringend was, scheen ook niet de andere meis jes uit hunne kamers te brengen. Richard Polk hield stil voor een deur. Stemmen bereikten zijn oor. Een man schreeu wde op ruwen toon „Als je nog eens schreeuwt, ver moord ik je.” „0, genade klonk een zachte vrou wenstem. „Wees genadig tegenover je-zelf. Ge kunt alles krijgen geld, juweelen, dia manten maar als je nog éénmaal schreeuwt, vermoord ik je.” die' hem overigens interesseren, wel wat inboet van haar hooggeroemde „openbaarheid.” 3) We willen hopen dat noch de minister noch de rechters zelven ’tons euvel zullen duiden dat wij dezen nog niet als „Uebermensch” beschouwen, die geen kontrole buiten hun eigen kring nodig hebben, ’t Ge val Papendrecht bijv, moedigt ons daartoe te weinig aan een bewijs ver- moedelik voor ons „bekrompen onder- danenverstand.” Duijs heeft zich overigens niet be paald tot kritiek van vonnissen, maar ook van klasse-onvattingen getuigende uitingen vermeld en gewezen op de toch wel van zeer vele zijden erkende tegenzin van menig rechter in 't ernst maken met overtredingen der arböids- wet4). Maar ook dit is vermoedelik alles maar lekendwaling. Voorts spreekt u over de betoging tegen de heer Lohman. Schaper was „onkies” met dit ten sprake te brengen. Ik dacht M. d. R., in u ook te mogen zien een voorstander van openbaarheid, in alle geval waar dit nodig is. En hier toonde Sch. de noodzakelikheid aan, door te wijzen op insinuaties tegen de social, kamerleden in verband met dat geval5). Een groot deel Uwer verdere be schouwingen vervalt m. i., daar u uitgaat van de onderstelling dat Sch. en Tr. ongeorganiseerde straatbeto- gingen wensen. Vergis ik me niet, dan was de bewuste betoging niet onge organiseerd (zij werd door mijn partij - genooten afgekeurd om haar gericht zijn tegen een persoon)*, in ’t algemeen zijn de socialisten, ook in betogingen, voor organisatie6). Men lette maar op Duitsland, waar bloedstorting bij sociaal-demokr. betogingen steeds de schuld der politie is 7). U spreekt van een dubbelzinnige houding, die ’t ene ogenblik de indruk geeft dat men slechts op geoorloofde wijze naar hervormingen streeft, ter wijl men later doet alsof men alles afgedreigt en kan afdreigen, als ’t moet met bruut geweld. Hiertegen heb ik op te merken dat een manifestatie niet insluit geweld pleging, 8) en dat van alles afdrei gen hier eenvoudig niet de min ste sprake was. Hoe komt u er aan 9) Het Haags betoginkje ging niet om een afdreiging, evenmin om iemand om zijn mening te beledigen, maar was een uiting van tërontwaardiging tegen ’t bewust onderdruk-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1