LAZEN, Ik egemoot, II de helft 1 Alter dchl269A 1G, EWAAR- ti skleeding. 'gedeelten IHT IHU/Ulll Opofferenie Liefde. 30 December 1911. No. 11752. 50e Jaargang. AXSKHlk De., belialve Zon en Eerste Iliad. Het oude Jaar. FEUILLETON. <9tew&or/uefi £even. D-A- lanskerk, <lrr fningrn en. WARENHUIS, Spuislr, den Haag Nieuwjaarsgeschenken. Door Marik Gbainokk. ezx ^.d.’rrertexi.tie'bleud- toox GsHdu-cLsl ezx OascxstxeZbEezx. Verschijnt Jagolijks BAMM, van Beeldende r. Architect en z« Bouwkunde E. ALTER ht 26»1, LG. Telefoon latere. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Zaterdag Dr. Kuyper en de Openbare school. denken i stad aan huis stapel beschreven Einde. (Wordt vervolgd.) i Zn., Gouda beroemde’ •kg'lazcn Dit Nummer bestaat uit twee bladen* Het Nieuwjaarsnumnier van de Goud sche Courant verschijnt Maamhgmorren. Maar hoopvol gaan we het onbe kende tegen. Uit de duisternis van den nevel zal het licht gloren /ATDMH1 AHUOL ■UK» UuM! dat Uw handen Uw leven 3UT DEK i B E I II. rheid van ir alleen r het kostbaar Jne kapt. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post ÏKT. itrirrs, finuda GOUBSCHE (III I! IM geregeld tijdig ontvangen van i, vermakelijk- dan in onze meester verplicht was „de kinderen, aan zijn zorgen toevertrouwd, in de vreeze des Heeren en goede manieren, zoo binnen als buiten de school [te] oefenen” P Een antwoord uit de velen die wij hier zouden kunnen neerschrijven. In de Geschiedenis van Maasland vonden wij op blz. 143 de volgende noot „Dat het bij de jeugd van voor honderd jaar ook niet een en al r de helft n groene Het oude jaar is heengevloden en heeft zich gevoegd bij de reeks, waarvan geen menschelijk wezen het juiste cijfer noemen kan. Weer is een jaarkring afgesloten en veel is in dat tijdsbestek geschied. Voor velen bracht het vreugde, voor velen leed. In elk gezin, in eiken kring is dat telkens onder vonden. In het afgeloopen jaar mocht Nederland herdenken het gelukkige feit van de 121/, jarige Regeering van zijn Koningin, dat in de vorste lijke Residentie met luister is gevierd. Daar bleek bij de machtige hulde die der Vorstin werd gebracht, dat er nog leeft in de harten van het Nederlandsche volk het onuitblusch- bare enthousiasme voor de, - telg uit het oude Oranjehuis, die de Kroon van Nederland draagt. En dat enthou siasme komt des te meer tot uiting, het is ook dit jaar zooveel malen gebleken, wanneer de Koninklijke spruit, Prinses Juliana, door Haar Moeder den volke wordt getoond. Maar niet alleen Koningin en Prinses gelden die vreugde-uitingen, de Ko- ningin-moeder en Z. K. H. den Prins verheugen zich in een steeds meer toenemende populariteit. Dank zij de groote energie van ondernemende mannen kon in de eerste maanden des jaars in onze directe omgeving, een tentoonstelling worden gehouden zooals er hier te lande nog nimmer was geweest. De bloemententoonstelling in Boskoop in April was een onderneming, grootsch van opzet en durf, stout van uitvoering, en het resultaat is enAVJt/S». f 1 25 1 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad „1.50 Idem franco per post 1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Lange Tiendeweg 04, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren jes gingen samen wonen. Vandat oogonblik af aan was Harry er geregeld bezoeker in dit huis. Het duurde niet lang of Mary An derson was zijn vrouw geworden. ouw- en Wo- Vergadering mdscommissie 37) Mary weende maar toen de detective haar in kennis stelde hoe blijde haar zuster was door deze ontmoeting, wer den het vreugde-tranen. Harry Booth verliet hen ten slotte nog nimmer had hij zich zoo prettig gevoeld. Den volgenden dag bezocht hij den advokaat. „Verteldet