5/ Zomersaisoeii 1912, D. SAMSOM, Gouda, E-o-itexilaxid.. Buitenlandse^ Nieuws. B in VËRGADEHIVG VAN DEN GEMEENTERAAD Rechtzaken. Laatste Berichten. Telegrafisch. Weerberii Officieele Prijscourant Bezwaarschriften, niet ingericht of niet ingeleverd op de hierboven aan gegeven wijze, kannen geen gevolg hebben. Voor zoover omtrent een en ander nadere inlichtingen worden gewenacht, vervoege men zich ter Gemeente-Se cretarie (afdeeling militaire zaken) op een werkdag, tusschen 9 uur voor middags en 1 uur namiddags. GOUDA, den 2 Mei 1912. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. Het Ilongaarsche kiesrecht. Gisteren hebben we in ons buiten- landsch overzicht vermeld, dat het kabinet Lukacz in zijn programma ook had opgenomen een hervorming van het kiesrecht. Dit was natuurlijk om tegemoet te komen aan het ver langen der sociaal-democraten en der Justh-partij, die het algemeene en geheime kiesrecht eischen. Een betere regeling van het kiesrecht irfr werke lijk hoog noodig en ook de verdeeling der kiesdistricten moet ook broodnoo- dig eenige verandering ondergaan. Een uitbreiding van het kiesrecht is thans noodig, omdat heele klassen weinig of geen invloed op het lands bestuur kunnen uitoefenen. Dat een betere indeeling van de kiesdistricten ook niet overbodig is, willen we met eenige cijfers aantoo- nen. Hongarije is verdeeld in 413 kiesdistricten, die elk een afgevaar digde zenden. Het aantal kiezers be droeg in 1911 1221741, zoodat ge middeld in elk district 1221741413 ongeveer 300 kiezers hun stem moeten uitbrengen. Gaan we nu de werkelijke toestand even na, dat in Boeda-Pest, dat in verschillende districten is verdeeld, in het 6e 17463, in het 7e 17027, in het 8e 13326 kiezers een afgevaardigde kiezen. Daartegenover staan platte landsdistricten, als Szóh, dat 121 stem men, en het district Berech, waar zelfs 114 kiezers een even groot recht hebben. Op die manier hebben de platte landsdistricten een overwegenden in vloed op de samenstelling van de Hongaarsche volksvertegenwoordi ging. Dat is nog duidelijker aan te toonen, wanneer we nagaan, dat in een 60-tal plattelandsdistricten, die te zamen 10 provinciën vormen en 34770 kiezers tellen, dus slechts 290 meer dan de kiesdistricten 6 en 7 uit Boeda-Pest, 60 afgevaardigden wor den gekozen, tegen natuurlek in de Pesterdistrictén slechts 2. De stem van een Hongaarschen boer is dus van 26 maal zoo grooten invloed dan van een burger van Boeda-Pest, van wien de ontwikkeling waarschijnlijk nog wel iets grooter is. Nog een staaltje van de onrecht vaardige indeeling der districten. Behalve Boeda-Pest zijn in Hon garije nog 42 steden, die hun eigen kiesdistrict of kiesdistricten vertegen- f~->Nwoordigen. In deze 42 steden wor- I /-^en door 76332 kiezers 44 afgevaar digden gekozen, terwijl Boeda-Pest met 81798 kiezers slechts 9 leden naar den Rijksdag afvaardigt. Begrijpelijk is das het streven der Hongaarsche bevolking naar een verandering der kieswet, dwars tegen de wenschen der groot-grondbezitters in, die dank zij hun ©normen invloed, die zij op de plattelandsbevolking laten gelden, zoo wat den geheelen toestand beheer- schen. De scheepsramp der „Titanic" Volgens de Washingtonsche corres- Eondent van de „Daily Telegraph" eeft Ismay, de directeur van de White-Star-lijn, die gisteren weer voor de Senaatscommissie is gehoord, door zijn rondborstige verklaringen, waarbij hij de verdachtmaking van zijn rol op de „Titanic" volkomen ophief, een zeer gunstigen indruk gemaakt en een algemeene ommekeer bij het Ameri- kaansche volk te zijnen bate bewerkt. Ismay Bprak uitdrukkelijk tegen, dat hij en kapitein Smith den avond van de ramp met een goed diner hadden doorgebracht. Hij heeft alleen met den scheepsdokter gegeten. Ismay loo chende andermaal, dat hij gedurende de reis eenigerlei invloed op den ka pitein heeft uitgeoefend evenzoo dat het kantoor van de White Star te New-York het bericht van het ver gaan van de „Titanic" heeft achter gehouden teneinde herverzekering van het schip goedkooper te maken. Met Verontwaardiging verwierp hij de ge dachte, dat eenig bestuurder van de White Star daartoe in staat was. Het kabelschip Mackay Ëennett is gisterenmorgen met. 190 lijken van de „Titanic" te Halifax binnengevaren, o.a. van Strauss en Astor, maar niet van Wildener, noch van diens huis knecht. Honderdzestien lijken, meest van leden van de bemanning zijn als onherkenbaar (of te zeer tot ontbin ding overgegaan) weer in zee be graven. De verwanten van slachtoffers, ta Halifax gekomen, zijn daarover zeer ontevreden. De Mackay Bennott, zeggen zij, had alle lijken, die er zijn opgevischt 319 in het geheel behooren mee te nemen. Dertien van die lijken zijn nog op het kabelschip Minia. De correspondent van de „Daily Telegraph" 'te Halifax seint, dat vele lijken gruwelijk verminkt zijp, hetgeen