ran SCHOEISEL. iiikiYkivi. C. SMITS, »E ÜAZEKPOOT. „PAUL US' F. van der Steen, Anton troops. Ad verte»tien. J.Haddórus Oostingh, Tandarts. „GIJLLUTTtt" Openbare Verkooping Henkie op 'Manoeuvre 1 TAMINIAU'S JAM do BESTE. KIjST BIJ AlliMIIEM. „ARNOLD SPOEL" Woonhuis met Tuin Buitenlandsch. Nieuws. Brieven uit de Hofstad. Binnenlaad. Gemeentelijke Arbeidsbeurs, Westhaven 58, - GOUDA. Scheerapparaat. Notaris R. W. E PITLO, Wel- en Hooiland Poffertjes- en ITafelhalikerlJ Schoenhandel, Kleiweg 48. Uouda. Fijn Dames- en Heeren Sociëteit „Uns Genoegen". HET VRIJE TOONEEL TK tiovns. Directou r de Heer JH. B. 8 p a am d« am an. op Maandag 18 December, Groote llepetltlc tiiuserwalei- Kmserpastilles. I'onrcletpasillles. WlJbrrUablrlten. Mcnthapastllles. Tecrcapsules enz. TK HUI H partiïen zijn de verkiezingsprogramma's zoo langzamerhand bekend geworden. De conservatieven en de zoogenaamd vrij-conservatieven prijzen of veront schuldigen de finantieele politiek die de regeering heeft gevoerd en in dat opzicht nemen zij dus den strijd voor de regeering op zich. De anti-semieten of zooals ze heel deftig heeten de oeconomi8chen duiden in hun verkie zingsprogram een strijd aan met de liberalen, maar evenmin als zij de vooruitstrevenden kunnon steunen, evenmin behoeft de rijkskanselier te rekenen op den steun van deze par tij. Zijn houding in den Rijksdag aan genomen bij de debatten over de Marokko-kwestie hebben hem den toorn van de heeren anti-semieten op den hals gehaald. Het meest waar schijnlijke is echter, dat de Rijkskan selier met deze partij niet/veel reke ning zal hebben te houden. Meer kon dit wel eens het geval wezen met de sociaal-democraten, die ook hun verkiezingprogramma hebben bekend gemaakt. Zo vragen gelijk, direct en geheim kiesrecht voor ïoderen staatsburger boven de 20 jaar. Verder behoort het kiesrecht te worden gegeven voor allo vertegen woordigende lichamen. Dan zullen zy aandringen op een beter doorgevoerde democratiseering van den Staat, invoering van het par lementair regeeringsstelsel, oen orga nisatie van de landsverdediging op democratischen grondslag, bestaande in algomeenon dienstplicht voor alle daartoe geschikte mannen. Den dienst tijd willen zij verminderen tot den volstrekt noodzakelijken oefeningstijd. Om dezen zoo klein mogelijk te maken, zal de opvoeding der Duitsche jeugd het weerbaar maken der Duitsche jongelieden tot één van zijn doeleinden maken. Alle mogelijke pracht en praal bij leger en vloot moet worden afgeschaft. Natuurlijk is één punt van hun programma geleidelijke af schaffing van allo indirecte belastingen, in de eerste plaats van de rechten op levensmiddelen. Betreffende één punt laat geen enkel programma iets los. Niet te ontkennen is hot, dat Duitschland bij do laatste Marokkaanscho kwestie moer voordeel zou hebben behaald, wan neer niet Engeland zijn weermacht tegen Duitschland had vertoond. En het is begrijpelijk dat er daarom in Duitschland een streven bestaat öm door uitbreiding v«fl" de vloot een dorgelyk oppermachtig optreden van Engeland in het vervolg onmogelijk te maken. Hierby doet zich.echter een moei lijkheid voor. In Juni 1900 is een wet tot uitbreiding der vloot aangenomen, die geldig is tot-1917 toe. Voorloopig zou men zich over de vlootaangele- gonheden niet druk hebben te maken. Echter de omstandigheden dwingen om emeller dan tot nog toe met den vlootbouw voort te gaan. Hoe zich daarover de candidaton der verschil lende partijen zich uitlaten, is nog een vraag, want het is niet alleen de kwestie of men vlugger zal bouwen, maar /ffaar men het noodige geld van daan/ zal halen. Er loopen nu in Duitschland geruchten, dat dezo re geering reeds plannen ter voorziening heeft en het zonderlingste is, dat der regeering plannen worden toegeschre ven om de indertijd verworven succes siebelasting, welker verwerping oor zaak was dat Von BulÖw heen ging, thans weer voor den dag te halen. Dat zou dan regelrecht tegen de eisohen en belangen van bet blauw-zwarto bloc ingaan, maar veel méér dan ge- ruchton zullen het wel niet zjjn. Italië—Turkye. Konstantinopel, 8 Deo. Volgons de Ikdam heeft de ministerraad besloten, dat het oogenblik voor do opening van de Dardanellon nog niet is go- komen. In dezen geest zal aan Rurfland worden geantwoord. Konstantinopel, 8 Dec. De porte heeft reeds het antwoord van eonige mogendheden ontvangen op het voor stel van Rusland betreffende den door tocht door de Dardanellon. Men ver zekert, dat het antwoord van Enge land, schoon hot geen bepaalde aan neming van het voorstel is, niet zoo afwijzend is als in 1908. Berlijn, 8 Dec. De correspondent