1912.
R80< i
HET OFFER.
=>xt
IW,
BK,
AÏÏÏES
iterie.
XSTES5 I
Zaterdag 10 Augustus 1912.
No. 11940.
51e Jaargang.
Te weer tegen ’t ('lericalisme.
FEUILLETON.
Eerste Blad.
’STL’S,
1:’
marden,
r om
o.io
in twee berekend.
te Woerden,
te Utrecht.
tiling.
ipaarden,
i fl.—extra.
f 0.35.
'nmbM),
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
JSÏJ&wA—
Verschijnt dagelijks
Telefoon Interc. 82.
BvULterxleixxdL
WARENHUIS, Spuislr. Dm H
gflr Alle Laxe- en Huish Artikelen
critieke punten. Zoo kwam het libe
rale Kabinet al spoedig te vallen en
werd de heer Heemskerk Premier.
-
EN
16 4e prij» 150
orden
nededinging.
(Wordt vervolgd.)
■f
beenen 2 fouten,
terbeenen 1 fout.
Ie winner.
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
niet of ik in
ver
kunt
terug 1
«paard
handen
andere
en
B.
itterrein.
15 bU vooruit
regel
ring:
wenschelijk is in kerkelijke quaesties
gesleept worden, de kerken meer
en meer op den Staat gaan leunen
en, waar rij alleen heerschen, nog
meer dan thans geestelijken dwang
uitoefenen op de bevolking.
Wij gaan daar recht tegen in,
verlangen voor onze burgers volle
dige vrijheid van denken en bewegen,
geen privileges voor wie kerksch is
en zoo min mogdyk inmenging van
overheidswege in het geloofsleven.
Het is de al-oude stryd van het
liberalisme tegen het dericalisme.
die ons weer opgedrongen wordt.
En wat het ergst is, het gaat dit
maal niet ais in de Kuyper-dagen
uitdagend, fel, zoodat het erg in de
gaten loopt, maar stillekens-weg,
quasi-gemoedelijk, zooals dit bij het
jolige christendom past.
Daarom verblijden we ons er over,
dat er teekenen zijn, dat de vrij
zinnigen het gevaar, dat dreigt, zien.
We zijn thans nog een klein jaar
van de' stembus af en reeds is er
een beweging, die aan duidelijkheid
niets te wenschen overlaat. Hoofd
besturen der vrijzinnige groepen doen
alles om tot een compromis te ko
men, een streven dat, op enkele
elementen na, door gansch vrijzinig
Nederland wordt toegejuichtde
jongeren houden er de stemming in
met een aantal landdagen, waarvan
de eerste boven verwachting slaagde
in de pers bespenrt men haast den
politieken komkommertijd niet en
zelfs in Indie, waar men geen stem
in het kapittel heeft, gaat een po
ging van vrijzinnigen uit om onze
actie finantieel te steunen. Dit alles
geeft hoop. Oeld zal er noodig zyn,
veel zelfs en wy beschikken niet
over vrijwillige collectanten 4 la
Mathilde Westmeyer, die duizenden
meebracht voor de partij der „kleine
luyden". Maar geld is niet alles,
al is bet flnanciëele gedeelte in orde,
dan bereikt men zonder geestdrift
nog niets. En daarom juist is het
zoo goed, dat reeds tijdig blijkt,
dat men zich aan onzen kant te
15; 4e prijs f50.
onkosten sal aan
geen prij» wordt
ten uitgekeerd.
El:
sen bestaandie
of meer hinder-
Itzecht.
n Staaatspoor.
f0.862e klams
ser dan den daar-
odig heeft.
El:
50; 4eprysf25j
85.
springconcours
r jachtpaarden op
;ewonnen hebben,
jk zijn aan die by
bij de natte sloot
gen worden door
PRIJS DER ADVERTENTICN
Van 1—6 gewone regels met bewijsnummer
Elke regel meer -.
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen tws
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f 0.55
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0.25 per i
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
rawyg«rogdAtjjdig
dans dan ta
dun.
Geuda
G0UD8CHE COURANT
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
Per kwartaal f 1.25
Idem franco per post ,1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1 50
Idem franco per post1 20
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLarge
Tits uitweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Het is een gelukkig teeken, dat
de vrijzinnigen den ernst der tijden
verstaan.
Velen onzer waarom het te
ontkennen? zijn niet gauw wak
ker te krijgen voor de politieke
zaak. Te verwonderen valt dit niet,
al zou men 't vanzelf gaarne anders
wenschen. De vrijzinnigen zijn tien
tallen jaren achtereen in de meer
derheid geweest en was het bewind
eens een tijd in handen van con
servatieven of kerkelijken, zoo zag
men wellicht zijn wenschen niet be
vredigd, maar dit was ook Al. Heel
veel gevaar was niet te duchten.
