KCHAPPEÜ
rtlltelten
MN M
MERK te lettel
V^oensdag 14 Augustus 1912.
ftle Jaargang.
No. 11943.
keamsgkviag
Bnitenlandsch Nieuws.
BvLitenlaxica..
FEUILLETON.
HET OFFER.
lit Blad.
Z2.ZU
I
AU’S
JTE.
INHEM.
WAKEN HUIS, Spuislr. Dei Haag.
MT AHe Laie- ea Huiih. Artikelea
iE JOKO,
sthaven 81.
Verschijnt dagelijks
prijs vaT heFaïïoïïnémeïïtT*
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
exx ^öL^ertexLta.e'blebd. *roox C5-o-o-d.se ezx Ozxxstr eHcezx.
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
■septische
itrkiog:
Vrijwillige verzekering.
•i
ook Goldammer aai
r
AZn„ Gouda.
lll.IL,
BAART U.
P. CREBAS,
Telef. 40.
Ik* soorten
r ken.
OTMVM1I
MMA I
I
41BKI I
mogelyk dat
iwesen Sultan
laarvoor wordt
II
weiük I"
Marie,
van j
je je oude vader zult bjjataan,” hy
hief de armen in vertwijfeling omhoog.
En nu gebeurde er iets ongehoords,
iets, dat het meisje door merg en been
ging. De groote ||an knielde aan de
voeten van zijn kind en omvatte
vleiend haar knieën. Ontsteld greep
zy hem bij de armen en deed hem
opstaan. Daarby stamelde zij„Zoo
niet, vader, zoo niet dat is ver
schrikkelijk, dat mag niet gebeuren,
dat ia tegen de natuur
Zij omvatte hem liefdevol, deed hem
neei zitten, streek hem over de wang,
knielde voor hem neer en beloofde
alles voor hem te doen, wat hy ver
langde.
gezegde klaarde zijn gelaat
lij lachte haar toe, noemde
i:_„_ .«naj «Hm inornukl pr00fl
ver*
had en verzekerde:
KKJg woruen, zeer ge
in van de ouders bouwt
i kinderen.”
JxnÜCHTINGKN WIL KI OSVAAR, SCHA Dl OF
H1NDKR KÜKNKN VRROORZAKRN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Goudit,
Gezien art 8 der Hinderwet
Doen te weten
Dat lij veigunnin^ hebben verleend aan:
N. Verdouw en zijne rechtverkrijgenden
tot het uilbreiden zijner limmermansweik-
plaats, door het plaatsen van een gasmotor
van 4 P.K in een geheel van steen ópge
trokken gebouwtje in het |«rceel aan de
Adriaan Vlakstraat No. 10, kadastraal be
kend sectie A, No 3977.
Gouda, den 14 Augustus 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoeind,
H. J. NEDERHORST L.B
De Secretaris,
J. VAN HEUSDE.
f 1 25
1 50
1.50
F 1 90
Abonnementen wórden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tien de weg 84, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
rdm“, 7 uur.
Holl. Mn. van
oda en Omstr.
geregeld tydig
ontvangen van
i, vermakeiyk-
dan in onna
dat zij hem het uitzicht openen van
voldoende verzorging.
Men moge dit niet verstandig ach
ten, doch het is verklaarbaar, dat
slechts weinigen van de vrijwillige ver
zekering gebruik maken.
Van de 100 menschen, die failleeren,
zijn er niet velen, die 10 of meer jaren
terug dat faillissement hebben zien aan
komen. Van de 100 menschen, die vroe
ger in goeden doen waren en arm wer
den tegen den tijd dat de haren ver
grijsden en de spieren verslapten, zyn
er niet veel, die dat vroeger hebben
voorzien.
En zoo staan dan die menschen daar
ten slotte als veel beklagenswaardi^er
wezens dan hun vroegere ondergeschik
ten zijn geworden.
Ditzelfde is het geval met de meeste
huisarbeiders, behalve die in de tabaks
en textiel-industrie.
En dan de vrouwen!
De Duitsche vrouw, de gehuwde
vrouw, die zoo gelukkig is, dat de vol
doende verdiensten van haar echtge
noot haar niet noodzaken in loondienst
van anderen te gaan, is niet verzekerd.
