JSEL
[ITS,
handel,
dres:
DE JONG,
osthaven 31.
wing!
verpakking poser
veelvuldig wordt
£Tï®"cl“ws- en ext©3a.tï@"blsud- voor G-oxlcL®. en OfficxstxeUcezx.
No. 12004.
Vrjjdftg 25 October 1912.
51e Jaargang.
Eviltexilarxd-
FE11LLETO\.
tNus.
WA BEN 111'IS, Spuislr. Deo Haag.
Gouda.
en Heeren
rwaters
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc, 82.
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
llooger onderwijs in Nederland.
rI
p’t MERK te letten.
AAYZONEN
Naar het Fransch.
(Wordt vervolgd.)
ttu Zn, Goud
prijs VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
V Lore- en Hulsb. Artikelen
t s
AN DANTZIQ,
PEIT IN-
VON*,
aarwater.
QUININE.
EGETALL
v. DIEST.
HI-
9 aflevering.
lapraeparaten van
m den man te
er op, dat roode
m Dr. H. Nanning,
iet woord >Kina~
m, NIET uit onze
iyn. Men eiwhe
Inadruppelsl
m A f
GOrilSdIE (OIKAXT.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer.0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 by vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
f 1.25
1 50
Met Geïllustreerd Zondagsbladl .tjO
Idem franco per post1 90
Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
De crisis op den balkan.
Nog altijd brengen do berichten van
den Balkan ons berichten van over
winningen en nederlagen. Overwin
ningen van het land, vanwaar de te-
wordt aan de averechtsche sociale
plannen der Regeering ten offer ge
bracht een stelsel van bescherming is
voorgedragen, dat, reeds afkeurens-
waardig uit een oogpunt van belasting-
politiek, buitendien onze welvaart
bedreigt en tot politiek bederf zal
voeren.
Het rechtmatig streven der vrouw
naar meer zelfstandigheid wordt be
lemmerd. Zelfs wil men door een al
gemeen wettelijk vöorschrif t de vrouw-
ambtenares, die in het huwelijk treedt,
straffen met ontzetting uit hare be-’
trekking in rijksdienst of bij het
onderwijs.
Tot verbetering van het algemeen
volksonderwijs, onmisbaar voor zede
lijke en stoffelijke verheffing, wordt
niets gedaande meeat dringende
maatregelen tot verhooging van het
peil, zoowel van het openbaar als van
het bijzonder onderwijs, blijven achter
wege. Er is slechts belangstelling voor
de eenzijdige bevoordeeling van de
bijzondere school ten koste van de
openbare.
Door opgedrongen kerstening dreigt
het Moederland de inlandsche bevol
king onzer Koloniën van zich te ver
vreemden. Het drijven om gouver-
nementsscholen te doen plaats maken
voor scholen der Christelijke secten
brengt den schoolstrijd ook naar Indië
over. Ons koloniaal bezit wordt aan
gevaar blootgesteld ten gevolge van
eene politiek, die lijnrecht ingaat tegen
jaren lang beproefde beginselen van
koloniaal beleid.
Het gevaar aan den bestaanden
politieken toestand verbonden, is te
grooter, wijl de door machtsbegeerte
bijeengehouden, schoon innerlijk ver
deelde coalitie in de Tweede Kamer
aan allen, die zich tegen haar beleid
verzetten, op tyrannieke wijze haren
wil oplegt. Zelfs schroomde zij niet,
het Reglement van Orde der Kamer,
tot dusver waarborg van de rechten
der minderheden, aan hare stembus-
politiek dienstbaar te maken.
De hoofdbesturen van de drie vrij
zinnige partijen zijn met elkander in
overleg getreden, om te overwegen,
wat in deze ernstige omstandigheden
de taak is der vrijzinnigen. Zij oor-
deelen dat het noodzakelijk is met
behoud van eigen zelfstandigheid
de handen ineen te slaan, ten einde
h
[enoegen” 7 Va uur»
L Tooneelvereeni-
n, Directie Herm.
