llliegdemonstraties te Gouda GROOTE Rijwielen niiiïym van 16 tot en met 23 Juni 1912. op het groote terrein van den heer L. Hondijk in de ACHTER WILLENS. Toegangsprijzen t 0.23, t 0.50 en t I.-. BÜRSERWOOMIS, Rmadruppels bV„,„. ERMRUE WAARSCHUWT tegen de Tariefwet| Dr. C. H. FELIX, Eet Anti-Tariefwet-Comitê BALT. A. DE JONG, W Uitsluitend Linnen Goederen 'LAATti vaan unbluCC^ls] JRANT verleent op deze pryzen t Zie daarvoor de Bon In dll nummer door den Ilotterdanaschen Vliegenier imun^ net gebeele terrein wordt omringd met groote zeilen, totaal e.a. 9400 M2. oppervlakte. He ze Zeilen, alsmede de Hangar en de Vleugels der Blerlot-macblne zijn voor reclame-doeleinden beschikbaar. De voorwaardeu voor deze en andere reclames zijn te bekomen aan bet BURGAI) van de GOHB8CHE COVBAflT. Ue GOUDSCHK COURANT verleent op deze pryzen aanmerkelijke reductie. Burgers E. H. B. Bover en Nederl. Kroon Gevestigd DEN HAAOjDacndelsstraat 15 ooiiiAiinr». Haar werken. De en Tricot- eu Beformgoedereii Glacé- en andere Handschoenen van Laimböck, Tyrol Dr. NANNING's KINADRUPPELS Mo. 11886. Zaterdag JS Juni 1912. 51e Jaargang. lsTi©-a-"ws- szx u^.d.Tr©rt©a©.ti©ToistcL -voor Q-ou-d-o. em. OaM.str©Hs:©3a„ Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. Tweede Blad. Sf/Y ons (Tarlemenf. VüRGADüillVG VLVOEKÏIEEÏÏMWD Verkrijgbaar bij de BEURS' VLKGDEMONSTRtTIES JAN VAN BUSSEL Inlichtingen: Bureau Prinsengracht 721 AMSTERDAM. munten nit in alle opzichten. "Wij leveren onze RIJWIELEN in iedere gewenschte monteering. ALUMINIUM-VELGEN, DR1EVERSNELLINGSNAVEN, OLIEBAD- KETTINGKASTEN en TORPEDO-REMNAVEN in voorraad. Vraaft prijzen en prl|ecouranten. Reparatie-Inrichting. Aanbevelend, "B TTTTT T V7JT A W LANGE r. Al U LJÜuiYJL AIM TIENDEWEG lü. Spreekuur: Alle werkdagen van 1—3. 4 TE HUUR een Turfmarkt 108. Te bevragen TURFMARKT 110. Coiffeur. Oosthaven 31. in prima kwaliteiten. Levering van alle soorten van Dr. NANNING verkrijg- Drogist, Wijd straat 29. van JANSEN k TILANTJS, Friezenveen. Hemden, Boorden, Dassen, Kousen, Sokken, Bretels enz. Bestrijding van Bloedarmoede, Bleekzucht, Malaria. iBinnenkoorts) Algemeene Zwakte, voortdurende Hoofd pijn en Gebrek aan eetlust zijn alleen ECHT met den naam Dr. H. Nanning buiten op de roode doos en nevenstaand fabrieksmerk. Volkomen nlkoliolvrjj. Prijs f 0.75. I)r. II. MANNING'S Pluurm. Chemische Fabriek, Den Hui MAI1KT 43, - GOIDt naast IMS GOMDE GOHMT. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendf.weg 64, by onze Agénten, den Boekhandel en de Postkantoren. f 1.25 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer- „0.10 Bjj drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatdï-uimte. TWEEDE KAMER. De Bakkerswet verworpen! De „appel van twist" is van het parlementair menu verdwenen zonder do Eerste Kamer te bereiken. De Tweede Kamer heeft gelukkig niet ten pleiziere van den Minister oen „regeling" goedgekeurd, die eigenlijk geen regeling was, maar een plomp verbod, dat geen rekening hield met historisch geworden en volkomen eer bied, waardige toestanden. De brave heer Brummelkamp, wien men moet nageven dat hij do bakkersgezellen ook in hachelijko momenten trouw bleef, heeft do Bakkerswet eens ver geleken met hot bekende weefsel van Penelope dat nooit gereed kwam, of, beter nog, met het werk van den armen Sisyphus in de onderwereld* die telkens als hij met bovenmenscho- lijke inspanning den steen tegen den berg had opgerold, het moest beleven, dat een onzichtbare hand hem weer naar beneden deed rollen, zoodat hij dan gedoemd was opnieuw te be ginnen. Na een lange, te lange lijdensge schiedenis, is het „weefsel" den 5on Juni in vlammen opgegaan, de „steen" (des aanstoots) is in den afgrond ver dwenen, voorgoed. Met 49 tegon 42 stemmen is de Bakkerswet