R.
LAZEN,
Carter-
I
f
J
<1
rag!
No. 11796.
Dinsdag SO Februari 1912.
50e Jaargang.
ANSKERk
LANDWEER.
VERGOEDING.
DE,
Post-Chèque en Girodienst.
kj
E>^-
FEUILLETON.
^ernsóeróa tfrots.
fCaa^Ceza
gevers, Goud*
huiskerk, tier
r.iiiugen eiu.
t BE TH.
van
Stok.
tr. 222,
1
•d
i
Nieuws- ezx -^.«d-Trextexttieloleud. voor Gr-ou-d.su en. Oxn-stxellsezx.
Vcrschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
RAMM,
van Beeldende
r, Architect en
in Bouwkunde
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
LANDWEER.
District No. 29.
JI
èl*
WARENHUIS, Spmslr. Den Haag.
Overschoenen en Winterpantoffels.
f 1.25
A
Brinknum Zn-
beroemde
■kglazen
8XT.
druppels
f 0 75.
)Ht des
Vrijdag
/2-10.
ENSDAG
ree.
D 25 cent.
VRIJDAG
ree.
akking onzer
vuldig wordt
opuraten van
ion man te
p, dat roodo
.H.N antilog,
roord »Kina~
klKT uit onze
Men eische
worden gedaan. Overigens wordt ten
deze verwezen naar de afzonderlijke
publicatie betrekkelijk „Kostwinners”,
en kunnen zoo noodig nadere inlich
tingen mondeling worden gevraagd
ter Gemeente-Secretarie, eiken werk
dag tusschen 10 en 12 uur voormiddag».
GOUDA, den 20n Februari 1912.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Lö,
meth. spreken
beschikbaar om
en. Nadere in
land adres.
maar bttttead
een paar mi
GOlIlStHE COURANT.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer«0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post1 50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50
Idem franco per post1 ‘JO
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
I.
Reeds gedurende een aantal jaren
wordt hier te lande meer en meer
de behoefte gevoeld aan een rege
ling van het betalingsverkeer, die
meer voldoet aan de eischen, die
tegenwoordig door handel, nijver
heid en landbouw*worden gesteld.
De betalingen zooals die thans
veelal nog geschieden vooral door
den handeldrijvende!! middenstand
en den landbouwer zijn thans nog
zoo goed als geheel gebaseerd op
het systeem van vereffening in .con
tant geld.
De groothandel is daarvan al
lang teruggekomen. Deze maakt
daarvan geen gebruik, doch regelt
hare zaken door middel van banken en
crediet-instellingen, omdat deze wijze
eenvoudiger en minder kostbaar is.
Voor den kleinen handelaar vooral
kan daarin worsen voorzien door
Oproeping onder de wapenen
tot het houden van
oefeningen in 1012.
De BURGEMEESTER van GOUDA
maakt bekend, dat de in het Land-
weer-verlofgangers-register dezer Ge-
meenteingeschreven „dienstplichtigen”
Het niet ontvangen eenor hoofde
lijke oproeping ontheft den verlofgan
ger geenszins van zijne verplichting
tot opkomst in werkelijke» dienst,
daar deze openbare kennisgeving eenig
en alleen als bewijs geldt, dat hij be
hoorlijk is opgeroepen.
Zoodra de verlofganger in uniform
is gekleed, staat hij onder de krijgs
wetten.
Bepalingen nopens het verblijf onder
de wapenen.
Aan de onder de wapenen komende
verlofgangers kan, als gunst on voor
zooveel de belangen van den dienst
zulks toelaten, worden vergund om
buiten de kazerne te overnachten,
alsook om onder genot van vergoe
ding voor levensmiddelen en van brood
in eigen voeding te voorzien. Zij die
voor genoemde gunst of gunsten in
aanmerking wenschen te komen, moe
ten uiterlijk vier weken vóór don dag
voor de opkomst bepaald een desbe
treffend verzoek indienen.