„U is al te vriendelijk, en ik weet
waarlijk njet hoe ik u mijn dankbaar
heid zal tóonen 1”
„Maar er valt geen dankbaarheid te
toonen,” hernam zij, „ik zeg u immers,
dat ’t ons een genoegen is, u gast
vrijheid te kunnen aanbieden.”
„Een welgemeende gastvrijheid, zoo-
als ik gewenscht had, dat men altijd
aan mijn arm kind zou verleenen,”
voegde vader Géraud er bij.
„Morgen vroeg om vier uur ga ik
weêr heen,” antwoordde de jonge man,
als om zich nog wat te verontschul
digen.
„Om vier uur, hoor je dat kleintje?”
vroeg de oude man. „Haast geen tijd
om te slapen I”
„Ja, ik weet ’t,” antwoordde zy.
„Men staat vroeg op in dienst, en in
deze tijd van het jaar, is dat ook maar
’t bestewant in de koelte van den
vroegen morgen is het marcheeren
minder vermoeiend. Is dat niet,” ging
zij voort, den soldaat aankijkende, „de
laatste marsch, die u moet maken?”
„Nee, mejuffrouw,” antwoordde hij,
„we moeten nog eenmaal halt maken,
vóór dat we op de plaats van bestem
ming zijn. Maar ik beken eerlijk, ’t
wordt tijd, dat er een eind aan komt,
’t Valt niet meê, die manoeuvresvooral
niet, als je niet aan groote vermoeie-
boompjes, thans zonder vruchten, en
de gepluimde stengels van tot zaad
geschoten asperges.
Kersenboomen en amandelboomen,
gebladerte, wierpen
de slechts flauw aan-
en een oude, dikke
2)
-Welke post?”
Die van halfzeven dan is mijn doch
ter vrij, begrijp je
„Vrij?”...
„Ja zeker. Heb je dan, bij ’t binnen
komen, niet opgemerkt, dat hier het
postkantoor is?”
„Hé, nee; ik moet bekennen, dat
ik er niet op gelet heb. Het trekt wei
nig de aandacht en je moet eerst maar
weten, dat ’t er is,” voegde hij er,
onverschillig, bij. „Maar,” ging hij
voort, zyn schreden richtende naar
de bank achter in den tuin, „wat is ’t
hier aardig!”
„Vindt je?”
„Zeker, ik meen ’t eerlijk.”
Hij was, in al zijn landelijkheid,
werkelijk aardig, die kleine tuin,
waar de in dichte bundels groeiende
maluwrozen, de helkleurige geraniums
en het zacht blauwe eereprijs, zonder
rich aan de etiquette te storen, broe
derlijk de ruimte deelden metbeMen.-
v. d. HOOGEN.
lez. v. ABS-
Wij vernemen uit Utrecht
Na den dood van prof. Valeton
kreeg men te Utrecht prof. Noordtzy
uit Kampen. De C. H.-partij was het
daarmede niet naar den zin. Zoo is
er dus een post op de begrooting voor
1913 van volle f 6000.voor een
nieuwe hoogleeraar in de theologie.
Die zal dan ook wel komen.
Een andere, onlangs nog als candi-
daat voor het kiesdistrict Ommen ge
noemd, waar hij als intimus van Dr.
A. Kuyper een goeden kans zou ge
had hebben, prof. Visscher, wil de
theologie met de letteren verwisselen,
misschien wel redacteur Van „de Stan
daard” worden, is m. a. va van vele
markten thuis. Voor hem is nu bij
voorbaat ook een nieuwe post op de
begrooting uitgetrokken.
Hij wil nl. voor de geografen in
Utrecht ethnalogie gaan doceeren
Acht zich daartoe bevoegd omdat hij
een boek schreef over oud-testamen-
tische volken, hun zeden en gewoon
ten
De faculteit schijnt die aanspraken
in bescherming te willen nemen.
Niet alleen in de Ministersbank,
ook in de wetenschap staan ons dus
de dominees te wachten, die de theo
logische toga's aan den wand willen
hangen. Gelukkig Hooger Onderwijs
in Nederland
V rijzinnige Samenwerking
in 1913.
Onderstaand stuk is door de hoofd
besturen van de drie vrijzinnige par
tijen aan de aangesloten Kiesvereeni-
gingen verzonden.