het vermoeden schijnt te staven, dat de ketels van de „Titanic" sprongen, toen het ijskoude water binnendrong. De correspondent meldt verder, dat de Mackay Bennett een geweldigen ijsberg heeft gezien, dien zij voor den zelfden hield, waarop de „Titanic" schipbreuk heeft geleden, aangezien de berg verscheiden scheuren en een geweldigen deuk vertoonde. Alle fotografen werden te Halifax geweerd, toen do Mackay Bennett binnenliep. Marokko. I Nieuwe oproeren. De afkondiging van den staat van beleg te Fez heeft aanleiding gegeven tot nieuwe verwikkelingen, doordat Regnault die niet door den Sultan heeft laten geschieden, maar eigen handig heeft geproclameerd. Door vier consuls is geprotesteerd, Duitsohland. Op een vergadering van hetWur- tembergsche verbond tot bescherming van de jeugd heeft rogeeringsraad Spindler medegedeeld, dat de Wurtem- bergsche regeering eerlang een wets ontwerp tot bestrijding van de geva ren der bioscopen openbaar zal maken, Frankrijk. De begrafenis van Bonnot. Bonnot is ontkomen aan het som bere lot om in grauwe morgensche mering, de handen en voeten gebonden, het hoofd kaal geschoren en het hemd wyd open aan den hals, door Deibier en zijn rakkers op de noodlottige plank geworpen te worden. Hij is met twee revolvers in de hand, met een wilden vloek, in vollen op stand tegen de maatschappij, omge- komöfir^ijn .hoofd ia niet door het mes der \gvrfnotine afgesneden en is niet, met oen romp, in den luguberen mand geworpen en ook niet in het verlaten sinister plekje gronds van Ivry, waar de resten der terdoodver- oordeelden heen gebracht worden, in den grond gestopt. Hy is heden om half een, met Du bois, in de grootste stilte, in het strikst geheim in de „fosse commune" van 't kerkhof van Bagneux begraven. Zoo zeer vreesde men het uitlekken van deze begrafenis en de manifestaties der menigte, die er het gevolg van hadden kunnen zijn, dat de voerlieden van de twee lijkwagens, die omjwaalf uur aan de Morgue voor kwamen, niet eens wisten, welke beruchte doo- den ze naar Bagneux voerden. Het was voor hen den gewonen dienst aan de Morgue, en de menschen uit de buurt, ook gewend aan het schouw spel der primitieve zwarte wagens, die de lijken van de Morgue wegrijden vermoedden niet, wie daar ten grave gereden werden. De doodgravers op tot kerkhof, die de wit-houten kisten in het algemeene graf neerlieten en de kuilen dicht wierpen, hebben niet geweten, wie ze begroeven. En niets zal de plaats kunnen doen herkennen, waar de beenderen van den „beroemden man" liggen. Men zegt maar dit verdient nog bevestiging dat zelfs geenkinema de begrafenis van Bonnot „genomen" heeft Japan. Uit Tokio komt bericht dat de Ja- pansche regeering in Korea een sa menzwering, die de onafhankelijkheid van dat land beoogde, heeft ontdekt. Er zyn ongeveer 100 personen in hechtenis genomen. De samenzweer ders ontvingen wapenen uit Mant- sjoerije. AltEEIKA. Eenige dagen geleden heeft de heer Gay nor, burgemeester van New-York, den eersten steen gelegd voor een model-tehuis voor zeelieden. Het gebouw zal twaalf verdiepingen tellen en het volgend jaar reeds vol tooid zijn. Het zal lees-, concert- en gymnastiekzalen bevatten en voor alle zeelieden zonder onderscheid vkn rang, stand of geloofsbelijdenis toegankelijk zijn. Prinses Juliana's verjaardag in Londen. Lord Reay zat voor bij een schit terend banket, door de Nederlandsche Kamer van Koophandel ter eere van prinses Juliana's geboortedag in Pic- cadilly-Hotel gegeven. Tot de gasten behoorden o.a. de Minister van Bui- tenlandsche Zaken, de Nederlandsche gezant, de consul-generaal, sir Eyre rowe, vertegenwoordigend het Brit- sche ministerie van buitenlandsche zaken, Runciman, minister van land bouw, de burgemeester van Rotterdam en aanzienlijke leden van de Holland- sche kolonie te Londen. Er werden zeer hartelijke toasten gewisseld. De voor naamste sprekers waren de heeren Runciman, de Marees van Swinderen en lord Reay. Omtrent de toasten-rij lezen wij nog in een particulier telegram van het Hbld. Na den dronk dien Lord Reay wijdde aan den koning van Engeland, aan de koningin van Nederland en prinses Juliana, werden een reeks van toasten gehouden, waaronder zeer lange. Lord Reay sprak over de relaties tusschen Engeland en Nederland, waarop de Engelsche minister van Landbouw, Runciman, en de minister van Swin deren in lange zoer interessante rede voeringen antwoordden. De heer Oremer, president der Han- del-Maatschappij, stelde een dronk in op de Ned. Kamer van Koophandel, waarop mr. Roozegaarde Bisschop antwoordde. De heer Rozenraat stelde een toast in op de gasten, die werd beantwoord door Sir Walter Elliott en de heeren Zimmerman, burgemeester van Rotterdam en Yilliers. De heer Stoop dronk ten slotte op de gezondheid van Lord Reay, welke toast hartelijk toegejuicht werd en waarop