Dit verzoek moet worden gericht
door verlofgangers, behoorende tot
de Infanterie, tot hunnen Landweer-
districtscommandant
door verlofgangers, behoorende tot
de Vesting-Artillerie, tot de Ponton
niers of tot de Genietroepen, onder-
scheidelijk tot den Oommandeorende-
Officier der Vesting-Artillerie ter
plaatse, waar zij geoefend zullen wor
den, tot den Commandant van het
Korps Pontonniers en tot den Com
mandant van het Regiment Genie
troepen, dan wel tot hunnen Lancfr
weerdistrictscommandant.
Het verzoekschrift kan op ongeze
geld papier gesteld, doch moet ge
frankeerd verzonden worden.
In het verzoekschrift voorts hot
adres van den verlofganger duidelijk
en volledig te vermelden.
Vergoeding en ontheffing.
Den verlofgangers, die, op grond
van kostwinnerschap, wenschen in aan
merking te komen hetzij voor ont
heffing, of bij niet-inwilliging van
deze aanvrage, voor eene geldelijke
vergoeding, wordt aangeraden hun
daartoe aan de Koningin te richten
verzoek binnen tien dagen na de dag-
toekening dezer kennisgeving in te
leveren ter Gemeente-Secretarie. Dit
verzoek kan op ongezegeld papier
worden geschreven. Wenscht men
alleen voor eene geldelijke vergoeding
in aanmerking te komen, dan kan het
ter Gemeente-Secretarie in te leveren
verzoek aan den Minister van Oorlog
1
mede; ik zal hetu nog heden zenden.
Intusschen verzend ik mijne epistels
als éclaireurs aan het Gemeentebestuur
en allen, die stem hebben in de be
noeming.’’
„George, George, je stapel kolen
vuurs op mijn hoofd ik was zoo dik
werf alles behalve lief tegen je.”
„Malligheid, Elisabeth, maak zooveel
ophef niet over zoo’n kleinigheid. Voor
jou genoegen, voor jou geluk zal mij
nooit een offer te groot zijn. Maar nu
moet ik werkelijk weg. Af gesproken
dus I”
Freule van Rensburg zag hem pein
zend na. -
„Wat is hij edel, goed O, ik gjlloof,
dat ik hem zou beminnen, als hij mijn
evengeboortige was. Maar thans!”
Reeds zeer vroeg was ze den vol
genden dag op „Uilenburg", zeer ter
verrassing en juist niet tot overgroote/
bljjdschap van Gertrude en Frans/
Met groote opgewondenheid, welsprel
kend door de vurige liefde voorhaaf
tweelingbroeder, den grootsten lol
toezwaaiende aan haar verloofde, beA
gon ze de reden van haar bezoek te
ontvouwen en legde ten slotte het
door George in den vereischten vorm
opgestelde stuk aan Van Spankeren
voor.
Doch deze schoof het bedaard terug.
der Landweer, behoorende tot de hier
onder genoemde lichtingen en wapens,
bij deze, voor den tijd van zes dagen,
krachtens artikel 11 der Land weerwet,
in 1912 tot het „houden van oefe
ningen” onder de wapenen worden
opgeroepen en dat zij zich daartoe moe
ten aanmelden op den dag, op het uur
en op de plaats, in den hieronder
vermelden staat achter het wapen of
het onderdeel van het wapen, waartoe
zij behooren.
Lichting 1907, 1908, 1910 en 1911,
Infanterie, 6 Mei 1912, 7.15 v. m.
