ran
SCHOEISEL.
iiikiYkivi.
C. SMITS,
»E ÜAZEKPOOT.
„PAUL US'
F. van der Steen,
Anton troops.
Ad verte»tien.
J.Haddórus Oostingh,
Tandarts.
„GIJLLUTTtt"
Openbare Verkooping
Henkie op
'Manoeuvre 1
TAMINIAU'S
JAM
do BESTE.
KIjST BIJ AlliMIIEM.
„ARNOLD SPOEL"
Woonhuis met Tuin
Buitenlandsch. Nieuws.
Brieven uit de Hofstad.
Binnenlaad.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
Westhaven 58, - GOUDA.
Scheerapparaat.
Notaris R. W. E PITLO,
Wel- en Hooiland
Poffertjes- en
ITafelhalikerlJ
Schoenhandel,
Kleiweg 48. Uouda.
Fijn Dames- en Heeren
Sociëteit „Uns Genoegen".
HET VRIJE TOONEEL
TK tiovns.
Directou r de Heer JH. B. 8 p a am d« am an.
op Maandag 18 December,
Groote llepetltlc
tiiuserwalei-
Kmserpastilles.
I'onrcletpasillles.
WlJbrrUablrlten.
Mcnthapastllles.
Tecrcapsules enz.
TK HUI H
partiïen zijn de verkiezingsprogramma's
zoo langzamerhand bekend geworden.
De conservatieven en de zoogenaamd
vrij-conservatieven prijzen of veront
schuldigen de finantieele politiek die
de regeering heeft gevoerd en in dat
opzicht nemen zij dus den strijd voor
de regeering op zich. De anti-semieten
of zooals ze heel deftig heeten de
oeconomi8chen duiden in hun verkie
zingsprogram een strijd aan met de
liberalen, maar evenmin als zij de
vooruitstrevenden kunnon steunen,
evenmin behoeft de rijkskanselier te
rekenen op den steun van deze par
tij. Zijn houding in den Rijksdag aan
genomen bij de debatten over de
Marokko-kwestie hebben hem den
toorn van de heeren anti-semieten op
den hals gehaald. Het meest waar
schijnlijke is echter, dat de Rijkskan
selier met deze partij niet/veel reke
ning zal hebben te houden.
Meer kon dit wel eens het geval
wezen met de sociaal-democraten, die
ook hun verkiezingprogramma hebben
bekend gemaakt.
Zo vragen gelijk, direct en geheim
kiesrecht voor ïoderen staatsburger
boven de 20 jaar.
Verder behoort het kiesrecht te
worden gegeven voor allo vertegen
woordigende lichamen.
Dan zullen zy aandringen op een
beter doorgevoerde democratiseering
van den Staat, invoering van het par
lementair regeeringsstelsel, oen orga
nisatie van de landsverdediging op
democratischen grondslag, bestaande
in algomeenon dienstplicht voor alle
daartoe geschikte mannen. Den dienst
tijd willen zij verminderen tot den
volstrekt noodzakelijken oefeningstijd.
Om dezen zoo klein mogelijk te maken,
zal de opvoeding der Duitsche jeugd
het weerbaar maken der Duitsche
jongelieden tot één van zijn doeleinden
maken. Alle mogelijke pracht en
praal bij leger en vloot moet worden
afgeschaft. Natuurlijk is één punt
van hun programma geleidelijke af
schaffing van allo indirecte belastingen,
in de eerste plaats van de rechten op
levensmiddelen.
Betreffende één punt laat geen
enkel programma iets los. Niet te
ontkennen is hot, dat Duitschland bij
do laatste Marokkaanscho kwestie moer
voordeel zou hebben behaald, wan
neer niet Engeland zijn weermacht
tegen Duitschland had vertoond. En
het is begrijpelijk dat er daarom in
Duitschland een streven bestaat öm
door uitbreiding v«fl" de vloot een
dorgelyk oppermachtig optreden van
Engeland in het vervolg onmogelijk
te maken.
Hierby doet zich.echter een moei
lijkheid voor. In Juni 1900 is een wet
tot uitbreiding der vloot aangenomen,
die geldig is tot-1917 toe. Voorloopig
zou men zich over de vlootaangele-
gonheden niet druk hebben te maken.
Echter de omstandigheden dwingen
om emeller dan tot nog toe met den
vlootbouw voort te gaan. Hoe zich
daarover de candidaton der verschil
lende partijen zich uitlaten, is nog een
vraag, want het is niet alleen de
kwestie of men vlugger zal bouwen,
maar /ffaar men het noodige geld van
daan/ zal halen. Er loopen nu in
Duitschland geruchten, dat dezo re
geering reeds plannen ter voorziening
heeft en het zonderlingste is, dat der
regeering plannen worden toegeschre
ven om de indertijd verworven succes
siebelasting, welker verwerping oor
zaak was dat Von BulÖw heen ging,
thans weer voor den dag te halen.
Dat zou dan regelrecht tegen de eisohen
en belangen van bet blauw-zwarto
bloc ingaan, maar veel méér dan ge-
ruchton zullen het wel niet zjjn.
Italië—Turkye.
Konstantinopel, 8 Deo. Volgons de
Ikdam heeft de ministerraad besloten,
dat het oogenblik voor do opening
van de Dardanellon nog niet is go-
komen. In dezen geest zal aan Rurfland
worden geantwoord.
Konstantinopel, 8 Dec. De porte
heeft reeds het antwoord van eonige
mogendheden ontvangen op het voor
stel van Rusland betreffende den door
tocht door de Dardanellon. Men ver
zekert, dat het antwoord van Enge
land, schoon hot geen bepaalde aan
neming van het voorstel is, niet zoo
afwijzend is als in 1908.