een krachtig: lang zal hij leven, volgde. »Bet feestmaal eindigde tegeö middernacht. Aan het feestmaal namen ook nog deel vertegenwoordigers der Kamers van Koophandel voor Italië, Oosten- rijk-Hongarije, Spanje, Portugal, Sal vador, België, Frankrijk en Zweden te Londen. STATEN GENERAAL TWEEDE KAMER. Vergadering van 1 Mei. (Vervolg.) Het pantserschip. Eerste spr. was de heer van WW senaer van Catwijok, die betoogt dat tot op dit oogenblik geen' enkele ad viseur van den minister van Marine, noch de marinekringen zich hebben verklaard vóór een schip van het kleine type, dat door den minister voorgesteld werd. Spreker betoogt de wenschelijkheid van een torpedovloot, boven een Blagschepenvloot, maar hoe ook de keuze tusschen beide uit moge vallen, torpedo-jagers zijn er in elk geval noodig voor de bescherming van Indië. Het is struisvogelpolitiek om een Blagvloot te bouwen van onvol doend gehalte en onvoldoend aantal. Spr. zet uitvoerig uiteen dat feitelijk ten aanzien van de geheele vloot- plannen des ministers een nader onder zoek moest plaats hebben over de vraag of niet met minder kosten het doel beter ware te bereiken. Het schip dat de minister nu op stapel wil zetten is ongeschikt voor het doel. Noodig is alleen een kruiser, die gemakkelijk overal komen kan. De heer Verhey zet uiteen dat hij piet '8 ministers voorstel niet mee kan Êaan omdat, naar zijn overtuiging, et voorgestelde sobip niet past in onze vlootorganisatie. Spr. wijst er op dat de minister, door zijn verklaring dat dit schip als geheel op zich zelf staande moet wor den beschouwd, geheel op losse schroe ven zet zijn oorspronkelijk plan van een eskader van vier schepen. Spr. betoogt breedvoerig de wenschelijkheid van een torpedovloot, die beter is dan een zwakke artillerievloot en voor ver kenningsdiensten vooral geschikter is. Spr.'s bezwaren tegen het type schip dat de minister wil, sluit echter daar om niet ip dat hij zou kannen mede gaan met den aanbouw van de zee reuzen, welke men in andere kringen wenscht, en waartegen de minister bezwaren van personeelen en finan- cieelen aard heeft, die de overweging zeer waard zyn. Maar spr. blnfterbij dat het thans voorgestelde schip niet gesohikt is voor den Indischen dienst. De heer Hugenholtz betoogt, dat, zoolang, gelijk thans het geval is, de kwestie van de keuze van het meest geschikte schip v onderzoek zaak in eenigi voorbarig en ona oor onze organisatie olke poging om de richting te drijven, mnemelyk is. In de eerste plaats rekent de min. er blijkbaar op, er voor Indië wel een schip door te zullen krijgen, zoodat hij een Indisch schip vrij krijgt, om er een der Nederlandsche wpardelooze „Kortenaers" mee te kunnen vervan gen. En in de tjweede plaats wil de minister waarschijnlijk op die manier arbeid verschaffen aan onze weryen, om dfèze aan den gang te kunnen houden. Beide motieven veroordeelt spreker. Spr. kenschetst het schip, dat de minister wil, als akelig prutswerk, en concludeert dit uit uitslagen van nie mand minder dan den minister zelf en diens memorie van toelichting, en waaruit blijkt, dat het schip nog zal blijven beneden minimum-eischen. Spr. vraagt waarom wij ons toch eigenlijk zulke groote uitgaven voor onze vlóot moeten getroosten, waar ityet alleen de minister, maar ook de Staatscommissie van oordeel zijn dat wij volslagen machteloos staan tegen over oen vijand, die ons onze koloniën wil ontnemen, en onze zaak hopeloos staat als wij geen bondgenoot hebben. Ook handhaving van onze neutrali teit kan de inzet niet zijn voor de aanvrage van het schip. Alles komt, volgens spr., hierop neer, dat deze geheele vlootuitbreidingsplannen een uiting zijn van hét hoogopgevijzelde patriottisme, dat in den laatsten\fcijd over ons gekomen is, o.a. tengevolge van het optreden yan de Marine-ver- eeniging te Den Helder. Spreker wil noch een torpedovloot, noch een 7600 tonöschip, noch een dreadnought. Uit volle overtuiging zegt sprekerwe hioeten niets doen. Er is gpen op handen zijnd gevaar. Het eenige doel onzer vloot in Indië is het uitoefenen van politietoezicht. Donderdag 11 uur voortzetting. VRIJDAG 26 APRIL 1912. (Vervolg). Do/heer Broekhuizen: M. de V.Laat ik beginnen met aan te geven welk denkbeeld ten grondslag heeft gelegen aan de door mij voor gestelde wijzigingen. Ik was in het begin van den winter reeds van plan u eens te vragen, hoe het eigenlijk met den ontsmettings dienst in deze gemeente stond aange zien er door de medici zeer weinig gebruik van wordt gemaakt. Men kan misschien aan hen de chuld geven maar wij hebben met de menschen te maken, en als die niet willen en er wordt van hoogerhand ook niet de minste pressie uitgeoefend dan krijgen wij de menschen er niet toe. Door een onpartijdig, buitenstaand persoon, door iemand die niet tot de behande lende medici behoort, moet drang worden