Onze Staat was vrijzinnig ingericht
en geen Regeering, die enkele jaren
(soms minder) voor de boeg had,
dacht er aan, aan de fundamenten
van onzen Staat te gaan schudden.
Daarover gevoelde men zich te zwak.
De tijden zijn allen veranderd.
h Reeds in de periode 19011905,
den tijd van het Kuyper-regime,
begonnen velen onder de onzen te
vreezen, dat het voorgoed met de
vrijzinnigen gedaan was. Kuyper
had een groote meerderheid, zette
ook de Eerste Kamer om. Het scheen
fataal. En velen vreesden reeds dat
Nederland het Slechte voorbeeld van
België zou gaan volgen. Maar het
liep anders, 190.5 bracht Kuyper
ten val. Hy had er te dik opge
legd en zoo waren honderden en
honderden kiezers naar Links ge
zwenkt, waardoor de coalitie haar
meerderheid verloor. Daardoor kwa
men de vrijzinnigen er weer een
korten tijd bovenop. Edoch, onder
zeer ongunstige omstandigheden. Met
een zeer kleine meerderheid Links,
eigenlijk heelemaal geen meerderheid,
want Rood hield zich vrij en ook
de vrij-liberalen stemden niet op de
gevraagd
weer wil «tellen tegen het streven
om ons luid te clericalizeeren.
Het gaat nu niet meer om Un
wet, om een of under voorstel, dat
wij tegenstaan maar om gansch een
systeem dat verwerpelyk is voor wie
de vrijzinnige vaan hoog houdt.
Wij moeten voorkomen, dat de
heeren de baan vry krijgen, om ons
staatsbestel te vervormen naar de
wenschen van de theologen Kuyper
en Nolens. En wy hebben ons er
van te doordringen, dat, waar de
aanval zeer krachtig is, alleen een
uiterste krachtsinspanning onzerzijds
verhoeden kan, dat deze opzet slagen
zal. Wat wij positiefs bereiken kun
nen, is onder zulke omstandigheden
betrekkelyk byzaak, bijzaak namelyk
in dien zin, dat het afslaan van zulk
een aanval reeds meer dan voldoende
resultaat zou zyn om een krachtig
samengaan te rechtvaardigen.
Wanneer uwe gemeenschappelijke,
hoogste belangen op 't spel staan,
is den tijd verdoen aan kleine on
derlinge geschillen, erger dan roe
keloos.
Gelukkig wordt dit onzerzijds meer
en meer beseft.
Getrennt marschieren, vereint
schlagen ziedaar onze leus tegen
over het overmoedige dericalisme.
Het Brittche Parlement.
Ne een jaar van inapannenden arbeid
ia thans het Britsche parlement op
reces gegaan. Het werd noodig. De
stemmingen der laatste oogen weien
op vermoeidheid. De Kamer was leeg.
Het is onmogelijk gebleken de groote
wetsontwerpen-Home Rule, scheiding
van Kerk oh Staat in Wales, kiesreoht-
hervorming af te doen voor de vao-
cantie. Men is zelfs nog niet door do
begrooting geheel heen.
Het aanzien der regeeringspartyen
heeft meer, dan door de matheid, ge-
leden door de moeite die zy blykbaar
had om zich in hot parlement behoor
lek te handhaven. Die indruk is zeer
versterkt door de tnsschentydsohe
verkiezingen in het afgeloopen jaar,
maar meer nog dan het aantal zetels
In 1913 zullen de kiezers te oor-
deelen hebben over de richting,
waarin ons land verder bestuurd zal
worden. De heeren Heemskerk c.s.
zullen dan 5’/s jaar aan het bewind
zijn geweest en men zal dan de
beloften van 1902 kunnen verge!ij
ken met hetgeen dan tot stand zal
zijn gebracht. Ongetwijfeld zal de
rekening dan een belangrijk nadee-
lig saldo aanwijzen, maar gewichti
ger nog dan de vraag of veel van
het toegezegde humbug was en wei
nig tot stand kwam, is de vraag,
wat er gebeuren zal, wanneer de
heeren weer zullen worden „inge
huurd”.
Laten wij hierbij eenige oogen-
blikken stilstaan. Wie ooren heeft
om te hooren en oogen om te zien,
hij zal moeten erkennen, dat de
toestand thans critieker is voor de
vrijzinnigheid dan in de Kuyper-
dagaiL Toen een vertoon, dat zelfs
de lamsten naar de stembus deed
vliegen, om te getuigen van hun
afkeer van zulk een bewind. Toen
een slechts vierjarige periode, waarin
men al heel blijde was, de onder-
wijasubsidies te kunnen binnenhalen.