van het Berliner Tageblatt te Kon stantinopel seintIn Turksche kringen bogint men thans argwaan te koeste ren, dat het aankondigen van oen actie tegen de Darda nellen door Italië niets anders is geweest, dan een groote poging tot overbluffing met medeweten van Rusland, om Rusland aanleiding te geven, eischen ten op zichte van de Dardanellen te stellen en Turkye daardoor tot vredesonder handelingen te brengen. Berlijn, 8 Dec. Uit Konstantinopel wordt aan de Vossische Zeitung ge seind Tengevolge van den dynamiet- aanslag in Macedonië heeft de Porte besloten alle Italianen, die zonder mid del van bestaan zijn, uit Turkije te zetten. Berlijn, 8 Dec. Uit Belgrado wordt aan de (National Zeitung geseind Naar aanleiding van de militaire voor bereidende maatregelen in Montenegro hebben de Albaneezen uit Matt van de Turksche regeering verlangd, geweren te hunner beschikking te stellen. Dan zouden zij bereid zijn met (50.000 krij- §ers het vaderland te helpen verde- igen. De Turksche minister van oorlog heeft daarop terstond 2500 man naar de Montenegrijnsche grens gezonden. Aan de grens van Montenegro, niet ver van Ackowa, hebben dagelijks talrijker wordende samenscholingen van Montenegrynen plaats. Van Turk sche zijde vreest men een inval van de Montenegrijnen op Osmaansch gebied. PEBZlft. Berlyn, 8 December. Volgens den „B. Lokal Anz." vorwacht men dat Perziö binnen zeer korten tijd Rus- lands eischen in vollen omvang zal inwilligen. Vooral Sirdar Assad's aankomst te Teheran acht men daarvoor een waar borg. Urinezuur-vergiftiging*. Urinezuur verstopt de nieren en veroorzaakt die doffe pijn in don rug, waarmede gij ioderen morgen opstaat, of die stekende pijnen, die uw rug doortrekken als gij u bukt. Het belemmert een vrije urine-af- scheiding, en leidt tot waterzucht, graveel, steen, verstopping der urine wegen of verlies van de macht om het water op te houden. Het kristalliseert zich in do spieren en gewrichten, en hot veroorzaakt zoodoende hevige aanvallen van rheu- matiok en jicht. Gij kunt nauwelijks uw armen oplichten of het oene been voor het andere plaatsen. Het spant hot hart te veel in en het vergiftigt uw bloed gij wordt zenuwachtig, lusteloos en prikkelbaar, en gij gaat lijden aan hoofdpyn, duizeligheid, slapeloosheid, enz. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn vervaardigd van onschadelijke bestand- deelen, die vlug en rechtstreeks op het urinezuur werken, zij lossen het op en verwijderen het uit het lichaam. Zij zuiveren en versterken de nieren en blaas en maken deze organen krachtig en gezond. En wanneer do nieren gezond zyn, is het onmogelijk dat de urinezuur-vergiften zich in het lichaam kunnen ophoopen. Let er op, dat de juiste naam Foster's Rugpijn Nieren Pillen en de handteekening van James B'oster op het etiket voorkomen. Dit behoedt u voor namaak. De echte ziin te Gouda verkrijgbaar bij de heeren Wolff Co., Wosthaven 11en Ant. Coops, Wijd- straat 159. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes doozen. Dr. Young, gonooshoer te Glasgow, meldtIk heb by wijze van proef het natuurlyke Franz ./«^/-bitterwater als eerste purgeermiddel na bevallingen voorgeschreven, en heb kunnen con- stateeren dat het vele goeds dat men ervan vertelt volkomen verdiend is. Patiënten nemen gaarne echt Franz Josef-water, daar do dosis klein en het water byna zonder smaak isl OXIX. Een plaatselijk blad dat zoo vrien delijk was om mijn Brieven zijn aan dacht waardig te keuron, meende my, wat vluchtig lezende, op de vingere te moeten tikken, door ray te vragfn of ik nooit vernomen had van vroe gere pogingen om tot oen particulieren schouwburg te komen, pogingen die altijd faalden. Nadat ik de redactie er op attent had gemaakt, dat ik uit ging van de veronderstelling, dat de gemeente zich onttrok aan de exploi tatie van een schouwburg en dat dus een daarna op te zetten particuliere onderneming veel meer kans van slagen zou hebben, werd dit harerzyds toe gestemd. Ik zou hierop niet zijn terug gekomen een ongelyk-erkenning vah een redactie komt anders niet iederen dag voor I ware het niet, dat er nu juist een heel mooi plan uit de lucht is komen vallen, zoodat men byna kon gaan denken dat ik er meer van wist toen ik zoo schreef Toch, de hand op het hart, wist ik er niets van. Maar het plan is er niet minder mooi om. Het is geen kleinig heid begin 1912 wil men al gaan bouwen en in het voorjaar van 1913 moet het dan klaar zijn een snelheid die, blijkt zij mogelyk, beschamend zou zijn voor het gemeentebestuur. Het is een onderneming „van buiten", maar wat meer zegt, de initiatiefne mers exploiteer en