uitgeoefend. Het denkbeeld nu dat aan de door mij voorgestelde wijzigingen ten grond slag ligt is en ik meen dat de meeste geneesheeren hier ter stede dat zullen toestemmen dat de ont smettingsdienst ^ïier van nul en geener waarde is bij groote epidemieën moge zij waarde hebben -+- ik weet het niet, ik heb dienaangaande geen ervaring bij ziekten als typhus, roodvonk e.d. is die dienst van geen waarde. Mijn voorstellen hebben de strekking om daarin verbetering }Se brengen en er is juist een speciale, een lokale oor zaak waarom ik die vrouwelijke hulp wil hebben. Ik heb reeds te kennen gegeven dat het met mannelijke hulp zeer goed kan gaan, ja zelfs beter dan met vrou welijke hulp, b.v. in groote gemeenten; daar is het een vaste tak van dienst, een uitgebreide diepst; de menschen daar ontsmetten dagelijks en zijn dus veel geroutineerder. Dat krijgen wij hier niet. In hun toelichting zeggen B. en W. dat zij het volgen van den cursus van dr. Ruysch voldoende achten. De directeur van den gemeen telijken ontsmettingsdienst te Rotter dam heeft mij persoonlijk verklaard hij was ook bij dien cursus dat die cursus geheel onvoldoende was hij zeide dat de menschen niet lang genoeg in de practijk geweest waren. De heer van Itersqn zegt dat ik op het oog heb een particulieren ont- Bmettingsdienst. Volstrekt niet. Ik be grijp niet hoe hij zoo iets kan zeggen. Waarom kuunen geen andere personen in dienst van de gemeente treden dan de menschen van fabricage? Dat zie ik niet in. Ik begrijp niet hoe men dat er uit kan opmaken. De gemeen teraad kan wel anderp menschen aan stellen dan juist degenen die nu aan den dienst verbonden zijn Wat de wettelijke voorschriften be treft, die worden elk oogenblik gewij- zigd. In de wet op de besmettelijke ziekten is een algemeen voorschrift opgenomen; dat is niet verder uitge werkt maar later is in de onderschei den Koninklijke besluiten de wijze van ontsmetten voorgeschreven. Waarom? Omdat die wijze telkens verandert. Hoe meer de wetenschap vooruitgaat hoe meer veranderingen er in komen. Het moet dus telkens veranderd worden. Dat kan natuurlijk niet bij de wet geschieden maar bij Koninklijk besluit. Na 1891 is er dan. ook een ander Koninklijk besluit verschenen. Dit heb ik vernomen van don directeur van den ontsmettingsdienst te Rotterdam. Ik mag aantiernen, dat die het wel weet. Hij heeft trouwens zelf voorge lezen hoe het gebeuren moet. De heer van Iterson zegthet komt er op aan dat niets over het hoofd gezien of vorzuimd wordt. Dat staat in de wet. Dat is het juist en daarom heb ik mijne voorstellen ingediend. Waren wij in Rotterdam dan zou ik er sterk tegen zijn dat het werk geschiedde door een inspoctrice met een werkster. Dit is wel gee<p ideale toestand maar het is toch veel beter dan wanneer het zoo als nu gebeurt door mannen van de fabricage die t* een ander onderricht hebben genoten an wat zij gehad hebben. Ik bedoel hetzelfde als de heer van Iterson. Men kan er theoretisch wel over praten maar ik zie in dit geval naar de practijk. Hoe weinig ontsmet tingen plaats hebben blijkt uit de vol gende cijfers. In 1911 zijn aangegeven 16 gevallen van besmettelijke ziekte en blijkens de toelichting van B. en W. hebben slechts 6 desinfecties van •woningen van gemeentewege plaats gehad. Ik stem geheel toe dat die vrouwe lijke hulp min of meer wisselvallig is. Het hangt er van af wie men daar voor heeft. Maar nu alhier bestaat een Vereeniging ter bestrijding der Tu berculose, die juist voor tuberculeuze patiënten ontsmettingen verricht en waaraan men dus een zeer goede hulp heeft, acht ik het den aangewezen weg dat juist medewerking wordt ingeroepen van iemand die bij die ontsmettingen de noodige ondervin ding heeft opgedaan. De heer van Iterson zegt dat ik niet het oog heb op ontsmetting bij epidemische ziekten. Dat geef ik toe maar het maakt volstrekt geen ver schil. Gelukkig is er sinds geruimen tijd geen groote epidemie hier ter stede geweest, maar dezen winter hebben wij toch hier eenige gevallen van diphterio gehad. Is het dan niet van het hoogste belang dat er gron dige ontsmetting plaats vindt. Hoe vaak gebeurt het niet, ook zelfs bij diphterie, dat van uit niet of niet goed ontsmette woningen infectie op de andere kinderen van het gezin of op speelkameraadjes overgebracht wordt. Nu geef ik den heer van Iterson toe dat in sommige gevallen, b.v. bij een cholera-epidemie mannelijke hulp noodig zal zijn maar mijn voorstel strijdt daarmede volstrekt niet. Do bepaling van art. 5, dat hulp kan ver leend worden door de werklieden der fabricage als mannelijke hulp noodig is wordt door mij intact gelaten. Kan een werkster het niet doen onder toezicht van een inspectrice, en is het mannenwerk, dan komen de mannen aan het werk. Dus het ontsmetten van schepen geschiedt door mannen. Daar voor is trouwens een post