thank
IG
r
iwater.
R
r
E.
IANT
HET OFFER.
'Dinsdag 1 October-1912.
NO. 11983.
51e Jaargang.
een.
1.
FEUILLETON,
caerveer
WAKENHUIS, Spuislr. Oen Haag
MT Alle Lore- en Huish. Artikelen
ein’s Ink’
de BEST'
rD-A-w
Verschijnt dagelijks
prijs Van het abon n emen¥ï
Per kwartaal
Telefoon Interc. 82.
Begrooting van Nei-Indié
van hei dienstjaar 1913.
ISTiexL-wrs- ©xx ^.d-Tr©xtexxtx©“bl©ud- ttoox Gro-cLd.su ©xx Oxxxstx©2s:©xx.
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
KJ
e/W
lad Zn., Gouda.
en rnim bestaan
prima stand,
a staan. Br. fr.
iade 1, den Haag.
SINER ont-
•ebts gewoon
crediet aan
k van niet-
f 1.25
1 50
haar
had
Tilburg.
E LOKJE Jr.,
>uda.
LBRIKKKM
S CH ADEL»
HOLLAND.
roedingswaarde
Medaille*.
louder, den Heer
kND
en Woningtoee.
nderstandecomm.
rg geregeld tgdig
m ontvangen van
-ten, vermakelgk-
■e dan in enne
heerders niet per se goede financiers
zijn I
Nu er geen feiten van groot be
lang uit deze begroeting te vermelden
zijn, zullen wij slechts hier en daar
enkele kleine feiten aanstippen, die
niet geheel en al van belang ontbloot
zijn.
Met groote verbazing zal menig
lezer van de begrooting voor 1913
ontwaard hebben dat er in onze
Koloniën nog zoo iets bestaat dat
slavenhandel heet en toch staat op
blz. 25 van no. 4 (7) te lezen dat
men trachten zal in de afdeeling
Nias voor goed een einde te maken
aan menschenroof, koppensnellen,
slavenhandel, slavernij en pandeling-
achap. Als men bedenkt dat in 1888
reeds een wet tegen de slavernij
werd aangenomen, dan wordt het
waarlijk tijd dat daaraan 25 jaren
later de hand wordt gehouden.
Het verdienttoejuiching dat de
minister ernstige pogingen doet tot
afschaffing van de gehate heeren-
diensten. Wanneer het ontworpen
plan wordt doorgevoerd zal in 19l-ö
een einde zijn gemaakt aan de hee-
rendiensten in de gouvemements-
landen op Java en Madoera wat het
onderhoud van en het doen van ge
wone herstellingen aan groote post
en binnenwegen en ten behoeve van
het verzamelen en transporteeren
van verhardingsmateriaal voor die
werken betreft. Later zal dan ook
wel het laatste overblijfsel der hee-
rendiensten verdwijnen, nl. voorliet
onderhoud van en het doen van ge
wone herstellingen aan dammen, wa
terwerken, dijken en waterleidingen.
De inlandsche bevolking zal ver
der geholpen worden door steeds
Vermeerderd onderwijs. Volgens de
berekening van 1912 zullen eraan
het einde van dit jaar op Java en
Madoera 2560 inlandsche scholen
zijn; voor 1913 wordt gerekend op
8*/i uur, Kamer
de Bouwbedrij-
ti-Legi.
8 n. Concert Tilly
laakbord”, 8’/* u.
innige Stadie- en
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad.1.50
Idem franco per post1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLance
Ttesdeweo 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
kMffjetkraid en lavendel bloeiden en
geurden. Marie kende slechts weinig
bloemen, en Rika die zioh over zulk
een 'onwetendheid verwonderde, wa.
verheugd, dat Marie hier alles zoo
verrukkelijk vond. .Ach mooier dan
hier kan het nergens zijn,” riep zü
dikwijl, uit.
De sohoone natuur en de landelijke
arbeid verschaften Marie eene vreugde,
'die haar vele endere dingen moet ver
goeden. Sedert de Markt te Soltau
was het verkeer met de bloedverwan
ten op den Beermanshof zeer vermin
derd. Zij had Lize over haar gedrag
tegenover den loszinnige landbouw
kundige gesproken en haar gezegd,
dat Fedor zioh over haar bezorgd
maakte.
Toen vloog Lieabet op en riep'
.Laat hij zioh met zgn eigen zaken
bemoeien En jij bent ook de rechte
om zedepreken te houden.”