Ook zij weet niet van tevoren, wat
later haar lot zal zijn.
Wordt zij oud èn arm, dat de hemel
haar bijsta!
De Duitsche sociale verzekering doet
het nietLeerzaam is in dit opzicht
een vergelijking tusschen den toestand
in Denemarken en Duitschland. Tggen
25 mannen genieten daar 32 vrouwen
van 60 jaar en ouder een rente. Meer
vrouwen dus dan mannen, en daar
wordt ieder gesteiind die steun behoeft.
In Duitschland is ’t juist andersom. De
ouderdomsrechten komen aan twee
maal zooveel mannen als vrouwen ten
goede, en ook, wat de invaliditeitsrente
betreft, krijgen minder vrouwen dan
‘mannen deze.
Er behoeft niet veel gepraat of ge
schreven te worden, om te doen in-
izien, welk een gruwelyk onrecht hier
de vrouw, speciaal de moeder, wordt
’aangedaan.
En ten aanzien van het onderscheid
tusschen zelfstandige werkers «n loon-
trekkenden, is het al evenzoó.
Zal nu het ontwmp-Talma, tot wet
geworden, die nadoelen der Duitsche
wet ondervangen In geenen deel©. Het
is in alle opzichten een verslechterde
navolging aer Duitsche wet. Het stelt
GOIIISIIIE COURANT.
PRÏÏS DER AD VER TENT16N
Van I— 5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meerO IO
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden dele tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0 55 bU vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames I 0 15 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
ingde.
Bij dit
op, en hg lachte haar toe, no,
haar zijn lieve engel, zijn juweel,
haar edel hart, waar hij niet te
geef, aangeklopt had en ve
„Gfi snit gelukkig worden,
lokkig. De zege:
het hun van de
Da ontroering van bet meisje loste
zich ia tranen op.
Zij legde' het hoofd op de knieën
en begon hartvenoheurend te snikken.
MN VAN
iïZONEN
/b'W.
EEÊty worden
in verzegelde
1 vijf, twee en
i een Ned. onn
ding van Nom-
s, voorzien van
id Merk, vol-
t gedeponeerd,
do uitvoering
rle orden aan-
»7uuc
De vader streelde heur haar en sprak
haar vriendeiyk toe. Na een poosje
zeide hy, dat zij moest gaan en zich
een beetje lief aankleeden. Hij wildé
Goldammer dadelijk nog gaan zeggen,
dat zij zyn aanzoek dankbaar aannam.
Dat kon Marie niet aanhooren. Zy
liep weg en zonk by de tafel op een
stoel, legde de armen op de tafel, en
liet het vermoeide hoofd daarop rus
ten. Alles om haar heen scheen ver
zonken, alles veranderd, en het leven
een walgingwekkende chaos.
Zij kon het zich nog niet voorstel
len, dat zy voortaan altyd aan de
zijde van den man moest blijven, die
voor haar In haar kinderjaren de ge
vreesde huisheer, later een goede oom
geworden was. die haar nu zoo lang
zamerhand als een verlief.de oude
man, bovenmate onaangenaam was
geworden. -
Liebreich echter haastte zich na een
kort gesprek met neef Hans naar
Goldammer. Hy was bang, dat zy nog
eens tot andere gedachten kon komen.
Het reddingianker moest zoo stevig
mogelijk vastzitten. Hij zou echter
ook Goldammer aangenaam stemmen,
sis hij zoo gauw het blyde „Ja” bracht.
Hij was nu de gever en trad dus
met een geheel andere houding het
kantoortje binnen.
waarop Moelai Hafid syn eigen ver
plichtingen is nagekomen. Zyn gedrag
gedurende de vijf laatste maanden ont
slaat ons van de once”.
voor kleine baasjes en dergelijk eco
nomisch zwakkeren -Qok de gelegen
heid open tot vrywillige verzekering.
Wi© na zijn 16e jaar minstens 60 pre-
miön van f 1.60 heeft gestort, kriigt, als
tusschen de stortiugsdala en den in
gang der rente, minstens 7 jaar zijn
verloopen, voor dke premie van f 1.60
één cent pensioen voor elk halfjaar, dat
tusschen den stortidgedatum en rente*
ingang is voorbijgegaan.
