ffl M
’t MERK te lettel.
GL42EN,
HTS,
la and el.
Ires:
Gouda,
'EIT IN
en Hoeren
1SEL
XTie-CL“ws- exx ^-d.Tr©rt©xxtx©1ol©ud. troox Q-oixd.su ©xx Oxxxstx©3s:©xx-
behalve Zon- en Feestdagen.
Woensdag 24 April 1912.
51e Jaargang.
en
Eerste Blad.
Bixïtexilarxd..
Buitenhndsch, Nieuws.
FEUILLETON,
H>9 9t9m Ó98 fBl09ÓS.
WARENHUIS, Spistr. Oen Haag.
W Alk Luie- en Hulsh. Artikelen
JUDE,
St. Janskerk, der
leeken logen eni.
RA BET H,
f KBAUM,
Uitgevers, Gouda
Verschijnt dagelijks
er beroemde
Kerkglazen
JAN&KERK
Telefoon Interc, 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
AAYZONEN
m:>i.
Telefoon Interc. 82.
4NDANTZIG,
sj
(Wordt vervolgd).
en Woningtoea.,
Inderstandscomm.
IN8
JERICHT DER
mie van Beeldende
hilder. Architect en
lie van Bouwkunde
'cht.
CENT.
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
PRIJS VAN .HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franca per post
v. DIEST.
■g-
aflevering.
>E
wij geregeld tijdig
en ontvangen va%
irten, vermakelyk-
oe dan in ome
i.
nan Zn., Gouda.
De Hamburgsche vakvereeniging
van zeelieden heeft het Duitsche mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken
verzocht zich, door tusschenkomst van
Buitenlandsche Zaken, tot de Brit-
sche regeering te wenden en deze voor
te stellen spoedig een Internationale
Conferentie bijeen te roepen, welke
r 125
1 50
Met Geïllustreerd Zondagsblad.1.50
Idem franco per post,1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tienoeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
De scheepsramp der „Titanic”
Parijs, 23 April. De Temps
verneemt uit New-York, dat onder de
meer dan 100 lijken van de Titanic,
die zijn opgevischt, zich ook bevindt
dat van Georges Widener.
De commissie van onderzoek uit den
Senaat heeft Pittman, den derden of
ficier, gehoord. Deze heeft verklaard,
dat hij vóór de ramp geen drijf ijs ge
zien had, doch wist, dat een draadloos
bericht aangaande de aanwezigheid
van drijfijs of Zaterdagavond óf Zon
dagmorgen ontvangen was geworden.
Na de botsing ontmoette hij Ismay,
die hem vrouwen en kinderen in de
booten had helpen brengen. Getuige
erkende, dat hij de Titanic in een boot
met 40 personen verlaten had, hoewel
zij in staat was er 60 te bergen. Toen
de Titanic zonk, hoorde hij luide ont
ploffingen, welke hij toeschreef aan
het barsten van de beschotten tusschen
de dekken. Hij wilde de verdrinkende
menschen toen gaan helpen, doch de
passagiers in de boot hadden hem
verhinderd dat te doen. Pittman be
vestigde ook de verklaring van den
vierden officier, dat het geheimzinnige
AZIJN VAN
PHEEËN worden
rd in verzegelde
van twee en
en een Ned. ons
aelding van Nom-
hrijs, voorzien van
land Merk, vol-
Wet gedeponeerd,
tot de uitvoering
ierdo orders aan-
1
C. BIJL,
1EBAART La.
•monie”, 8Va uur,
1. Bond vanOud-
afd. Gouda.
)ns Genoegen 8 u.
loneel” Dir. W.
ikvrouwe de U
aakbord”, 81/* u.,
relings-Commissie
ing N. G. V.
„Ons Genoegen”,
gde Zang vereen.