reeds in Parijs en Brussel een gelijksoortige onderne ming, n.l. een schouwburg, die 's win- teftpspectacle variété is en 's zomers operettentheater. Die heeren kennen dus het vak met al zijn eigenaardige bijzonderheden, wat een belangrijke factor is voor welslagen. Het zaakje wordt grootscheeps op touw gezet moet zelfs geen Haagsch kapitaal meer noodig hebben en wil eventjes een gebouw met niet minder dan 4000 plaatsen neerzetten. Dit laatste dunkt mij niet vrij van bedenking in zulke groote zalen zullen er altijd de plaatsen zijn, vanwaar men minder goed ziet of (en) hoort. En de gezelligheid, de intimiteit zou ik haast zeggen, moet er wel onder lijden, als men 't zaakje zóó opzet. Maar enfin, dat mooten de heeren zelf weten. Ik stip het feit hier slechts aan, omdat het typisch mijn meoning illus treert, dat men op het terrein der publieke vermakelijkheden het parti culier initiatief waarlijk niet behoeft uit te sphakelen. Zou er met deze heeren/aie weten wat zaken doenis, niet te onderhandelen zijn om ons Kon. Tooneel en onze Fransche Opera een onderdak te bieden Het is licht te probeeren en iedere oplossing is boter dan de misère, waarin wij thans reeds jaren achteroen op schouwburg- gebied sukkelen. Van particulier initiatief gesproken, die slimme Vos, die dezer dagen zon der eenige hulp van overheidswege het staatshotel in de duinen verliet, heeft getoond wat particulier initiatief vermag. Toen die mbrak (te Rotterdam) kreeg Vos 5 jaar en nu die uitbrak, is hot wéér niet goed. Armo kerel Maar er is een ernstige zijde aan deze zaak. Reeds om het feit, dat een ge vangene kan ontsnappen. Dit moest natuurlijk niet kunnen, al zou men 't ook "een onkel gevangene, die 't er op waagde en de wakers te slim af bleek, kunnen gunnen dat hij als surprise zich op Sinterklaasavond plot seling in den familiekring vertoont. Het gold hiei- echter een niet onge vaarlijk heer en wat erger is, hij moet hulp hebben gehad van buiten. Want aan hulp van binnen denkt niemand, al verdient ook die mogelijkheid over wogen. Zoo herinner ik mij van jaren her, hoe een gevangenbowaaarder zich er toe leende om briefjes aan opge- slotenen over te brengen. (Bedriegt mij het geheugen niet, dan was de schul dige, die terstond onslagen werd, door de bemiddeling van Koningin Emma in deze betrokking geplaatst, nadat hy uit den Hofdienst was verwijderd om een verzuim tegenover Koning Willom III). Ik zeg ait meer volledig heidshalve, heb nl. geen enkele reden om ook hier aan medeplichtigheid te denken, maar dan blyft het feit nóg ernstig genoeg. De man is toch in den vroegen ochtend ontvlucht uit een cachot, waarin hy anders niet vertoefde en is daarbij door vrienden hand geholpen. De vraag ligt dan voor de handhoe wist die dienst vaardige vriend, dat Vos dien nacht dkér zou slapen en trachten zou te ontsnappen? Voor de hand ligt dat dit afgesproken werk was. Hoe komen zulko afspraakjes echter tot stand óf door overhanding via het personeel van briefjes óf door afspraak of over handiging van een briefje bij het ontvangen van bezoek. Dat beide uit gesloten moot zijn, spreekt vanzelf en men mag vertrouwen, dat naast het zoo mogelijk opspeuren van den ge- vlogel vogel niet verzuimd zal worden nauwkeurig te onderzoeken hoe de ontvluchting kon slagen en maatre gelen te treffen tegen herhaling van zulke „invrijheidstellingen/ De heer Deen, een man die wat hy doet goed doet en in 't groot, heeft den Raad verrast met een voorstel, dat ook buiten Den Haag aandacht verdient. Het komt hierop neer, dat de Koningin haar^paleis in het Noord- Einde verlaat en een nieuw paleis krijgt in het prachtige park Zorgvliet, waarvan de bebouwing nu ernst gaat worden. En het stadhuis kan dan in het Noord-Einde komen, in de ex- koninklijke woning. Een plan, dat ik, zonder nu in fines ses te treden, toejuich. Immers, het koninklijk paleis is onvoldoende, een ieder stemt dit toe. En ik, die het paleis ook van binnen meermalen be keek, voêg er aan toe: het is een wonder en het pleit voor zuinigheid mSËËBÊSÊSBSÊËÊSÊmm der Oranjes en togen de royaliteit van lands- en stadsbestuur, dat men den drager der kroon in zoo'n hui Het wonen, dat in- pn uitwendig, ook door zijn Ugging te midden van gewone burgermans woningen (en zelfs aan één zijde ingesloten zóó, dat men vanuit de huizen jmn die zijde het vorstelijk gezin kan bespieden) als vorsten wo ning beneden peil bleef. Dat vreemde souvereinen in dit paleis niet behoor lijk konden worden gehuisvest, is bekend en al erg genoeg Dat Hare Majesteit, in haar eigen tuin niet veilig is voor onbescheiden biik- ksn, kan ik U verzekeren