:ts,
a n d e 1.
SEL
MEE
IERK te lettel.
v.n
NDER,
gschllder
nbevolen voor
zaamheden op
,ief gebied.
morden eon-
No. 11886.
on
Eerste Blad.
unmu
Can tDuiatara SaaR.
Het Verslag der
Grondwetscommissie.
WARENHUIS, Spuislr. Den Daag.
■V Alle Luxe- en lluisli. Artikelen.
Gouda.
Heeren
rag!
IDE,
is Genoegen”.
AZONEN
FEUILLETON.
S-q.itexxla,rxd..
Zaterdag 8 Juni 1913. 51e Jaargang.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon ïnterc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
len dag geldig.
MM
(Uit het Fransch.)
(Wordt vervolgd.)
nitZn^Goada
Dit Nummer beataat uit twee
bladen.
BIJL,
3AART la.
t en tnet S3
.TIES honden
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
adruppela I
i t l.7«.
lór 16 Juni
en 7* et.
j geregeld tgdig
ontvangen van
m, varmakelijk-
dan in on»
illens, Terrein
gdemonatratie.
sel.
en Woningtoe-
tandscommiuie
T IN
v.m. 10 uur,
Vereeniging
pakking onzer
dvuldig wordt
separaten van
den man te
op, dat roode
r.H. Nanning,
woord >Kina~
NIET uit owe
Men eiache
BJU.
EEËN worden
in verzegelde
i vijf, twee en
t een Nèd. one
ling van Nom-
s, voorzien van
d Merk, vol-
t gedeponeerd,
de uitvoering
le orders aan
meen kiesrecht bij de uitwerking daar
van het kiesrecht alleen toestaan aan
het hoofd van het gezin, hetzij man
of vrouw. Het valt moeilijk na te gaan
of beide stelsels, ih de wet neerge
logd, inderdaad grooto verschillen met
zich zouden brengen. Het bestaande
artikel uit de grondwet kon do Com
missie niet overnemen, daar slechts
óén lid de geneigdheid daarvoor toonde.
Eon nieuw artikel formuleeren ging
ook niet, ergo, men besloot het arti
kel blanco te laten en de hoop uit
te spreken dat de Regeering er in zou
mogen slagen voor hot moeilijke vraag
stuk de voor ’s lands welzijn meest
bevorderlijke oplossing te vinden.
Had de Regeering van 1905 ver
klaard aan de toen ingestelde Staats
commissie voor grondwetsherziening
dat art. 80 niet door haar in behan
deling behoefde te worden genomen,
daar de Regeering zelf reeds tot een
bepaalde conclusie daaromtrent was
gekomen, de Minister van 1910 vond
het uitgebrachte rapport van 1905
onvoldoende en wilde toen van de in
1910 ingestelde Commissie bovendien
advies op welke wijze art. 80 moest
worden herzien. De Minister zelf stond
nu. aan het hoofd dier commissie en
nu "kon zeker worden verwacht dat
dit kiesrecht-artikel in den juist ge-
wenschten vorm zou worden geredi
geerd. Een uitnemende schare van
politieke mannen stond hem terzijde,
maar van een overeenstemming in
deze is geen sprake geweest. Ondanks
de zoozeer op den voorgrond gestelde
eenheid van beginselen aan de rechter
zijde, heeft de rechtscho meerderheid
geen formuleering kunnen vinden,
waarin dat beginsel is belichaamd.
Het artikel 80 is blanco gelaten,
en met den Minister aan het hoofd
draagt deze rechtsche politieke Com
missie de zorgen daarvoor over aan
de Regeering.
Is dat nu de kracht van het be
ginsel rechts?
De stroomingen, die hun richting
nemen naar het organisch kiesrecht
zijn niettemin gevaarlijk voor de vrij
zinnigen, daar met het individueel
kiesrecht wordt gëbroken. Deze Staats
commissie heeft slechts haar advies
gegeven, maar niet onwaarschijnlijk
zou het zijn, dat de Regeering, wan
neer het tot een grondwetsherziening
Zooals reeds is medegedeeld heeft
de Staatscommissie voor grondwets
herziening ingesteld bij Kon. besluit
van 24 Maart 1910 haar verslag uit
gebracht aan H. M. de Koningin,
onder bijvoeging van een nieuw-ont-
werp van de grondwet.