Berlijn, 8 Dec. De correspondent
van het Berliner Tageblatt te Kon
stantinopel seintIn Turksche kringen
bogint men thans argwaan te koeste
ren, dat het aankondigen van oen actie
tegen de Darda nellen door Italië
niets anders is geweest, dan een
groote poging tot overbluffing met
medeweten van Rusland, om Rusland
aanleiding te geven, eischen ten op
zichte van de Dardanellen te stellen
en Turkye daardoor tot vredesonder
handelingen te brengen.
Berlijn, 8 Dec. Uit Konstantinopel
wordt aan de Vossische Zeitung ge
seind Tengevolge van den dynamiet-
aanslag in Macedonië heeft de Porte
besloten alle Italianen, die zonder mid
del van bestaan zijn, uit Turkije te
zetten.
Berlijn, 8 Dec. Uit Belgrado wordt
aan de (National Zeitung geseind
Naar aanleiding van de militaire voor
bereidende maatregelen in Montenegro
hebben de Albaneezen uit Matt van de
Turksche regeering verlangd, geweren
te hunner beschikking te stellen. Dan
zouden zij bereid zijn met (50.000 krij-
§ers het vaderland te helpen verde-
igen. De Turksche minister van oorlog
heeft daarop terstond 2500 man naar
de Montenegrijnsche grens gezonden.
Aan de grens van Montenegro, niet
ver van Ackowa, hebben dagelijks
talrijker wordende samenscholingen
van Montenegrynen plaats. Van Turk
sche zijde vreest men een inval van
de Montenegrijnen op Osmaansch
gebied.
PEBZlft.
Berlyn, 8 December. Volgens den
„B. Lokal Anz." vorwacht men dat
Perziö binnen zeer korten tijd Rus-
lands eischen in vollen omvang zal
inwilligen.
Vooral Sirdar Assad's aankomst te
Teheran acht men daarvoor een waar
borg.
Urinezuur-vergiftiging*.
Urinezuur verstopt de nieren en
veroorzaakt die doffe pijn in don rug,
waarmede gij ioderen morgen opstaat,
of die stekende pijnen, die uw rug
doortrekken als gij u bukt.
Het belemmert een vrije urine-af-
scheiding, en leidt tot waterzucht,
graveel, steen, verstopping der urine
wegen of verlies van de macht om
het water op te houden.
Het kristalliseert zich in do spieren
en gewrichten, en hot veroorzaakt
zoodoende hevige aanvallen van rheu-
matiok en jicht. Gij kunt nauwelijks
uw armen oplichten of het oene been
voor het andere plaatsen. Het spant
hot hart te veel in en het vergiftigt
uw bloed gij wordt zenuwachtig,
lusteloos en prikkelbaar, en gij gaat
lijden aan hoofdpyn, duizeligheid,
slapeloosheid, enz.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
vervaardigd van onschadelijke bestand-
deelen, die vlug en rechtstreeks op
het urinezuur werken, zij lossen het
op en verwijderen het uit het lichaam.
Zij zuiveren en versterken de nieren
en blaas en maken deze organen
krachtig en gezond. En wanneer do
nieren gezond zyn, is het onmogelijk
dat de urinezuur-vergiften zich in het
lichaam kunnen ophoopen.
Let er op, dat de juiste naam
Foster's Rugpijn Nieren Pillen en de
handteekening van James B'oster op
het etiket voorkomen. Dit behoedt u
voor namaak. De echte ziin te Gouda
verkrijgbaar bij de heeren Wolff Co.,
Wosthaven 11en Ant. Coops, Wijd-
straat 159. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel
a f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes
doozen.
Dr. Young, gonooshoer te Glasgow,
meldtIk heb by wijze van proef het
natuurlyke Franz ./«^/-bitterwater
als eerste purgeermiddel na bevallingen
voorgeschreven, en heb kunnen con-
stateeren dat het vele goeds dat men
ervan vertelt volkomen verdiend is.
Patiënten nemen gaarne echt Franz
Josef-water, daar do dosis klein en
het water byna zonder smaak isl
OXIX.
Een plaatselijk blad dat zoo vrien
delijk was om mijn Brieven zijn aan
dacht waardig te keuron, meende my,
wat vluchtig lezende, op de vingere
te moeten tikken, door ray te vragfn
of ik nooit vernomen had van vroe
gere pogingen om tot oen particulieren
schouwburg te komen, pogingen die
altijd faalden. Nadat ik de redactie
er op attent had gemaakt, dat ik uit
ging van de veronderstelling, dat de
gemeente zich onttrok aan de exploi
tatie van een schouwburg en dat dus
een daarna op te zetten particuliere
onderneming veel meer kans van slagen
zou hebben, werd dit harerzyds toe
gestemd. Ik zou hierop niet zijn terug
gekomen een ongelyk-erkenning
vah een redactie komt anders niet
iederen dag voor I ware het niet,
dat er nu juist een heel mooi plan
uit de lucht is komen vallen, zoodat
men byna kon gaan denken dat ik
er meer van wist toen ik zoo schreef
Toch, de hand op het hart, wist ik
er niets van. Maar het plan is er niet
minder mooi om. Het is geen kleinig
heid begin 1912 wil men al gaan
bouwen en in het voorjaar van 1913
moet het dan klaar zijn een snelheid
die, blijkt zij mogelyk, beschamend
zou zijn voor het gemeentebestuur.