op grond van het feit, dat het een geliefkoosde bezig heid is van vreemdelingen, vooral van de Amerikanen, die in het hotel lo- geeren dat uitkijk geeft op den Konink lijken tuin,, om met kijkers gewapend de Koningin in haar doen en laten te begluren. Dat er moeilijk er een betere plaats denkbaar is voor de Koninklijk woning dan op Zorgvliet, pleit bovendien voor het denkbeeld en ten slotte werden wij er door verlost van de andere stad huisplannen, die zoo weinig bekoorlijk zijneen dunr nieuw gebouw, in on aanzienlijke omgoving op peperduren grond, terwijl men den „rommel", die daar ter plaatse, heerscht, wel kan ver plaatsen, echter niet doen verdwijnen. Zoon kunstmatige opruiming v. allerlei leelijks, dat annex is aan groot-stadsle ven, wint niets uitmen ruimt een con- trum op en verspreidt 't in alle windrich tingen. Ik voor mij weet nog niet, of het niet beter is al dit fraais zoo veel mogelijk bij elkaar te houden, èn met het oog op politiecontrole, èn omdat het nu niet de aandacht trekt van velen, die zoo'n buurt niet speciaal op zoeken. Alles tezamen genomen, een grootsch plan, waarop in details wel licht af te dingen is, maar dat een groote en te lang reeds uitgestelde verbetering zou geven. Evenmin als het Paleis ooit gaslicht had, heeft ons hoogste rechtercollege het in zijn zittingszaal zoo ver ge bracht. In het Paleis sprong men in eens van kaarsen op electrisch licht, in de vergaderzaal van den Hoogen Raad der Nederlanden zit men nog zonder verlichting en zoo moest men dezer dagen zich met kaarsen behelpen, die de heeren elkaar vriendelijk over reikten om iets te kunnen zien. Ik heb in ons oude Kantongerecht iets dergelijks meegemaakt. Het was een sensatievolle zaak, een episode uit de hypnose-geschiedenis van de schil deres Sophie Hirschman en den Kur- hausharpist Otto Müller. De zaak vor derde uren en de verdediger, de beken de Amsterdamschen advocaat mr. Van Gigch, kwam eerst laat in den middag aan het woord. De duisternis viel er in er was geen licht I Ook toen werden kaarsen ontboden en ik zal niet licht dat tooneeltie vergeten al die donkere figuren het publiek was ze<*r talrijk en hier en daar een kaarslicht, één voor den kantonrechter, één voor den griffier, één voor den verdediger en één voor de pers. Toen was men nog zoo beleefd om ook de pers te gedenken bij den Hoogen Raad gaf men echter den verslaggever vrijaf door hem in 't don ker te laten zitten. Hetgeen natuurlijk uitermate beleefd bedoeld was, nl. om 's mans oogen te sparen voor de ge volgen van het schrijven van een ver slag bij hét licht van een kaars. Hier past een woord van dank van den Nederlandschen Journalistenkring HAGENAAR. Pestgevallen op Java. Bij het departement van Koloniën is ontvangen het volgende telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, d.d. 8 dezer, be treffende pestgevallen op Java gedu rende de week van 29 November tot en met 5 December j.l. „Afdeeling Malangacht-en-twintig pestgevallen, drie-en-twintig dooden. „Toeloengagoeng, Madioen en Ke- din: respectievelijk vijf, twee en één doodelijke gevallen. „Soerabaja op 28 November één doodelijk geval". Sta ten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 8 Dec. Staafcsbegrooting voor 1912. (Vervolg.) De heer Kuyper merkt naar aan leiding van het feit, dat de heer No- lens min of meer in twijfel heeft ge trokken of spreker's verklaring ten aanzien van het weigeren van zyn medewerking aan de totstand-koming van verdere verzekeringswetten, als de Invaliditeits- en Ouderdomsverze- kering niet binnen een zekeren termyn zou zijn afgedaan, niet ernstig gemeend kon zijn, een en ander op. Niets was ernstiger gemeend maar als spreker thans op die verklarin terugkomt, dan is 't omdat hij gister minister Heems kerk de verzekering heeft hooren ge ven, die eigenlijk reeds in de gewis selde stukken had moeten zijn gegeven, nl. dat de Regeering bereid is zooda nige maatregelen te bevorderen, dat eerst de Ziekteverzekering en daarna de Invaliditeits- en Ouderdomsverze- kering nog in deze wetgevende periode tot stand kan komen. Hierna vraagt spreker het woord voor het persoonlijke feit, dat hem Êister door minister Heemskerk ten tste is gelegdkrenking in hooge mate van den minister van Koloniën. Als dit zoo is, dan acht spreker het broederplicht en door de humaniteit geboden oai „gekwetst" te veranderen in „ontstemd", zoodat dus de antire- volutionnaire partij zich ontstemd ge voelen kon. Intusschen ontkent spreker, dat hij werkelijk heeft gezegd wat hem ten laste is gelegd, nl. dat hij den minister van Koloniën in hooge mate zou heb- f ben gekrenkt door