AFKONDIGING.
51e Jaargang.
Zaterdag 6 Juli 1912.
F
Tweede Blad.
Jdol
huwing!
I ISTieix'ws- ©xx ^.d.“v©rt©xxtx©“l©lsud. voor Groxxd.si. exx Oxxxstx©3s©xx.
ns Stok,
kstr. 222
Mo. 11910.
m jou
3»
Wed. E.ALTQ
Gracht 269»,
HAAG.
Algemeene Politieverordening
- ir
1 Antisepfisd»
I nawerking
6a7uui»
'ZeeraangauM
waal
voor de gemeente Gouda.
HAAG,
OGSTEWAAi
ed ragen
Dameskleediq
ieele of gedeelte
Is.
Verschynt dagelijks 'aMM
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
4*
3°.
4°.
6°.
9°.
h.
tooiinj
a.
man A Zn., Gouda
3n vergoed.
NAAM en U)Rg^
Kitiadruppel»!
baar a f 0.7Ö.
•Ti
«8^
gende verordening:
•Kina- f
uit nnv.A ?l
e verpakking onter
veelvuldig wordt
anapraepnraten van
aan den man te
j er op, dat roods
lam Pr. H.Kanuiug,
het woord
zins, MET uit onze
zijn. Men oiache
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA, doen te weten dat door den
Raad dier gemeente In zijne vergadering
van 14 Juni 191a la vastgesteld de vol-
ide verordening:
-
s Zalm” S'), a®
re-Comité en Reg»’
1, Nadert. Oymn.
m”8u.
w
>nn Genoegei
kkorps 7 de
sterdam.
dm” 8 uur, Verged.
JÖ.Z.C.
r- en Woningto*-
erstandscommissis
wij geregeld tijdig
;en ontvangen va»
srten, verm&kelijk-
mm dan in onM
B.
Burgemeester en Wethouders bekend
zijn uit den legger der wegen en voet
paden der Gemeente Gouda of uit
Gescheiden, welke ter Gemeentesecre
tarie berusten.
In de in het eerste lid bedoelde ken
nisgevingen wordt vermejd, welke
werkzaamheden zullen worden ver
richt, benevens de wjjze waarop, en
den tyd, binnen welke.
Wanneer voor het verrichten van
dein het vorig artikel bedoelde werk
zaamheden, krachtens wettelijk voor
schrift, een publiekrechterlijke vergun
ning wordt vereischt van het Rijk, de
Provincie Zuid-Holland of de Hoog
heemraadschappen Rijnland of Schie
tend, zoo kunnen deze werkzaamheden
niet worden verricht, voor dat ver
gunning is verleend.
Art. 221. De nummering der ge
bouwen geschiedt straalsgewijze, en
wel zoodanig
dat de gebouwen aan de linkerzijde
(gerekend van de Markt) van een aan
beide zijden bebouwden of te bebou
wen weg oneven en die aan de rech
terzijde even nummers dragen.
dat de gebouwen aan een aan slechts
ééne zijde te bebouwen weg doorloo-
pend genummerd zijn, en
dat verschillende hoofdingangen van
oen zelfde gebouw, dienende als toe
gang voor afzonderlijke boven- en
benedenhuizen, elk van eep opvolgend
nummer worden voorzien^
Art 222. De eigenaar van elk woon
huis en van elk andat gebouw is ver
plicht te zorgen dat hU gemerkt is met
het huisnummer ter groote van ten
minste vijf centimeters, met olieverf
te stellen op, boven of onmiddellijk
ter zijde van den hoofdingang.
De eigenaar van een na het inwer
king treden dezer Verordening te vol
tooien gebouw heeft gelijken plicht te
vervullen binnen acht dagen na de
voltooiing, of, zoo het vóór de vol
tooiing in gebruik wordt genomen,
vóór de ingebruikneming.
Wanneer door splitsing of vereeni-
ging van gebouwen vermeerdering of
vermindering van het aantal perceelen
plaats heeft, zal de eigenaar gehouden
zijn binnen acht dagen na de voltooiing
of vóór de ingebruikneming der ge
splitste of vereenigde gebouwen of
perceelen nieuwe huisnummers te doen
aanbrengen.