Het is een onderneming „van buiten",
maar wat meer zegt, de initiatiefne
mers exploiteer en reeds in Parijs en
Brussel een gelijksoortige onderne
ming, n.l. een schouwburg, die 's win-
teftpspectacle variété is en 's zomers
operettentheater. Die heeren kennen
dus het vak met al zijn eigenaardige
bijzonderheden, wat een belangrijke
factor is voor welslagen. Het zaakje
wordt grootscheeps op touw gezet
moet zelfs geen Haagsch kapitaal
meer noodig hebben en wil eventjes
een gebouw met niet minder dan 4000
plaatsen neerzetten. Dit laatste dunkt
mij niet vrij van bedenking in zulke
groote zalen zullen er altijd de plaatsen
zijn, vanwaar men minder goed ziet
of (en) hoort. En de gezelligheid, de
intimiteit zou ik haast zeggen, moet
er wel onder lijden, als men 't zaakje
zóó opzet. Maar enfin, dat mooten
de heeren zelf weten.
Ik stip het feit hier slechts aan,
omdat het typisch mijn meoning illus
treert, dat men op het terrein der
publieke vermakelijkheden het parti
culier initiatief waarlijk niet behoeft
uit te sphakelen. Zou er met deze
heeren/aie weten wat zaken doenis,
niet te onderhandelen zijn om ons
Kon. Tooneel en onze Fransche Opera
een onderdak te bieden Het is licht
te probeeren en iedere oplossing is
boter dan de misère, waarin wij thans
reeds jaren achteroen op schouwburg-
gebied sukkelen.
Van particulier initiatief gesproken,
die slimme Vos, die dezer dagen zon
der eenige hulp van overheidswege
het staatshotel in de duinen verliet,
heeft getoond wat particulier initiatief
vermag. Toen die mbrak (te Rotterdam)
kreeg Vos 5 jaar en nu die uitbrak,
is hot wéér niet goed. Armo kerel
Maar er is een ernstige zijde aan deze
zaak. Reeds om het feit, dat een ge
vangene kan ontsnappen. Dit moest
natuurlijk niet kunnen, al zou men
't ook "een onkel gevangene, die 't er
op waagde en de wakers te slim af
bleek, kunnen gunnen dat hij als
surprise zich op Sinterklaasavond plot
seling in den familiekring vertoont.
Het gold hiei- echter een niet onge
vaarlijk heer en wat erger is, hij moet
hulp hebben gehad van buiten. Want
aan hulp van binnen denkt niemand,
al verdient ook die mogelijkheid over
wogen. Zoo herinner ik mij van jaren
her, hoe een gevangenbowaaarder zich
er toe leende om briefjes aan opge-
slotenen over te brengen. (Bedriegt mij
het geheugen niet, dan was de schul
dige, die terstond onslagen werd, door
de bemiddeling van Koningin Emma
in deze betrokking geplaatst, nadat
hy uit den Hofdienst was verwijderd
om een verzuim tegenover Koning
Willom III). Ik zeg ait meer volledig
heidshalve, heb nl. geen enkele reden
om ook hier aan medeplichtigheid te
denken, maar dan blyft het feit nóg
ernstig genoeg. De man is toch in
den vroegen ochtend ontvlucht uit
een cachot, waarin hy anders niet
vertoefde en is daarbij door vrienden
hand geholpen. De vraag ligt dan
voor de handhoe wist die dienst
vaardige vriend, dat Vos dien nacht
dkér zou slapen en trachten zou te
ontsnappen? Voor de hand ligt dat
dit afgesproken werk was. Hoe komen
zulko afspraakjes echter tot stand
óf door overhanding via het personeel
van briefjes óf door afspraak of over
handiging van een briefje bij het
ontvangen van bezoek. Dat beide uit
gesloten moot zijn, spreekt vanzelf en
men mag vertrouwen, dat naast het
zoo mogelijk opspeuren van den ge-
vlogel vogel niet verzuimd zal worden
nauwkeurig te onderzoeken hoe de
ontvluchting kon slagen en maatre
gelen te treffen tegen herhaling van
zulke „invrijheidstellingen/
De heer Deen, een man die wat hy
doet goed doet en in 't groot, heeft
den Raad verrast met een voorstel,
dat ook buiten Den Haag aandacht
verdient. Het komt hierop neer, dat
de Koningin haar^paleis in het Noord-
Einde verlaat en een nieuw paleis
krijgt in het prachtige park Zorgvliet,
waarvan de bebouwing nu ernst gaat
worden. En het stadhuis kan dan in
het Noord-Einde komen, in de ex-
koninklijke woning.
Een plan, dat ik, zonder nu in fines
ses te treden, toejuich. Immers, het
koninklijk paleis is onvoldoende, een
ieder stemt dit toe. En ik, die het
paleis ook van binnen meermalen be
keek, voêg er aan toe: het is een
wonder en het pleit voor zuinigheid
mSËËBÊSÊSBSÊËÊSÊmm
der Oranjes en togen de royaliteit van
lands- en stadsbestuur, dat men den
drager der kroon in zoo'n hui Het
wonen, dat in- pn uitwendig, ook door
zijn Ugging te midden van gewone
burgermans woningen (en zelfs aan één
zijde ingesloten zóó, dat men vanuit
de huizen jmn die zijde het vorstelijk
gezin kan bespieden) als vorsten wo
ning beneden peil bleef. Dat vreemde
souvereinen in dit paleis niet behoor
lijk konden worden gehuisvest, is
bekend en al erg genoeg Dat
Hare Majesteit, in haar eigen tuin
niet veilig is voor onbescheiden biik-
ksn, kan ik U verzekeren op grond van
het feit, dat het een geliefkoosde bezig
heid is van vreemdelingen, vooral van
de Amerikanen, die in het hotel lo-
geeren dat uitkijk geeft op den Konink
lijken tuin,, om met kijkers gewapend
de Koningin in haar doen en laten te
begluren.