Gouda (Kazerne), de verlofgangers wor
den gelegerd en geoefend te Leiden
Lichting 1907, 1908, 1910 on 1911,
Vesting-Artillerie, 28e Compagnie, 7
October, 9 uur v. m., Vesting-Artil-
lerie-Kazerne te Utrecht. (De aanmel
ding moet geschieden bij den Com
mandant van het le Regiment Vesting-
Artillerie), idem te Utrecht
Lichting 1907, 1908, 1910 en 1911,
Pontonniers, le Compagnie en 2e Com
pagnie respect. 2 en 16 September,
Vóór 12 uur middag of zoo spoedig
mogelijk daarna Pontonnierskazerne
te Dordrecht.’ (De aanmelding moet
geschieden bij den Kapitein, Comman
dant van de 1ste Comp. Landwe^r-
Pontonniers), idem te Dordrecht
Lichting 1907 en 1908, Genietroepen,
1ste, 2e, 3e en 4e Compagnie. (Tot
deze Compagnieën behooren zij, die in
het Leger niet geoefend zijn bij een
der Telegraaf-Compagnieën), 8 Juli
alsvoren Legerplaats bij Zeist, idem
Legerplaats bij Zeist
Lichting 1910 en 1911, als voren,
15 Juli als voren, als voren, als voren;
Lichting 1907 en 1910, 5de Com
pagnie. (Tot deze Compagnieën be
hooren alle dienstplichtigen, die in het
Leger zijn geoefend bij een der Tele
graaf-Compagnieën), 6 Mei alsvoren,
Utrecht (Geniekazerne), idem te Utreht;
Lichting 1908 en 1911, als voren,
20 Mei, als voren, als voren, als voren.
De opgeroepen verlofgangers zullen
zorg dragen, dat zij, ieder op den voor
zijn wapen of onderdeel aangegeven
dag, in uniform gekleed en voorzien
van de hun uitgereikte kleeding- en
uitrustingstukken, wapenen, voorwer
pen van ledergoed, reglementen en
dienstvoorschriften en van hun zak
boekje, zich aanmelden op den hier-
voren voor elk wapen of elk onderdeel
••H
iets in zijn oogen, dat mij niet bevalt.
Eindelijk gelijkt het sprekend op uwe
zuster en dat is ook geen aanbeveling
bij mij.”
„Dat is de antipathie toch wel wat
te ver gedreven. Die arme Elisabeth,
hoe bitter schreide zij
„Uit woede of teleurstelling Enfin,
over die tranen voel ik mij niet erg
bezwaard. Ik geloof, dat Elisabeth een
tranenbuis in haar lijf heeft en een
kraan om die ad libitum open te zet
ten”, antwoordde haar man op zijn
gewone, ruwe manier.
Doch de jonge mevrouw bleef zijne
handelwijze onaardig vinden, en daar
zij zelf hem niet kon overhalen, begon
zé hst te beschouwen al een wolkje
aan haar huwelijkshemel en sprak er in
dien geest ook over met hare schoon
moeder.
„O, lieve kindgaf de oude dame
glimlachend ten antwoord, „wij moe
ten niet denken in onze echtgenooten
idealen te vinden, en de Van Spanke-
rens zijn een koppig geslacht. Frans
is net als zijn vader, een beetje ruw
en ongepolijst, dat ligt in hun aard en
eene uitmuntende opvoeding heeft dat
niet geheel kunnen wegnemen maar
vraag eens aan de armen, aan mis
deelden, aan ongelukkigen, wie of de
heeren Van Spankeren zijn en het ant
woord zal in hunne ongekunstelde
spreekwijze steeds hetzelfde zijn
„De jonkerszal het hoofschud-
dend luiden met een glimlach, „kunnen
razen, opvliegen, maar beste lui, geen
betere in den heelen onttrek altijd
een open hart en milde hand.” En
dan, je om al gulke beuzelingen niet
bekommeren je bent anders zoo’n ver
standig, lief wijfje, en je weet wel,
dat wij moeten heerschen in het hart
onzer mannen en, niet probeereij óm
hen te beheerschen. Al die opwinding
deugt niet voor je.
Bij Elisabeth ging de bui niet zoo
gauw voorbij ze was woedend in den
letterlijken zin des woords verbitterd
teleurgesteld en wond er geen doek
jes om, dat haar zwager haar zeer
was tegengevallenschriel, gierig,
hardvochtig en een tiran voor zijn
vrouw, die met een zweem van leed
vermaak tot „die lieve Gertrude” ge
promoveerd word. Mevrouw van Rens
burg, volstrekt niet met haar schoon
zoon ingenomen, daar ze nooit eenig
tastbaar bewijs van hartelijkheid i^an
hem had ontvangen, wierp geen one
op de golven van Elisabeths toorn
en beide dames haalden geruimen tijd
den jonker er eens ferm door.
