Van Houten’s
RONA
SPELEN
ILAZEN,
Cacao
Salon
No. 11830.
Enorm verschil
fisiaw
erk
eevoeders.
^-d.-v-ertexj.tie’lola-d. voor G-oia-d.se ezx Oxxxstr ©Zfcozx.
Zaterdag 30 Maart 1913.
50e Jaargang.
aal.
gen
Eendracht maakt macht.
-BuLïtenlan.<5..
JAXSKKHK
FEUILLETON.
2>0 9f»m Ó98 cfiloeós.
1D.A-,
in Smaak, Kracht, Geur en Kleur -
met alle andere goedkoop* merken.
Belangrijk BETER in elk opzicht.
beroemde
erkg’lazen
en Zoh-
besllst
stellingen.
EPMAKER.
Eerste Blad.
JDE,
/.lanskerk, der
keningen enz.
A BETH,
KRANK
^gevers, fionda
A U’S
I
STE-
UNHEM.
Telefoon Interc. 82. -
WARENHUIS, Spmslr. Den Haag.
Alle Luie- en lluisb. Artikelen,
weggelegd en zulks niet eens in een
zeer verre toekomst. Wie met ons
gelooft in de kracht van onze be
ginselen, wie overtuigd is dat het
gros van ons volk niet clericaal is
en evenmin socialist, die put uit een
tijdelijke 'inzinking kracht om er ver
jongd weer bovenop te komen.
Verschyiit dagelijks behalve Zon-» en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
koeren.
IX.
(Wordt vervolgd.)
ndsZn., Goud*.
k en algemeen
tie met groot®
een contract
zerseelvoer)
3 en ’/a kilo
'.ndermeel
voederkosten
40 en kilo
.vondschool 7
ig Teekeningen
na Genoegen” 8
looyaards, nDo
Kanarie»
J, en */t 'iter
haakbord,” 81/»
d. Vrijz. Studie-
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
I1CHT DHR
e van Beeldende
der, Architect en
van Bouwkunde
ij geregeld tijdig
i ontvangen van
en, vermakelijk-
a dan in onze
Do Engelscho mijnworkernstaking.
Zooal» uit oen bericht in ons vorig
nummer is gebleken, is het wetsont
werp betreffende do vaststelling van
eon minimnm-loon voor alle mijnwer
kers onder den grond in het Engolsohe
Hoogerhuis bij derde lezing aangeno
men. Wijzigingen waren er niet in
aangebraoht.
vmethode.
edorfabriek
8IA.
Enkhuizen.
ar bij HH.:
iVijdstraat.
I, Voorstal,
meerderen zich buiten de politiek
houden, anderzijds velen zich werpen
in de armen der sociaal democratie,
die alles doet tot haar eere zij
het gezegd om verdwaalde vogels
te lokken in haar kooi.
Zoo ver zal het echter niet ko
men. Dagelyks haast ziet men voor
oogen waar het heen gaat onder cle-
ricaal-conservatieve overheersching
de openbare school er onder, de so
ciale wetgeving zoo ver naar den
achtergrond dat men er niets meer
van ziet (men denke aan het schan
delijk spel met de Bakkerswet, waar
over in ons parlementair weekover
zicht zoo terecht de staf gebroken
wordt) en een tariefsherziening, die
Staalman eens een roofzucht op de
zakken der kleine luyden noemde.
Wij zouden willen vragen Is het
nog niet genoeg? Gelukkig zien
ook mannen van radicalen huize ’t
in. l)r. Bos, het bekende vrijzinnig-
democratische Kamerlid, pleitte reeds
voor vrijzinnige concentratie en ook
vader, die professor te Heidelberg was
geweest, had ze nauwelijks gekend
bij zijn dood was hare moeder met
haar driejarig dochtertje in zeer be
krompen omstandigheden achterge
bleven. Toen nu do schoone achttien
jarige Martha zonder geld op de we
reld alleen stond bood haar oom to
Madras haar een tehuis aan hij had
zelf ook twee dochters.
In deze geheel vreemde omgeving,
ver van het vaderland treurende om
het verlies van hare goede moeder,
zou Martha moeten leeren zich thuis
te. gevoelen.