Zooals ook uit de opgenomen arti
kelen met betrekking tot het kiesrecht
en het onderwijs, door deze commissie
uitgedacht, is gebleken, is er in dat
verslag een geest van reactie op te
merken.
Wanneer wij de voorgestelde wijzi
gingen betreffende bovengenoemde
punten en andere van even ingrij
penden aard nagaan, dan blijkt, dat
dit verslag allerminst weergeeft de
richting, waarin door de vrijzinnigen
een grondwetsherziening zou worden
gewenscht.
Twee jaren heeft deze Staatscom
missie, waarin zitting hadden de voor-
naamsten uit de politieke partijen, in
verhouding zoodanig, dat rechts daarin
een meerderheid had, gewerkt met
den Minister van Binnenlandsche
Zaken aan het hoofd. De thans af ge
leverde arbeid geeft blijk, dat met be
trekking tot het kiesrechtvraagstuk,
dat zeer zeker een der voornaamste
punten was die onder de oogen moes
ten worden gezien, geen overeenstem
ming onder de leden is tot stand
kunnen komen. Voor het bekende art.
80, dat in de bestaande grondwet van
de kiesgerechtigden een zekere mate
van maatschappelijken welstand ver-
eischt is geen formuleering kunnen
gevonden worden, die een meerder
heid in de commissie kon accepteeren.
Er was een sterke strooming merk
baar ten gunste van het gezinshoofden
kiesrecht, welke strooming zich echter
weldra splitste in twee beddingen, die
niet weder tot elkaar konden komen.
De een© werd gevormd door de voor
standers van een principieel gezins-
hoofdenkiesrecht, hetwelk als voor
waarde stelt dat aan den man het
kiesrecht wordt toegekend de andere
door hen, die uitgaande van een alge-
de schouders op, zeggende„Het is
niet de moeite waard! Ik had hem
graag een oorvijg gegeven, vooral toen
hij voortging nU moest eens aan me
neer Stangerson vragen, wie persoon
lijk dien sleutel bij zich had?”
„Mijn dochter”, antwoordde de oude
heer.
„Dat verandert de zaak”, riep me
neer De Marquet uit. „Als juffrouw
Stangerson dien sleutel altijd bij zich
droeg, moet de moordenaar haar dien
nacht hebben opgewacht om haar dien
te ontstelen, en dan heeft de diefstal
pas na den moord plaats gehadMaar
na den moord waren er vier personen
in het laboratorium Ik begrijp er
nu niets meer van
En meneer De Marquet, die zich
nooit zoo gelukkig voelde, als wanneer
hij iets niet begreep, herhaalde hoogst
opgewonden
„Ik begrijp er niets van
„De diefstal moet voor den moord
hebben plaats gehad”, antwoordde de
reporter. „Dat is ontegensprekelijk
waar, om de redenen, die u noemde,
en om nog andere, die ik weet. En,
toen de moordenaar in het paviljoen
is doorgedrongen, had hij den sleutel
reeds in zijn bezit”.
„Dat is onmogelijk”, zei meneer
Stangerson zachtjes.
ook tegen dit voorstol hun ernstige
bezwaren in een afzonderlijke nota
kenbaar gemaakt.
Na deze zijn er nog andere bezwa
ren. Prof. Oppenheim heeft in een
afzonderlijke nota uiting gegeven aan
het ernstig algemeen bezwaar, dat hij
koestert tegen den geest, waarin de
door de Staatscommissie voorgestelde
herziening zich beweegt, die hom toe
schijnt or op te zijn gericht, althans
er op te zullen uitloopon het stelsel
van het Nederlandsche Staatsrecht oen
even ingrijpende als bedenkelijke ver
andering te doen ondergaan. Mot name
heoft Prof. Oppenheim daarbij gewe
zen op hetgeen wordt voorgesteld met
betrekking tot de wetgevende macht.