Het huisnummer, krachtens de voor
afgaande bepalingen van dit artikel
te stellen, wordt voor ieder gebouw
opgegeven 'namens Burgemeester en
Wethouders op ten bureele der Be
volking ter Gemeente-Secretarie door
of namens den eigenaar te doen of
in te dienen verzoek.
Vervallen nummers en letters moe
ten met een dwarsstreep doorgeslagen
worden en kunnen na drie maanden
worden overgeschilderd.
Art. 223. Ingeval bij vertimmering
eene afschutting om een gebouw
wordt gesteld, zal de nummering op
dezelfde wijze als in bet vorig artikel
bepaald, op de afschutting moeten
worden geplaatst.
Art. 224.De eigenaar en gebruikers
van gebouwen zijn verplicht te ge-
doogen dat aan voor- of zijgevels dier
gebouwen van gemeentewege straat
naambordjes worden bevestigd.
HOOFDSTUK XIII.
Van het opsporen der overtredingen
en van het binnen treden in de
woningen der ingezeten.
Art. 225. Onverminderd de bepaling
van artikel 8 van het Wetboek van
Strafvordering zijn met het dpsporen
van de overtredingen dezer Algemeene
Politieverordening, behalve de politie,
belast
1®. alle ambtenaren en beambten
der gemeente, voor zooveel be
treft Afdeeling III van Hoofd
stuk V
2®. de gemeente-bouwmeester, de
(Slot).
HOOFDSTUK XI.
Van besmettelijke zieken, van het
vervoeren en begraven van
lijken en van begraaf
plaatsen.
Art. 210. Ouders, voogden en an‘
deren, krachtens wet of overeenkomst
of feitelijk met de verzorging van kin
deren belast, zijn verplicht te zorgen,
dat deze kinderen, voor zoover zij bij
hen, in de inrichting onder hun beheer
of met hem bij anderen inwonen, zich
niet in eene lagere school, zondag
school, bewaarschool of kinderbewaar-
plaats bevinden, indien die kinderen
lijden aan kink- of slijmhoest, hoofd
zeer of anderen huiduitslag.
Hoofden of bestuurders van lagere
scholen, zondagscholen, bewaarscholen
en kinderbewaarplaatsen zijn verplicht
te zorgen dat kinderen, lijdende aan
kink- of slijmhoest, hoofdzeer of ande
ren huiduitslag, zich niet in de onder
hun beheer staande inrichting be
vinden.
De in beide voorgaande leden van
dit artikel bedoelde verplichting be
staat niet of eindigt, wanneer of zoodra
blijkens eene schriftelijke verklaring
van een geneeskundige van de zijde
van het aan eene der genoemde ziekten
lijdenden kind geen gezwaar voor be
smetting wordt geleverd of alle gevaar
voor besmetting is geweken.
Art. 211. Hoofden of bestuurders
van zondagscholen, bewaarscholen en
kinderbewaarplaatsen zijn verplicht,
zoodra zij weten of kunnen weten, dat
een der onder hun beheer staande in
richting bezoekend kind door mazelen
is aangetast, hunne inrichting te sluiten
en gesloten te houden gedurende veer
tien dagen of zooveel korter of tenger
als door Burgemeester en Wethouders
zal worden bevolen.
Art. 212. Het is verboden lijders
aan eene besmettelijke ziekte naar een
ziekenhuis of naar hunne woning te
vervoeren anders dan met een ver
voermiddel, door den Burgemeester
uitsluitend daartoe bestemd, of met
zijne toestemming daartoe te gebruiken
en voorzien van een door hem aan te
geven, van buiten duidelijk zichtbaar
kenteeken.
Het is verboden dit kenteeken te
verwijderen,' alvorens het vervoermid
del is ontsmet.
Art. 213. Het is verboden lijken
van aan besmettelyke ziekten over
leden personen te vervoeren en te be
graven anders dan in kisten, waarvan
de binnenzijde goed gevuld en daarna
gedicht zyn.
De eigenaren of houders der voor
het vervoer gediend hebbende voer-
of draag-middelen zijn verplicht die te
ontsmetten, zoo de Burgemeester daar
toe bevel geeft.