Dat er moeilijk er een betere plaats
denkbaar is voor de Koninklijk woning
dan op Zorgvliet, pleit bovendien voor
het denkbeeld en ten slotte werden
wij er door verlost van de andere stad
huisplannen, die zoo weinig bekoorlijk
zijneen dunr nieuw gebouw, in on
aanzienlijke omgoving op peperduren
grond, terwijl men den „rommel", die
daar ter plaatse, heerscht, wel kan ver
plaatsen, echter niet doen verdwijnen.
Zoon kunstmatige opruiming v. allerlei
leelijks, dat annex is aan groot-stadsle
ven, wint niets uitmen ruimt een con-
trum op en verspreidt 't in alle windrich
tingen. Ik voor mij weet nog niet, of
het niet beter is al dit fraais zoo veel
mogelijk bij elkaar te houden, èn met
het oog op politiecontrole, èn omdat
het nu niet de aandacht trekt van
velen, die zoo'n buurt niet speciaal op
zoeken.
Alles tezamen genomen, een
grootsch plan, waarop in details wel
licht af te dingen is, maar dat een
groote en te lang reeds uitgestelde
verbetering zou geven.
Evenmin als het Paleis ooit gaslicht
had, heeft ons hoogste rechtercollege
het in zijn zittingszaal zoo ver ge
bracht. In het Paleis sprong men in
eens van kaarsen op electrisch licht,
in de vergaderzaal van den Hoogen
Raad der Nederlanden zit men nog
zonder verlichting en zoo moest men
dezer dagen zich met kaarsen behelpen,
die de heeren elkaar vriendelijk over
reikten om iets te kunnen zien.
Ik heb in ons oude Kantongerecht
iets dergelijks meegemaakt. Het was
een sensatievolle zaak, een episode uit
de hypnose-geschiedenis van de schil
deres Sophie Hirschman en den Kur-
hausharpist Otto Müller. De zaak vor
derde uren en de verdediger, de beken
de Amsterdamschen advocaat mr. Van
Gigch, kwam eerst laat in den middag
aan het woord. De duisternis viel er
in er was geen licht I Ook toen werden
kaarsen ontboden en ik zal niet licht
dat tooneeltie vergeten al die donkere
figuren het publiek was ze<*r talrijk
en hier en daar een kaarslicht, één
voor den kantonrechter, één voor den
griffier, één voor den verdediger en
één voor de pers.
Toen was men nog zoo beleefd om
ook de pers te gedenken bij den
Hoogen Raad gaf men echter den
verslaggever vrijaf door hem in 't don
ker te laten zitten. Hetgeen natuurlijk
uitermate beleefd bedoeld was, nl. om
's mans oogen te sparen voor de ge
volgen van het schrijven van een ver
slag bij hét licht van een kaars. Hier
past een woord van dank van den
Nederlandschen Journalistenkring
HAGENAAR.
Pestgevallen op Java.
Bij het departement van Koloniën
is ontvangen het volgende telegram
van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indië, d.d. 8 dezer, be
treffende pestgevallen op Java gedu
rende de week van 29 November tot
en met 5 December j.l.
„Afdeeling Malangacht-en-twintig
pestgevallen, drie-en-twintig dooden.
„Toeloengagoeng, Madioen en Ke-
din: respectievelijk vijf, twee en één
doodelijke gevallen.
„Soerabaja op 28 November één
doodelijk geval".
Sta ten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 8 Dec.
Staafcsbegrooting voor 1912.
(Vervolg.)
De heer Kuyper merkt naar aan
leiding van het feit, dat de heer No-
lens min of meer in twijfel heeft ge
trokken of spreker's verklaring ten
aanzien van het weigeren van zyn
medewerking aan de totstand-koming
van verdere verzekeringswetten, als
de Invaliditeits- en Ouderdomsverze-
kering niet binnen een zekeren termyn
zou zijn afgedaan, niet ernstig gemeend
kon zijn, een en ander op. Niets was
ernstiger gemeend maar als spreker
thans op die verklarin terugkomt, dan
is 't omdat hij gister minister Heems
kerk de verzekering heeft hooren ge
ven, die eigenlijk reeds in de gewis
selde stukken had moeten zijn gegeven,
nl. dat de Regeering bereid is zooda
nige maatregelen te bevorderen, dat
eerst de Ziekteverzekering en daarna
de Invaliditeits- en Ouderdomsverze-
kering nog in deze wetgevende periode
tot stand kan komen.
Hierna vraagt spreker het woord
voor het persoonlijke feit, dat hem
Êister door minister Heemskerk ten
tste is gelegdkrenking in hooge
mate van den minister van Koloniën.
Als dit zoo is, dan acht spreker het
broederplicht en door de humaniteit
geboden oai „gekwetst" te veranderen
in „ontstemd", zoodat dus de antire-
volutionnaire partij zich ontstemd ge
voelen kon.
Intusschen ontkent spreker, dat hij
werkelijk heeft gezegd wat hem ten
laste is gelegd, nl. dat hij den minister
van Koloniën in hooge mate zou heb- f
ben gekrenkt door hem te verwijten
het anti-revolutionaire beginsel te heb
ben verzaakt. Met geen woord, geen
zinsnede, geen letter, heeft spreker
dit echter gezegd. Hij heeft alleen nu
gezegd dat het Kabinet 'n gevaar dreig
de dat op de komst was dat er nl. in de
anti-revolutionnfcire kringon een ge
voel van onbevredigdheid begon te
heerscl^en. En nu ontkent spreker dat
het een vijandelyke daad is daartegen
het Kabinet op zijn hoede te stellen.