(Wordt vervolgd.)
34)
Overigens vlie ik mij genoegzaam
invloed te hebben om hem met vrucht
te kunnen steunen, en ik behoef mijn
Elisabeth zeker wel niet te verzekeren,
dat ik dien invloed ten zijnen gunste
zal aanwenden.”
„O, George, wat zijt ge toch edel
en goedWeet je wel, dat ik trotsch
op je wordtEn wat zal die goede
mama je dankbaar zijn, en mijn lieve,
lieve broeder, die alles aan je te dan
ken zal hebben.”
„Kom, kom. Het is de moeite niet
waard om over te spreken. Ben ik er
de naaste niet toe, vrouwtjeMaar
nu moeten wij het ijzer smeden terwijl
het heet is en er geen gras over laten
groeien. Goede plannen moet men
nooit uitstellen. Ik ga onmiddelljjk
aan het werken zal de vereischte
stukken voor de borgstelling in orde
maken. Ga jij nu morgen met den
eersten trein naar Nymegen en kom
morgenavond terug en breng dan het
stuk voor Van Spankeren geteekend
aoegen” 8‘/a
unie”, 8 uur,
ig Vrijzinnige
anda club, Spr.
erdmans.
unie”, 8 uur,
en. „De Dage-
utgers, 's Hage.
ebord”, 8 uur,
Bisvereeniging,
dhr. J. Fryda.
iunie”, 8 uur,
Mij. v. Nijver
der Drinkwater,
gakbord” 7l/j h.
Ned. Onderw.
Bon, A’dam,
n Woningtoez.,
tandscommissie
„Mijn waarde Elisabeth sprak hij
kalm', „neem dat ding gerust mee. Het
is een vaste stelregel van mij, nooit
geld uit te leenen of borg te blijven,
en daar wijk ik onder geen voorwend
sel van af.”
Te vergeefs wendde zij al hare over-
reddingskracht aan, voegde Gertrude
hare beden bij de hare, de jonker
bleef onwrikbaar. En de arme Elisa
beth ging schreiende en ongetroost
heen, na eene vinnige woordenwisse
ling met haar zwager.
„Waarom wou je geen borg blijven,
Franszeide Gertrude een weinig
Ontstemd. „Paul is toch ook mijne broe
deren ik voegde toch ook mijn verzoek
bijjhet hare. Doe het dan om mijnent
wille, beste Frans I”
XNeen J” antwoordde hij kortaf, en
•Gertrude kende hem te goed om ver
der aan te dringen, maar toch griefde
het haar.
Haar echtgenoot had spoedig be
rouw, dat hij haar zoo norsch bejegend
had.
„Vrouwtjezeide hij, „ik wil niet,
'dat je zoo’n treurig gezicht zet, maar
mijn neen blijft neen.”
,\Waarom
,D^ eene reden heb je al gezegd,
limi Ik heb Paul slechts
aal «mtmoet en hij heeft
onie”, 81/, uur.
Ned. Bond van
‘d. Gouda.
ikbord 8-u. Ned.
afd. Gouda.