Art. 214. De gewone tijd van be
graven, waaronder ook het vervoeren
van het lijk door de gemeente be
grepen is, is op alle werkdagen van
des morgens zes tot twaalf uur van
1 April tot 1 October en van des
morgens acht tot des middags een uur
van 1 October tot 1 April.
De Burgemeester kan het begraven
op andere tijdstippen toestaan of be
velen.
boekhouder-opzichter der fabri
cage en de stadsbaas, voor
zooveel betreft de Hoofdstukken
IX en X en de artikelen 610,
17, 24, 55-57, 93, 95, 99,103,
104, 106, 108, 113 en 116;
de inspecteur van en de beamb
ten bij het bouw en woningtoe
zicht, voor zooveel betreft de
Hoofdstukken IX en X en de
artikelen 68, 10 en 55, 221
223;
de opperbrandmeester en de
verdere beambten der brand
weer, voor zooveel betreft
Hoofdstuk IX en artikel 20;
5°. de ambtenaren en beambten der
gemeente-lichtfabrieken voor
zooveel betreft de artikelen 39,
178 en 182
de havenmeester, voor zooveel
betreft Hoofdstuk III en arti
kel 9;
7®. de sluisknochten en brugwach
ters, voor zooveel betreft de
artikelen 9, 81-87, 93, 94,100
en 113:
8®. do marktmeesters voor zooveel
betreft Hoofdstuk IV en de
artikelen 22, 31, 65, en 94,99
en 184;
de keurmeesters van vee,
vleesch, visch en melk, voor
zooveel betreft Afdeeling I
van Hoofdstuk V en de artikelen
31, 49 50 en 124;
10°. de directeur der Algemeene Be
graafplaats, voor zooveel betreft
Hoofdstuk XI
11°. do geneosheeron in dienst der
gemeente, voor zooveel betreft
de artikelen 29, 107, 108, 153,
210, 211 én 213
Art. 226. Met inachtneming van de
voorschriften der Wet van 31 Augus
tus 1853 (Staatsblad n®. 83) zyn be-
of eige-
^^^1
iptc Gracht
uiten de stad aan
(illlllSlllE COURANT.
s PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 1.J5
Idem franco per post,1.58
Met Geïllustreerd Zondagsblad .1.50
Idem franco per post 1 HO (r -
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Ug
Tieniieweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
IA AG,
en meth. spreke»
ren beschikbaar om
geven. Nadere in-
mstaand adres.
Het is verboden een lijk te begraven
buiten den gewonen tijd of buiten den
tijd door den Burgemeester toegestaan
of bevolen.
Art. 215. Het is verboden lijken
te vervoeren in andere rijtuigen dan
die uitsluitend voordat doel ingericht
en door Burgemeester en Wethouders
goedgekeurd zijn.
Art. 216. Het is verboden rijtuigen
tot het vervoeren van lijken bestemd,
tot het vervoeren van personen, ook
bij het begraven, of tot welk ander
doel ook te bezigen, tenzij zij zoo zijn
ingericht, dat de lijkkist in een af
zonderlijk afgesloten ruimte wordt ge
plaatst.
Art. 217. Het is verboden zonder
vergunning van den Burgemeester
lijken te vervoeren uit de ter bewa
ring van lijken ingerichte lokalen op
de begraafplaatsen, anders dan ter
onmiddelijke begraving.
Art. 218. Het is verboden zonder
vergunning van Burgemeester en Wet
houders op de Algemeene Begraaf
plaats grafkelders, gedenkteekenen en
kruisen te stichten, graftuinen aan te
leggen, boojnen of andere gewassen
te planten, zerken te plaatsen en het
eenmaal daargestelde op te ruimen.
HOOFDSTUK XII.
Van verplichtingen van eigenaren
van gebouwen en erven in
het belang der open
bare orde.