Wegens dit stelsel zou aan den
Koning alleen alle staatsmacht toebe-
hooron en zou do Staten-Generaal
eenvoudig als een lichaam van advies
worden aangemerkt. Een dorgelijke
regeling behoort thuis in een monar-
chalon staat en hot denkbeeld daar
van druischt in tegen een ontwikke
ling in democratischen geest.
Wanneer straks, „Het Vaderland”
maakte er reeds molding van, door
Minister Heemskerk oen grondwets
herziening zal worden ingediend, dan
behoeft men zich niet te vleien met
de gedachte dat de Minister zijn voor
stellen wel zal wijzigen in dien geest,
dat de vrijzinnigen die gaarne accep
teeren. Zooals de rechterzijde thans
in het parlement is vertegenwoordigd
zal do Minister zeker datgene trachten
te verwezenlijken wat de vrijzinnigen
juist niet wenschen, de liberale
grondwet te hervormen naar oen niet-
liberaal model. Ongetwijfeld zal dat
een product zijn van eon rftactiqn-
nairen geest.
De machtspositie der rechterzijde is
daarom eon gevaar, dat niet moet
worden onderschat. Moge thans dit
verslag der grondwetscommissie als
een waarschuwend sein de vrijzinnigen
in de ooren klinken om zich to stollen
als óón man tegenover die groepen,
die het op den ondergang hebben ge
munt van de liberale inrichting van
den Nederlandschen Staat.
30)
Alles wat ik had gedaan, om tot
mijn besluit te komen, was zorgvuldig
naar vervolg opgeteekend en geïllus
treerd met fotografieën en teekenin-
gen. Dat alles lag daar gerangschikt.
De man heeft mij alles ontnomen
mijn dochter en mijn werk mijn
hart en mijn ziel
En de groote Stangerson begon te
schreien als een kind.
We stonden stil om hem heen, be
wogen door die groote droefheid.
Alleen Rouletabille was doodbedaard
naar de kast gegaan, alsof zijn kost
bare tijd en zijn roeping op aarde hem
niet toelieten over de menschelijke
ellende te treuren, en verbrak het
plechtig stilzwijgen, dat er tuaschen
ons heerschte.
Hij gaf ons eenige verklaringen over
de wijze, waarop hij er toe gekomen
was, aan een diefstal te gelooven, door
de gelijktijdige ontdekking van de
aanwijzingen, die hij in de toiletkamer
komen mocht, van dit advies gebruik
zou maken om in diën geest hare
voorstellen in te dienen.
Tegen een zoogenaamd organisch
kiesrecht dient door de vrijzinnigen
te worden gewaakt.
Inzake het Onderwijs en de Kerk
genootschappen viert het clericalisme
hoogtij. Uit de Staatskas zal worden
geput voor alle kerkgenootschappen,
ook voor die, welke voor een nieuwe
doleantie zich in de toekomst gaan
vormen. Elke secte of elk sectetje,
dat ontstaat of zich afscheidt van an
dere gezindten, dank zij de groote
verdeeldheid op het gebied van den
godsdienst, wordt gesubsidieerd van
Staatswege. De Staatskas zal daarvoor
voortaan naar don maatstaf van voor
elk vol duizendtal leden, f 455.jaar
lijks uitkeeren. Zooals bekend keert
de Staatskas sinds 1815 aan do be
staande godsdienstige gezindten vol
gens art. 171 een jaarlijkscho bijdrage
uit, omdat in het laatst dor 18e oouw
de inkomsten uit kerkelijke goederen
aaq den Staat zijn getrokken. Die
regeling w»s alleszins billijk. Wat thans
echter wordt voorgesteld heeft vol
strekt geen raison en kan den Staat
millioenen kosten.