Spreker is zich niet bewust iets ten
nadeele van den minister van Koloniën
te hebben gezegd, maar alleen op
politieke gronden het Kabinet te heb
ben gewaarschuwd. Het recht daartoe
heeft [minister Heemskerk gister den
spreker ontzegd. Maar dit acht spreker
inconstitutioneel. Waarom zou een
minister een Kamerlid het recht mo
gen ontzeggen aanmerkingen te maken
ais hij meent dat daartoe reden is.
Spreker vraagt of hij uit de jongste
woorden vaji den minister-president
moet opmaken of het geheele Kabi
net spreker en de zijnen den oorlog
verklaart. (Beweging en verschillende
uitroepen.) Zoo niet, en als het Ka
binet in de oude vriendschap mot
spreker wil blijven, dan moet zij dit
duidelijk verklaren.
De minister van Koloniën zegt dat
het nu eenmaal tot het ambt van Ka
merlid en vooral van een minister
behoort, op zijn tijd slagen uit te doe
len, ook ze te ontvangen. Vaak doen
die slagen pijn, maar des te moer als
ze door een vriendenhand worden uit
gedeeld. Vooral als ze het gevolg zijn
van een afschuwelijk misverstand.
Dit misverstand bestaat .hierin, dat
spreker verweten is dat hy zoowel
verleden jaar als dit jaar, zou hebben
verklaard niet te zullen ingaan op
aanvragen van subsidies voor inland-
Bche christengemeenten. Dit nu is zoo
onjuist mogelijk, want spreker-haeft
verklaard dat or twee van zulke sub
sidie-aanvragen bij het departement
in onderzoek waren, en hij hoopt dat
dr. Kuyper i>u zal verklaren, dat zijn
ontstemming geweken is. Hieraan
voegt spreker toe dat zijn standpunt
betreffende het onderwijs is, dat hem
sympathiek is de leuze bijzonder onder
wijs voorop, en Gouvernementsonder-
wijs-aanyulljng, maar dat hg die leuze
thans niet in Indië voor toepassing
vatbaar acht. Hij hoopt echter dat de
tijd daartoe spoedig zal aanbreken.
Spr. hoopt dat dr. Kuyper's ont
stemming nu geweken zal zijn.
De heer Patyn handhaaft zijn kri
tiek op de groote stijging der militaire
uitgaven onder dit Kabinet, en op de
slechte voorbereiding van de Invalidi
teits- en Ouderdomsverzekering.
Nog repliceeren kort de heeren Dolk,
de Klerk, Vliegen (die o.a. klaagt dat
de minister hem niet antwoordde op
zijn opmerkingen betreffende belem
mering van het telegraaf- en telefoon
verkeer voor de stakers tijdens de
gebeurtenissen te Amsterdam, een be
lemmering welke reden tot een scherpe
klacht oplevert).
Na de panze spreekt de minister
van Landbouw.
De minister zet uiteen, dat de kritiek
van den heer Patyn geheel onbillyk,
onjuist en voorbarig was. Want als
men den minister verwijt, dat er geen
eenheid en uniformiteit te bespeuren
is, dan behoort men zich te herinneren
dat de minister al drie jaren geleden
en nadien telkens weer er op gewe
zen heeft, dat eenheid en uniformiteit
bij de verzekeringswetten niet te ver
krijgen is, omdat drie dingen in dat
complex van wetten moesten verkregen
worden, nl. medewerking van de be
langhebbenden bn de verzekering;
meerdere zelfstandigheid van de or
ganen, die de wetten moeten uitvoeren;
verband tusschèn de drie takken van
arbeidersverzekering.
De midister ontkent dat, gegeven
de moeilijkheid van de materie, de
redactie van ontwerp-Invaliditeits- en
Ouderdomsverzekering zoo slecht is
hetgeen bij de behandeling wel zal
blyken.
De minister ontkent de slordige
voorbereiding, hem door den heer
Patijn verweten. Wat deze heer in
de Invaliditeits- en Ouderdomsverze
kering voor slordigheid aanziet, is
integendeel welbewuste woordkeuze.
Zoo bv. het noemen van het woord
arbeider in het eene ontwerp wel en
in het andere niet, en het onderschei
den in vrijwillige en vrije verzekering.
Een en ander zet de minister in bij
zonderheden uiteen.
De minister van Binnenlandsche
Zaken, dupliceerende, verdedigt nader
de aanstelling van den Helderschen
schoolopziener, van wien spreker n'en
déplaise den heer Roodhuyzen, een
briefje gelezen heeft zonder spelfouten.
Onder onbedaarlijk gelach zegt
spreker, in dit verband, dat het ove
rigens twijfelachtig is of de heer Rood
huyzen, op grond van bv. slechte
beeldspraak, geschikt zou zijn voor
schoolopziener, waar hg gister sprak
van „den heer Lohman, die zijn vin
gers brandt als hij op het reglement
van orde te paard gaat zitten terwijl
hij verder gewaagt van het trekken
van een rubicon, in plaats de moeite
te nemen dien rubicon over te trekken;
terwijl eindelijk de heer Roodhuyzen
den heer Nolens in het „garool" lieten
loopen, in plaats van in 't gareel.