In de hoogst gewichtige beteekenis
van dé aanstaande verkiezingen vinden
wij aanleiding dit woord tot U te
richten.
In breede kringen wekt de gang van
zaken op staatkundig gebied steeds
ernstiger bezorgdheid. Het Ministerie-
Heemskerk, dat bij zijn optreden het
voornemen te kennen gaf, in gematig
den en verzoenenden zin te willen
regeeren, zet thans de tradities van
het Ministerie-Kuypër voort, en keert
zich al scherper tegen de vrijzinnige
beginselen, welke sedert 1848 ons
staatsleven beheerschen.
Onder den invloed van met den dag
feller optredende elementen uit de
Roomsche en Calvinistische staatspar
tijen wordt eene reactie ingeleid tegen
de beginselen van vrijheid en recht,
die aan onze Staatsinstellingen ten
grondslag liggen en Nederland ten
zegen zijn geworden. Geloofsverschil’
len worden aangescherpt en doorge
trokken op elk gebied van het maat
schappelijk leven het gevoel van na
tionale saamhoorigheid gaat te loor.
De geestelijkheid van het Neder-
landsche volk wordt aangerand. Begun
stiging van bepaalde kerkelijke rich
tingen leidt tot onoprechtheid en
veinzerij.
De bedrijfsvrijheid wordt door eene
bureaucratische wetgeving meer dan
noodig aart banden gelegd, de regeling
van het bedrijf in handen gegeven van
den Minister mët zijn staf.
Bij den opbouw van sociale in
stellingen wordt niet gestreefd naar
ontwikkeling van eigen werkzaamheid
van arbeiders en werkgevers, naar aan
sluiting bij het goede dat uit de vrije
maatschappij is opgekomen. Heil wordt
gezocht in overdreven vermeerdering
van ambtenaren en ambtenaarsinvloed,
in niet-nationale, uiterst kostbare Or
ganisaties, die evenmin passen in ons
staatsrecht als in de ontwikkeling
onzer maatschappij. Aldus wordt tegen
zin gewekt tegen alle pogingen om
door doeltreffende maatregelen van
wetgeving en bestuur de maatschap
pelijk zwakken te sterken.
De handelsvrijheid, waaronder land
bouw en nijverheid, scheepvaart en
handel bloeien ais nooit te voren,
de i
gesel
met nog frisch
hun schaduw op
gegeven paden,
appelboom, .met zware, bijna onder
het bereik van de hand hangende tak
ken, gaf vroolijkheid aan het geheel
door de helle kleuren van zijn groote
appels.
Boven de boomen van het tuintje
en de kastanjeboomen aan den weg
langs het huis was de hemel mooi grijs
gekleurd, met den licht blauwen tint
van bloeiend vlas, en in de verte roze
rood terwijl de zoele wind de wel
riekende geuren aanbracht van het
nabijgelegen bosch.
De soldaat haalde met welgevallen
adem en herhaalde
'„’t Is werkelijk aardig en je zit
hier ook aangenaam
„Dat zeg ik altyd,” antwoordde de
oude man, „en ik vind ’t
„Maar,” viel hij zichzelf plotseling
in de rede, ik bedenk me daar, dat
mijn dochter nog van niets weet, en
ik dien haar toch te waarschuwen. Een
©ogenblikje, als je blieft
Hij ging niet verder.
„O,” hernam hy, „’t is niet meer
JAZIJN VA-N
HEUL
THEEËN worden
jrd in verzegelde
van vijf, twee en
f en een Ned. ons
melding van Nom-
Prijs, voorzien van
aand Merk, vol-
Wet gedeponeerd,
tot de uitvoering
eerde orders aan-
d
C. BIJL,
GEBAART Lz.
Réunie“, 8 uur,
)or de Tentoonst
18-1918”.
Schaakbordu 8‘/> u<
d-Holl. IJsvereen*
Rónnieu, 8 uur,
Grainger.
rmonie” 8‘/i nur»
ida van den Kon.
id-Onderofficieren.
raw- en Woning-
Onderstands-Coffl-
nenzorg.
P/a uur Kamer van
le Bouwbedrijven.