uitgetrok ken op de begrooting. De heer van Iterson heeft geheel over het hoofd gezien dat ik ook een werkman aan den dienst wil verbinden om het ruwe werk te doen. In de gevallen van groote epidemieën zal het werk ge schieden door mannennatuurlijk ook het behandelen van de lijken. Ik kan mij niet voorstellen dat de heer var* Iterson de ontsmetting bij roodvonk, typhus en diphterie van gering belang zou achten. Er is groot gevaar wanneer niqt goed ontsmet wordt en die ziekten komen telken jare voor. Dat de voorstellen, zooals ik die heb ingediend, meer de particuliere zouden aangaan, begrijp ik niet. Ik heb in het licht gesteld dat hiermede een algemeen belang gemoeid is dat niet in de eerste plaats te letten is op het gevaar voor de bewoners van een be paald huis maar juist op het gevaar voor de omgeving. Men moet er voor zorgen dat de ziekte zich niet verder verspreid. M. de V.U acht de combinatie met de Vereeniging ter bestrijding van Tuberculose niet goed. Ik wil die combinatie ook volstrekt niet. Ik wil alleen dat aan de vereeniging verzocht wordt of hare enquêtrice als inspec trice van den gemeentelijken ontsmet tingsdienst zou mogen optreden. Het is in het geheel geen combinatie. De enquêtrice wordt eenvoudig inspec trice bij den gemeentelijken ontsmet- i tingsdienst, dus gemeente-ambtenares. Het is ook geen combinatie of ver menging. M. de V.U zegt verder zijn die mannen van de fabricage geen ver dienstelijke mannen Zij kunnen mis schien wel verdienstelijk worden, maar totnogtoe en dat heb ik ook van collega's vernomen zijn zij het in dit opzicht niet, hoe verdienstelijk zij ook in hun overig werk mogen zijn. Wat betreft de fprmalinelampen, dr. de Voogt schijnt die wel noodig te achten. Daartegenover staat dat de directeur van don gemeentelijken ont smettingsdienst te Rotterdam mij ver klaard heeft niet te begrijpen dat men ze hier nog noodig acht. Bovendien, er zullen 2 Torrens desinfecteren aan geschaft worden. Men zou het des noods met 1 desinfector af kunnen, maar ik heb geen bezwaar dat men er 2 aanschaftlaat men er X in re serve hebben. Dan zegt u, M. de V. 1, dat B. en W. de minvermogenden ook van be- taljng willen vrijstellen. Het bezwaar is dat de menschen dan naar het ge meentehuis moeten. Theoretisch kan men zeggen dat het best gaat maar de practijk leert anders, gelijk blijkt als men met de menschen te maken heeft. Ieder medicus weet hoe moeilijk het is de menschen naar het gemeen tehuis te krijgen. Bij een vast tarief weten de menschen waaraan zij toe zijn. Het is volstrekt geen bezwaar dat menschen met een inkomen van meer dan f 600 f 2.50 moeten betalen. Wanneer een werkman met een groot gezin het niet kan betalen zijn er particulieren genoeg die de onkosten zullen willen bestrijden men kan het geld daarvoor best vinden. Voor de menschen met inkomens boven de f 1000 is het volstrekt geen bezwaar de door my voorgestelde bedragen te betalendie zijn gering. Het tarief dat B. en W. voorstellen is te hoog juist voor de menschen die niet tot de minvermogenden gerekend kunnen worden. Hot groote gevaar van dat tarief is juist dat de ontsmet ting voor den middenstand, die hier ter stede tamelijk sterk vertegenwoor digd is, voor de menschen met een matig inkomen, te duur wordt. Men zal op allo mogelijke manieren trachten aan de ontsmetting te ontkomen, men zal allerlei uitvluchten zoeken en men zal gaan smokkelen in twijfelachtige gevallen, terwijl, wanneer het tarief niet te hoog is, men eerder tot ont smetting zal overgaan. De V o o r z i 11 e rIk acht het mijn plicht op te komen voor de artsen hier ter stede tegen hetgeen dr. Broek huizen beweert. Er zou zoo weinig ontsmet worden, het" zou moer ge schieden wanneer van hoogerhand pressie werd uitgeoefend, het is zoo moeilijk de menschen er toe te krijgen en er worden allerlei uitvluchtingen gezocht om niet tot ontsmetting over te gaen. Hij heeft ook gezegd dat er 16 gevallen van besmettelijke ziekten waren aangegeven en dat slechts in 6 gevallen de woningen waren ontsmet, zoodat dus is 10 gevallen de medicus niet zou hebben laten ontsmetten of schoon het noodig was. Dit is toch min of meer een smet die door dr. Broekhuizen zijn collega's wordt aan gewreven. Ik kan toch niet aannemen dat welke arts ook, die in zijn hart overtuigd' is van de noodzakelijkheid dat ergens een ontsmetting geschiedt, zich van zijn plicht laat afhouden door uitvlucnten van de patiënten. Ik meen dat een arts daarvoor te hoog staat. Op dezelfde wijze wensch ik op te komen tegen de zeer apodictische uit spraak van den heer Broekhuizen dat de ontsmettingen, welke totnogtoe hier zijn geschied, van nul en geener waarde zijn. Dat is onjuist. Maar bo vendien, verleden jaar is toch zes malen een medicus gevonden die bijkt ook in dit opzicht met den heer Broek huizen te verschillen. In 6 