hem te verwijten het anti-revolutionaire beginsel te heb ben verzaakt. Met geen woord, geen zinsnede, geen letter, heeft spreker dit echter gezegd. Hij heeft alleen nu gezegd dat het Kabinet 'n gevaar dreig de dat op de komst was dat er nl. in de anti-revolutionnfcire kringon een ge voel van onbevredigdheid begon te heerscl^en. En nu ontkent spreker dat het een vijandelyke daad is daartegen het Kabinet op zijn hoede te stellen. Spreker is zich niet bewust iets ten nadeele van den minister van Koloniën te hebben gezegd, maar alleen op politieke gronden het Kabinet te heb ben gewaarschuwd. Het recht daartoe heeft [minister Heemskerk gister den spreker ontzegd. Maar dit acht spreker inconstitutioneel. Waarom zou een minister een Kamerlid het recht mo gen ontzeggen aanmerkingen te maken ais hij meent dat daartoe reden is. Spreker vraagt of hij uit de jongste woorden vaji den minister-president moet opmaken of het geheele Kabi net spreker en de zijnen den oorlog verklaart. (Beweging en verschillende uitroepen.) Zoo niet, en als het Ka binet in de oude vriendschap mot spreker wil blijven, dan moet zij dit duidelijk verklaren. De minister van Koloniën zegt dat het nu eenmaal tot het ambt van Ka merlid en vooral van een minister behoort, op zijn tijd slagen uit te doe len, ook ze te ontvangen. Vaak doen die slagen pijn, maar des te moer als ze door een vriendenhand worden uit gedeeld. Vooral als ze het gevolg zijn van een afschuwelijk misverstand. Dit misverstand bestaat .hierin, dat spreker verweten is dat hy zoowel verleden jaar als dit jaar, zou hebben verklaard niet te zullen ingaan op aanvragen van subsidies voor inland- Bche christengemeenten. Dit nu is zoo onjuist mogelijk, want spreker-haeft verklaard dat or twee van zulke sub sidie-aanvragen bij het departement in onderzoek waren, en hij hoopt dat dr. Kuyper i>u zal verklaren, dat zijn ontstemming geweken is. Hieraan voegt spreker toe dat zijn standpunt betreffende het onderwijs is, dat hem sympathiek is de leuze bijzonder onder wijs voorop, en Gouvernementsonder- wijs-aanyulljng, maar dat hg die leuze thans niet in Indië voor toepassing vatbaar acht. Hij hoopt echter dat de tijd daartoe spoedig zal aanbreken. Spr. hoopt dat dr. Kuyper's ont stemming nu geweken zal zijn. De heer Patyn handhaaft zijn kri tiek op de groote stijging der militaire uitgaven onder dit Kabinet, en op de slechte voorbereiding van de Invalidi teits- en Ouderdomsverzekering. Nog repliceeren kort de heeren Dolk, de Klerk, Vliegen (die o.a. klaagt dat de minister hem niet antwoordde op zijn opmerkingen betreffende belem mering van het telegraaf- en telefoon verkeer voor de stakers tijdens de gebeurtenissen te Amsterdam, een be lemmering welke reden tot een scherpe klacht oplevert). Na de panze spreekt de minister van Landbouw. De minister zet uiteen, dat de kritiek van den heer Patyn geheel onbillyk, onjuist en voorbarig was. Want als men den minister verwijt, dat er geen eenheid en uniformiteit te bespeuren is, dan behoort men zich te herinneren dat de minister al drie jaren geleden en nadien telkens weer er op gewe zen heeft, dat eenheid en uniformiteit bij de verzekeringswetten niet te ver krijgen is, omdat drie dingen in dat complex van wetten moesten verkregen worden, nl. medewerking van de be langhebbenden bn de verzekering; meerdere zelfstandigheid van de or ganen, die de wetten moeten uitvoeren; verband tusschèn de drie takken van arbeidersverzekering. De midister ontkent dat, gegeven de moeilijkheid van de materie, de redactie van ontwerp-Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering zoo slecht is hetgeen bij de behandeling wel zal blyken. De minister ontkent de slordige voorbereiding, hem door den heer Patijn verweten. Wat deze heer in de Invaliditeits- en Ouderdomsverze kering voor slordigheid aanziet, is integendeel welbewuste woordkeuze. Zoo bv. het noemen van het woord arbeider in het eene ontwerp wel en in het andere niet, en het onderschei den in vrijwillige en vrije verzekering. Een en ander zet de minister in bij zonderheden uiteen. De minister van Binnenlandsche Zaken, dupliceerende, verdedigt nader de aanstelling van den Helderschen schoolopziener, van wien spreker n'en déplaise den heer Roodhuyzen, een briefje gelezen heeft zonder spelfouten. Onder onbedaarlijk gelach zegt spreker, in dit verband, dat het ove rigens twijfelachtig is of de heer Rood huyzen, op grond van bv. slechte beeldspraak, geschikt zou zijn voor schoolopziener, waar hg gister sprak van „den heer Lohman, die zijn vin gers brandt als hij op het reglement van orde te paard gaat zitten