Thans echter staan de zaken an
ders. Natuurlijk heeft men ook in
deze periode de schoolsubsidies niet
vergeten. Daaraan is gedaan wat
maar even toelaatbaar was, ja, méér
dan dat. En ook zijn de vrienden
niet vergeten, wanneer er ambten
te vergeven waren. Maar daarmee
is men niet tevreden. Men wil het
huis tegen den grond gooien en op
nieuw opbouwen, overeenkomstig de
beginselen die in de Rechterzijde
heeten te leven. Daarvoor is Grond
wetswijziging noodig, want de tegen
woordige Grondwet zit den heeren
dwars. Dit belet hun, om nog ver
der te gaan met subsidieering van
wroeging verteerd werd. En toen hij,
na een schuldbekentenis geteekend te
hebben met het onvangen geld ver
trok, brandde hem dit in de hand.
De driemaandelijksche huur had hij
ook al een paar malen niet kunnen
betalen, steeds moest hij uitstel vragen.
Hoe hoog zijn schuld liep, wist hij niet.
Een ware doodsangst greep hem aan
bij de gedachte, dat de vriendelijke
gever opééns alles terug kon vorderen.
Hoe deze schuld betaalt zou worden,
was hem een raadsel.
De gekwelde man stapte een paar
malen in ayn kamer op en neer. Hij
moest eerst alle krachten verzamelen
voor hij dezen moeilijken stap ging
doen hij zag wel in dat zulks zoo
spoedig mogelijk gedaan moest worden.
Anatole Goldammer zat in zyn kan
toortje achter den winkel en rekende
;met een bevredigd lachje de inkomsten
van de vorige maand bijeen. Het gas
licht brandde helder, de kleine ruimte
was bedompt en met monsterzendin-
gen, boeken en kartonnen doosjes vol
gepropt.
De kapper was vroolyk gestamd, als
hy een ©ogenblikje van zyn werk op
hield, kwam het lieve meisje voor den
geest met het Aardige, Keve gericht,
haar slanke gestalte en den goudblon
den haardos. Zij had zich nooit willen
opond en daaruit een klein lederen
taschjemet Liebreichs schuldbekente
nissen te voorschijn gehaald. Nu begon
hn de verschillende sommen onder
elkaar te sohryvon en bti elkaar te
tellen. „Ik heb alles in mijn boek op-
geteekend,” praatte hy onder dit werk,
„zoo is de zaak voor u gemakkelijker
te overzien.
y.De fotograaf had met een beklemd
hart toegezien, hoe het eene getal na
het andere werd opgeschreven. Zoo-
veel zou hij nooit kunnen betalen
Het rijtje stond er, nu nog alles by
elkaar geteld
„Dat is samen over de drie duizend
mark, myn waarde. Ik weet werkeiyk
of in myn goedheid niet te
gegaan ben. Welken waarborg
ge me geven, dat ik myn geld
krijg? Alles, wat ik byeen ge-
I heb, kan ik zoo niet uit myn
gevenHebt ge ook een of
zekerheid?"
De beangste man begon te beven
van schrik, want zoo kortweg en ruw
had zyn oude vriend nog nooit tegen
hem gesproken.
Hulpeloos richtte hij zyn blik naar
den kweller en mompelde iets onver
staanbaars.
7)
Sedert den dood van zijn vrouw,
was de schuld opgeloopen, tot twee
honderd vyftig mark. Hoe Icon hij dat
betalen
Zijn meubelen in beslag laten neifien,
de regels van den deurwaarder aan
zijn meubelen te zien welk een ver
schrikkelijke gedachte voor hem Het
zweet kwam den man op het voor
hoofd. Hij liet zich in een stoel vallen
en duwde zelfs den hond weg, die
tegen hem opsprong. Hij had weinig
in te vorderen, de ontvangsten waren
Ren laatsten tijd ook schraal geweest.
Wie liet zich ook bij zulk weer foto
graf eeren.
Nu vielen hem ook de andere onbe-
taalde rekeningen in en hij sprong op
van benauwdheid.
Na lang nagedacht te hebben, vond
K hij geen anderen raad dan, zooals ge-
woonlük, Gold hammer om hulp te vm-
gen. Dit deed hy ongaarne. De kapper
keek hem altyd zoo spotlachend aan,
i dat hij zich beschaamd voelde en door
rnoentd
DIJK, VooriiHer.
A. BRINKMAN
laten kappen, zijn handen jeukten van
verlangen om heur grooten golveuden
haardos los te maken, en ze door zijn
vingen te laten glyden. Geduld echter,
hy zou zich dat genoegen kunnen ver
schaffen, al» zij cent maar hem toe
behoorde en dat zou zoo lang niet
meer duren. Hij bezat het middel om
haar tot de zyne te maken, hy had de
macht in handen.