Jenoegen, 7 uur
ts- Voorstelling.
staatswege te verleenen steun het uit
gangspunt moeten zijn.
Tot het verkrijgen van de voor
sociale hervormingen benoodigde mid
delen zal, voorzoover die niet gevon
den worden uit bijdragen van belang
hebbenden en uit bestaande inkomsten
van den Staat, niet mogen worden
teruggedeinsd voor verhooging van
directe heffingen.
Wij noodigen U uit, uwe goedkeu
ring te hechten aan het voorstel van
de hoofdbesturen der drie vrijzinnige
partijen, om, op den grondslag van
voorgaand stuk, bij de verkiezingen
van 1913 samen te werken.
nissen gewend bent.”
„Ik geloof ’t graag, merkte zij op.
„Ben je gewoon soldaat of reser
vist?” vroeg vader Géraud.
„Reservist.”
„Zooen, zonder indiscreet te zijn,
wat ben je van je ambacht?”
Van mijn ambacht
De soldaat trok weêr een vreemd
en antwoordde, na een oogenblik na
denken
„Ik ben intendant van een rijk
personage.”
Maar het jonge meisje hoorde’t niet
meer, want Jeannil kwam haar, juist
op dat oogenblik, zeggen dat er iemand
aan het kantoor was.
„Intendant?” herhaalde de oude
man „dat is een betrekking waarvoor
je wat weten moet, en toch zul je, op
het oogenblik, wel eens moeten ge
hoorzamen aan menschen, die niet eens
kunnen spellen.”
„Odat is niks,” zei hij, „de be
velen worden niet gespeld.
„Maar ’t is toch onaangenaam!”
„Je moet je er wel in schikken.”
„Natuurlijk, zeker; maar je kondt
toch officier zijn.”
„Zeker.”
legram verzonden ia, nederlagen voor
den tegenstander en omgekeerd. Van
daar dat men met bijna volslagen
onzekerheid ronddoolt in de chaos
telegrammen, die ons iederen dag be
reiken. Onder de journalisten schijnen
er trouwens veel voor te komen, die
uit louter sensatiezucht, de meest
schrikwekkende telegrammen seinen,
wellicht ^denkende: het grootste deel
van de lezers is toch totaal niet op
de hoogte. In dat opzicht hebben zij
wel gelijk, maar de schuld ligt aan
de zijde der verslaggevers die ons zoo
bedriegelijk voorlichten. En dat zulks
nu nog voorkomt bij journalisten uit
het land zelf, och, onwillekeurig stelt
men de zaken voor eigen partij zoo
gunstig mogelijk voor. Maar ook Ipui-
tenlandsche journalisten doen aan dat
kwaad mee. Slechts voor een gering
deel zijn ook de betrokkenen vrij te
pleiten. De autoriteiten hebben de
oorlogscorrespondenten in ’t geheel
niet of pas zeer laat toegelaten op het
terrein van den stryd. Pas sedert een
paar dagen zijn de oorlogscorrespon
denten bij het Bulgaarsche leger naar
het hoofdkwartier vertrokken en de
afstand van het werkelijke operatie-
terrein is zoo groot, dat van een na
gaan der bedryven geen sprake kan
zijn. Turkije laat in het geheel geen
journalisten toe. Zoodoende is een
zuiver objectief oordeelen over de toe
stand uiterst moeilyk. Dit wettigt
echter nog niet het verzenden van
telegrammen met vrijwel gefingeerde
inhoud.
Een belangrijk overzicht geeft het
„Handelsblad” waar het aanhaalt de
uitgaven der Balkanstaten zooals die
zijn gepubliceerd door den heer Robert
Ducasble in de Figaro. Uit de gepu
bliceerde cyfers blykt terdege, dat de
Balkanstaten zich sedert jaren voor
bereiden voor een oorlog. In 1902
bedroegen de uitgaven voor:
Bulgarije 28.310.000 frs.
Griekenland 25.158.000
Montenegro 116.000
Servië 18.474.000
In 1911 waren die uitgaven geste
gen tot
Bulgarije 39.990.000 frs.