Is die wachttijd van gemiddeld 7 jaar
niet voorby, dan is de rente ‘/g cent
voor elk halfjaar. De Staat legt daar
niets op toe. De menschen, die zich
vrywillig verzekeren, betalen den kos
tenden prys. Maar omdat in het ont-
werp-Talma gerekend is met een rente
voet van 3 pCt., geeft de Staat hun ook
veel minder dan een solide particu
liere instelling voor detelfde premiën
kan geven. De vrijwillige verzekering
zal om deze redenen ook ten onzent
op een totale mislukking uitloopen.
dachten verzonken man te spreken.
Hy had haar binnenkomst echter
bemerkt en keek haar met een ver-
helderd^ablik aan: .Daar komt de
hulpdMM^edding uit den nood
„Dat wat ge meent, wat ge van
my verlangt, vader,-—Goldammer
dat kan ik niet, dat doe ik niet, vader!”
„Mijn kind, wat zal er dan van ons
worden
„Draag mij iedere taak op, maar
mij verkoopen, een slavin een man
met tegenzin toebehooren dat is
verschrikkelijk I”
„En wanneer ge uw krachten ge
heel verzwakte, uw handen tot bloe
dens toe gebruikte, dan zoudt ge nog
nauwelyks in staat zyn om u in het
leven te houden. Hoe wordt vrouwen
arbeid betaald? Uw moeder heeft dik
wijls tot in den nacht zitten naaien
en hoeveel heeft dit opgeleverd?”
„O, kon ik maar iets doen, wat
waarde heeft!”
„Is het dan niet van groote waarde
om uw armen zwakken vader uit den
nood te helpen?”
„Jawel, maar hoe 1”
„WH moeten God danken, dat hy
ODs^jjhelppnde hand toereikt en haar
dankbaar aannemen. Goldammer is
alleen in staat om ons uit den nood
te. helpen.”
Een dwangverzekering, als minister
Talma in ons land wil invoeren, be
paalt zich alleen tot een schrale uit-
keering aan loontrekkenden. Zelfstan
dige werkers worden aan hun lot over
gelaten. Wel wordt de gelegenheid
opengestald om zich vrywillig te ver
zekeren, doch in de practijk komt daar
weinig van terecht. Dat bewyst de er
varing in Duitschland. Daar kan een
niet-verzekeringsplichtige zich vrywil
lig verzekeren, doch moet dan de ge-
heele premie zelf voldoen.
Van deze gelegenheid is veel minder
gebruik gemaakt dan men had ver
wacht.
Bij enkele instellingen bedraagt het
aantal vrywillig verzekerden nog niet
1 op de 5000 totaal verzekerden, en
bij geen instelling staat het in eenige
bevredigende verhouding tot het aantal
menschen, dat zich had kunnen ver
zekeren.
Een schoenmakertje te Berlijn zeide
tot Perio en de. Van Krevelen „Als ik
het daarvan moest hebben, als ik oud
word, dan kon ik mij wel opknoopen.”
Iets dergelijks zeide een schilders-
baasje in Keulen en een barbier in
Hildesheim.
De kleine ondernemer, die reeds aan
het sukkelen is, en die voor zyn onder
geschikten reeds de helft der week-
premiën moet betalen, komt er niet
toe, 'ook' nog zichzelf en zijn vrouw
te verzekeren. De geringe voordeelen
der wet zyn ook niet van dien aard,
Het aftreden van MoeUi Hafid.
Moelai Hafid gaat thans Marokko
verlaten, daartoe genoodzaakt door
Frankryk, dat hem door generaal
Lyautay afstand heeft laten doen.
Hij gaat thans heen oflf^ezondheids-
redenen, zooals het hedt doch uit den
tekst, waarin hy zijn tip&mden toestand
schildert, welken tekst Moelai Hafid
van generaal Lyautey heeft moeten
aanvaarden, blijkt duidelijk dat Frank
rijk het veiliger voor zich vindt hem
naar Victy te zenden, tot herstel, dan
naar Mekka, zooals des Sultans plan
was en nog is. Want hoewel Moelai
Hafid thans van het tooneel verdwynt,
is het nog niet uitgesloten, dat zijn
woonplaats later te Tandzjer zal wor
den gevestigd, waarheen reeds zyn
harem is verplaatst.