Bij Hendrik durfde zij met geen
woord van verontschuldiging aanko
men. Al. hij voorbjj haar ging, hield
hij zijn hoofd afgewend en zette een
onverschillig gezicht. Hij kwam zelden
en sprak dan slechts met Grootvader
en
50)
„Wil je weer naar binnen
„Neen ik ben machteloos, zij luistert
toch niet naar goeden raad. Doe gij
nog een. uw best.”
Ik zou haar gaarne tot baar bestwil
raden, want ik heb baar lief.”
Grootvader zat met een paar andere
mannen voor het huis in de zon. Zij
rookten uit korte pijpen en spraken
genoeglijk over land en volk. Waar
vader Kruse nit Haiddorf heenging,
had hij spoedig het woord.
Hij zette uiteen, hoe jammer het was,
dat van hun schoone heide nog zoo
veel onbebouwd lag. „Hadden wij maar
hulp van de regeering, dan zou nog
menig dorpeling zich hier kunnen ves
tigen en een goed «tuk brood hebben.”
Allen luisterden gaarne naar hem
zij stemden toe, spuwden op den grond
en zeiden„Zoo is het."
Toen Grootvader de beide jongelui
uit de herberg zag komen, kwam hg
naar hen toe. Zij schudden elkaar de
hand. „Om zeven uur rgden wjj af,
Mevrouw Selenka neergelegd in haar
in 1911 verschellen werk „DiBjePi-
thecanthropus-Sclüchten auf Java,
Geologische und paleontologische
Ergebnisse der Trinil-Expedition”.
Afgescheiden van de vondst van
Prof. Dubois, mag uit de tot nu toe
verkregen resultaten worden afge
leid, dat voortgezette opgravingen
voor de wetenschap zeer belangrijke
gegeyens zullen opleveren.
Om te voorkomen, dat het grootete
deel van het wetenschappelijk mate
riaal zijn weg naar het buitenland
vind en met het oog op Nederland’s
wetenschappelijke naam, wordt het
thans wenschelijk geacht de opgra
vingen niet verder aan vreemde in
stellingen of personen over te laten,
maar van Regeeringswege voort té
zetten en te beëindigen”.
Een ieder die iets voor de weten
schap voelt, zal bij het lezen hier
van met ons ten „flink zoo” doen
hooren I
'Voor de algemeene welvaart wordt
zoowel in de Buiten-Bezittingen als
op Java bij voortduring gezorgd door
uibreiding van het spoorwegnet. Op
de begrooting van 1912 kwam voor
dit doel een bedrag voor van ruim
414 nieuwe, zoodat men kan ver
wachten dat er einde van het vol
gende jaar 3004 scholen zijn. Ook
de Buitenbezittingen zullen hun aan
deel krijgen in die vermeerdering.
Op Sumatra .werden er reeds 194
opgericht en in 1913 zal dit getal
met 59 toenemen. Zoodoende zal
de inlander die langzamerhand ook
iets begint te merken van den strijd
om het bestaan beter tegen dien
strijd gewapend worden.
Maar ook voor de gezondheid van
de’ bevolking zal meer worden ge
daan.
Tijdens het heerschen van de pest
op Java en van cholera-epidemiei'n
in verschillende deelen van Indii' is
het de Regeering gebleken dat zij
naast de Inlandsche geneeskundigen
moet kunnen beschikken over een
aantal Europeesche artsen in haren
dienst. De wijze waarop thans in deze
tak van dienst wordt voorzien vindt
de Minister bepaald onvoldoende en
hij stelt daarom voor gelden te be
stemmen voor een corps geneesheeren
die geheel ter beschikking van den
gouvernementsdienst staan en dan te
werkgesteld kunnen worden waar
hunne aanwezigheid wordt gel'ischt.