terwijl hij verder gewaagt van het trekken van een rubicon, in plaats de moeite te nemen dien rubicon over te trekken; terwijl eindelijk de heer Roodhuyzen den heer Nolens in het „garool" lieten loopen, in plaats van in 't gareel. Nader verdedigt de minister zijn niet-ontvangen der kiesrecht-deputatie, en geeft den welgemeenden raad de manifestaties voortaan op eiken an deren dag (Zondag uitgezonderd) be halve op den Dinsdag van de ope- opening der Staten-Generaal. Dan zal de minister de heeren gaarne ont vangen. Aan den heer Vliegen antwoordt de minister nog dat stuiting van een telegram of van een telefoongesprek geen willekeurige daad was, maar ge grond is op de wet, welke die stuiting door den dienstdoenden ambtenaar toelaat, als deze het telegram of het gesprek strijdig acht met de openbare orde. Blyft alleen de vraag of de hier bedoelde ambtenaar strijd met de openbare orde aanwezig achtte. En dat was het geval. Wat de afdoening der verzekerings wetten betreft, dankt de minister den hoer Kuyper voor diens terugkomen heden op zyn bedreiging van gister, en verzekert hij nogmaals dat de Re geering alles zal doen om de tot- stand-koming van de assurantie wetten nog in dit zittingjaar, dus binnen nog korter termijn dan in deze legislatieve periode, te helpen bevorderen, indien ook wat spreker hoopt, de Kamer daartoe al het hare wil doen. Bij de nadere verdediging van het algemeene beleid vah net behandelt de Kabinet, minister ten-slotte het persoonlijk feit Kuyper—Malefijt. De minister waardeert, dat dr. Kuyper ten opzichte van den minister van Koloniën het woord kwetsend heoft teruggenomen. En daarom neemt de minister, die gister gezegd had dat hetgeen dr. Kuyper beweerd had, krenkend was voor het Kabinet, ook dit woord terug, en stelt er voor in de plaats, dat de woorden van*lr. Kuyper het Kabinet „gesmart" hebben. Overigens neemt spreker aan, dat hetgeen dr. Kuyper eergister zei, uit was met de vriendschappelijke doeling om het Kabinet te waarschu wen. Meer dan een verdediging van den heer Malefijt tegen het verwijt, dat hy zich zeer aantrok, was er niet gelegen in de woorden van spreker. Hieruit blijkt reeds dat niets min der waar is, dan dat uit 's ministers rede van gister een Oorlogsverklaring tegen dr. Kuyper sprak. Het omge keerde is waar. Het Kabinet wil gaarne in volkomen vriendschap met dr. Kuyper saamwerken. Maar dan moet deze zich ook niet al te bezorgd er over toonen of de anti-revolutionaire ministers in bet Kabinet niet goed anti-revolutionair zijn, en de anti revolutionaire beginselen wel goed toepassen. Dat is den minister niet zoo byzonder aangenaam. En als Dr. Kuyper nu toont voortaan niet zoo slechts over ons te denken, en een beetje meer met ons saam te willen werken, dan zal het 't Kabinet welkom wezen. Dr. Kuyper verbaast er zich over dat by, die nog eergister en steeds de uitnemendheid van het Kabinet heeft verdedigd, behoudens kritiek op enkele détails, nu verdacht wordt slecht te denken over het Kabinet. Hy verheugt zich over het nader Orokene door den minister van miën, en heeft de overtuiging thans dat met dien minister geen kwaad in het spel is. Spreker wijst er intusschen op dat het misverstand niet alleen bestond tusschen de strijdende partijen, maar bij de geheele Kamer, en daarbuiten, waar de indruk gevestigd is dat de minister zich bij de behandeling van de Indische onderwijskwestie meer verklaard heeft voor de liberale denk beelden dan voor de antirevolution- naire. Intusehen is spreker gaarne be reid dit hieraan toe te schrijven dat minister Malefijt by de verdediging zijner begrooting, een zeer 'omvang rijke taak, niet los en vrij genoeg van geest geweest is. Hiermede verklaart spreker den vrede geteekend. De heer de Visser heeft bedenking tegen dit slot van Dr. Kuyper's be toog. Dr. KuypeiJ heeft het toch laten voorkomen alsof het optreden van den minister van Koloniën bij de behandeling der Indische begrooting voor de linkerzijde een jubel zou ge weest zijn, en voor de rechterzijde absoluut ontstemmend. Het algemeen debat wordt gesloten. Goedgekeurd worden hoofdstukken I en II. In de Avondzitting was de Water- staatsbegrooting aan de orde. Verschillende leden wezen daarbij op verschillende noodwendige verbe teringen van plaatselijken aard, die wij met het oog op onze plaatsruimte niet alle kunnen vermelden. Een noodkreet. Bij de verschillende parlemonten, ook bij de Nederlandsche Tweede Kamer, is het telegrafisch beroep op het rechtvaardigheidsgevoel hunner loden ingekomen, uit Teheran door den voorzitter van de Medsjlis ver zonden, nadat het Russische ultimatum