Het was verwonderlijk hoo Eduard
Römer zich aangetrokken gevoelde tot
dit meisje. In vele opzichten verkeer-
-den zij in denzelfden toestand, beiden
hadden zich losgemaakt van huq ver
leden, beiden gingen een onzekere toe
komst tegemoet./’
'En toch welk een verschil tus-
schen ons,” dacht Eduard, terwijl zijne
oogen op Martha’s gelaat rüstten. Do
vrede der onschuld lag op haar fijne,
bleeko trekken en. woonde zeker ook
in haar hart, terwijl Eduard slechts
gedurende enkde oogenblikken de
booze geesten kon verbannen, die hem
rusteloos vervolgden. Omtrent zijn ver
leden vernam Martha slechts zooveel
als hij goed vond haar te vertellen,
T. CREBAS,
Telaf. 40.
Woningtoezicht
iderstands-Com-
)ns Genoegen”,
P. Club. Openb.
iker: A. Rood-
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1
Idem franco per post1 9®
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLanue
Tiïkoewcc. 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Aan den vooravond van ons
50-jarig bestaan als orgaan ter ver
dediging van Üe liberale beginselen
is er reden even bij dezen mijlpaal
stil te staan.
Een halve eeuw lang heeft ons
blad op de bres gestaan voor wat
alle vrijzinnigen heilig was en is.
Naar onze beste krachten hebben
wij pal gestaan voor het liberalisme,
voor de vrijzinnige idee, tegen cle-
ricale overheersching en het dogma
der sociaal-democraten. Een mooie
strijd, al is ook ons geen teleurstel
ling bespaard gebleven, zoo min als
welk ander ook, die zich waagt in
den strijd der meeningen voor de
publieke zaak. Teleurstelling, welke
echter gemakkelijk te dragen valt,
wanneer men vast overtuigd is te
strijden voor een goede, eerlijke
zaak, waarvoor te strijden een eer
is voor een ieder die er toe geroe
pen wordt.
Veel is reeds bereikt, althans ter
plaatse, maar wie het geheele land
overziet, zal toegeven, dat voor
juichen geen aanleiding bestaat. Eer
het tegendeel. De vrijzinnigheid is
niet alleen in de minderheid ge
bracht door het vereend optrekken
van alle niet-vrijzinnigen, maar het
worde gul erkend: het liberalisme
beleeft geen schoenen tijd. In beide
takken der Staten-Generaal in den
hoek gedrongen, zoodat de coalitie
van Rome en Dordt met ons speelt
als de kat met de muis en in de
provinciale vertegenwoordigingen, op
weinig provinciën na, al even groote
misère.
Toch laten we geen oogenblik
moedeloos het hoofd hangen. Zelfs
zijn wij vast overtuigd dat, bij goe
den wil allerzijds, voor de vrijzin
nigen een schoone toekomst nog is
Steken wij eerlijk de hand in eigen
boezemI 'Veel eigen schuld is bij
de onzen in het spel. De actie voor
onze goede zaak werd jaren lang
in vele plaatsen verwaarloosd, men
liet t er maar op aan komen, zon
der oog te hebben voor de reuzen
kracht, door het Kuyper-Schaepman-
verbond ontwikkeld. Bij de jongeren
werd geen belangstelling opgewekt
voor het publieke levensteeds meer
deren keerden zich af van alles wat
„politiek” is en keken uit de hoogte
daarop neer 1 Vergeten werd, dat
de kieswet-van Houten ons verplicht
ieder jaar voor de noodige nieuwe
kiezers te zorgen, wil men niet van
zelf in het cijfer dalen tegenover
den tegenstander, die ieder hoekje
en gaatje afdregt in electoraten zin.
De vrijzinnige pers werd te weinig
gesteund door de partijgenooten, die
daardoor soms van de partij ver
vreemdden en, als ware dit alles
nog niet genoeg, veroorloofden de
vrijzinnigen zich de weelde eener
verdeeldheid, welke den vijand de
wapenen in den schoot wierp en
eigen kracht verlamde, een verdeeld
heid die soms zoo scherp werd aan
geblazen, dat de uitersten bij de
stembus liever thuis bleven dan elkaar
stemden.
