MIER, gsclillder nbevolen voor zaamheden op ief gebied. morden con- s gezag i risia’ looping da, Vrijdag 26 April 1912. No. 11851. 51e Jaargang. cederen ZBixiten land.. Buitenlandsch. Nieuws. stam óm cfiloeós. WAHEMIÜIS, Spuislr. Den Haag flMT Alle Luie- en Hulsh. Artikelen sitarls, STINGH ZIG. eering ^FEUILLETOX. 1ÜE, 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad ,1.50 Telefoon Interc. 82. [>EMAN Karel Brineen.” XTiê-UL-ws- ©xx -^.d.Tr©rtexxtï©"bl©-d. voor O-ovlcLxl ©xx Oxxxstx'©ZLsz©xx. Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. 1 XIV. ding. ;4Zn„ ndermeel foederkosten 10 en 5 kilo PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Kanarie» I, en 7i liter GLAS, POR- RK, ENZ. de verkooping tot 4 uur. erk jevoeders. en 6 MEI i GRAOT zal, enen. <8> Kammen. Duelkzeep wnt per stuk. Zwarte Kop, >akje. VG, Coiffeur. II. geregeld tijdig ontvangen vm i, vennakelijk- dMhJa enne ^methode. ider fabriek HA. Enkhuizen. ,r bij HH.: Zndstraat. Veerstal. is Genoegen”. bord”, 8>4 u., ags-Commusie N. G. V. is Genoegen”, Zangvereen. Das Lied von De scheepsramp der „Titanic” Aan de Times wordt uit Ottawa gemeld De waarnemende eerste minister van Canada heeft telegrafisch het verzoek van den voorzitter van de commissie uit den Senaat afgewezen om het stoomschip Mount-Temple van de Ca nadian Pacific dat dr. Guitorane aan boord heeft in St. Johns vast te hou den. De voorzitter van de commissift heeft dradeloos geseind dat de Mount- Temple zich op 5 mijlen van de Ti tanic bevond, toen deze zonk. De Canadeesche eerste minister heeft voorgesteld om een buitengewonen f 1 25 Idem franco per post1 90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren luidde: „Karei Brinken. De gravin ontstelde hevig. Zou er dan een tweede Karei Brinken bestaan, of was de vriend harer jeugd, dien zij zeven en twintig jaar dood gewaand had in werkelijkheid niet gestorven? Zij las en las nogmaals, het bloed week naar haar hart terugzij ge voelde dat zij op het punt was te be zwijken met inspanning van al hare klachten bracht zij de lezing van den brief ten einde. Deze luidde: „Hooggeachte Mevrouw! Ontferm u over een ongelukkige, die snakt naar het oogenblik, waarop hij zijne schuld kan bekennen, daar hij tegen u eene zware misdaad heeft begaan. Ik ben niet Eduard Römer, voor wien ik mn sedert vele jarbn heb uit gegeven. Mijn vriend verongelukte tusschen de rotsen bij Aden en ik, de zondige Karei Brinken, bezweek voor de sterke bekoring, waarin de duivel mij bracht. Ik eigende mij den naam en het vermogen van Eduard Römer toe. Een brandende dorst naar rijkdom en levensgenot dreef mg tot die mis daad op wonderlijke wijze bleef deze verborgen, maar ik bereikte er niet door wat ik gehoopt bad. De vrede in mgn gemoed was verdwenen. Te- t geld) RIL 1912, de. Ie R. K. LEES- ten overstaan geveatigden erseelvoer) 3 en 7j kilo gesteld was. II. J. Pitman, de derde officier werd toen verhoord. H(j ver klaarde dat de „Titanic” proefgc- stoomd had en dat, zooals bij alle booten der White Star, deze proeven slechts bestaan hadden in hot stoomen in cirkels en verdere evoluties. Oefe ningen met reddingsbooten hadden te Southampton plaats er werden twee booten in zee gelaten on vervolgens werd rond do haven gezeild 8 man gingen in elko boot, zoodat er slechts 16 menschen aan de oefeningen deel genomen hadden. Brandbluschoefenin- gen waren in het geheel niet gehouden. Senator Smith vroeg of de nabijheid van ijsbergen niet wordt aangekondigd door hun effect op de lucht, tempe ratuursveranderingen, on het schijnen van zon- en maanlicht er op. De getuige: In werkelijkheid is de oonige manier om do nabijheid van ijsbergen te ontdekken, ze te zien. De wetenschap moge volhouden dat er vele manieren zijn, doch deze zyn nooit aangetoond. Worden er aan boord olke twee uur temperatuurmotingen van het wa ter gedaan Ja, het was de gewoon te. Was het niet meer dan een ge woonte? Was