Das Lied von
zeemanschap had betoond, mocht hij
niet met een razende vaart van 21
knoopen doorgevaren hebben, toen hij
nog wel gewaarschuwd was, dat ijs
bergen nabij waren gesignaleerd, een
vaartsnelheid die het aldaar en alsdan
zoo noodige temperatuuropnemen van
de zee zoo niet geheel onmogelijk,
toch grootendeels doelloos maakte, en
die zóódanig was dat, toen de gong
slagen van den eenigen uitkijk
èón uitkijk maar voor zoo’n reuzen
schip in zoo’n gevaarlijke zee ge
vaar aankondigde, het te laat was en
niet anders dan te laat kon zijn, om
het tijdig te ontkomen.
„Mag dat uiterste plichtvervulling
heeten
„Tor vergoelijking zal men mogelijk
aanvoeren, dat die kostelijke directeur
aan boord, zooals gebleken is, de lei
ding had en dat die de snelle vaart
heeft gewild.
„Wanneer dat bewaarheid mocht
worden, dan is kapitein Smith, inplaats
van een dappere, een laffe zwakke
ling geweest, die zich van zijn plaats,
van zijn commando heeft laten ver
dringen, door een, die er geen recht
toe had. Ismay had over de vaartsnol-
heid niets te zeggen. Smith was de
gezagvoerder van de Titanic, let wel
g e z a gvoerder, niet die Ismay, al
liet dat seigneur zich heel wat op zijn
directeurschap voorstaan. Ik, Ismay,
„Ik ben Ismay 1” Ja, hij is Ismay,
een naam dre, als waar blijkt te zijn
wat van hom is getuigd, voortaan
synoniem is metverfoeilijk geweten-
looze egoïst!
„Snelheid-record-slaan! Humbug-bluf!
Voor niets wijken All rightNever
mind of wel, het kan ook geweest
zijneen nederig buigen voor het
gezag van een, wien op zijn schip
geen gezag toekwaïp, maardie
zijn positie in handen had. Dat wascht
het water van de zee niet af.
Als zóó een nog een dappere wordt
genoemd en aU een held bewierookt,
dan wordt het moreel peil verlaagd.
Daarom moet men voorzichtig zijn en
niet zoo spoedig iemand als held be-
wierooken.“
Wel zeker, dat is goed, ant
woordde de gravin.
Tot weerziens dus, morgen na
den middag! zeide Manfred tot af
scheid.
Rena kon dien avond niet dadelijk
dén slaap vatten. „Waarom maakte
die babbelachtige Carolina juist van
avond zulke toespelingen En waarom
was Manfred zoo stil, terwijl hij eerst
toch vroolijk was
Deze vragen hielden Rena nog lang
wakker, nadat zij het licht had uit
geblazen.
In den laatsten tijd had zij veel
aan haar neef moeten denken. Waarom,
wist zij zelf niet. In zijne tegenwoor
digheid gevoelde zij zich verlegen en
werd zij stil. Vond zij zijn gezelschap
niet aangenaam meer?
O neen, integendeel, als zij hem
vergeleek met andere heeren, die zij
kende dan viel de vergelijking altijd
ten gunste van Manfred uit. Hij zeide
haar minder vleierijen dan die anderen,
maar zij voelde onbewust, dat zij hem
niet onverschillig was. Maar...... zij
was dan ook zijn nichtMet dit ar
gument onderdrukte zij telkens weder
het zalig gevoel dat bij haar opkwam.
Juist s’ middags te vier uur kwam
Manfred den volgenden dag Rena
afhalen om met haar naar mevrouw
(lillllSIHE COURANT
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer ,0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
43)
Rena kleurde werkelijk, maar zij
deed dit alleen om de malle woorden
van hare vriendin, en dat nog wel
in het bijzijn van Maiifred.
Na het vertrek van mevrouw Fre
deburg was hij in gedachten verdiept
en soms rustten zijn oogen vragend
op haar gelaat.
Dus morgen brengt ge een bezoek
bij mevrouw Fredeburg. Ge zult eens
zien, hoe goed Carola uw zang bege
leidt, zij speelt voortreffelijk, zeide
Rena toen haar neef aanstalten maakte
om heen te gaan.
Het is me aangenaam dit te ver
nemen, want de begeleiding van „Ar
chibald Douglas” is niet gemakkelyk,
antwoordde Manfred.