Dit alles wij ontkennen ’t geen
oogenblik geeft geen schitterend
beeld van ons politek leven. Maar
daartegenover staat, dat dit alles
meer en meer onder de onzen be
seft wordt en dat daardoor reeds
teekeuen van beterschap zijn waar
te nemen. In vete plaatsen versche
nen kies- en propagandavereenjgin-
mr. Treub, een der felsten dier partij,
kwam reeds een eind over de brug.
Dat zijn verblijdende teekenen, die
veel goeds vóórspellen. Zoo moge
het voortgaan!
Met een klinkend program, dat
ieder werkelijk vrijzinnig man be
vredigt, met een vooruitstrevend pro
gram dat aan de eiseben des tijds
voldoet moeten wij in zee. In 1913 -
en steeds in de toekomst, zonder
onderling krakeel, eensgezind op het
gemeenschappelijk doe! af.
Gaat het zóó, dan is de toekomst
ons.
GOIDSCIIE COURANT.
PRIJS DER A DV ER TEN TI EN
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer O Jö
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels fü 35 bij vooruit
betaling, elke regel meer'6 ets. Reclames 1 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
en toch gevoelde zij ook zekere deel
neming in het lot van den armen
jonkman, die zijn vader en zijn besten
vriend op zulk een treurige wijze had
verloren. Zij begreep nu ook zijn
steeds ernstige, droeve stemming.
Men naderde al meer en meer het
doel van de reis. Reeds kwam het
fort St. George de citadel van Madras,
in ’t zicht, doch de branding langs
de kust was zoo stejk, dat do mail
boot niet kon aanleggen. Om aan
land te komen moesten do passagiers
overstappen in do lichte vaartuigen,
welke de Hindoo’s zoo behendig we
ten te besturen. Eer hij van Martha,
scheidde vroeg Eduard nog:
Mag ik zoo vrij zijn u over eenige
dagen te komen opzoeken, om te ver
nemen, hoe het u hier- gaat
Haar antwoordt luidde
Ik weet niet of mijn oom bezoe
ken van vreemden vyil ontvangen.
Dan moet ik mijn geluk maar
ééns beproeven en zien of ik ontvan
gen word, verklaarde Eduard met een
vleugje van zijn vroegere overmoedige
vroolijkheid. Ik wil niet hopen dat
wij op dit oogenblik voor altoos schei
den.
Ook over Eduard kon de jonge me
vrouw Von Reinsberg iets mededeelen.
Hij had kort geleden uit Madras aan
zijn gevolmachtigde te Hamburg ge
schreven, dat hij in de eerste maanden
zeker niet zou terugkeeren misschien
bleef hij wel voor góed in het warme
Oosten, waar zijne gezondheid aan
merkelijk verbeterd was. Op zijn last
was de villa, welke mevrouw Brinken
bewoonde, aangekocht en haar ten
geschenke gegeven daarbij had de
jonge heer Römer een zeer vriendelijke
brief gevoegd. Dit alles verhaalde de
jonge mevrouw aan Hildegard, die
met gespannen aandacht luisterde.
Gravin Orlowsky nam zich voor
nogmaals aan haar broeder te schrij
ven. Zij kon niet verdragen, dat zij
zoo geheel van hem gescheiden was;
zij hield zich overtuigd, dat hij haar
zou antwoorden, zoodra haar brief hem
in handen zou komen.
Doch wjj verlaten nu graaf Orlows-
ky ca lijn vrouw, om naar den on-
- gdaUMgln Eduard Rómer tanig te
gen, die de vrijzinnige vlag lustig
lieten wapperenook onder de jon
geren kwam meer actie, aan kiezers-
kweek wordt ook onzerzijds meer
en meer gedaan en in sommige
plaatsen bereiken wij zelfs al als
’t ware algemeen kiesrecht onder de
onzen; vrijzinnige persorganen wer
den opgericht en staan er hier en
daar lang niet slecht voor en ten
slotte zoo ooit, dan geldt hier
„last not leastkwam er meer
toenadering tot stajid, waar men
vroeger elkaar den rug toekeerde.