Naar hetgeen Minister Heemskerk
reeds over het Onderwijs had doen
blijken, deed hot geen groote verwach
tingen koesteren, watfde Commissie
daaromtrent zou voorstellen. Dit is
dan ook gebleken juist te zijn. Het
gewijzigd art. 192 geeft te verstaan,
dat het lager onderwijs, van over
heidswege te geven, onder eerbiedi
ging van de godsdienstige gevoelens
van de ouders der schoolgaande kin
deren slechts wordt verstrekt, voor
zoover zich een behoefte openbaart
aan ander algemeen lager onderwijs,
dan waarin door de ingezetenen wordt
voorzien. In de kosten van dit laatste
(het bijzonder onderwys) Wordt, onder
voorwaarden en regels door de wet te
stellen, door de openbare kassen voor
zien, op gelijken voet als zulks ge
schiedt, ten aanzien van dit onderwijs
op scholen van de overheid uitgaande.
Hiermede is dus gezegd dat voor het
bijzonder onderwijs nog wat meer zal
worden binnengehaald, waarmede de
strijd is aangebonden tegen de open
bare school, die men wenscht terug
te dringen.
Is het wonder dat in een nota de
heeren Van Doorn, Drucker, van der
Feltz, Cort van der Linden, Oppen
heim en Tydeman hunne bezwaren
had gevonden en van het leegzijn der
kostbaarste kast in het laboratorium.
Hij was maar even door het labora
torium gegaan zei hij maar het eerste
wat er hem had getroffen, was de
vreemde vorm van het meubel geweest
de stevigheid, de ijzeren constructie,
waardoor het tegen brand bestand was,
en de omstandigheid, dat in een der
gelijk meubel de sleutel in het slot
stak. „Men houdt er gewoonlyk geen
brandkast op na, om die open te laten
staan Dat koperen sleuteltje, dat
van een bijzonder vreemden vorm was,
had blijkbaar de aandacht getrokken
van Rouletabille terwijl zij er niets in
zagen dan een middel tot opsluiting,'
had het hem dadelijk aan diefstal
doen denken.
Meneer De Marquet was getroffen
en wist niet of hij zich moest verblij
den, omdat de reporter de zaak vooruit
had gebracht, of dat hij het niet zelf
had gedaan.
Ons beroep brengt dergelijke onaan
genaamheden mee, maar we mogen
niet kinderachtig zijn en moeten onze
eigenliefde ter zijde zetten, als het gaat
om het algemeen belang. Meneer De
Manpiet wist zich dan ook te beheer-
schen en voegde zijn gelukwenschen
bij die van den heer Dax, die er niet
zuinig mee was. De jonge man haalde
De reis naar Malta.
Een minister kan in het algemeen
geen stap buiten zijn gewonen weg
doen of oogenblikkolyk zoekt de pers,
die in dat geval uiting is van wat er
Mathilde heette, maar uit de twee
laatste letters kon ik niets maken. Ik
legde de krant dus weg en dacht aan
iets andersVier dagen later, toen
de kranten den moord op juffrouw
Mathilda Stangerson meldden, herin
nerde ik mij weer de letters van de
advertentie. Ik had do twee laatste
vergeten en vroeg het nummer van
de krant, waarin ik zag, dat ze S. N.
waren. Toen riep ik uit Stangerson
Ik sprong in een rijtuig en reed naar
het postkantoor no. 40. Ik vroeg
„Heeft u ook een brief onder letter
M. A. T. H. S. N. Dp beambte ant
woordde mij„Noen I” En toon ik hem
smeekte om nog eens goed to zoeken,
sprak hij„Ik neb wel een brief ge
had onder die letters maar ik heb
hem vier dagen geleden aan een dame
afgegeven. Nu komt u er om vragen
en eergisteren was er ook al een heer
om 1Ik heb nu genoeg van die
aardigheid Ik wilde den beambte
ondervragen over de twee personen,
die om den brief waren geweest, maar
hij antwoordde mij niet
tegen dit, de openbare school belagend
voorstel krachtig hebbenjiiteengezot,
waarbij zij tevens, ter tegemoetkoming
aan de gegronde bezwaren tegenhet
bestaande artikel oen voorstel hebben
geformuleerd, waarin do gelegenheid
wordt geboden het bijzonder onder
wijs geldolijk te steunen.