ge mij niet,” vroeg deze „dat de twee meisjes de kleindochters waren van mevrouw Baldwin „Daarin heeft Bardwell zich niet vergiet.” De detective sprong op, verrukt van vreugde. „Den Hemel zij dank,” riep hij uit. „Wanneer kan ik ze zien?” Vandaag, binnen ’tuur.” De identiteit van Mary Anderson werd volledig vaat^esteld. Het eerste wat ’t nobele meisje deed, was Walter Frasin vergoeding te schenken voor al Wat hij geleden had. De beide meis- dat is zeker. Daar kan ik niet meer aan twijfelen.” Weer bladerde hij er in en toen hij een paar bladzijden had gelezen, ver dween eensklaps de blijde uitdrukking mn gelaat en met droeve oogen hij voor zich uit staren. 'aar," zei hij weer. „Het >egon er zich zelf over Vergadering der Municipaliteit, d.d. 12 October 1810, waarin over de „baldadigheid der straat jeugd”*) geklaagd en besloten werd de volgende bekendmaking te „officheeren”„Alle ingezetenen zullen hun kinderen tot stilte en bedaardheid en goede rust aanmanen, vooral om geen straat schende rij en’) te doen, geen doorpas- seerende Militairen of Vreem delingen tebeleedigen, zoo als gebeurd is1). Aks ’t weer gebeurt, zal kennis gegeven worden aan den Hooge Bailliuw van Delft, met verzoek zoodanige baldadige straatschenders on rustverstoorders in besloeten gevangenis te brengen, ten voorbeeld voor anderen”. En elders in ’t zelfde werk, sprekende over de straatverlichting te ’s Gra- venhage in de 17e eeuw, zegt de schrijver „Het onderhoud der lan taarns kwam voor rekening der in gezetenen, maar bet inwerpen van de glazen was ten laste der over heid. D e j e u g d van voor ruim twee eeuwen was al dezelfde als die w ij e r n u o p n a li o u- d e n Die glazen schijnen wat al te verleidelijk op de lieve straat jeugd van 1678 en volgende jaren gewerkt te hebben, althans de Haag- sche overheid zag zich verplicht een afzonderlijk publicatie tegen deze baldadigheid uit te vaardigen”. Men ziet het, vóór honderd en tweehonderd jaar werd evenzeer ge klaagd over de baldadigheid en straatschenderij der jeugd dan thans en toch werd de jeugd toen gods- PRIJS DER ADVEHTENTIEN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer 0.10 Bij drie achtereen volgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0 35 bij voornit- betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0 25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. verworven”. Hij legde zyn hand als liefkozend op den stapel beschreven papier. „Zal ik hot nu,” dacht hij, „nog eons doorlezen om te zien of het zoo goed genoeg is Of zal ik hot maar wegsturen zooah hot is heet van de naald Ais ik er mee wacht om er over na te denken zal de gloed, die het deed ontstaan zyn weggestor ven en zal ik mij or voor goneoren. Een man kan zijn ziel maar eens in zijn leven blootleggen en zoodra hy het heeft gedaan, heeft hy er berouw van. Maar als ik het nu wegstuur zonder tijd te verliezen, voor het vuur in mij gebluscht is dan kan ik hot niet meer terug vragen. Het moet leven en het zal leven.” Er kwam een wonderlijke vrede op zijn gelaat toen hij verder lasde droefheid zijner oogen was verdwenen. Maar eensklaps legde hij het manus cript weer neer en een zucht ontwrong zich aan zijn borst. „Zoo had het kunnen zijn”, zeide hij. - Dat was het nu juist, dat „als” dat was nu juist de tragedie van zijn leven. Bij de algemeene beschouwingen omtrent de afdeeling „onderwijs’' van de Staatsbegrooting voor 1912 heeft Dr. Kuyper de gelegenheid weer aangegrepen om ons openbaar onderwijs nog eens een knauw te „brave Hendrik” was, bewijst de geven. De Nederlandsche jeugd is tuchteloos en bandeloos, omdat het openbaar onderwijs niet deugt en in die tuchteloosheid en