Art. 219. De eigenaar of gebruiker
van,benevens degene die eenig zakelijk
of persoonlijk recht uitoefent op een
weg, brug of water, is verplicht te
gedoogen en toe te laten dat daarin
door de Gemeente, mits met inacht
neming der bepalingen van dit en het
volgende artikel, buizen worden gelegd
of geplaatst en gehouden ten behoeve
van werken en inrichtingen, in het
belang der openbare orde opgericht
en dat te dien einde de brugbedekking
of weg wordt opgebroken, ingravingen
worden gemaakt, tijdelijke materialen
worden opgestegen en opmetingen
worden verricht, in één woord alles
gedaan wat voor het leggen en de
instandhouding der buizen wordt ver
eischt.
De in het eerste lid van dit artikel
opgelegde verplichtingen gelden even
zeer voor het plaatsen van gaslantarens
en palen ten behoeve van de openbare
verlichting en voor het hebben en
herstellen v>n buizen, lantarens en
palen, welke bij het in werking treden
dezer bepalingen, reeds in een weg,
brug of water ten behoeve van werken
en inrichtingen in het belang der
openbare orde zijn gelegd of geplaatst.
Met het leggen of plaatsen en hou
den van buizen door de Gemeente
wordt gelijkgesteld het leggen of plaat
sen en houden van buizen door per
sonen, welke verplicht zijn deze werk
zaamheden te verrichten of buizen te
hebben krachtens een door den Ge
meenteraad verleende concessie en
krachtens door het Gemeentebestuur
goedgekeurde plannen, benevens het
leggen of plaatsen en houden van
buizen door personen, aan wie zulks
krachtens openbare of onderhandsche
aanbesteding door de Gemeente is
opgedragen of die zulks krachtens last
geving van de Gemeente verrichten.
Na het verrichten der vorengenoem
de werkzaamheden wordt alles voor
rekening der Gemeente, weder zooveel
mogelyk in den ouden toestand terug
gebracht.
Art. 220. Met de in het vorig artikel
bedoelde werkzaamheden wordt niet
aangevangen, vóór dat Burgemeester
en Wethouders, ten minste tweemaal
vier-en-twintóg uren te voren, schrifte
lijk hebben kennis gegeven aan den
eigenaar of gebruiker van of aan hem,
die eenig zakelijk of persoonlijk recht
uitoefent op den weg, de brug of het
water, voor zooveel deze personen aan
voegd ondanks de bewoners
naren binnen te treden
de politie tusschen zonsop- en
zonsondergang in de woningen,
winkels en bergplaatsen der in
artikel 160 genoemde personen,
ten einde te zorgen voor de na
leving en te waken tegen de
overtreking der bepalingen van
Afdeeling IV van Hoofdstuk V
b. de politie ten allen tijde, dus ook
tusschen zonsonder- en zonsop
gang, in lokalen waar aan per
sonen nachtverblijf wordt ver
schaft en huizen waar gelagen
worden gezet in de bij die lo
kalen en huizen behoorende erven
en aanhoorigheden, en in lokalen
en erven, waar openbare verma
kelijkheden aangelegd of gege
ven worden, ten einde te zorgen
voor de naleving en te waken
tegen de overtreding van de be-
ptdingen der artikelen 152, 159
en 166 en der Afdeelingen II en
lil van Hoofdstuk V
c. de politie en de keurmeesters
van vee, vleesch, visch en melk
tusBchen zonsop- en zonsonder
gang in stellen, gebouwen, al
dan niet afgesloten ruimten en
vaartuigen, waar vee wordt ge
slacht, vleesch of af val van vee,
visch en melk wordt bewaard of
uitgestald, ten einde te zorgen
voor de naleving en te waken
tegen de overtreding van de be
palingen van afdeeling 1 van
Hoofdstuk V
d. de politie, de opperbrandmeester
en de verdere brandmeesters ten
allen tijde, dus ook tusschen
zonsonder- en zonsopgang, in alle
bewaarplaatsen van brandstoffen
en licht brandbare of ontvlam
bare stoffen, in alle verdere ge
bouwen en erven ten einde te
zorgen voor de naleving of te
waken tegen de overtreding der
bepalingen van Hoofdstuk IX
e. de politie, de gemeente-bouw-
PRIJS DER ADVERTENTIEN:.
Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer«0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0 35 bn vooruit
betaling, elke regel meer 6 cis. Reclames t 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
meester, en de inspecteur van het
bouw- en woningtoezicht tus
schen zonsop- en zonsondergang
in alle gebouwen en al dan niet
afgesloten ruimten, welke wor
den gebezigd tot berg- of ver
zamelplaats van asch, mest, pri
vaat- of ander vast of vloeibaar
vuil of stankverwekkende zaken
ten einde te zorgen voor de na
leving of te waken tegen de over
treding der bepalingen dezer ver
ordening omtrent die stoffen;
f. de politie, de gemeente-bouw-
meester en de inspecteur van
het bouw- en woningtoezicht tus
schen zonsop- en zonsondergang
in alle woningen en al dan niet
afgesloten ruimten, welke gren
zen aan slooten en wateren of
van waar deze het best gezien
en beoordeeld kunnen worden
en op alle vaartuigen, teneinde
te zorgen voor de naleving en
uitvoering of te waken tegen de
overtreding der bepalingen van
de artikelen 190-193, 200, 201,
203, 206, 207 en 209
y. de politie en de directeur der
Algemeene Begraafplaats, ten
allen tijde, dus ook tusschen
zonsonder- en zonsopgang, tot
de algemeene en bijzondere be
graafplaatsen ten einde te waken
tegen de overtreding van de
artikelen 214-218.
de politie en de geneeskundigen
in dienst der gemeente, tusschen
zonsop- en ondergang alle wo
ningen, vaartuigen, lagere scho
len, zondagscholen, bewaarscho
len en kinderbewaarplaatsen en
de daartoe behoorende erven,
teneinde te zorgen voor d e na-,
leving en te waken tegen de
overtreding van de bepalingen
der artikelen 210 en 211.
HOOFDSTUK XIV.
Strafbepalingen.
Art. 227. Overtreding of niet nako
ming van de bepalingen dezer veror
dening voor zoover daartegen niet is
of wordt voorzien bij eenige wet, alge-
meenen maatregel van bestuur of
provinciale verordening, wordt gestraft
als volgt
met geldboete van ten hoogste drie
gulden of hechtenis van één dag die
der artikelen 18, 20,23, 33, 34, 35, 36,
37, 41, 54, 56, 57, 58, 59, 60, 63,64,
66, 67, 76, 77, 78, 98 100, 101, 110,
111, 122, 123, 136, 142, 151, 152, 154,
160, 161, 172, 185, 188, 190,191,192,
197, 198, 199, 206, 209,214,215,216,
218, 219, 222, 223 en 224
met geldboete van ten hoogste tien
gulden of hechtenis van ten hoogste
drie dagen die der artikelen 6,13,14,
15, 16, 17, 19, 22, 27, 42, 44, 45, 46,
47, 48, 52, 53, 61, 62, 65, 68, 79,82,
83, 84, 86, 89, 90, 94, 99, 113, 115,
116, 117, 118, 125, 137,141,153,169,
177, 178, 179, 180, 184, 186, 187, 189,
194, 195, 196, 204, 207 en 217
mot geldboete van ten hoogste vijf
tien gulden of hechtenis van ten hoog
ste vier dagen die der artikelen 7,9,
12, 24, 28, 29, 30, 31, 55, 102, 103,
104, 105, 120, 121, 126,127,129, 135,
139, 140, 144, 145, 147,148, 157,162,
166, 167, 170, 171, 176,181,202,203,
210 en 211
met geldboete van ten hoogste vijf-
en-twintig gulden of hechtenis van
ten hoogste zes dagen die der artikelen
8, 10, 11, 21, 25, 26, 32, 38, 39, 40,
43, 49, 50, 69, 70, 71, 72, 73,74,75,
80, 81, 85, 87,88, 91, 92, 93, 95, 96, 97,
106, 107, 109, 112, 124, 128,130,131,
133, 134, 143, 146, 149,155,159,163,
164, 165, 173, 174, 175,182,183,193,
200, 201, 212 en 213.
met hechtenis van ten hoogste zes
dagen die der artikelen 150 en 168.
Art. 228. De boete en hechtenis
worden bedreigd voor de overtreding
van