Zij meenen, dat aan de oischen, die
aan een Grondwetsartikel betreffende
het onderwijs gesteld moeten worden,
zou worden voldaan door oen artikel
als het volgende
1. „Het onderwijs is een voorwerp
van de aanhoudende zorg der Regoe-
ring.
2. Het geven van onderwijs is vrij,
behoudens net toezicht der Overheid
en bovendien, voor wat het lager en
middelbaar onderwijs betreft, behou-
defis het onderzoek naar de bekwaam
heid en de zedelijkheid van den on
derwijzer het een en ander door de
wet te regelen.
3. Het openbaar onderwijs wordt
geregeld bij de wet.
4. Het openbaar lager onderwijs
wordt zoodanig ingericht, dat nergens
voor de ingezetenen de gelegenheid
ontbreke om hun kinderen in het ge
not te stellen van onderwijs, waarbij
hun godsdienstige overtuigingen wor
den geëerbiedigd.
5. De wet stelt de voorwaarden
vast, waarop ten behoeve van bijzon
dere scholen geldelij’ke bijdragen uit
’s Rijks kas kunnen worden gegeven.
6. De Koning doet jaarlijks van
den staat van het onderwijs aan de
Staten-Generaal verslag geven.”
Deze artikelen zijn een waarborg
voor het grondwettig bestaan der
openbare school.
De meerderheid der Commissie wil
den invloed der Eerste Kamer ver-
grooten en heeft daarom uitgedacht
haar toe te kennen „een recht van
regres”, d.w.z. het recht om wetsont
werpen door de Tweede Kamer aan
genomen, aan dit College terug te
kunnen zenden om de daarbij aange
geven wijzigingen te overwegen. Op
deze wjjze wordt alle verantwoorde
lijkheid van het niet-totscandkomen
van een wet uitsluitend det Tweede
Kamer op den hals geschoven. Dit
recht van regres is feitelijk biet anders
dan een amendementsrecht, zij het
dan in beperkten vorm, en dat juist
is in strijd met het tegenwoordige
staatsrecht. De vrijzinnige commissie
leden Mrs. van Doorn, Drucker, Cort
van der Linden en Oppenheim hebben
G0UD8CHE COURANT,
ezx ^.cL^rertezxtie'bleud. voor G-o-ulcLsi. ©otl OxxxstreUxzexu.
PRIJS DER A D V E R T E N TI N
f 1 25 ^an ,r’ 8ewone regels met bewijsnummer I 0.55
1 50 Elke regel meer .0.10
Met Geïllustreerd‘Zondagsblad1.50 Bijdrieachtereenvolgendeplaatsingenwordendezetegentweeberekend.
Idem franco per post1 90 K JCzJ JJ Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit-
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange betaling, elke regel meer 0 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Tiendeweo 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de PostkantorenGroote letters en randen naar plaatsruimte.
„Het is zoozeer mogelijk, dat ik er
hier het bewijs van heb”.
Die drommelsche jonge man haalde
een nummer van „l’Epoque” te voor
schijn, van den 21sten October (de
misdaad had plaats in den nacht van
24 op 25 October)hij wees ons op
een advertentie en las „Gisteren werd
er in de magazijnen van la Louve een
satijnen reticule verloren. Zo bevatte
verschillende dingen, waaronder een
koperen sleuteltje. De vinder kan op
een flinke belooning rekenen. Hij
wordt verzocht, poste restante te
schrijven aan het postkantoor no. 40,
onder deze letters M. A. T. H. S. N.”
„Duiden die letters niet op juffrouw
Stangerson ging de reporter voort.
hIs dat koperen sleuteltje niet het
hier aanwezige Ik lees altijd de
advertenties. Dat moet men in mijn
vak doen Het leert heel wat intri
ges ontwarren. Deze advertentie trof
mij vooral door het geheimzinnige
waas, waarin de vrouw zich hulde,
die eenvoudig een sleutel had verloren.
Ze moest wel waarde hechten aan
dien sleutel, dat ze er zulk een flinke
belooning voor over had. En ik dacht
aan de lettersM. A. T. H. 8. N.
De vier eerste wezen mij dadelijk op
een voornaam. Ik begreep, dat de
dame, die de reticule had verloren,