het niet om de nabijheid van ijs te ontdekken Niet dat ik weet. In den avond van de ramp was do getuige van 6 tot 8 op de brugnoch aangekomen. Ik heb m^n introk ge nomen in een hotel van den tweeden rang, dicht bij de haven het heet „Hotel de Keizer.” Ik zou mijne moe der niet willen spreken, voordat zij is voorbereid. Mijn armen zoon wensch ik niet weder te zien ik zou zijn treurigen blik niet kunnen verdragen. Mevrouw, wanneer gij u vol afschuw van mij afwendt, mag ik mij daar over niet beklagen doch als gij een berouwhebbend zondaar met barmhar tigheid wilt behandelen, dan bid iku om een onderhoud in mijn hotel, waar in bange verwachting verkeert de on gelukkige. vergeefs trachtte ik mijn geweten tot zwijgen te brengen door zoogenaamde „goede werken”, trachtte ik een deel van mijn schuld af te doen. Ook aarzelde ik nipt mijn zoon, mijn eenig kind naar het verre vaderland te laten terugkeeren, opdat hij de geheel onschuldige den naam Römer met steun van het vermogen, der familie Römer, daar opnieuw tot eer en aanzien zou brengen. Alles was vergeefsin mijne een zaamheid kwam ik zelfs in verzoeking, een einde te maken aan mijn leven doch voor de nieuwe misdaad schrikte ik terug. Eene stem in mijn binnenste riep „Door den dood ontkomt ge niet aan de banden van den rechtvaardigen God. Onverzoend neemt ge dan uw schuld mede naar de overzyde des grafsen eeuwig zult ge verloren zijn 1” En achik verlangde zoo naar rust, naar verlossing ujt mijne lyden Zoo kwam ik langzamerhand tot de overtuiging dat voor mn slechts op ééne manier redding mogelyk is, name- lykwaar berouw en boete voor God en daarbij een openhartige bekentenis mijner schuld voor de menschen. Eerst als ik niets zou verzwegen hebben, hoopte ik den vreeselnken last van mij af te kunnen schudden, dien ik ge durende de helft van mgn leven had medegesleept. In deze gemoedstemming verkeerde ik toen de brief kwam, waarin Man fred mij zijne verloving met gravin Rena Orlowsky mededeelde en myn zegen vroeg. Lag daarin voor mij niet een bittere hoop? Kan een ongelukkig met een vloek beladen misdadiger nog zgn zegen geven Neen. Het weefsel van leugen en bedrog moot verscheurd wordenGij mevrouw, en uwe on schuldige dochter mogen niet in be trekking staan met mijn beklagens- waardigen zoon Met bloedend hart donk ik aan mijn zoon, en aan mijne arme, ongelukkige moeder! Door mijne bekentenis breng ik aan die beiden onherstelbare wonden toemijn goede moeder sterft misschien van verdriet, en ik verwoest het levensgeluk van mijn Manfredmaar ik kan niet anders Ik ben over de zei naar hier ge komen om van u vc ^iffenis af te smeeken en daarna mij aan het gerecht over te leveren, om de rest van mijn leven in de gevangenis door te bren gen. Naar de jaren gerekend ben ik nog niet oud, maar innerlijk en ook uiterlijk ben ik een versleten grijsaard met geheel wit haar. Gisteravond ben ik te Hamburg Woningtoez., jrstandscomm. nie”, 8V, uur, Jond vanOud- L Gouda. Genoegen 8 u. al” Dir. W. •ouwe de la daan was en zeker niet alleen in Tri polis en Barka. Neen, overal waar het Mohammedanisme onder do in boorlingen had wortel geschoten, zou den Islam enorm teruggaan. Voor de mogendheden dreigt echter een ander gevaar. Door dezen oorlog komen de fana tieke stammen uit het binnenland van Afrika in het bezit van verbazend veel oorlogsmateriaal in het bijzonder van goede geweren. Waar zij nog altoos gewapend gingen met de oude van vader op zoon overgeleverde wapens, daar was betrekkelijk van een opstand weinig te duchten. Doch beter krijgsschool dan de tegenwoordige oorlog konden zij wel niet doormaken. En hoever de onontwikkelde volken kunnen komen, als zij eenmaal de Europeanen de kunst gaan afkijken, dat hebben ons de gebeurtenissen in de laatste jaren voldoende getoond. In dat opzicht behoeven wij slechts te wijzen op de Russisch-Japansche oorlogop de laatste revolutie in China en in ’t bijzonder op het jongst