Daarenboven zal men in Indii! zelf
zorgen voor een vermeerdering van
het aantal geneesheeren, daar geble
ken is dat men Nederlandsche artsen
niet in voldoende getale kan krijgen,
Te Soerabaja zal een nieuwe school
opgericht naar het model van de
tegenwoordige tot opleiding van In
landsche artsen te Weltevreden. Hier
bij komt dan echter een groote ver
andering die menigeen met vreugde
maar toch met verbazing zal hebben
vervuld. „Het ligt in de bedoeling
om, zoodra de tweede school is op
gericht, de beide instellingen toegan
kelijk te doen zijn voor leerlingen
vaii allen landaard en van heide ge
slachten, onverschillig al of zij zich
al dan niet voor ’s lands dienst wen-
schen te verbinden.” Hiermede wordt
tegelijkertijd tegemoet gekomen aan
de ons inziens rechtmatige eischen
Groote daden op welk gebied ook
zijn voor dit dienstjaar niet te ver
wachten en zondert men eenige sub
sidies van Christelijke Vereenigingen
of Scholen uit dan ziet de begrooting
van 1913 van den tegenwoordige!)
Christelijken Gouverneur-Generaal
er precies zoo uit als de vroegere
begroetingen van paganistische voor
gangers. Toeh met een verschil dat
wij meenen te moeten vooropstellen.
Nadat de heer Idenburg in 1912
als Minister van Koloniën was opge
treden klonk het wachtwoord voor
Indiê „bezuiniging” en toen in 1904
Generaal van Heutsz tot Gouverneur-
Generaal wa» benoemd ontstond er
dan ook een ware bezuigingswoede.
Aan de hooge tractementen werd wel
is waar niet getornd, maar de lagere
moeten het des te meer ontgelden
en niet zelden werden welverdiende
buitengewone vergoedingen aan de
rechthebbende onthouden. Zoo ver
kreeg men in 1907 eene begroe
ting met een totaal uitgave van
f 173.576.040 een batig slot van
f 12.227.822, maar die van 1908
en 1909 levert weer een nadeelig
verschil op, die van 1910 zelfs een
van f 10.253.064. In dit jaar trad
de heer Idenburg, tot nu toe minis
ter van Koloniêh op als Gouverneur-
Generaal, maar de begroetingen blij
ven steeds een nadeelig verschil aan
wijzen die van 1912 zelfs een van
f 33.429.028 en die voor het volgend
jaar f29.737.806. Nu weten wij wel
dat onder uitgaven ook zijn begrepen
de buitengewone uitgaven en die in
het belang vau de economische ont
wikkeling maar dit was toch ook het
geval in de jaren dat er voordeeliger
verschillen waren. Waaruit dan de
gevolgtrekking valt te maken dat
paganistische beheerders uit per se
slechte financiers en christelijke be-
De zomer verliep. Zulk een groeien
had Marie nog nooit gezien, zij werd
daardoorvroolgk en dankbaar genteend.
Wat wa» zij hier wondervol geborgen
Op de bloembedden naast den moes
tuin kwamen de theerozen uit. Blauwe
seringen, pluimanjelieren, ridderspoor,
Marietje. Ik hoad niet van in den
laten avond naar huis te gaan.”
nHet is even over zes,” zeide Fedor,
op zijn horloge kakend. „Laten wij nog
langs de beek loopen, Marie, dan zal
je wel weer opknappen.”
Zij volgde hem gaarne. Het wm een
mooie lenteavond. De zon stond aog
helder aan den blauwen hemel en de
vogels zongen in het struikgewas, toen
zij tusschen tuinhagen door naar het
pad afdaalden, dat hier en daar door
wilgen begrensd naar de beek voerde.
In beider harten brandden en woelden
pijnlijke gevoelens.
De jonge hulpprediker was zich zijn
aandoeningen meer bewust dan het
meisje, en was smartelijk bedroefd, nu
Liesbet weer zoo lichtzinnig, ijdel en
wispelturig bleeks, Marie was toch
eigenlijk veel verstandiger, maar toch
dwaalden steeds zyn gedachten weer
opnieuw naar de kleine dwaze Lieze
terug, die hij zoo gaarne op den rech
ten weg zou willen helpen. Als die
Ohlke, die losbol, haar maar niets in
het hoofd praatte
Marie was nog veel minder op
gemak. Zij wist, dat zij Hendrik
bpleedigdhet deed haar gewis leed,
zij wilde echter onder geen voorwaarde
dulden, dat hy haar beschouwde als.-..—-- -r
hem toe te beboeren. Aiwa* het slechte gespannen. Grootvader klopte de on.