Van het besluit van des Sultans
aftreden is den volke kond gedaan.
Ook de ambtenaren te Tandzjer zyn
er mede in kennis gesteld, welk be
sluit door hen met eenige ironie is
begroet.
De Temps Beweert dat de ontslag
name van Moelai Hafid zoo is gere
digeerd, dat de afdanking der Fran
senen geen moeilijkheden zal bezorgen.
Zekerheid wie de opvolger van den
Sultan zal zijn is e\ nog geenszins.
De broeder van den\Suïtan, Moelai
Joessef schijnt veel ka<is te hebben,
„Dat is onwaardig, dat is afschu-
4arie, ik zweer je by den naam
je overleden moederZij wil, dat
oude vader zult byataan,” hy
aief de armen in vertwyfeling omhoog.
En nu gebeurde er iets ongehoords,
iets, dat het meisje door merg en been
zyn kind en omvatte
-
zy hem bij de armen en deed hem
niet, vader, zoo niet dat is ver-
- 141. .1.1 ma.» nicé
dat ia tegen de natuur I”
Zij omvatte hem liefdevol, deed hem
neei zitten, «treek hem over de wang,
W)
„Zijn vrouw worden I” Het meisje
schudde het hoofd. „Nooit, nooit!"
Zij was nog steeds vol gramschapen
haat, hield haar ooien dicht en liep
weg.
Toen zjj voor de keuken stond, viel
baar ieta in. Zij moest aan haar vader
zoggen, dat zij onder geen voorwaarde
het verzoek, dat Oom Hans haar had
gedaan, kon vervullen.
Zü hoorde haar vader in de kamer
praten. Zijn stem klonk dof, zooals
altjid, wanneer hij in zichzelf sprak.
Zonder nadenken ging zij vlug bij
hem.
Emil Liebreich stond voor het por
tret van zjjn geliefde vrouw en sprak
tot de dierbare overledene, alsof zij
hem kön hooren. Zijn dochter hoorde
bü het binnenkomen juist nog de «ru
stige gesproken woorden-Help mij,
sta mg bg In mgn nood I"
Aangegrepen door dit schouwspel
stond Marie eenige oogenblikken stil
en durfde nauwelijks tot den in ge-
doch even goed is het
een ander b.v. den ge'
Moelai Abdoel-Azia das
aangewezen.
De bladen verhelen intusschen nn
Hafld's aftreden een feit geworden
is hun weinige ingenomenheid met
den heengaanden vorst geenszins. Een
lid van het Franscho consulaire corps
juist thans uit Rabat terugkeorende,
waar hij langer dan tien jaar verblgf
gehouden heeft, doet aan de Temps
omtrent Moelai Hafid'. gezindheid
jegens de Franaohen, de volgende me-
dodeeling.
.Ik kan, zoo zeide de consulaire
ambtenaar, niet nalaten het aftreden
van Moelai Hafid als een gelukkige
gebeurtenis te" beschouwen. Iedereen
kent hem, weet waaraan hy aich te
houden heeft voor zoover het Hafid's
gevoelens ten opzichte van Frankryk
betreft.
Hij heeft my de eer aangedaan my
ongeveer veertien dagen geleden te
Rabat te ontvangen, den dag vdór ik
vertrok. Ik had hem verschillende
keeren gezien en met hem in zijn taal
gesproken. Maar dien dag waa de Sul
tan in een vertrouweljjke bui en hj)
legde mij zijn hart bloot.
Het heeft geen nut dat zuurzoete
gesprek in inzonderheden wear te
geven. Laat ik n alleen «eggen, dat
Hafid al zijn bast dead om my in myn
gevoelen» van Franschman te kwet
sen; MO aaide hjj bjjv., daiErankrijk
niet in staat was een Mohamedaansoh
volk te begrgpen en te regeoren. Hy
liep daarentegen te koop met zyn leven
dige bewondering, zelrs met zün sym
pathie voor die volken van Europa,
dia het ons in Marokko lastig kunnen
maken. Die mededeelingen hadden
niets platonisch. Sedert zün komst te
Rabat coquetteerde de Sultan met alle
vreemdelingen, die er in de stad waren,
maar hy pruilde tegen de Fransohe
kolonie.