Vergeten wij ’t toch niet, dat de
vrijzinnigen, welk adjectief zij ook
meenen in hun naain te moeten in
vlechten, kinderen zijn uit één gezin,
vruchten van één boom. Wij wen-
schen niet te verdoezelen, dat er
onder ons harder- en langzamer-
loopenden zijn, zooals in tedere
partij en in ieder vereenigingsleven.
Nimmer staken wij dit onder stoeten
of banken en nimmer ook zulten wij
dit doen. Nooit mogen wij ons schul
dig maken aan wat juist onze ern
stige grief tegen het clericaal verbond
is: wegdoezelipgvan verschillen,
heenstappen over beginselen, ter
wille van de macht der zetels in
Parlement en Ministerie. Heel een
andere vraag is echter, of men niet
bij ons te veel keek naar wat scheidt
en te weinig naar wat ons samen
bindt., En gelukkig is het deze
vraag, die steeds meerdere vrijzin
nigen zich in deze ernstige tijden
stellen en volmondig bevestigend
beantwoorden.
Wat gebeurd is, is gebeurd. Na
pleiten heeft geen doel, is zelfs
verkeerd.
Thans worde onzerijds de blik
voorwaarts gericht. Naar onze toe
komst. Naar een toekomst die niet
donker behoeft te zijn, wanneer wij
dit zelf niet willen. Wij hebben ons
lot nog in onze handen, maar veel
tijd hebben wij niet meer te ver
speten gaan wij zoo door als in de
laatste jaren, dan het kan niet
uitblijven zulten eenerzijds steeds
op het dek zat, schijnbaar verdiept in
hare lectuur, had hij meermalen opge
merkt hoe onder de lange wimpers
haar donkere oogen treurig over de
zee staarden, hoe zij soms een diepen
zucht loosde en stoelsgewijze hare
tranen afwischte.
Welk verdriet kon het zijn, dat dit
jonge meisje zoo zwaar drukte, en
haar zoo alleen en onbeschermd do
wijde wereld injoeg Deze vraag had
de heer Römer verscheidene malen
aan zichzelven voorgelegd zone be
langstelling voor de onbekende nam
meer en meer toe, ja, die vraag alleen
onttrok hem soms aan kwellende over
peinzingen. aan welke hij anders niet
kon ontkomen.
Eindelijk kon hij het niet langer
verdragenhij greep de eerste ge
legenheid de beste aan om de jonge
dame een kleinen dienst te bewijzen en
op die manier de kennismaking te be
vorderen.
Mejuffrouw Martha Brookdorf zoo
heette zij was zeer beschroomd en
teruggetrokken bij het eerste gesprek
dat Eduard Römer met haar aan
knoopte. Stuk voor stuk vernam hij,
dat zij ook naar Madras reisde, en wel
naar haar oom, den rijken koopman
Mr. Wight, den broeder van hare dier
bare, onlangs overleden moeder. Haar
De mailboot „Wellington” naderde
de kust van Coromandel on dus ook
het doel van hare reis, de havenstad
Madras.
De lange zeereis was niet altijd door
goed weer en wind begunstigd gewor
den men had ook storm gehad en
soms ondragelijke hitte. Eduard zoo
noemen wij immers Karei Brinken
had zich weinig of niet met reisge
zelschap bemoeid en slechts oppervlak
kige gesprekken met de ovenge passa
giers gevoerd. Daarbij had hij zorg
vuldig vermeden over zijn verleden
en zijne plannen voor de toekomst te
spreken. Men wist niet eens, dat hij
uit Hamburg afkomstig was, en even
min, met welk doel hij naar Madras
ging en of hij daar lang zon vertoeven.
Hij was zoo terughoudend bijna men-
schenschuw, dat men hem algemeen
als een, zonderling beschouwde en hem
uit den weg gingnu, het was hem
juist naar den zm.
Alleen éen passagier was er, waarin
Eduard Romer belang steldedat was
een beeldschoon meisje in diepen rouw.
Ook zij hield zich van het overige ge
zelschap tamelijk afgezonderd. Alsey