(illHISIHE COURANT
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1^-5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer.0.10
Bjj drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van I—5 regels f0 35 bn vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames I 0.25 per regel
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
voor oen dansnamiddag, dan w* haar
dat nog te veel. Zij was niet vrg, en
het streed tegen naar geweten, iets
aan te nemen, dat op een aanzoek
geleek. Hij had zeker niets ernstig»
in het hoofd, o neen, stellig niet
hij, de r(jke boer, en zij, het arme
meisje, dat hij zelf een „starfspop”
noemde. Maar zij wilde zich niet voor
den gek laten houden.
En dan die verschrikkelijke agent,
die haar steeds in het oog hield. Zou
hij ook misschien iets tegen haar in
het schild voeren
Het heele feest bracht haar eigenlijk
in de war. Zij kon met al haar hei
melijke angst niet zorgeloos vrooljjk
zijn evenals de anderen.
Marie en Fedor waren zoo vervuld
met hun eigen gedachten, dat zij slechte verzonken, zij
weinig woorden met elkander wis», noodigste. Wa
selden.
Eindelijk begon Fedor„zie die re-
zewolkjes, de zon gaat al onder, en
om zeven uur wil Grootvader naar
huis. Wij moeten teruggaan, maar ik
denk toch, dat die wandeling in de
vrije lucht ons goed heeft gedaan na
al die drukte."
„O zeker, lieve neef
Toen zij weer bij de herberg aan.
kwamen, stonden de twee wagens ia.
van de Ind.-Europeanen om hun kin
deren ook in de gelegenheid te stel
len het Indische arts-examen af te
leggen. En dat beide geslachten wor
den toegelaten tot het onderwijs en
tot examen is almede een reden tot
blijdschapde vrouwelijke Inland
sche bevolking toch heeft voorzeker
groote behoefte aan’ geneeskundige
hulp.
Verder achtten wij het een geluk
kig denkbeeld van den Minister om
meer afdoende, maatregelen te nemen
ten einde de oude bouwwerken van
Indii' foor minder verval te behoeden.
Het werd ook waarlijk tijd en meer
dan dat. Wel is waar was er in de
laatste jaren veel gedaan voor het
behoud van den Boeroeboedoer en van
een paar hoofdtempels te Parambanan,
maar overigens liet men de hindoe-
oudheden aan hun lot over en menig
fraai tempeltje is reeds voor goed
verloren. Gelukkig zal men nu nog
redden wat er te redden valt en
daarvoor zal een afzonderlijke oud
heidkundige dienst worden ingesteld,
zooals die ook reeds in Engelsch-
en in Fransch-lndiÊ bestaat.
Op wetenschappelijk gebied vinden
wij een merkwaardig voorstel in de
onderafdeelingen 141 en 142. Wij
later hier letterlijk volgen wat de
Minister hiervan zegt. „Naar aan
leiding van de bekende vondst te
Trinil, residentie Madioen, door prof.
Dubois, die aldaar de overblijfselen
van een menschachtig wezen, door
hem Pithecanthropes erectus ge
noemd, meent gevonden te hebben,
is in 1907 op instigatie van de
academie van wetenschappen te Ber
lijn eene expeditie naar Trinil ge
zonden, die onder leiding van Me
vrouw Selenka kwam te staan. Het
onderzoek dier expeditie werd van
einde Juli 1908 tot Januari 1909
voortgezet door den tfederlandschen
mijn-ingenienr Dozy, die daartoe
door Mevrouw Selenka afgevaardigd
werd.
De resultaten van de tot heden
ingestelde onderzoekingen zijn door
geduldige brujnen op de hals. Lodewjjk
Beerman was nog aan het tuig bezig,
zijn broers en zuster kwamen rood en
opgewonden uit de herberg.
Hendriks en Liesbets oogen vlogen
het torugkeerendo paar tegemoet, bei
der gezicht vertrok. Het meisje fluis-
terde met haar zuster, en toon Marie
haan plaats haA ingenomen, klauterde
"Lotto bij haar in den wagen. „Lieze
heeft geen lust met je mee te rgden,”
zeide zij op bitsen toon. „Denk je
soms, een domineesvrouw te worden 7
Nou, hg zal zich daarover wel twee
maal bedenken. Je hebt geen geld,
zeggen ze.”
Grootvader reed af. Van de beide
meiajee achter hem voerde Lotte alleen
het woord. Marie zat in gedachten
zij antwoordde slechte het
igste. Wat had Hendrik haar boot
aangekeken! Die gunde haar zeker
nooit weer een goed woord.
ZESTIEND® HOOFDSTUK.
(Wordt vervolgd.)