was verworpen. Het luidt, uit de Fransche tekst vertaald, als volgt, volgenJJ de Ct. Het ultimatum van de Russische regooring dat onze onafhankelijk heid bedreigt, is met algemeen goed vinden verworpen door het land dat, zijn vrijheid liefhebbend, deze 1 Pri|s Nu wil de Russische regeering ons dit ultimatum mot goweld van wapenen opleggen. Onze eenige fout is misschien dat wij de behoef ten van het nieuw legersfeelsel heb ben begrepen en den wog van her vormingen en herleving hebben willen bewandelen. Dus overtuigd van onze vol maakte onschuld en ons niet bewust van eenige aanvallende daad, doen wij een beroep op de gevoelens van menschelijkheid van het Neder landsche Parlement, dat wij toe roepen Gij die de weldaden van de vrij heid hebt genoten, zoudt gij een volk willen zien vallen, dat men er een verwijt van maakt dat het ge sympathiseerd heeft met uw regeer- stelsel om zijn toekomst te redden. Zoudt gij het dulden, dat Perziö wordt verdrukt, omdat het zijn nationale, waardigheid heeft willen bewaren Waar deze gevoelens den vry en volken zoo lief zijn, vertrouwen wij in de gevoelens van eer en van rechtvaardigheid van het edelmoe dige volk, dat gij vertegenwoordigt en zijn wij verzekerd dat ons be roep rechtstreeks weerklank zal vinden in uw hart en voor ons uw gewaardeerde medewerking zal verwerven tot een oplossing over eenkomstig de waardigheid en de onafhankelijkheid van Perzië. De voorzitter van de Medzjlis, Motamen el Molk. KERKNIEUWS. Daartoe uitgenoodigd door een co mité van drie personen uit den ker- keraad der Remonstrantgche gemeente to Rotterdam, trad gisteravond in de kerk dier gemeente de Keulsche pre dikant C. Jatho op met eene lezing over het onderwerpDe persoon van Jezus in betrekking tot ons geloof. Een talrijk publiek was opgekomen om dezen veelbesproken en veelbe- schreven „ketter" zooals ds. Elde- ring hem by het gehoor inleidde en verwelkomde, hem betitelde te hooren, een bewijs, dat het gerucht van de door het „Spruchcollegium" verrichte daad, om dezen man als predikant af te zetten wegens on rechtzinnigheid, ook tot hier doorge drongen was. Jatho sprak ongeveer een uur lang, in een vry snel tempo, met diepe zware stem. Misschien voor ons ge voel wat ai te veel in onafgebroken vuur en enthugiasme, maar den indruk wekkend van een spreken uit het hart. Een zestiger, nog in de volle kracht van kunnen en willeniemand, die, afgezien van zyn voorkomen, ons door zyn denkbeelden en wyze van spreken herinnerde aan den ontslapen voor ganger der Vrye Gemeente te A'dam, ds. Hugenholtz. Men kan overtuigd zyn, dat deze man zyne Keulsche ge meente bijeen houden zal niet alleen, maar zijn aanhang zal vergrooton. Immers zij, die tot dusverre de ge ijkte, leerstellige preek wijze in de Duitsche landskerk hebben moeten aanhooren, zullen door deze frissche, blijde en hartelijke evangelieprediking ongetwijfeld getroffen en aangetrok ken worden. Harnack schreef eens aan Jatho: „De kerken hebben niet slechts het recht, zo hebben den plicht, het onder scheidend karakter en het wezen van den christelijken godsdienst hoog te houdenNiet om de vrijheid van de wetenschap gaat het, maar een voudig om de vraag, of de Landskerk predikanten verdragen mag en moet die tus8ohen God en wereld geen onderscheid makenNiet elk pre dikant kan verlangen, dat de Lands kerk hem onder alle omstandigheden verdraagt." N Gezien van het standpunt, dat er eon kerk is met een vaststaande be lijdenis, kan de uitwerping van een man als Jatho, die met de leer vol komen gebroken heeft, verdedigbaar zyn. Maar te denken, dat het een man als Jatho, die geen schorp-belijnde theologische overtuigingen heeft, maar een diep religieus leven toont te be zitten, onmogelijk gemaakt is de kerk langer te dienen, is wel droevig. Ge lukkig, dat zicl| in Keulen en daar buiten oen inderdaad zeldzame geest drift heeft geopenbaard, die wel voor een gedeelte verklaard wordt door de innige liefde, welke Jatho door zijn persoonlijk werken zich heeft weten to verwerven, maar anderdeels blijk geeft, dat men het echt-godsdienstig loven, de innerlijke vroomheid des harten weet te waardeeren. Zijne denkbeelden zijn hier, in Hol land, niet nieuw, men kan zelfs zeggen dat zij onder de modernen voor een gedeelte reeds weor door andere ver vangen zijn. Zooals Jatho sprak, spra ken hier reeds do Moderne vaderen van vóór 50 jaren. Teekenend was bijv. de vraag of wij in plaats van hetZijn wij A o g Christenen niet lieverzo'iden stellen Zijn wij roeds Christenen een vraag, die in menige preek vroeger behandeld word. Teokenend was evenzeer de verheer lijking van den