bandeloosheid ligt tevens de kiem der criminaliteit, dus, de openbare school kweekt mis dadigers 1 Aldus de redeneering van I)r. Kuyper. Nu zal deze redeneertrant bij de vele minder ontwikkelden in den lande wel het gevoelen doen toenemen, dat de openbare school uit den booze is, maar ook bij hen die lezen en zelfstandig denken, het gevoelen dat bij Dr. Kuyper „het doel de midde len heiligt”. Want de groote ge leerde weet zonder twijfel uit de crimineele statistiek dat misdaden en vooral het vergrijp tegen de openbare zeden in streken en landen waar de secte-school regel is niet geringer zijn dan elders waar het openbaar onderwijs nog hoofdzaak is. Men legge in dit opzicht voor de zooveelste maal nog eens de sta tistiek van Noord-Brabrant en Lim burg waar de jeugd zelfs op de openbare scholen wordt opgevoerd volgens de leer der „alleenzaligma kende kerk” naast die van andere provincies waar nog tal van open bare scholen zijn. Van Katholieke lande als Spanje en Portugal, Frank rijk en Oostenrijk zullen wij nu ver der maar niet gewagen, hoewel ook deze nog heel wat zouden kunnen aantoonen, dat in strijd is met Dr. Kuyper’s woorden. En hoe was het vroeger in Neder land toen alle onderwijs nog bijzon der onderwijs was en toen de school* te verwonderen, dat hij ooit het hart had gehad, dit boek te schrijven. Het was zijn eigen liefdesgeschiedenis, die behoorde tot het omfloerste verleden, toen hij nog jong was en de wereld vroolijk, toen het altijd en overal lente was. Een heel eenvoudige liefdesge schiedenis, zeker, maar juist die groote eenvoud was er de voornaamste bekoring van. Een vreemde, goddelijke gave scheen Lenningford te zijn ge schonken, toen hij dag aan dag door schreef, een gave, die de meest ge wone zinnen deed klinken als zilveren schellen. Het boek sprak van liefde van de beste soort, zuiver en verede lend, zelfopofferend, zich zelf weg cijferend, opdat zij, die deze liefde gold, verheerlijkt zou worden. „En ik heb gehaakt naar den roem, voortdurend, sedert de geschie denis, die ik hierin heb beschreven, werd afgespeeld,” zei de schrijver droef. „Een man mo4 iets hebben, om het ledige in zijn leven te vullen. Hij moet voldoening zoeken in zijn streven. Maar na eenigen tijd wordt zelfs het streven gewoonte en dan kan alleen de roem de hoogste roem eeu glimp van vreugde brengen. Maar de roem is nu in zicht ik hoef er maar naar te grypen. Met dit. heb ik den roem en al wat daaraan vast is, geweest dat de naam van dit ge meente tot ver over de zee is vast gekoppeld aan die van het bloemen- dorp van Nederland. Een andere onderneming, die met eere mag worden genoemd, is die van de Maatschappij voor Luchtvaart, die door haar vliegkampen naar Nederland heeft getrokken die koepe luchtmannen, die op den Europee- schen rondvlucht tot drie malen op Nederlandschen bodem moesten ko men en daardoor duizenden vreem delingen binnen Holland’s landspalen heeft gebracht. Ondanks het streven naar arbi trage inzake geschillen tusschen ver schillende staten, ondanks de meer veld winnende vredesbeweging, on danks het streven van mannen als Mr. Asser en Fried, aan wie dezer dagen den Vredes-Nobelprijs werd toegekend, ondanks de vorderingen van den opbouw van het Vredes paleis, door de schenking van Car negie mogelijk gemaakt, Ir in het oude jaar de oorlogsfakkel weer ontstoken qn nog laait dat vuur met felle kracht en brengt het verwoes ting en dood. De strijd is en wordt gevoerd op velerlei plaatsen. Wij aan den burgeroorlog in Mexico, den opstand in Albanië, de omwenteling in China, de vreeselijke oorlog tusschen de beide Europee- sche staten Italië en Turkije, het conflict tusschen Perzië en Rusland, om maar niet