«a,Bloemendaal
ano^gen“, open-
A. P. Spreker
éunie” 8 uur,
ouwenkiesreoht.
ie Salomons,
nie” 8 u., Ned.
aid. Gouda,
ing, Rotterdam.
geregeld tijdig
i öntvsngênvun
ten, Vermaketyk-
e dan in oh*®
van een wapen en voor elke lichting
aangegeven tijd en plaats. Het is
wenschelijk, dat de oj^geroepenen zich
op den laatsten werkdag vóór hun
vertrek, des voormiddags tusschen 10
en 12 uur, ter Gemeente-Secretarie
aanmelden, voorzien van hun zakboekje
met daarin gehechten verlofpas, tot
het desgewenscht in ontvangst nemen
van daggeld en ten einde in het bezit
te worden gesteld van de noodige ver-
voerbewijzen en passagebiljetten, een
en ander voor zoover zij daarop recht
hebben, en tevens om, zoo zij die ge-
wenscht achten, inlichtingenaangaande
de reis te bekomen. (Behalve vrij
vervoer, voor zoover de reis geschiedt
binnen hot Rijk, heeft de verlofganger,
die niet woont in de plaats van op
komst of die zich in zijne woonplaats
moet aanmelden om nog op denzelfden
dag te worden vervoerd naar de plaats
voor legering of oefening aangewezen,
voor den dag van opkomst recht op
een daggeld van f 0»25 waarvan de
uitbetaling, desgewenscht, plaats heeft
ter Gemeente-Secretarie of anders na
aankomst bij het korps.)
Degenen, die per spoorroizen moeten
zich ten minste een half uur voor het
vertrek van den trein aan het station
aanmelden.
Ingeval ziekte de opkomst mocht
verhinderen, moet de verlofganger
hiervan zoodra mogelijk doen blijken
door overlegging van eene gelegali
seerde geneeskundige verklaring ter
Gemeente-Secretarie. Betreft het ver
lofgangers, die zich buitenslands be
vinden, dan geldt in het bijzonder,
dat het over te leggen geneeskundig
getuigschrift moet zijn eene behoorlijke
gelegaliseerde verklaring, afgegeven
door een ter verblijfplaats van den
verlofganger tot uitoefening van de
genees- en heelkunde bevoegd genees
kundige, houdende, dat de in die ver
klaring met naam en voornamen aan
te duiden persoon door hem ongeschikt
wordt geoordeeld om werkelijken dienst
te verrichten in het daarvoor bij deze
openbare kennisgeving aangewezen
tijdvak.
De verlofganger van de Landweer,
die niet voldoet aan eene oproeping
onder de wapenen of voor den wer
kelijken dienst, wordt als deserteur
behandeld, nadat tot zijne afvoering
als deserteur door den Minister van
Oorlog de last is verstrekt.
De verlofgapger, die zich niet tijdig
op de aangegeven plaats van opkomst
aanmeldt, maakt zich strafschuldig.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van GOUDA, brengen ter
kennis van de dienstplichtigen bij de
LANDWEER der lichtingen 1907,
1908, 1910 en 1911
dat zij, indien zij vermeenen, dat
het gezin, waarvan zij het hoofd zijn
of waartoe zij behooren, in aanmer
king kan komen voor de geldelijke
vergoeding, bedoeld bij art. 155mt der
Landweerwet, ter Secretarie dezer ge
meente, benedenlocaliteit, afdeeling
Militie, kosteloos een aanvrage kunnen
doen opmaken van af Maandag 4
Maart a. s. tot en met Woensdag 6
Maart d.a.V. van 9 uur des voormid-
dags tot 1 uur des namiddags.
Daartoe moet zich aanmelden, voor
zien van het zakboekje
a. de dienstplichtige, die gehuwd is,
met zijne echtgenoote,
b. de dienstplichtige, die voorziet of
helpt voorzien in het onderhoud
van het gezin waartoe hij behoort
of waarin hij is opgenomen met
het hoofd van het betrokken gezin.
Voorts wordt ter kennis van de bui
tenlands verblijfhoudenden gebracht,
dat zij, die vermeenen in aanmerking
to komen voor de bovenbedoelde ver
goeding binnen tien dagen na dag-
teekening der kennisgeving, het tot
den Minister van Oorlog te richten
verzoekschrift (op ongezegeld papier
gesteld) behooren in te leveren bij
Burgemeester en Wethouders der ge
meente, alwaar de dienstplichtige is
ingeschreven in het verlofgangers-
register der Landweer.
GOUDA, den 20“ Februari 1912.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.