Nader verdedigt de minister zijn
niet-ontvangen der kiesrecht-deputatie,
en geeft den welgemeenden raad de
manifestaties voortaan op eiken an
deren dag (Zondag uitgezonderd) be
halve op den Dinsdag van de ope-
opening der Staten-Generaal. Dan
zal de minister de heeren gaarne ont
vangen.
Aan den heer Vliegen antwoordt
de minister nog dat stuiting van een
telegram of van een telefoongesprek
geen willekeurige daad was, maar ge
grond is op de wet, welke die stuiting
door den dienstdoenden ambtenaar
toelaat, als deze het telegram of het
gesprek strijdig acht met de openbare
orde. Blyft alleen de vraag of de hier
bedoelde ambtenaar strijd met de
openbare orde aanwezig achtte. En
dat was het geval.
Wat de afdoening der verzekerings
wetten betreft, dankt de minister den
hoer Kuyper voor diens terugkomen
heden op zyn bedreiging van gister,
en verzekert hij nogmaals dat de Re
geering alles zal doen om de tot-
stand-koming van de assurantie wetten
nog in dit zittingjaar, dus binnen nog
korter termijn dan in deze legislatieve
periode, te helpen bevorderen, indien
ook wat spreker hoopt, de Kamer
daartoe al het hare wil doen.
Bij de nadere verdediging van het
algemeene beleid vah net
behandelt de
Kabinet,
minister ten-slotte het
persoonlijk feit Kuyper—Malefijt. De
minister waardeert, dat dr. Kuyper
ten opzichte van den minister van
Koloniën het woord kwetsend heoft
teruggenomen. En daarom neemt de
minister, die gister gezegd had dat
hetgeen dr. Kuyper beweerd had,
krenkend was voor het Kabinet, ook
dit woord terug, en stelt er voor in
de plaats, dat de woorden van*lr.
Kuyper het Kabinet „gesmart" hebben.
Overigens neemt spreker aan, dat
hetgeen dr. Kuyper eergister zei,
uit was met de vriendschappelijke
doeling om het Kabinet te waarschu
wen. Meer dan een verdediging van
den heer Malefijt tegen het verwijt,
dat hy zich zeer aantrok, was er niet
gelegen in de woorden van spreker.
Hieruit blijkt reeds dat niets min
der waar is, dan dat uit 's ministers
rede van gister een Oorlogsverklaring
tegen dr. Kuyper sprak. Het omge
keerde is waar. Het Kabinet wil gaarne
in volkomen vriendschap met dr.
Kuyper saamwerken. Maar dan moet
deze zich ook niet al te bezorgd er
over toonen of de anti-revolutionaire
ministers in bet Kabinet niet goed
anti-revolutionair zijn, en de anti
revolutionaire beginselen wel goed
toepassen. Dat is den minister niet
zoo byzonder aangenaam. En als Dr.
Kuyper nu toont voortaan niet zoo
slechts over ons te denken, en een beetje
meer met ons saam te willen werken,
dan zal het 't Kabinet welkom wezen.
Dr. Kuyper verbaast er zich over
dat by, die nog eergister en steeds
de uitnemendheid van het Kabinet
heeft verdedigd, behoudens kritiek op
enkele détails, nu verdacht wordt
slecht te denken over het Kabinet.
Hy verheugt zich over het nader
Orokene door den minister van
miën, en heeft de overtuiging
thans dat met dien minister geen
kwaad in het spel is.
Spreker wijst er intusschen op dat
het misverstand niet alleen bestond
tusschen de strijdende partijen, maar
bij de geheele Kamer, en daarbuiten,
waar de indruk gevestigd is dat de
minister zich bij de behandeling van
de Indische onderwijskwestie meer
verklaard heeft voor de liberale denk
beelden dan voor de antirevolution-
naire. Intusehen is spreker gaarne be
reid dit hieraan toe te schrijven dat
minister Malefijt by de verdediging
zijner begrooting, een zeer 'omvang
rijke taak, niet los en vrij genoeg van
geest geweest is. Hiermede verklaart
spreker den vrede geteekend.
De heer de Visser heeft bedenking
tegen dit slot van Dr. Kuyper's be
toog. Dr. KuypeiJ heeft het toch
laten voorkomen alsof het optreden
van den minister van Koloniën bij
de behandeling der Indische begrooting
voor de linkerzijde een jubel zou ge
weest zijn, en voor de rechterzijde
absoluut ontstemmend.
Het algemeen debat wordt gesloten.
Goedgekeurd worden hoofdstukken
I en II.
In de Avondzitting was de Water-
staatsbegrooting aan de orde.
Verschillende leden wezen daarbij
op verschillende noodwendige verbe
teringen van plaatselijken aard, die
wij met het oog op onze plaatsruimte
niet alle kunnen vermelden.
Een noodkreet.
Bij de verschillende parlemonten,
ook bij de Nederlandsche Tweede
Kamer, is het telegrafisch beroep op
het rechtvaardigheidsgevoel hunner
loden ingekomen, uit Teheran door
den voorzitter van de Medsjlis ver
zonden, nadat het Russische ultimatum
was verworpen.
Het luidt, uit de Fransche tekst
vertaald, als volgt, volgenJJ de Ct.
Het ultimatum van de Russische
regooring dat onze onafhankelijk
heid bedreigt, is met algemeen goed
vinden verworpen door het land
dat, zijn vrijheid liefhebbend, deze
1 Pri|s
Nu wil de Russische regeering ons
dit ultimatum mot goweld van
wapenen opleggen. Onze eenige
fout is misschien dat wij de behoef
ten van het nieuw legersfeelsel heb
ben begrepen en den wog van her
vormingen en herleving hebben
willen bewandelen.