gevallen is 'toch wel ontsmet en wij mogen niet aannemen dat dit zou zijn ge schied wanneer alle medici van oor deel waren dat de ontsmetting hier van nul en geener waarde is. (Slot volgt). RECHTBANK TE ROTTERDAM. Strafzitting. Beklaagd van brandstichting stond terecht, de 48-jarige arbeider H. L. te Schoonhoven. Hij deelde mede, gehóórd te heb ben, dat op 16 Februari een schuur te Bergambacht, behoorende aan H. Tempelman, met wien hij kort te voren ruzie had gehad, was verbrand. Overigens wist hij er niets van. De doktoren C. Th. F. vonZiegen- weidt en O. A. v. d. Loo hebben een onderzoek ingesteld naar bekl.'s geest vermogens en achten hem niet toe rekenbaar. De man is intellectueel achterlijk affecten doen zich bij hem voor, b.v, wanneer hij zich ergens over opwindt. Hij doet dan dingen gelijk hem thans ten laste wordt ge legd, tengevolg^ van zijn pathologisch reageeren op affecten. De doktoren achten hem zoomin voor de gevan genis als vb or een krankzinnigenge sticht geschikt. Bekl. was bij Tempelman manden maker geweest. T. woonde in een van vier woningen, welke op acht meter afstand stonden van de verbrande schuur, waarin elfduizend manden waren geborgen. Aan een andere zijde bevond zich een boerderij met hooi berg. Des Maandags had bekl. T. ge dreigd, hem wel te zullen krygen en op Donderdag d.a.v. omstreeks half elf des avonds had get., komende van Schoonhoven, een man gezien die uit de richting van zijn woning kwam. Of deze man de bekl. was, kon get. niet zeggen. Thuis gekomenhad get. zich te ruste begeven en tegen elf uur was hij gewekt. De schuur brandde geheel afhad de wind uit een andere richting gewaaid, dan zouden ver moedelijk of de wqningen of de boer derij vlam hebben'gevat. Get. Ooms was met bekl. en diens vrouw en dochter op den avond van 15 Februari naar huis gegaan. Ook hij had bij een lantaarn, staande dicht bij de grens van Schoonhoven en Bergambacht een man gezien, die schielijk omkeerde, toen hot gezel schap aan kwam. Get. meende, dat het gevaar voor uitbreiding van den brand, zeer groot was geweest. De agent Vogel had zich na den brand begeven naar de woning van bekl., wiens vrouw in spijt van het late uur, geheel gekleed was alsof zij wachtte op de dingen die komen zouden. Bekl. was boven, en toen zijn vrouw hem riep, kwam hij beneden. Zoodra hij get. zag, zeide bekl.„O, ik moet zeker voor mijn zwager Tem pelman weer ongelukkig gemaakt worden". Zijn vrouw deelde mede, dat bekl. uit was geweest. Get. v. Oosten had omstreeks elf uur den bekl. zien loopen, die naar huis ging. Eenigen tijd later was de brand uitgebroken. Buiten j eede gehoord, deelde de vrouw van bekl. mede, dat deze op den avond van 15 Februari uit was geweestwaar naar toe was haar niet bekend. De officier achtte het ten laste u legde bewezen en vereenigde zich met het oordeel van de deskundigen. Geëischt werd schuldigverklaring van bekl. aan opzettelijke brandstich ting, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is, en plaatsing in een krankzinnigengesticht voor een proeftijd van ten hoogste een jaar. POSTERIJEN kilo 7.25 ik 7 50 GerstWinter ƒ725 k f 7.50. Zomer f 7.25 k 7.50. Che valier 8.— k f 8.50, Buitenl. voergerst >er 65 kilo 7.k 7.25. Haver per ".L. 540 k 5.75. Per 100 kilo 10.50 11 Hennepzaad Buitenlandsche t ir 50 Kilo 7 75 - A 8.—. Kanarie zaad 12.50 13.Karwijzaad per Kilo 17 50 k 18.—Koolzaad j .5.kf 16.per Hectoliter. Erwten: Kookerwten 17.k 17 50. Buiten landsche voererwten per 80 Kilo 8 *1.25 Boonenbruine boonen ƒ17.50 - j »J.5o. witte boonen 22.—k f 24, Paardenboonen 9.25 a 9.50 Duiven- boonen 9.50 k 10 Mais per 100. KiloAmorikaansche Mixed 9.— k 9.25. Kleine ronde 9.25 f 9.50. Veemarkt. Melkvee, goede aanvoer, handel en prijzen big ven hoog. Vette varkens, redel. aanvoer, handel matig, 28 4 31 ct. per halt K.G. Biggen voor Engeland, redel. aanvoer, handel matig? 20 k 2i'/a ct. per half K.G. Magere Biggen, goede aanvoer, handel vlug, f 1.70 k f 2.10 per week. Vette Schapen geen aanvoer, handel f -.-k f Lammeren goede aanvoer, handel matig 8.— k 13.—. Nuchtere Kalveren, goede aanvoer, han del vlug 8.k 13. Graskalverenaanvoer, handel - 4 f Fokkalverqn 14k 22. Kaas, aangevoerd 173 partijen, handel vlug ie kwal. 30.— k 34.—2de kwal 26.k 29. Zwaardere k f Noordhollandsche a Boter 2061 stukken van K G Handel vlug. Goeboter 1.20 it 1.30. Weiboter 1.00 k f 110, Postkantoor te Gouda. Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brieven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden gedurende de 2e helft der maand April niet zijn kunnen worden uitgereikt. Namen der Plaatsen van geadresseerden. bestemming. Brieven. Binnenland. P. Bouter. Streefkerk. H. Visser. Utrecht. B. D. van Os. Gouda. Briefkaarten. Mej. C. de Jong. Gouda. IJschstraat den Haag. P. van Leeuwen. Haag. Mej. B. de Jong. Haarlem. H. Klein. 