leden plaats gehad hebbende opstootje te Fez. Voor Engeland met het oog op Egypte, voor Frankrijk met het oog op Tunis, Algiers en Marokko is het dus gewenscht dat de oorlog een einde neemt. En verder voor alle volken, die willen vermijden, dat deze oorlog de godsdiensthaat tot een bedenkelijk peil zou opvoeren. De Italiaansch-Turksche oorlog. Telkens weer duiken er berichten op over vredes-onderhandelingen, d. w. z. niet direct tusschen Italië en Turkije, maar door bemiddeling van de mogendheden, waarbij zich in ’t bijzonder Rusland onderscheidt, dat er zeer veel belang bij schijnt te heb ben, dat de oorlog zoo spoedig mogelijk is geëindigd. Natuurlijk heeft Rusland daarbij ook groot belang: 1°. De totale handel op de Zwarte zee is vernietigd, wanneer langen tijd ach tereen de Straat der Dardanellen ge sloten blijft, 2°. heeft het daarbij ook die belangen, die alle landen bij het beëindigen hebben. Welke belangen hebben we hierbij op het oog. Turkije heeft op het oogenblik te verstaan gegeven, dat het de vredes voorwaarden van Italië niet kan aan vaarden. Wie de toestand goed kent, leest dat Turkije de voorwaarden niet kan aanvaarden. Daarvoor bestaan verschillende oorzaken. Ook al zou Turkije willen dan nog zou het on- mo gelijk zijn, dat het in een afstand van Tripolis berustte. Want Turkije heeft behalve Staatkundige redenen om niet toe te geven, in de voor naamste plaats religieuze bezwaren tegen een afstand. De Sultan isjmmers behalve wereld lijk hoofd, ooit hoofd der Mohamme- daansche kerk. Dat aanzien, dat hij thans bij alle Mohammedanen geniet moet versterkt zeker niet verzwakt worden. En zeer zeker zou dit ver zwakken wanneer Turkije er in toe stemde, dat Tripolis in handen der Christenen kwam. Vöoral in de laatste jaren heeft de Islam in Afrika groote vorderingen gemaakt. Dank zij de stichting van vele zoogenaamde broederschappen, zijn vele heidensche inwoners van Afrika tot het Mohammedanisme toe getreden. Juist in Tripolis is in dat opzicht veel gebeurd. De broeders predikten daar jnet veel succes. Zij verkonden de eenheid van den Islam, zij erken nen slechts één vaderland, dat is de streek, waar de Islam onbeperkt heerscht. Durfde nu de Turksche re- geering het hoofd in den schoot lig- dan is bijna met absolute zeker- te vóórspellen, dat het geestelijk - van den Sultan eveneens ge-, 46) Men maakte plannen voor de toe komst zorgde voor den uitzet, ver meide zich in het groeien en bloeien in de vrije natuur, en bemerkte niet hoe in het Zuiden zware onweers wolken rich boven hunne hoofden samenpakten. XHL Het was in de eefste dagen van Juni. Mevrouw Brinken deed haar middagslaapje en Rena was uitgegaan om eenige bestellingen te doen, toen aan gravin Orlowsky een brief werd gebracht. De brenger wacht op antwoord, mevrouw, zeide het dienstmeisje. Laat hem maar een poosje in de keuken uitrustenals ik den brief gelezen heb, zal ik hem het antwoord brengen. Zeg hem dat maar Anna! De kamenier ging heen en Hilde gard brak den omslag open, maar het duurde lang eer zij een woord begreep van wat zy las. Het schrift kwam haar vreemd voor en de onderteekening Hildegard bleef een geruimen poos strak en stijf zitten in haar hoofd dwarrelden de gedachten dooreen zij had moeilyke tijden doorleefd en steeds had God haar er door geholpen, maar nu draaide alles voor haar in het rond, zij zag geen uitkomst, geon red- GOUDSCHE COURANT P R'IJÏÏ” DER ADVERTENTIES: Van 1—5 gewone reg.is met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0 25 per regel Groote letters en randen naar plaatsruimte. commissaris van de commissie uit don Senaat te zenden, om don kapitein van de Mount-Temple te verhooren, zoodra deze in St. Johns is aange komen. Volgens de telegrammen uit New- York aan de bladen geseind, lokt de wijze, waarop de commissie uit den Sonaat het onderzoek van de schip breuk van de Titanic leidt, in Amerika steeds meer critiek ujt. Smith, den