afgestemd. Het was geen toevalligheids-stemmingallerminst. De negen afwezigen twee liberalen die niet aanwezig konden zijn wegens verblijf in het buitenland en zeven mannen van Rechts waren allen tegenstanders der wet. Wat de rocht- sche heeren aangaat, van dr. Kuyper was dit officiëel bekend; hij kon dit maal over een boginselbozwaar niet heen komen on bleef den gan- schen dag uit de buurt van het Bin nenhof, do zes anderen (Blum, Arts, van Nispen, do Montó verLoren, van Aach van Wijok en van Wieken) waren bij de stemming afwezig, maar wij zagen ben allen kort na de stemming in de vergaderzaal: zij hebben dus klaarblijkelijk de stemming ontloopcn om niet tegen hun Minister te stera men. Alleen ware het handiger ge weest dit kunnen zij nog van den Leider loeren wanneer de heeren niet terstond daarna zich vertoond hadden. De verwerping is geen gering échec voor Talma, voor het Kabinet en voor de Coalitie. Wij hadden 't niet gedacht. De vrij algemeen gekoesterde verwachting was dat de veelbesproken Bakkerswet in deze Kamer de eindstreep wel zou passeeren, om dan vermoedelijk door den Senaat te worden afgewimpeld. Maar die verwachting is niet uitge komen. Tien Christelijk-historischen, zes Katholieken en twee Anti-revolu tionairen, te zamen dus 18 man van Rechts, hebben den moed hunner overtuiging gehad om tegen den Mi- nisterihnn stem uit te brengen en telt men or de zeven absenten van Rechts bij, dan komt men zelfs tot 25de kleine helft der Rechterzijde moet dus van dit soort sociale wetgeving niets hebben. Dit is verblijdend en het moge den heer Talma een les zijn bij zijn verder werk. Hij heeft bij de behande ling der Bakkerswet telkens goede denkbeelden met zijn „onaannemelijk" weggewerkthet resultaat is geweest dat znn geestverwanten, die al hun b®»t deden om de wet zóódanig ge wijzigd te krijgen dat zij er hun stem aan zouden kunnen geven, ten slotte van hun recht hebben gebruik ge maakt en geweigerd een wet, waar tegen zij zoo vele en ernstige bezwa ren hadden, te helpen invoeren. Vooral voorde behandeling van de Ziekte- en Raden wet kan het gebeurde nuttig zijn. Ook in de Ziektewet zit veel goeds, dat velen toelacht. Op enkelen na,4die zich strak verzetton tegen het vorplicht-zyn der verzeke ring, zijn allen het denkbeeld dat aan die wetten ten grondslag ligt, goed gezind. Maar do uitwerking in Talma'i ontwerpen leveren voor velen, behalve grondwettige, ook diepgaando prae- tischo bezwaren op, waarovor niet ge makkelijk is heen te stappen. De Mi nister zal dus hierbij wat voorzichtiger moeten zijn bij hot afwijzen van wat uit de Kamer wordt voorgesteld, wil zijn sociale verzekoring niet den weg der Bakkerswet opgaan, in welk go- val do Minister zelf natuurlijk, maar ook het geheolo Kabinet doodelijk zon getroffen zijn. Deerniswaardig klonk do verklaring van den Minister waarom hij niet was heongegaan. Het kwam hierop neer Indien men mij v r o e g o r, drie, twe* of één jaar geledon had beduid, dat men in mijn beleid geen vortrouwen stelde, zoo ware ik terstond heenge gaan. N u is het echter to laat, nu kan ik, Talma, niet meer terug, nu mag en kan ik niet weggaan met 't oog opnu ja, de Minister zei 't er niot bij, maar een ieder gov^dq. het, mot 't oog op do coalitiepolitiek. Do Minister mag niet heengaan, moét blijven, want 1913 nadert mot al te rassche schreden, het moet nu, of nooit Wij benijden den Minister niet, die onder zulke omstandigheden tot aan blijven genoopt wordt on wij, die don heer Talma eonigszins kennen, zyn overtuigd, dat deze bewindsman na dit echec, na dit afstemmen van oen wet die hem lief was, die hij met groote tegenwerking en het zij gaarne erkend met grooten ijver, toewijding en kennis heeft verdedigd, niots liever had ge laan dan terug treden on wellicht weder