Dus overtuigd van onze vol
maakte onschuld en ons niet bewust
van eenige aanvallende daad, doen
wij een beroep op de gevoelens van
menschelijkheid van het Neder
landsche Parlement, dat wij toe
roepen
Gij die de weldaden van de vrij
heid hebt genoten, zoudt gij een
volk willen zien vallen, dat men er
een verwijt van maakt dat het ge
sympathiseerd heeft met uw regeer-
stelsel om zijn toekomst te redden.
Zoudt gij het dulden, dat Perziö
wordt verdrukt, omdat het zijn
nationale, waardigheid heeft willen
bewaren
Waar deze gevoelens den vry en
volken zoo lief zijn, vertrouwen wij
in de gevoelens van eer en van
rechtvaardigheid van het edelmoe
dige volk, dat gij vertegenwoordigt
en zijn wij verzekerd dat ons be
roep rechtstreeks weerklank zal
vinden in uw hart en voor ons
uw gewaardeerde medewerking zal
verwerven tot een oplossing over
eenkomstig de waardigheid en de
onafhankelijkheid van Perzië.
De voorzitter van de Medzjlis,
Motamen el Molk.
KERKNIEUWS.
Daartoe uitgenoodigd door een co
mité van drie personen uit den ker-
keraad der Remonstrantgche gemeente
to Rotterdam, trad gisteravond in de
kerk dier gemeente de Keulsche pre
dikant C. Jatho op met eene lezing
over het onderwerpDe persoon van
Jezus in betrekking tot ons geloof.
Een talrijk publiek was opgekomen
om dezen veelbesproken en veelbe-
schreven „ketter" zooals ds. Elde-
ring hem by het gehoor inleidde en
verwelkomde, hem betitelde te
hooren, een bewijs, dat het gerucht
van de door het „Spruchcollegium"
verrichte daad, om dezen man als
predikant af te zetten wegens on
rechtzinnigheid, ook tot hier doorge
drongen was.
Jatho sprak ongeveer een uur lang,
in een vry snel tempo, met diepe
zware stem. Misschien voor ons ge
voel wat ai te veel in onafgebroken
vuur en enthugiasme, maar den indruk
wekkend van een spreken uit het hart.
Een zestiger, nog in de volle kracht
van kunnen en willeniemand, die,
afgezien van zyn voorkomen, ons door
zyn denkbeelden en wyze van spreken
herinnerde aan den ontslapen voor
ganger der Vrye Gemeente te A'dam,
ds. Hugenholtz. Men kan overtuigd
zyn, dat deze man zyne Keulsche ge
meente bijeen houden zal niet alleen,
maar zijn aanhang zal vergrooton.
Immers zij, die tot dusverre de ge
ijkte, leerstellige preek wijze in de
Duitsche landskerk hebben moeten
aanhooren, zullen door deze frissche,
blijde en hartelijke evangelieprediking
ongetwijfeld getroffen en aangetrok
ken worden.
Harnack schreef eens aan Jatho:
„De kerken hebben niet slechts het
recht, zo hebben den plicht, het onder
scheidend karakter en het wezen van
den christelijken godsdienst hoog te
houdenNiet om de vrijheid van
de wetenschap gaat het, maar een
voudig om de vraag, of de Landskerk
predikanten verdragen mag en moet
die tus8ohen God en wereld geen
onderscheid makenNiet elk pre
dikant kan verlangen, dat de Lands
kerk hem onder alle omstandigheden
verdraagt." N
Gezien van het standpunt, dat er
eon kerk is met een vaststaande be
lijdenis, kan de uitwerping van een
man als Jatho, die met de leer vol
komen gebroken heeft, verdedigbaar
zyn. Maar te denken, dat het een man
als Jatho, die geen schorp-belijnde
theologische overtuigingen heeft, maar
een diep religieus leven toont te be
zitten, onmogelijk gemaakt is de kerk
langer te dienen, is wel droevig. Ge
lukkig, dat zicl| in Keulen en daar
buiten oen inderdaad zeldzame geest
drift heeft geopenbaard, die wel voor
een gedeelte verklaard wordt door de
innige liefde, welke Jatho door zijn
persoonlijk werken zich heeft weten
to verwerven, maar anderdeels blijk
geeft, dat men het echt-godsdienstig
loven, de innerlijke vroomheid des
harten weet te waardeeren.
Zijne denkbeelden zijn hier, in Hol
land, niet nieuw, men kan zelfs zeggen
dat zij onder de modernen voor een
gedeelte reeds weor door andere ver
vangen zijn. Zooals Jatho sprak, spra
ken hier reeds do Moderne vaderen
van vóór 50 jaren. Teekenend was
bijv. de vraag of wij in plaats van
hetZijn wij A o g Christenen niet
lieverzo'iden stellen Zijn wij roeds
Christenen een vraag, die in
menige preek vroeger behandeld word.
Teokenend was evenzeer de verheer
lijking van den menseh, het op den
voorgrond stellen van de kracht en de
hooge beteekenis van den mefisch in
het evangeliede kenschetsing van
het Christendom als godsdienst der
blijdschapen van do beteekenis van
Jezus in* wat hij predikte on deed
het stelling nemen tegen allerlei
dogma's.