0. Huurman. R'dam. J. O; Vermeule. 1 zonder adres. Drukwerk 15 stuks. Briefkaarten. Buitenland. A. Kooy. Berlin. Familie Vos. Dieke. Cöln. Spoor enberg. Paris. Heinrich Terhorst. Duitschland. Nota. Aan de afzenders wordt aan bevolen hun naam en adres op de stukken te vermelden, opdat deze bij onbestelbaarheid aan hen kunnen teruggegeven worden. De Directeur van het Post en Telegraafkantoor, HERMANS. ttAKKTBËRlUHTEA Gouda, 2 Mei 1912. GRANENVast en onveranderd. TarweZeeuwsche 10.50 k 10.75 mindere dito lo,— k 10.25. Afwijkende 9-75 4 I0*— Polder 9.— k 9.50. Rogge Zeeuwsche ƒ7.75 4/8.--, Polder 7.25 k 7.50. Buitenlandsche per 70 8.a 4 1" TWEEDE KAMER. Vergadering van heden. Het Pantserschip. De algemeene beschouwingen wer den voortgezet. De heer de Jongh (u.l.) wees op de drie bezwaren tegen oen groot schip n.l. dat ze in Holland niet gebouwd kuunen worden, daar de dokken te klein zijn en dat de haven van Soe- rabaya geen voldoenden diepgang en geen behoorlijken ingang heeft. "Wat het eerste bezwaar betreft wees spr. er op dat*de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij een zoodanige werf heeft, die onlangs nog een schip bverde van ver over de 8000 ton inhoud. Gebleken is d^t deze werf in staat zal zyn een schip te bouwen gropter dan het door de regeering voorgestelde. Het bezwaar dus dat in Nederland geen grooter schip gebouwd kan worden, is hier mede opgeheven. Wat het bezwaar der te kleine dok- betreft, spr. herinnerde er aan dat in Soerabaja thans 'in aanbouw is het groote nieuwe dok van 14 duizend ton grootte. Spr. wees er voorts op dat te Rot terdam spoedig de noodzakelijkheid zal doen gevoelen van een grooter dojc, waarschijnlijk wel tot een grootte van 16 duizend ton. Het derde bezwaar, het gemis aan diepgang en goeden ingang te Soera baja, moest naar spr.'s oordeel zoo spoedig-mogelijk weggenomen worden niet zoozeer voor groote oorlogssche pen, maar omdat ae koopvaardijsche pen zulks eibchen. Indien daar niet m voorzien vr^rdt zal de haven niet met den tijd kunnen meegaan en dus groote schade lijden of te gronde gaan. Spr. wilde zich niet mengen in de kwestie wat voor schip het meest ge schikt is alleen had spr. deze drie be zwaren willen weerleggen. Spr. volstond met de verklaring dat hij tegen het voorgestelde schip zal stemmen. Motie van Orde. Hierna was het woord aan den heer Lohman, die mede namens de heeren de Visser en van Wassenaar een motie indiende, strekkende om alvorens over de aanschaffing van een schip te be slissen, oen staatscommissie in te stel len, die zal onderzoeken^ op welke wijze, onder de bestaande omstandig heden en in verband met de financiën van Nederland en Koloniën onze Oost- Indische bezittingen behooren te wor den verdedigd tegenover eventueele aanvallen, en de neutraliteit kan wor den gehandhaafd. De heer van Karnobeek (v. 1.) zeide dat deze motie vrijwel precies wilde wat ook hij had willen voorstellen. Het voorgestelde schip had spr.'s sym pathie niet. Beslist verklaarde spr. zich daartegen, aangezien naar zijn meening dit schip te zwak is. Het kan noch vechten, noch vluchten. Dit is in een vloed aan geschriften getoond. De zitting duurt voort. Tegen de trusts. Men seint uit St. Paul (Minesota) dat de regeering wegens inbreuk op de trustwet togen een vereeniging voor den verkoop van landbouwmachines is opgetreden en hare onmiddelijke ontbinding verlangt. Vódrines niet overleden. Parijs, Woensdag 1 Mei. De hoop om Védrines in het leven te houden blijft voortbestaan. Te middernacht p de aviateur zeer rustig en was zijn ademhaling normaal. Om 9 uur heeft een nieuw consult plaats, waarna een bulletin zal worden uitgegeven. Om vijf uur des morgens was de toe stand nog stationnair. Madrid, 30 April. De koning heeft aan Vódrines een telegram gezonden, waarin hij uitdrukking geeft aanzijn levendige belangstelling in de tijdingen omtrent den 'toestand van den ge wonde en zijn beste wenschen voor zijn herstel uitsproekt. Het auto-banditisme. Op last van den rechter van instruc tie Gilbert heeft een huiszoeking plaats gehad bij het echtpaar Rolnert, dat aan Dieudonnó en onkele andere leden der bende Bonnot-Garnier een schuil plaats zou hebben verleend. Tal van documenten zijn in beslag'genomen. Het echtpaar gearresteerd. Branden in Duitkchland. Uit Berlijn wordt geseindDoor de droogte zyn een groot aantal bran den uitgebroken. Verbrand zijn de^ naaimachinefabriek van Werder te Frankfort a.M., katoenpakhuizen te Bremen, de' ververij van Plaen en houtzagerijen in Zurchau en eindelijk het slot van den Graaf von Salm— Salm te Anhalt. Bij dezen laatsten brand zijn verschillende kostbare schil derijen verloren gegaan. Door het afbranden der fabrieken zijn honderden arboiders werkeloos. Gerechtshof 's Gravenhage. Het O. M. bij het Haagsche Gerechts hof veroordeelde heden mevr. van