Griekenland 29.312000
Montenegro 273.000
Servië 30.116.000
De uitgaven voor Bulgarije zijn f
dus met ongeveer 65 pCt. toegenomen,
voor Griekenland met 16 pCt., voor
Montenegro met 120 pCt. en voor
Servië ook ongeveer 65 pCt. De mi-
gezamenlijk de gevaren te kunnen af
wenden, die het land bedreigen. Die
noodzakelijkheid klemt te meer, daar
de vrijzinnigen stryd te voeren hebben
niet alleen tegen de rechterzijde, maar
evenzeer tegen de sociaal-democratie,
die, zich stellende op het punt van den
klassenstrijd, tot bereiking van een
hersenschimmig einddoel, de grond
slagen van de hedendaagsche maat
schappij ondermijnt.
De samenwerking van de drie vrij
zinnige partijen zal berusten op den
navolgenden grondslag
Algemeen kiesrecht voor mannen
moet worden ingevoerd, zonder dat
aan die hervorming als voorwaarde
wordt verbonden het nemen van maat
regelen tot verzwakking van den volks
invloed, dien men door het algemeen
kiesrecht tot volle ontwikkeling wil
brengen.
De gelegenheid moet worden ge
opend, aan de vrouw het kiesrecht te
verleenen, zonder dat daarbij eischen
van maatschappelijken welstand mogen
worden gesteld. De beletselen tegen
verkiesbaarheid der vrouw moeten
worden weggenomen.
Evenredige vertegenwoordiging
moet worden ingevoerd.
De verhouding tusschen Kroon en
Volk, zooals die in onze Grondwet is
geregeld, moet worden bestendigd.
Onverzwakt moet ook als waar
borg voor de deugdelijkheid van het
geheele volksonderwijs de openbare
school worden gehandhaafd, waar
ieders godsdienstige gevoelens worden
geëerbiedigd. Herziening van het
schoolwezen en verbetering van de
opleiding en de pdsitie der onderwijzers
ten einde het volksonderwijs op hooger
peil te brengen, is dringende eisch.
Verandering in onze vrijhandelspo
litiek moet worden afgewezen.
In de behoeften ontstaan door ouder
dom moet voorzien worden door uit-
keeringen uit de staatskas, onverschil
lig of de behoeftigen al dan niet tot
de loonarbeiders behooren. Verzeke
ring van uitkeeringen boven het
minimum, dat aan behoeftigen wordt
verstrekt, dient van staatswege be
vorderd en geldelijk gesteund te wor
den.
Noodzakelijk is een algeiqeene voor
ziening op het gebied van de genees
kundige en geldelijke hulp by ziekte
en invaliditeit van on- en minvermo
genden. Hiervoor zal eene wettelijke
regeling van de ziekenfondsen en zie
kenkassen en van den daarbij van
noodigdaar komt de kleine al.”
„Grootvader,” riep zij, „ik zoek je
al wel drie minuten. Oging zij
voort, zich tot den soldaat wendende,
„pardon, ik had u niet gezien.”
„Die brave jongen is onze gast tot
morgen ochtend,” antwoordde de oude
man, zonder hem den tijd te geven
om zelf te antwoorden. „Je zult de
blauwe kamer in orde moeten laten
maken, kind.”
Bij de woorden „brave jongen” trok
de soldaat weer net zoo’n vreemd ge'
zicht als ’n oogenblik te vorendoch
misschien was ’t maar een zenuw
trekking.
't Spijt me, dat ik u zooveel last
veroorzaak, mejuffrouw,” zeide hij, „en
ik heb heel veel lust om, ten einde u
dien te besparen, maar in een herberg
te gaan slapen, zonder kosten voor u
natuurlijk. Ik blijf dan toch dank
baar
„Maar u veroorzaakt volstrekt geen
last,” viel zij in de rede, hem wat
nauwkeuriger opnemende, verrast als
zij was door de gemakkelykheid, waar
mede hij zich uidrukte. „Grootvader,
die nooit soldaat geweest is, houdt veel
van soldaten, en u komt ons volstrekt
piet ongelegen. Integendeel, verzeker
ik u, dat ge ons genoegen doet met
te bleven.”