predikant worden. Doze predikant heeft zich niet zonder opzet vooraan in den politieken strijd gowaagd, zijn goede nart bracht hem op het terrein van do sociale wetgoving, zijn handigheid en welbespraaktheid bracht hom op het gestoelte der eere, hij heeft da oer er van gonoton, maar do droomen zijn hem niet bespaard geblevon Denzelfden middag van don verwer ping der Bakkerswet, als ware or niets gebeurd, kwam de hoer Talma weer achter de groene tafel voor de ver dediging van het ontwerp betreffende den Amerikaanscho kruisbessenmeel- dauw. En den volgenden ochtend brandde de heer van Idsinga weer tegen Zijne Excellentie los, op grond van het revolutionnaire, ongrondwet tige, verderfelijke en ontbindende van 's Ministers Raden wet. Waarlijk, deze Minister heeft niet do meest benijdens waardige portefeuille! Wij laten de grondwettelijke bezwa ren tegen de Raden van Arbeid na op dit oogenblik onbesproken. De Minis ter zal er wel aan tegemoet komen, nu achtereenvolgens gezaghebbende maunen als van Idsinga Loeff en Treub die grief hebben onderstreept en hij tegenover de juristen nooit sterk staat, maar wat was de rede van den heer van Idsinga weer vernietigend- voor den „Christelijken" staatkunde. Hij toonde aan hoe deze ontwerpen lijn recht stonden tegenover wat hij als antirevolutionnair beschouwde. Niet foei neen dat 's Ministers voor stellen niet antirevolutionnair waren. Hij, mr. van Idsinga, zou zich wel hoeden voor de bewering dat hij alléén wist wat antirevolutionnair, was, 'nu men daaronder zoo tegenstrijdige zaken verstond Kon scherper vonnis geveld over de antirevolutionaire beginselen en de daarop gebouwde politiek? Het is haast alles woordenspel, do politiek van Kuyper. Komt het op daden, op werk-loveren aan, dan ligt hooi de phraseologie tegen den grond, scheldt de eene antirevolutionair, den ander voor socialist en wat niet al. Eu bij dit alios meent de Leider, dio vroeger ook lijnrecht stond tegenover het be ginsel dor vorplichte verzekering, dit nu opeens te kunnen goedpraten mot... een beroep op artikel 36 van zijn ge loofsbelijdenis. Wat x^ordt dit alles toch misbruikt I)o heer Duys, die weer oen echt Duysche rede hioid, knetterend on schetterend naar allo kanten, lawaaierig on daarmee bedervend het ongotwijfeld knappe wat in hot geratol vorloron ging, hoeft een goed werk gedaan met dit punt nog eens te belichton. Toen hij in zijn eerste rede aangetoond had, hoo dr. Kuyper op grond van bijbel teksten precies had vorklaard wat hem op 't moment in den kraam to pas kwam, was er in do Kamer om dit inderdaad vermakelijk gegoochel ge lachen. Gevolggroote verontwaar diging in „Do Standaard", het lyf- orgaan van don heer Kuyper. Die boozo liberalen haddon hu woor eens hun waren aard getcfond, door ie spotten om het heilige, Qnz. Hiertegen jUi is do heer Duys Jhet kracht en klom opgekomen on eons en voorgoed hoeft hij vastgesteld, dat hij noch zijn Linkscho mode leden, hadden gelachen om den inhoud der teksten en dat dit ongepast zou zijn, maar dat er gelachen was om hot kneeden van de teksten door den hoer Kuyper als ware hot was. En, zoo voegde do heer Duys or raak-ondougend aan toe, daarom heeft ook do Minister mee- gelachen. Minister Talma vond dit niet prettig, maar het was juist; ook wij waren er ooggetuige van on wij verwonderen er ons geen oogenblik over, dat zelfs de oud-predikant Talma zat te schuddon om het komische ge bruik (lees m i sbruik), dat dr. Kuypor van de Heilige Schrift weet te maken. I)it is inderdaad belachelijk, maar ook treurig tegelijk. Velen loopen er nog in liedon van weinig ontwikkeling golooven een betoog op grond van de Schrift en vooral van een groot man als Kuyper en beredeneert hij over een jaar of wat precies het tegenover gestelde, och dan is