Hall te Rijswijk tot een jaar gevan genisstraf. De eisch was 8 jaar. Vli egoh gel ukken Berlijn, 2 Mei. Het luchtschip van Siemens Schuckert maakte gb aren een opstijging en beliep averij bij de landing. Het hoogtestuur en de schroef werden vernield. Hedenmiddag had de eerste proef tocht plaats van het Suchard-lucht- sohip dat over den Atlantischen Oce aan naar Amerika zal oversteken zoo heet het. De vlieger Höffli is te Johannis- thal doodgevallen. Hij bestuurde een Gödtko's vliegtuig. Onze landgenoot Sommer is te Frankfurt a.M. gevallen en is ernstig gekwetst. Weer een boot vernield. Konstantinopel, 2 Mei. Bij het eiland Samograke is de sleephootZe- mendas, die de zeeëngten in de Aegëi- scbe zee inspecteerde gisteren op een mijn geloopen, die ontplofte. De sleep boot werd vernield 12 soldaten kwa men om, 1 man werd gered. Inbraak Allg. Electr. Gesellschaft. De Amsterdamsche recjhtbank ver oordeelde heden den den 18-jarigen electricien Tilarski tot 21/2 j., de 21- jarige koopman Postma tot 4 jaar; de 19-jarige Ruyvers en de 23-jarige Packhnys tot 5 jaar en de 25-jarige bierbottelaar Symons wegens heling tot 4 jaar gevangenisstraf. ONTVANGEN eene buitengewoon groote Collectie Nouveauté's in Costumes tailleur, Mantels, Robes, Blousen, Rokken, van de goedkoopste tot de beste soorten tegen de meest concurreerendè pry zen. Specialiteit in Nouveauté's Bekroond op diverse Tentoonstellingen met de hoogste onderscheiding. an het Koninklijk Meteriologisi Instituut te DE BILDT. Hoogste barometerstand 768.2 te Seydisfjord, laagste stand 750.5 te Horta. Verwachting tot den volgenden dag. Zwakke tot matige zuidwestelijke tot zuidelijke wind, licht tot half be wolkt, weinig of geen regen, mogelyk nachtvorst, overdag zacht weer. BURGERLIJKE STAND. GOUDA. GEBOREN30 April. Johannes Theodorus, ouders M. J. de Jong en E. W. Luijnenburg. 1 Mei, Adria- nus, oudérs B. Weeldenburg en M. 8. Janssen. GEHUWD: 1 Mei. G. H. Huffener en J. M. Borst. - J. A. van Gennep en D. M. Borst. J. Gerritsen en A. Kruijt. L. de Bruin en E. C. Broekhuijzen. F. Groeneweg en S. Burger. L. Barreveld en J. van Zee Exalto. A. P. Vermeij en G. O. Overeijnder. S. G. van Schaik en J. M. Koridon. OVERLEDEN30 April. A. Quispel, 72 j. 1 Mei, J. Matze, 12 j. *F. H. Reebeen, 33 j. VAN DEN Effecten bundel te Amstet-dam 2 MEI 1912. Staatsieenineen. K Ned. Cert. Werkelijke Schuld 3 pet. 793/t 79l6/i„ Oostenr. Belastingvrije Kronenrente 4 pet. 899/16 90 Port. Obl. 3de Serie Amort. Schuld 3 pet. 649/ie 643/% Russische Obl. 1906 5 pet. 1Q09/Ifi 1001% ld. Obl. (Gr. Russische Sp w .mij1898 4 pet. 871 /g 883/% ld. Obl. (Nicolai Spoor weg) 1867-69 4 pet. 92% 92% ld Obligatie 6e Emis sie 4 pet 87Vja 87 y4 Japan. Obl. 1899 4 pet. 86 Mexico Afl. Binnenland Obl. 6 pet. 46% Brazilië. Funding Lee ning 5 pet. 1037/ia d. Obl. 1889 4 pet. 85'/j V ene?uela DiplSchuld 1905 3 pet. 08% &8i% Itank- en Crediet-Instel- lingen. Ned. Bankaandeelen 217 Industr. Ondernemingen American Car Foun dry Oomp. C. v. A. 59Va 90 ld.Smelting &Rofining Co. Cerfc. Aand. 83,6/,e 861 /2 Anglo American Tele graph Cy. Cerfc. v. A. 255, U. S. Steel Corp. Cert. v. )w. Aand. Y0i,/iö 71 Kul. Jrediet lnstell. en Cultuur Ondernemingen Handelsver. „Amster dam" Aand. 208% 209 Jav. Cultuur Mij. Aand. 329 '/2 331 Ned. Handel-Mij. C.v.A 189% Mijnbouw Mijeii. Ketahoen" Mynbouw Mij. Gew. Aand. 63% 53% Redjang Lebong, Mijn bouw Mij. Aand. 342360 Great Cobar Aand. 96 98% Petrolenm-Ondern. Dorische Petroleum In dustrie Mij. Gew. A. Kon. Ned.Mij.totExpl. v. Petr. Bronn. C.v.A Shell" The Transp. Trad Cy. C. v. G. A Scheepvaart My en. Ned.-Am. Stoomvaart- Mij. Aand. Stoomvaart-Mij. „Zoe- land" Preferente A. Int. Mercantile Marine Cy. afgost. Pref. A. Tabak-Ondernemingen Bindjey Tabak My. A. Diversen. Maxwel Land Gpant Cert. v. Aand. Peruvian Corporation Iim. Cert. v. Aand. Spoorwegen. Holl. IJzeren Spoor wegmij. Aand. Mij. t. Expl. v. Staats spoorwegen Aand. Zuid-Italiaan. Spwmij. Serie A-H Obl. 3 pet. W arschau-W eenen Spoorwegmij. Aand. dito dito Act. de Jouiss. i Amerika. Atchison Alg. Hypb. Obl. 4 pet. Erie Spoorweg-Mij. Gew. Aand. Union Pacific Railroad Cy. Cert. v. gew. A. Wabash Gew. Aand. Premieleeningen. Amsterdam Aand. 3 pet Hongarije. TheLss-Re- gulirungs-Qes. 4pqt. GELDKOERS. Prolongatie 5 pCt. Nat. en Buitenl. Staatsfondsen wei nig varieerend. Van Mijnen Redjangs willig, Cobers en Ketahoens vast. Tram waarden prijsh., Tradings vast, Mari newaarden lusteloos en iets hooger, American Smeltings bijzonder vast, Pe troleum wat beter, vooral Geconsoli deerde Tabakken iets hooger, Culturen prijsh. Rubbers iets minder. 16717 537 V 500 172 109 19% 98'/, 4'/, 10"7,« 97 633/„ 186'/. 1100.— 98'/., 36'/, 171 8 V. 99"/, 150' 536'/, 105 98'/, 87'/, 68'/, 98 36'/, 172 8 100'/,, 150'/,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 2