president van de commissie, wordt verweten, dat hij den getuigen vaak, dwaze vragen stelt, waardoor zijn on kunde aan het licht komt. Zoo vroeg hij aan Lowe, den 5en officierwaaruit bestaat een ijsberg Deze antwoordde leukIJs. Lowe moest meer vragen van dien aard beantwoorden, bijvoor beeld i Waar komen de ijsbergen van daan Was het 48° Fahrenheit boven of onder nul Toen de president aan Ix>we vroeg, of hij Op den avond van de schipbreuk geborreld had, verloor deze eindelijk zijn geduld, en ontkende verontwaardigd. Lowe getuigde voorts, dat hij Ismay, dien hij niet kende, ruw had toogosproken, omdat deze zich onbevoegd met het uitzetten van de booten had bemoeid. Lowe schreef de woorden die hij bij die gelegenheid had gebezigd, op. Zij werden niet voorgelezen. De wijze, waarop de president het onderzoek leidde, veroorzaakte zelfs verzet bij de leden van de commissie zelf, waarvan eenige bij wijze van protest heengingen. De president ver klaarde niettemin met kracht, dat het loopende onderzoek rustig zal door gaan. Geen der Engelsche geredden zal mogen vertrekken voor het ver hoor van allen is afgeloopen. Een van hen, die dit toch wilde doen, is ge vankelijk teruggebracht. De Mackay Bennett bericht, dat zij 205 lijken van opvarenden van de Titanic heeft opgevischt en ze mee naar Halifax brengt. De kapitein is van meening, dat het meerendeel der lijken nooit aan de oppervlakte van het water zal komen. Onder de herkende lijken aan boord van de Mackay Bennett moet dat van William Stead zijn. Ligthaller verklaarde Woensdagmid dag nog, dat toen de laatste booten vertrokken geen vrouwen werden ge zien op dek en bij het zinken, zag men slechts twee vrouwen over de geheele lengte van het schip. De heer Lighthaller deed verder uitkomen dat hij alle verantwoordelijk droeg voor do poging der bemarinihg van do Titanic van Now-York op de Cedric to krijgen. De heer Ismay was niet in staat iets te doen, daar hg onder de obsessie was van het idee, dat hij in het schip had moeten blijven, om dat er vrouwen waren verdronken. Hy zeide„Wij hadden veel te doet mot don hoer Ismay, evenals de dok tor, die mijn verklaring zal bevestigen.” Later had men gehoord dat de hoofdofficier Wild, Ismay voor deze het schip veriiet^rad gezegd, dat er goon vrouwen moer waren en Wild woigerdo or verder over te spreken en gelastte Ismay in de boot te gaan.' Lowe de 5e officier vertelde ook dat hij geweigerd had terug te koeren naar de plaats, waar’hot schip was gezonken, maar zijn boot koerde terug toon de kreten waren weggestorven en het gevaar voor omslaan voorbij was. Zoo kon hij vier personen van een vlot opnemen. Lowe constateerde dat de tucht op de booten uitstekend was. Sleahts een boot was omgeslagen. Hij was zeor verontwaardigd, dat iemand had beweerd, dat hij had gedronken, want hij was geheelonthouder. Deze getuige zeide nog, dat nie mand was geweigerd in de booten te gaan, en dat er geen onderscheid tus- schen de klassen van passagiers was gemaakt. Smith, de voorzitter van de commis sie van onderzoek uit den Senaat heeft Woensdag een verklaring afgologd, waarin, hij mededeelde, dat het de bedoeling was allo Engelsche getui gen vast te houden tot alle mogelijke inlichtingen waren verkregen. De meeste getuigen hadden vry willig ver-- klaringen afgelegd, maar er was door eenige personen beproefd invloed te oefenen op de commissie en haar op treden. De commissie kon dit niet dulden. Zij zou haar gang gaan en men, deed heter een oordeel over haar optreden op te schorten tot het offi- oieele rapport bekend zou zijn. De commissie heeft den heeren Bru ce, Ismay en Franklin verlof tot terug-. keer naar New-York geweigerd. Het verhoor. In de zitting van Dinsdag j.l. van de Senaatscommissie te Washington werd medegedeeld dat het verhoor van Boxhall, de vierde officier, niet kon voortgezet worden, daar Boxhall on- (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 1