menseh, het op den voorgrond stellen van de kracht en de hooge beteekenis van den mefisch in het evangeliede kenschetsing van het Christendom als godsdienst der blijdschapen van do beteekenis van Jezus in* wat hij predikte on deed het stelling nemen tegen allerlei dogma's. Godsdienst gemoedszaak, geen zaak van kerk of leer, geen zaak van den .staat, maar zaak van het hart, ziedaar de kern van Jezus' godsdienst. Nog maals al deze dingen zijn hior niet nieuw. Toch geloof ik, dat ze in de ooren van velen als nieuw geklonken hebben, door de wijze, waarop Jatho ze uitwerkte, illustreerde en vooral als eigendoorleefde waarheden gevoe len deed. „Ik geloof, daarom spTeok ik", ziedaar don indruk, dien Jatho ongetwijfeld bij zijn gehoor heeft weten te wekken. En nadat wij hem gehoord hebben, kunnen wij ons wel verklaren hoe de vrijzinnige leden van zijn kerkeraad aan hetKonsisto- rium, dat Jatho wegens zijn prediking berispte en bedreigde, schreven „Een rijker worden van ons godsdienstig denken en leven hebben wij allen als vrucht der werkzaamheid van Jatho ervarenonder zyn invloed zijn wy ons van ons evangelisch geloof en onze protestantsche zelfstandigheid krachtiger en blijmoediger bewust ge worden, en geen uitwendig goheuren, van welken aard ook, kan ons dit kostbaar bezit weer ontrooven. N. R. Ct. Aanvragen van werknemers op 8 December. 1 kantoorbediende, 1 reiziger, 8 opperlieden, 2 schilders, 1 stoker, 1 bankwerker, yj. vuurwerker, 1 wasch vrouw, 1 bakker, 1 sigarenmaker, 2 grondwerkers, 9 pakhuisknechten, 1 loopknecht, 7 werklieden zonder vakkennis. Halfwas óf aankomende. 1 kantoorbedienden, 1 bakker, I banketbakkers 3d* bediende, 1 bosjesmaker, 2 loopknechten, LeerUngen en jongens. 3 klerken, 1 pakhuisknecht, 1 loopjongen, Aanvragen van werkgevers. 1 metselaar, 1 kellner, 1 voerman, Halfwas of aankomende. I timmerman, 1 meubelmaker, LeerUngen on jongens. 2 meubelmakers, 2 bakkers, SpreekurenVoortaan alle werk dagen van f©3 uur. Zwaar verzilverd, in practisch kastje. Compleet mot 12 mesjes s= 24 sny- kanten f It. 30 Verkrijgbaar bij HALT. A. DE JONG, Coiffeur. Oosthavon 31. in hot Hotel „DE ZALM" aan de Markt te Gouda, ten overstaan van don aldaar, op Dondertlag 14 Decem ber 911, bij inzet, des voormiddag» hal/twaalf'uur on op Donderdag Af/ December 1911, bij toeslag, dos voormiddags elf uur, KAAPBERG, 5 roeden HOOIBERG en verschillende perceelen uitmuntend en "WATER, tezamen gróót 14.fiM.4ft HKCTAIIKW, golegen in den Oostpolder onder Wad- dinxveon, in porcoelen, combinatie» en massa. Het geheel is verhuurd aan don Heer A. Houdijk te Gouda voor f 1183.'s jtfars do landerijen tot 30 November 1913 en de gebouwen tot 30 April 1914. Aanvaarding by de betaling der kooppenningen op 15 Februari 1912. Te bezichtigende landerijen dage lijks en de gebouwen de 8 laatste werkdagen voor den inzet en den toeslag van 1012 on 2—4 uur on op de dagen van inzet en toeslag van 911 uur. Notities worden tijdig verkrijgbaar gestold bij den Notaris voornoemd, aio tevens verdere inlichtingen geeft. VAN Prins Hendrikstraat Af#. Ondergeteekende bericht aan zyne geachte Stadgenooten, dat hij ge durende de Wintermaanden Poffertjes en Wafels bakl. Bestellingen worden ten allen tijde aan huis bezorgd. Oudejaabspao tot middernacht ge- opond. POFFERTJES 13 cent per portie. WAFELS f cent per stuk. Hoogachtend, F. W. VAN DER STEEN. Eenig adres: SPECIALITEIT IN GOUDA. Donderdag 15 Dewmber 1011 J. II. SPEEN'HOFF en NAI' DE LA MAH. Arabteuaarespel in één bedrijf. Optreden van: J. H. SPEENHOFF Dichtor-Zangcr. Mevr. C. SPEENHOFF Puinz Liedjes NAP DE LA MAR Nieuw repertoire. Tot slot der Voorstelling Soldatonklueht in één bedryf. Voor prijzen der plaatsen zie groote biljetten. PlaatsbosprokJng by loting Donder dag 14 December 8 uur. Vortogonwoordiger P. DE MINK, Markt 75, Gonda. Telefoon 274. DAMES ZANGVEREENÏGINU Oratorium van Felix Mendelssohn Baktholuy. des avonds te half' achI in d« Kolfaaul dar Socioteit „ONS GENOEGEN" te Gonda. Eutrée voor loden van „Ons Ge noegen" 9H et. jvooriliet-leden f Plaatsbespreking i 10 ct. bij loting op Zaterdag 1(1 December des avonds to 8 uron. op ZONDAG 17 DEC. dos avonds te half acht in „ONS GENOEGEN". Toegang k AfA ct., uitsluitend voor de arbeidende klasse. Kaarten en tekstboekje» voor de uitvoering verkrijgbaar bij J. DE VEN, Wijd straatvoor de grooto repetitie 's avonds aan de zaal. Drogist, Wijdst runt. '2D. MD de Ooatbaven te Geada. Het hall btrat 5 Kamers, Keuken en droge Kei* der. Hnnrprija 300 gulden per jaar* l'e bevragen Ooathaven 59. ICHT -^CTORIAW,^

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 2