Godsdienst gemoedszaak, geen zaak
van kerk of leer, geen zaak van den
.staat, maar zaak van het hart, ziedaar
de kern van Jezus' godsdienst. Nog
maals al deze dingen zijn hior niet
nieuw. Toch geloof ik, dat ze in de
ooren van velen als nieuw geklonken
hebben, door de wijze, waarop Jatho
ze uitwerkte, illustreerde en vooral
als eigendoorleefde waarheden gevoe
len deed. „Ik geloof, daarom spTeok
ik", ziedaar don indruk, dien Jatho
ongetwijfeld bij zijn gehoor heeft
weten te wekken. En nadat wij hem
gehoord hebben, kunnen wij ons wel
verklaren hoe de vrijzinnige leden
van zijn kerkeraad aan hetKonsisto-
rium, dat Jatho wegens zijn prediking
berispte en bedreigde, schreven „Een
rijker worden van ons godsdienstig
denken en leven hebben wij allen als
vrucht der werkzaamheid van Jatho
ervarenonder zyn invloed zijn wy
ons van ons evangelisch geloof en
onze protestantsche zelfstandigheid
krachtiger en blijmoediger bewust ge
worden, en geen uitwendig goheuren,
van welken aard ook, kan ons dit
kostbaar bezit weer ontrooven.
N. R. Ct.
Aanvragen van werknemers op
8 December.
1 kantoorbediende,
1 reiziger,
8 opperlieden,
2 schilders,
1 stoker,
1 bankwerker,
yj. vuurwerker,
1 wasch vrouw,
1 bakker,
1 sigarenmaker,
2 grondwerkers,
9 pakhuisknechten,
1 loopknecht,
7 werklieden zonder vakkennis.
Halfwas óf aankomende.
1 kantoorbedienden,
1 bakker,
I banketbakkers 3d* bediende,
1 bosjesmaker,
2 loopknechten,
LeerUngen en jongens.
3 klerken,
1 pakhuisknecht,
1 loopjongen,
Aanvragen van werkgevers.
1 metselaar,
1 kellner,
1 voerman,
Halfwas of aankomende.
I timmerman,
1 meubelmaker,
LeerUngen on jongens.
2 meubelmakers,
2 bakkers,
SpreekurenVoortaan alle werk
dagen van f©3 uur.
Zwaar verzilverd, in practisch kastje.
Compleet mot 12 mesjes s= 24 sny-
kanten f It. 30
Verkrijgbaar bij
HALT. A. DE JONG, Coiffeur.
Oosthavon 31.
in hot Hotel „DE ZALM" aan de
Markt te Gouda, ten overstaan van don
aldaar, op Dondertlag 14 Decem
ber 911, bij inzet, des voormiddag»
hal/twaalf'uur on op Donderdag
Af/ December 1911, bij toeslag, dos
voormiddags elf uur,
KAAPBERG, 5 roeden HOOIBERG
en verschillende perceelen uitmuntend
en "WATER, tezamen gróót
14.fiM.4ft HKCTAIIKW,
golegen in den Oostpolder onder Wad-
dinxveon, in porcoelen, combinatie»
en massa.
Het geheel is verhuurd aan don
Heer A. Houdijk te Gouda voor
f 1183.'s jtfars do landerijen tot
30 November 1913 en de gebouwen
tot 30 April 1914.
Aanvaarding by de betaling der
kooppenningen op 15 Februari 1912.
Te bezichtigende landerijen dage
lijks en de gebouwen de 8 laatste
werkdagen voor den inzet en den
toeslag van 1012 on 2—4 uur on
op de dagen van inzet en toeslag van
911 uur.
Notities worden tijdig verkrijgbaar
gestold bij den Notaris voornoemd,
aio tevens verdere inlichtingen geeft.
VAN
Prins Hendrikstraat Af#.
Ondergeteekende bericht aan zyne
geachte Stadgenooten, dat hij ge
durende de Wintermaanden
Poffertjes en Wafels bakl.
Bestellingen worden ten allen tijde
aan huis bezorgd.
Oudejaabspao tot middernacht ge-
opond.
POFFERTJES 13 cent per portie.
WAFELS f cent per stuk.
Hoogachtend,
F. W. VAN DER STEEN.
Eenig adres:
SPECIALITEIT IN
GOUDA.
Donderdag 15 Dewmber 1011
J. II. SPEEN'HOFF en NAI' DE LA MAH.
Arabteuaarespel in één bedrijf.
Optreden van:
J. H. SPEENHOFF Dichtor-Zangcr.
Mevr. C. SPEENHOFF Puinz Liedjes
NAP DE LA MAR Nieuw repertoire.
Tot slot der Voorstelling
Soldatonklueht in één bedryf.
Voor prijzen der plaatsen zie groote
biljetten.
PlaatsbosprokJng by loting Donder
dag 14 December 8 uur.
Vortogonwoordiger P. DE MINK,
Markt 75, Gonda. Telefoon 274.
DAMES ZANGVEREENÏGINU
Oratorium van
Felix Mendelssohn Baktholuy.
des avonds te half' achI in d«
Kolfaaul dar Socioteit
„ONS GENOEGEN" te Gonda.
Eutrée voor loden van „Ons Ge
noegen" 9H et. jvooriliet-leden f
Plaatsbespreking i 10 ct. bij loting
op Zaterdag 1(1 December des avonds
to 8 uron.
op ZONDAG 17 DEC. dos avonds te
half acht in „ONS GENOEGEN".
Toegang k AfA ct., uitsluitend voor
de arbeidende klasse.
Kaarten en tekstboekje» voor de
uitvoering verkrijgbaar bij J. DE VEN,
Wijd straatvoor de grooto repetitie
's avonds aan de zaal.
Drogist, Wijdst runt. '2D.
MD de Ooatbaven te Geada. Het hall
btrat 5 Kamers, Keuken en droge Kei*
der. Hnnrprija 300 gulden per jaar*
l'e bevragen Ooathaven 59.
ICHT
-^CTORIAW,^