Doch daar schoot hem juist iets te
binnen en snel voegde hij er bij:
Ge zijt ook met die familie be-
vriend, Rena. Gaat er ook een uurtje
heen, ik breng verscheidene duetten
mee. Vindt gij het goed, dan kom ik
u eerst afhalen!
M*g ik, mamaf vroeg Ren*.
schip, dat van de Titanic gezien was,
geen antwoord op de noodseinen ge
geven had. De man op den uitkijk
op hot oogenblik van de botsing zeide,
dat hij aan de officieren gerapporteerd
had, dat hij Zondag vooruit kort na
10 uur ’s avonds een donkere massa
ijs gezien had.
Een van de geredde stokers van de
Titanic, John Thompson, die zich nog
in een der hospitalen van New-York
bevindt, heeft verklaard, dat men in
de machinekamer van het gezonken
schip van meaning is geweest, dat de
Titanic een recordreis moest maken.
De bevelen waren, dat men zoo hard
mogelijk moest stokener waren oogen-
blikken, dat 77 omwentelingen waren
gemaakt. Het maximum was 78 en
zoo bevestigt deze verklaring volgons
een ironische opmerking van den cor-
pondent van de „Daily News”, die
van Ismay, dat het maximum nooit
bereikt is.
Den geheelen Zondag, zeide de
stoker, maakten wij 77 Omwentelingen.
De Nieuwe Crt. bevat een schrijven
van Gen. den Beer Poortugael, naar
aanleiding v. de hulde aan kapt. Smith:
„Die kapitein Smith zou een held,
een dappere zynHij zou dat wezen,
alleen omdat hij niet als dat heerschap
Ismay, de vrijgezellige directeur van
de White-Ster-Lin heeft gedaan, zijn
lijf in een der te weinige redding-
booten heeft weten op te bergen, ver
moedelijk ten koste van het leven van
hen voor wier behouden overtocht hij
de verantwoordelijkheid droeg.
„Dat gaat wat ver. Het blijven op
het schip, dat aan zijn zorg was toe
vertrouwd, was niets dan zijn plicht.
Het is waar, dat hij althans die plicht
heeft vervuld. Vereischt dat, verdient
dat bewierooking, hulde-betuig Het
was waarlijk het allerminste en voor
hem het allerbeste, wat hij nu nog
doen kon, en ook doen moest. Zoo
lang nog óón mensch aan boord was,
die gered kon worden, en zelfs ook
die niet gered kon worden, mag een
kapitein zijn schip niet verlaten en
er waren er 1600
„Zijn plicht zou hij hebben gedaan
tot het uiterste. Neen, dat heeft hij
niet gedaan. Uit wat er bekend is ge
worden blijkt, dat hij zijn plichten
heeft verzuimd en verregaand roeke
loos en gewetenloos varend, zijn schip
en honderden menschen ten verderve
heeft geleid. Als hij behoorlijk ver
antwoordelijkheidsgevoel en voldoende
r. d. HOOGEN.
lez.v. ABS-
te zien wolken indruk zijn woorden
op haar maakten.
Hare wangen gloeiden als vuur, zij
hield de oogen neergeslagen, terwijl
zij antwoordde
Carola plaagt me gaarne, omdat
een „jonge heer van onze kennissen
mij het hof maakt, zooals men dat
noemt. Of mij dit aangenaam is en wat
ik daarbij gevoel, daarnaar vraagt zij
fliet.
Mag ik er dan naar vragen
fluisterde Manfred en hij trachtte haar
in de oogen te zien. Ach, Rena, zeg
me eens openhartig hebt ge uw hart
reeds weggeschonken
Een zacht gefluisterd „ja” was haar
antwoord.
En wie is de gelukkige? Nu
wil ik alles wetenzei Manfred en
daarbij drukte hij de hand van zijn 1
nicht zoo heftig, dat zij een lichten
kreet van pijn liet hooren. Neem me
niet kwalijk, neem me niet kwalijk,
Rena. Van dit oogenblik hangt mijn i
levensgeluk af, nameloos geluk of ein- i
delooze ellende! Geef gij de beslissing, 1
zeg mg, ia het mogelijk? Zou ik do
man zijn, aan wien ge voor altijd wilt
toebehooren?