Ik heb hem verlaten met de ovetui-
ging, dat hij nimmer tegenover ons
de wapens neer zal leggen. Wanneer
wü de font begaan toe te laten, dat
hy zich in Tandzjer vestigt, dan zal
hij onmiddellijk het middelpunt wor
den van «Ue kuiperijen tegen het pro
tectoraat. Hot zon te meer onver
standig zün Moelai Hafid toe te staan
zich in Marokko op te houden, omdat
allen, die de ware geschiedenis van de
troebelen van Fez en den opstand in
het gebied rond Fez kennen, wel weten
wat ze moeten danken van de wyze,
Duiracniaxn.
De konda.
Naar uit Kanton wordt gameid
In heel het Westen van Duitschland
Is het voor den tyd van het jaar, on
gemeen koud. Voor sommige stréken
Is de koude noodlottig. Uit hel Zwarte
Woud wordt sneeuw gemeld, in de
plaatsen aan dan Rjjn die aan de nit-
loopers van fiat gebergte liggen, is de
temperatuur tot by hat vriespunt m-
daald. Op sommige plaatsen staat het
vreemdelingenverkeer «til. Boom- «n
wljngurden hebben van kou «n vocht
■waar te lijden.
Tangui.
De aardbeving in Turkije.
De regeering te Conatantinopol heeft
voor den bijstand der geiantechappen
bedankt, daar zjj voldoenda maatre
gelen «on nemen om de slachtoffers
d«r urdbeving te steunen.
Volgens ««n van Miriofito gekomen
raisiger is daar en in de omgeving
het cüfer dar dooden niet onder de
8000. Sappaurs «ün van Rodnato naar
Mjriofilo vertrokken om te pogen
lieden te redden die sedert vier dagen
onder het puin begraven zyn. De be
volking verkeert in rampaaligen toa
stend, «r ia gebrek aan alles en de
honger leidt er al toe dat gewapender
hand diefstallen werden gepleegd.
De Armenische patriarch vraagt 500
pond om de ongelukkigen te helpen.
Te Broesse zyn verachillenda huizen
vamiéld en ia een kind onder de puin-
hoopon verpletterd.
De torpedoboot „Boasora", die van
Gallipoli kwam ia met hulpvoorraad
teruggakeerd.
De bladen melden dat bij de Darda-
nellen al de gebouwen, die langs hei
•trend, stonden, vernield zijn.
Te Maladoa zijn verscheidene huizen
ingestort. Te Galat* insgelyk». T«
Mlriofiore «yn 200 huizen, die weer
stand hadden geboden aan de aard
beving, afgebrand. De «'holen en twee
kerken zijn vernield. Te Genos zyn
maar weinig* van de 800 huizen blij
ven staan. Te jfilla zijn de meeste van
Op het oogenblik, dat Liebreich zijn
blik op den nog aan den lessenaar
lillenden zakenman gevestigd had,
kwam juffrouw Dnvernisr uit de naar
den winkel leidende deur, om ieta «an
haar patroon te vragen. Zij deed da
stem van den fotograaf hoorde
bieeï staan luisteren, ai'
ziende, wat er gebenrdi
„Uw aanzoek om i’
dochter,” begon Liebreich, „stemt het
hart van Marie tot vreugde. Het aan
zoek van snik een
man, als
een jong
eeren I”
De dweeper en droomer geloofde
zelf, wat hij gaarne wilde gelooven
on wat hij zich al moer én meer in-
weidde.
„Nn ja," antwoordde Goldammer,
die was opgestaan, „ik was er ook
werkeljjk niet bang voor. Al zijn de
meisjes nog zoo preutach, zij happen
toe als men haar den trouwring voor
houdt I”
„Wilt ge soo vriendeljjk zijn met
me naar boven te gaan Dan kan de
verloving meteen beklonken worden."
(Wordt vervolgd.)
deur tot op een kier dicht, toen zjj de
-M-oi Vüu uüi> fvtügrua* hóorue en
bleef staan luisteren, alles hoorend en
Ie.
de hand van mjjn
n, „stem
vreugde. Het
echtenswaardig
gij «ijt, edele vriend, moet
Onbeduidend meisje wel ver-
ra