eens te spreken van de offers, die de in „de Oost” ge voerd wordende krijg nog steeds vraagt. En ligt het nog niet versch in het geheugen dat Europa tijden heeft doorgemaakt van angstige span ning, toeri de vijanden van den grooten krijg van 1870 met elkander aan het onderhandelen waren over Marokko, toen men telkens meende de oorlogsverklaring te zullen ver nemen die geheel Europa in vuur en vlam zou zetten Lenningford zette de laatste streep door de de laatste punt op de i en schreef het woord Finis onder aan de bladzijde. Toen leunde hij achter over in zijn gemakkelijken bureaustoel en zuchtte verlicht. Hij wist, dat. het werk, dat daar voor hem lag, goed was. Hij nam een sigaret en stak die aan, in lange halen den rook inzuigend, als iemand, die lang en hard gewerkt heeft. Toen nam hij het omvangrijke manuscript op en begon er werktuigelijk in te bladeren. Ook buiten den oorlog bracht het oude jaar ernstige rampen. In Mandschoerije heerschte een hevige longenpest, in tal van Chi- neesche steden als Charbin. Moekdcn, Tientsin, Peking maakte de pest haar slachtoffers bij duizenden, zoo- dat de lijken niet konden worden ter aarde besteld en in massa door den uit Europa aangevulden genees kundigen dienst moesten worden ver brand. De alarmeerenden berichten dat die gevreesde ziekte ook op Java een ernstige bestrijding vereischte, bracht allerwegen onrust en ontstel tenis te weeg. De groote aanhoudende hitte ge durende de maanden Juni en Juli veroorzaakte groot nadeel aan de te veld staande gewassen, en bracht daardoor mede een prijsstijging van verschillende artikelen te weeg. Door de groote droogte werd het land zoo goed als geteisterd door groote branden. De geweldige storm van 30 Sept., die zoovele menschenlevens verloren deed gaan, die in de Zeeuw- sche wateren zijn heerschappij be wees door in wdMe* iffles te pletter té slaan wat zich op de watervlakte bewoog, die huizen deed instorten en de hoornen bij duizenden ont wortelde, die storm was een ramp voor de geheele natie. Ook heeft het afgeloopen jaar groote mannen uit de samenleving weggerukt, die ieder op hun gebied een leegte hebben achtergelaten. Met eerbied denken wij aan de afgestorve nen Mr. J. G. Patijn, Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de geleer den Prof, van ’t Hoff en Prof. Bosscha, Neerland’s grootste schilder Jozef Israëls en den oud-minister Mr. J. C. de Marez Oyens. Zoo doet een korte algemeene terugblik op het oude jaar* duidelijk zien dat de tijden waarlijk zeer ernstig zijn. In een nevel van bang verwachten gaat dit jaar heen. Een nieuwe periode vangt straks aan. Wat zal die brengen We ver mogen het niet te doorgronden. „Ja”, zei hij half luid, het „hol is lang niet slecht. Het schijnt waar te klinken, waar ik het ook opsla. Geen enkele gedwongen situatie, geen ge zochte effecten. Het schijnt waar te zijn - het is waar!” Telkens weer glimlachte hij van vol doening, als hij den bundel blaadjes door keek. Er waren er eenigo hon derden, alle gevuld met zijn net hand schrift, dat zoo leesbaar was, alsof hot mot de schrijfmachine was geschreven on toch flink en mannelijk er uit zag. Het was het handschrift van een krachtig man, die succes had, dat was duidelyk. „Daar zal ik nu toch eindelijk wel naam mee maken,” mompelde hij, zijn hoofd in wolken rook hullend. „M’n laatste heeft wel iets gedaan, maar toch het was pure fantasie. Dit ech ter is werkelijkheid, verteld als fan tasie, maar de waarheid is er overal in te voelen. Ja, het voorspelt mij roem, in. twijfelen.’’ paar bladzijden had gelezen, ver- van zijn gelaat bleef hij „Ja, het is wi is waarHij begon er

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1