En weer fluisterde zij
Ja.
Haar toon, haar blik maakte hem
Fredeburg te gaan.
Carola is dezen morgen vroeg
al hier geweest, om te vragen of ik
meekwam, anders had ik bijna niet
durven gaan, uit vrees dat ik je storen
zou, verklaarde Rena, die vlug haar
hoed opzette.
Zij moest beloven dat zij met haar
neef terug zou zijn tegen het thee
drinken daarop vertrokken zij.
Een poosje liepen zij zwijgend naast
elkaar voort en dit begon reeds pijn
lijk te worden toen Manfred plotseling
vroeg
Zal het u wel bevallen, Rena,
met mij te zingen
Waarom niet? klonk het terug.
Och ik vraag het slechts, stot
terde Manfred. Misschien zing je liever
niet, omdat
Verlegen bleef hij in zijne woorden
steken.
Wat zegt ge dat vreemd zei
Rena, met een poging om te lachen,
welke echter niet gelukte.
Och toevallig ving ik gisteren
een paar woorden van Carola Frede
burg op en daaruit moest ik wel op
maken dat ge liever niet zingt in de
afwezigheid van een zeker persoon,
die in uw hart een groote plaats be
kleedt.
Van ter zyde keek hjj Ren» aan om
voor de passagiersstoombooten in de
groote vaart de uitrusting met vei-
ligheidstoestellen, met name reddings-
booten, zou regelen.
Elders wordt de vraag besproken
waarom men steeds de volkomenheid
in den scheepsbouw bij de groote
schepen meer nabij heeft trachten te
komen en nimmer gelet heeft op de
reddingbooten, die altijd maar roei
bootjes bleven, torwyl er al 20 jaar
lang benzinemotoren bestaan, welke
bij de zoetwaterscheepvaart al lang in
gebruik zijn. Vijf-en-dertig van zulke
motorreddingbooten zouden voor eefi'
groot schip als de Titanic ruim vol
doende zijn geweest en hoogstens
750 kunnen kosten, d. i. heel nog
wat minder wellicht dan zwembas
sins, palmentuinen en dergelijken.
De Birma die na de Ramp van de
Titanic ter plaatse ia geweest, is gis
teren te Rotterdam aangekomen.
De N. R. Crt., op onderzoek uit
gegaan, kon van de officieren geen
mededoolingen inwinnen, daar deze
hun nieuws aan Engelsche kranten
hadden verkocht.
Dr. Hendrik Bosma, uit Nieuw-York,
die aan boord van de Birma do reis
heeft gemaakt, heeft voor het blad
het volgende verhaal opgesteld
Toen ik om 7 uur in den ochtend
van Maandag den 14 dezer maand
op het. dek kwam van het Russisch
s.B. Birma, waarmee ik den llden
om 3.30 n.m. uit N. York was ver
trokken, zag ik al spoedig uit do alge-
meene agitatie, dat er iets ongewoons
aan de orde was. Booten hingen uit
gezwaaid, touwen, watervaatjes, pro
viand lagen op het dok, kapitein en
officieren stonden op de brug. turend
door hunne toleskopen. Aan don n. o.
horizon werd mijne aandacht geves
tigd op een reusachtige ijsberg, die
me, op dezen afstand gezien, deed
donken aan de dorpskerk mijner ge
boorteplaats Grijpskerk.
Al spoedig wist ik, dat om 12.32
middernacht (Oostelijke tyd) de tele
grafist ’n noodsein had ontvangen,
luidend„Titanic op ’n ijsberg ge-
loopen, help onmiddellijk”. De Birma
was op dit oogenblik 110 zeemijlen
van de Titanic verwijderd en bleef tot
bijna 2 uur in correspondentie met het
zinkende reuzenschip. Om dien tijd
werd voor het laatst geseind: „We
zinken snel, vrouwen en kinderen in
20 booten uitgezet.”
Onmiddellijk had de intelligente
zoo gelukkig, dat hij zich geweld moest
aandoen om haar niet op de open
bare straat te omhelzen en den eersten
kus op de lippen te drukken.