men hot vorige gepraat cn geschrijf al weer vergeten. Zoo wordt do Bijbel „uitgelegd" boter ware i n gelegd voor allerlei doeleinden, waarvoor hij zeker nooit gegeven is. Het is eigenlijk ergerlijk, al kan men er wel eens om lachen. Door de Algemeene Beschouwingen over do Raden- en Ziektewet zijn we thans heen. Reeds in artikel 1 der Raden wet is do Kamer vastgeloopen. De serie amendementen van den hoer de Savornin Lohman, die daarin ge formuleerd heeft tegen welken prijs hij de verplichte verzekering (waarVan hij eon der hardnekkigste tegenstan ders was) wil koopen, zijn thans in studie bij de Commissie van Voorbe reiding, die de Kamer zal adviseeren wat zy nu te doen heeft. Moet men kalmpjes de Radenwet afdoen (wat een paar weken kan kos ten), opdat bij aanvaarding der. amen- dementen-Lohman wellicht zal blijken, dat al die tijd vermorst is, omdat de heer Lohman 't zonder Raden wil? Dit zou onverantwoordelijk zijn; de Radenwet zou dan gevaar loopen, wat voor den Minister veel onaange namer is dan daarvóór de regeling van den h*er Lohman te aanvaarden en de Radenwet te laten vervallen. Wij hopen dan ook, dat de Commis sie een middel zal vinden om den Kamer een uitspraak te ontlokken omtrent het idee-Lohman torRoodhuizen door do voorstellers terecht werd ingetrokken, ten einde een onzuivoro stemming te vermijden. Intusschen is het een veeg voor- teokon dat hot wagentje reeds bij den afrit in het zand zit: de beraadsla gingen moesten Vrijdagmiddag go- schorst, ten einde te wachten op een adres van de Commissie van Voorbe reiding, nog wel van de voltallige (mot plaatsvervangende leden en bij zitters), wat tyd kan kosten Moot het zóó verder gaan? Dan komt er vóór het recès zeker niets van terecht. Laat de Minister de Radenwet laten sneuvelen: dat spaart oen paar weken en haalt er zijn Ziektewet misschien door. Vooral niet te koppig, Excellentie: gedenk der Bakkerswet! vrijheid voor bijzondere en overheids kassen, zonder Raden), hetgeen te meer noodig is nu de motie-ae Kan- VRIJDAG 31 MEI 1912. (Slot). Do Voorzitter: Door don heer Broekhuizen is een amondomont voor gesteld, strekkende om na art. 8 in te voegen een nieuw art. 8a, luidende „Van elke aangifte van hen geval van bosmottelyke ziekto wordt den leider nog dfonzclfden dag bericht ge zonden, die op zijn beurt er de in- spectrice mode ip kennis stelt. Het zelfde geschiedt met de kennisgoving van don behandelenden medicus, dat hot govaar van besmetting geweken is." De heer Broek huizon: M. do V. I Zoo straks heb ik tot u do vraag gerichtwanneer u het niet mot mij eens zijt, hoe stelt u zich dan den gang van zakon voor. Ik heb daarop geen antwoord gekregen. Do Voorzitter: Jk ben niet aan den Raad verantwoording schuldig omtrent mijn taak in zako de uitvoe ring van wetten. B. on W. zijn ver antwoording schuldig aan don Raad maar niet de burgemeester. De heer Broekhuizen: Maar wij kunnen dienaangaande toch in lichtingen vragen De Voorzitter: Do vtaag, hoe ik eventueel zal handeion mot een papier dat aangeplakt zal moeten wor den, kan ik niet beantwoorden, üf dat aanplakken geschiedt door een politie-agont dan wel door oen ander, ik weet hot niet. Ik bemoei mij daar mede niet. De heer Broekhuizen: Ik acht het van groot belang dat de leider in konnis gesteld wordt van elk geval van besmettelijke ziekte in de go- meento. Hij kan dan zijn maatregelen nemen. De Voorzitter: De heer Broek huizen stelt een andere wijze van handelen voor dan B. on W. Wanneer de Raad noodig acht dat die wijze van handelen govolgd worde, dan neme hij het amendement van den heer Broekhuizen aan. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Broekhuizen komt in stemming en wordt met 13 tegon 5 stemmon ver worpen. Tegen: de heeren Bokhoven, van de Velde, Herman, Vergeor, de Jong, v. Eijk, van Iterson, Prince, Knuttel, van der Torren, Nederhorst, van der Ree en IJsselstijn. Voor: de heeren Jongenburger, Dossing, Kolijn, van Galen en Broek huizen. Beraadslaging over art. 9, luidende „Alle ontsmettingen enz. van vaar tuigen, woningen, vertrekken en an dere ruimten en van goederen van on- of minvermogende ingezetenen en van door de gemeente gesubsidi eerde instellingen van weldadigheid geschieden op kosten der gemeente, die. in dit geval voor het gebruik van den ontimettingsoven aan de Regen ten van het van Iterson-Ziokonhuis per koer f 13.vergoodt. Door niet- on- of minvermogende ingezetenen is voor ontsmettingen onz eene vergooding verschuldigd volgons de Verordening op do heffing van rechten wegens hot gebruik van don ontsmettingsdionst der gemeente Gouda. Do hieronder te begrijpen vergoeding voor liet gebruik van den ontsmottingsovon wordt afgodragen aan de Regenten voornoemd. De beoordoeling wie on- of minver mogend zijn berust by Burgemeester en Wethoudors." De Voorzitter: Door don heer Broekhuizen is oen amendement voor- gosteld, om dit 'artikol aidns te lozen „Alle ontsmettingen onz. van vaar tuigen, woningen, vertrékken en an dere ruimten en van goederen van ingezetenen mot oen inkomen van f 600. en lagor, en van de door de gemeente gosubsidieordo instellingen van weldadigheid, goschiedon op kos ten der geraoonte, die in dat geval voor het gebruik van den ontsmet tingsoven aan de Regenton van het van Iterson-Ziokonhuis per koor f3.— vergoodt. Indien aan B. en W. blijkt, dat in gezetenen met een inkomen boven f 600.— minvormogond zijn, kunnen ook zij vrijgesteld worden van beta ling." Do heer Broekhuizen: M. do V.! Er worden amendementen afge stemd zonder dat do heeren slechts één woord zoggen. Dat is toch een zeer vreemde manier van beraadsla gen. Nu vraagt weder niemand hot woord over dit artikol. Laten do hee ren met hunne bezwaren komen en zoggen waai'om zij wel voor hot eon maar niet voor het ander zijn. Do hoeren kunnen anders toch bost hun woord doen Do Voorzitter: Mag ik don hoer v Broekhuizen doen opmerken dat hij zoo vlug was met het woord te vragen dat hij andoren niet de gelegenheid daartoe heeft gegeven. Nu is o. a. het woord gevraagd door don lieer IJsselstijn. De heer IJ s s e 1 s t ij n M. do V. Ik wonsch op to komen tegen hot ver wijt van don heer Broekhuizen. Het is gebleken dat do hoer Brookhuizen hier do onzinnigste dingen voorstelt en ik zou hot nog onzinniger vin den De Voorzitter: Ik verzoek don hoor IJsselstijn zich te willen matigen. De heer IJ s s e 1 s t ij M. de V. U hebt zelf het belachelijke er van aangotoond en de geheel© Raad heeft medegelachen. Moeton wij op derge lijke zaken ingaan? Ik zie hot nut daarvan niot in en op die maniorzal de heer Broekhuizon mijn mond niet open krijgon. De heor Jongenburger: Ik moet met kracht opkomon tqgeh do bewering van den hoor IJsselstijn. Het gaat niot aan zoo iots te beweren zonder feiten te noemen. De heor Broekhuizen heeft volko men gelijk. Toen zoo oven aan de orde was een principieelo quaestio, wat toch hot aan don dienst verbinden van een inspoctrice zonder twijfol is een zaak die van groot belang 'is voor den dienst, hebben de heeren gezwe gen als moffen. Men heeft eenvoudig togengestemd en daarop heeft do hoor Broekhuizen do aandacht willon ves tigen. Daarin had hij volkomen gelijk. Het gaat niet aan om, evenals de heer IJsselstijn deed, dergelijko uit drukkingen te bezigen zonder feiten to noemen. Do heer van Iterson heeft straks gelachen, maar niet terecht* zeer ten onrechte. De Voorzitter: Ik wil er den heer Jongenburger even op wijzen dat o. a. over de quaestie van de in- spectrice in de vergadering van 26

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 3