Toen Liebroich de eerste maal met
het verzoek om uitatel van de huur
en later onf kleine leeningen bij Gol-
dammer gekomen waa, had deze do
waarde van de bezittingen zyner huia-
genooten nauwkeurig geschat. Hij wil
de in geen geval meer geven dan de
som, die zij bij verkoop zouden op
brengen.
In den laatsten tijd was hy van mea
ning veranderd. Dat Marie hem niet
blijmoedig in de armen vloog, wist hij
wel.
Zulke jongelui hadden ook zulke
dwaze denkbeelden van het teven, men
moest ze tot hun geluk dwingen dat
haar vader geld van hem leende, gaf
hem een voortreffelijk middel in han
den. Hij lachte bij de gedachte, hoe
zeker Marie hem motet toebehooren.
Na tweeheide» aankloppen, trad de
magere gebogen geatalte van Liebreioh
langzaam het kantoor binnen. Zyn
gelaat zag zeer bleek by het helle
gaalicht.
Een tevreden lachje vloog over het
bolle gelaat van den kapper. Daar
kwam nu de gewenschte gelegenheid.
Hij maakte een stoel leeg en verzocht
Liebreich vriendelijker dan ooit plaats
te nemen„Wat verschaft mij het
genoegen u hier te zien, waarde
vriend?”
„Bijna schaam ik my, weer met een
verzoek hier te komen,” stamelde de
fotograef. „Ik weeg het echter in
vertrouwen op onze oude vriendschap.
Ik verkeer in grooten nood.”
„Zoo, laat mij eens hooren. Wat
hebt u daar voor een papier Lie
breich reikte hem den brief ven den
kolenhandelaar over.
„Hm, dat ia geen geringe som.”
„Ik kan me nauwelyk»
„Eerst moeten wij toch ook een»
zien, hoeveel ge mg schuldig zyt. Dat
zal in de duizenden loepen I Verdient
u dan heelemaal niet» meer?”
„Do tijden zyn slechtik werk wel,
maar het levert niet genoeg op.”
„Dat was vroeger toch enden.”
„Ja, toon mijn vrouw nog loefde."
„Is uw dochter den een verkwister?”
„Oneen, noen volstrekt niet.”
Onder dit geoprek had Goldammer
zyn bril opgezet, oen schuiflade ge-
kerkelijke propaganda. Want dUrom
is het te doen. Er hapert wel meer
aan de Grondwet, maar dat is bij
zaak voor de coalitie. Neem bijv,
het kiesrecht, voor ons een der be
langrijkste zaken die in onze hoogste
staatswet wijziging behoeven. Maar
juist dMrover kan men *t ter Rech
terzijde niet eens worden. Dit bleef
blanco. Wie het ontwerp-Grondwet
der Commissie naslaat, vindt hier
geen concept, maar slechts zwart
gedrukt de woorden „zie het ver
slag" en wie dan het verslag naziet,
kan lezen hoe weinig eensgezind men
was; ieder wilde wat anders, met
het haast komische gevolg, dat men
de zaak maar dubbel-blank liet. An
ders staat het met de artikelen be
treffende kerk en school. Dihr is
men wel tot eensgezindheid gekomen
en het parool is eenvoudig geweest
meer geld uit de Staatskas, bevorde
ring der secte-propaganda op staats
kosten; het clericaliame tout-court.
Men denke zich dit’wel in. Wan
neer wij de uitdrukkingen clericaal
en dericalisme bezigen met betrek
king tot de coalitie, dan placht men
van die zijde daartegen in verzet te
komen: de heeren beweren nl. niet
clericaal te zijn 1 En als een afdoend
bewijs voor deze vrijmoedige stelling
vraagt men u dan dood-onscbuldig,
hoe nu toch een coalitie van partijen,
die op vereMUende godsdiensten rus
ten, kerkelijk kan zijn
Men ziet nu wat zulk een tegen
werping beteekent. Juist eikaars
godsdienst haat men, maar, eenmaal
samen in de macht gekomen wordt
het wachtwoordsamen deden
ieder w&t.
De secte-scholen moeten nu regel
worden, de kerk-subsidies, in plaats
‘van waar zij nog bestaan, nu kapi-
taliseering, afgeschaft, uitgebreid.
Niet op een los van elkaar staan
van Kerk en Staat wordt aangelegd,
maar op een nauwer aanhalen van
de banden, hetwelk nóch den Staat,
nóch der kerken ten goede kan
komen. De Staat zal er meer dan