Rena, mijn geliefde Rena, fluis
terde hij, terwijl hij haar arm in de
zijne, drukte.
Zij stonden nu juist voor de villa
van den senator Fredeburgofschoon
ze liever onmiddelijk naar huis waren
teruggekeerd om hunne liefde aan hare
moeder en aan „tante” Brinken be
kend maken, moesten ze nu wel aan
schellen immers zij werden hier ver
wacht.
Verraadt niets aan Carola, fluis
terde Manfred haar nog toe.
O neen, antwoordde Rena even
eens fluisterend dan was het morgen
overal bekend en wij moeten het toch in
de allereerste plaats aan mama bekend
maken.
Zij werden vriendelijk ontvangen:
Men dronk koffie, er werd over ver
schillende dingen gesproken, men deed
een keuze uit de muziek en nadat
Carola aan het klavier had plaats ge
nomen, begon Manfred een gedeelte
van „Archibald Douglas” te zingen.
Rena was er bij tegenwoordig, maar
het was of zij in een droom verkeerd
te zijn van erflasten, d. w. z. van een
successiebelasting. Hij achtte echter
het oogenblik thans niet gekomen,
om een dergelijke belasting in te die
nen. Na nog eenige opmerkingen
over de „liefdegave” te hebben ge
maakt, was hét woord aan den soci-
aal-democraat Haase, die de voorge
nomen militairistische uitbreidingen
zeer verkeerd achtte. Hij zei namens
zijn partij, dat zij in geen geval met
de gevolgde financieele politiek van
de regeering konden meegaan en
kwam verder op tegen alle oorlogs-
ophitsing van de zyde der regeering.
Spahn, de leider van het Centrum,
vroeg nadere toelichting van de voor
stellen in de commissie.
Verder was er van geen oppositie
sprake. Dat hebben we ook onlangs
reeds meegedeeld. Van de meeste
partijen zal wel eenige oppositie uit
gaan, maar het resultaat zal wel zyn
een,algemeen toegeven aan de eischen
door de regeering gesteld.
Uit den Duitschen Rijksdag.
De wetsontwerpen op de landsver
dediging zijn in den Rijksdag in be
handeling gekomen. De regeering
heeft haar plannen toegelicht en uit
den Rijksdag is althans eenig 'verzet
tegen de opdrijving van de militaire
lasten en de allerongelukkigste manier
waarop de financiën die daarop be
trekking hebben zijn geregeld, ge
hoord. De staatssecretaris van marine,
Tirpitz, noemde in het bijzonder twee
fouten in de tegenwoordige organisa
tie van de vloot, die dringend verbe
tering eischten.
In de éerste plaats "achtte hij het
zeer verkeerd, dat in het najaar de
reservisten naar huis worden gezon
den en dan werden vervangen door
recruten. Zijns inziens kon de ge-
vechtswaarde van de vloot een der
gelijke verwisseling van het personeel,
van geoefenden door ongeoefenden,
niet dragen. Daarvoor was het noo-
dig, dat het aantal actieve strijdkrach
ten aanmerkelijk werd uitgebreid. Als
dan zou een vermindering van het
geoefende personeel met */3 veel min
der bezwaren met zich brengen.
Een tweede fout in de organisatie
noemde de minister de wanverhou
ding tusschen het aantal steeds be
schikbare strijdkrachten tegenover de
absolute sterkte van de vloot. De
minister noemde verschillende oorza
ken, die tot dit nadeel hadden mee
gewerkt.
Het waren de technische verbete
ringen, die in de laatste jaren in het
zeewezen zyn aangebracht. Alle tech
nische verbeteringen hebben mee ge
bracht het moeilijker te hanteeren zijn
van de verschillende voorwerpen. Het
is dus noodig, dat steeds een voldoend
aantal geoefende manschappen aan
wezig is, te meer waar er groote kans
bestaat, dat een oorlog van thans
geheel onverwacht uitbreekt.
Dit alles had aanleiding gegeven
tot het indienen van de thans aan
hangige wetsontwerpen. De nieuwe
staatssecretaris van financiën Kühn,
lichtte het financieele gedeelte toe.
Hij zei, in principe een voorstander