Van Houten’s
RONA
Cacao
ITS,
a n d e 1.
QLA2EK,
No. 12011.
Zaterdag 2 November 1912.
51e Jaargang.
Groote belangen.
FEUILLETON,
H)a tXua.
t« danken la aan da uitstekende kwaliteiten
van deze Cacao! Uw eigen belang brengt mede
daarvan een geregeld gebruiker te worden.
r beroemde
erkgfazen
waters
ON*,
arwaler.
HNfNE.
GETALL
WAHEMILIS, Spuislr. Dn Uuj.
OV* *lle Lue- ei HuUb. Artikel»»
V/cct G« dat d« enorme toename
In. verbruik van
Eerste Blad.
KBAMM,
Jilietws.Gouih
DDE.
8
i. JtMkerk, der
slteilkgei mi.
RICHT DKR
ABETH,
Gouda.
:it in
n ïïeerea
ISEL
E JONG,
ithaven 31,
lAU’S
I
3TE.
HM HEM.
uor«- uB,
hstplisdie
meriting:
a7w»
XTie'xi’ws- voox Q-o-clcLs. eux OxxxstreDjceacx.
f behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Verschijnt dagelijks
n PRIJS VAN HET ABONNEMENT:”
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
die pla-
(Wordt vervolgd.)
lak&LrCknd*
Dit Nummer beetaat uit twee
bladen.
te van Beeldende
Ider, Architect en
van Bouwkunde
OBNT.
es:
•nniven, dat hü
uoqgea in rond,
T. CREBAS.
Telef. 40.
VoontoDina-
ij geregMd tijdig
i ontvangen*»
«n, remakem**
a dia ia ons»
rood“ vm. 10*4
D. A. P.
>ord“ S'l, uur,
K Kieaverwi-
«u.
»- en Woniaf
idcrstaud.-OuW
nor Kamer w* I
Bouwbedryvt*-
joegen, 7</iOW I
de antithese-politiek naar IndiA.
Gaat men in Mohammedaansrhe
streken propaganda maken voor
Christelijk onderwijs, dan kan dit
slerhts leiden tot reactie van Mo
hammedaansche zijde De door
professor Snouck Hurgronje in zijne
brochure „Nederland en de Islam”
uitgesproken voorspelling, dat pro
paganda voor het Christendom tot
Mohammedaansche reactie zou leiden,
wordt nu reeds door feiten beves
tigd”. „Een van de leden deelde
mede van eenige betrouwbare per
sonen, die lang in Indië waren ge
weest en de toestanden aldaar goed
kenden, verontrustende mededeelin-
gen ontvangen te hebben omtrent
stijgende ontevredenheid onder de
inlanders op Java ten gevolge van
het drijven in Christelijke richting".
Dit zijn slechts enkele aanhalingen
uit het „Voorloopig Verslag" (no.
41), maar toch even zooveel bewij
zen dat sommige leden onzer Tweede
Kamer een open oog hebben voor
het groote gevaar dat Nederland
als koloniale mogendheid dreigt.
Dat andere leden dit niet inzien
kan slechts verklaard worden door
hun verblindheid of door hun alge
heel gebrek aan kennis der toestan
den in Indië. „De antithese tusschen
geloof en ongeloof zal zich overal
doen gevoelen, waar Europeanen
wonen met tegenover elkander staan
de levensbeschouwingen, maar in
Indie treedt meer de antithese,
voortspruitende uit verschil in ras,
op den voorgrond. Van overbrenging
van den schoolstrijd naar Indië be
hoeft geen sprake te zijn, mits het
recht van bestaan van bijzondere
scholen naast de Gouvernements-
scholen erkend wordt. We) dient de
Regeering, ook op het gebied van
het onderwijs, blijk te geven, dat
zij eene Christelijke natie vertegen
woordigt”. Aldus antwoorden andere
zijn adres er op vermeld waren, vielen
alle zendingen in rebut, d. w. z. ze
werden gerangschikt onder de onbe
stelbare stukken. Zeer waarschijnlijk gen
versleet men, op het kantoor waar de De
zendingen ten slotte terechtkwamen,
den afzender voor gek, maar dat kon
hem bitter weinig schelen, want men
zon nooit te weten komen, wie hij
was, en te Vieilmont vermoedde nie
mand iets van zyn kunstgreep.
Doch dat vervelende werk zou toch
zoo heel lang niet kunnen duren. En
wat moest hij dan doen Tot welk
besluit zou hij,eindelijk komen?Wat
zou er van hem worden?
Jan wist 't nieton ontevreden met
zichzelven, omdat hij maar geen be
slissing kon nemen, hetzij door heen
is gaatr, hetzy door openlyk voor zijn
gevoelens uit te komen, bleef hij maar
/mhangen, 't aan het toéval overla-
tenden, om een einde aan de zaak te
maken. Maar toch was 't niet zonder
zekere zorg dat hij
strijken, en zich af’
leden dier Kamer. En met een ver
blindheid die bijna onbegrijpelijk
is wordt daar verder gezegd „Van
een reactie van Mohammedaansche
zijde tegenover de door de Regeering
gevolgde gedragslijn was dezen leden
echter niets gebleken. Overigens
werd het reeds herhaaldelijk geuit
gevoelen gehandhaafd, dat de Ja
vanen voor het grootste deel geen
Mohammedanen zijn, maar het Hin-
doe-Javanisme belijden, een term,
door professor Veth en dr. Brandes
gebezigd ten einde hun godsdienst
aan te duiden”.
Dit laatste geven wij gaarne toe.
Een groot deel der bevolking van
Java behoort niet tot de Moham
medanen pur sang, maar dan be
denke men toch dat Java betrekkelijk
slechts een klein deel van onzen
Archipel vormt en verder dat die
zelfde Javanen zich als één man
onder het vaandel van hun Moham
medaansche leiders scharen, zoodra
dit vaandel bedreigd wordt en het
wachtwoord tot den heiligen oorlog
wordt gegeven. Een ieder die ook
maar eenigszins myt Jjpt karakter
der Javanen bekend la, zal met den
grootsten kenner van den Islam,
professor Snouck Hurgronje zeggen,
dat propaganda voor het Christen
dom tot Mohammedaansche reactie
moet leiden. Is het dan geen'spelen
met vuur wat onze huidige regee
ring doet, sinds de eigenlijke be
stuurder van Nederland en Kolo
niën gelast heeft den schoolstrijd
ook naar Indië over te brengen
Wel wordt in het meergenoemde
Verslag gezegd „Veeleer blijkt in
Indii.' van het drijven van enkelen
om de Mohammedanen tegen het
Christendom op te jagen”, maar dit
is eene bewering, die niemand op
een dwaalspoor kan brengen als hij
ten minste Indii' kent. Men vergete
toch niet, dat in onze Koloniën,
vooral op Java, in de laatste jaren
veel veranderd is. Duizenden zijn
thans in staat Nederlandsche bladen
ken met den ouden houthakker, dien
hij in het bosch tegenkwam, en ook
met de brievengaardster, een ernstige
en ontwikkelde vrouw.
Dat was allemaal de zuivere waar*
heid.
Maar hij vertelde er niet bij, dat de
=~haduw van het bosch bijna het post
kantoortje raakte, dat de houthakker
de brievengaardster kende,' en dat al
heel lang., daar hij haar, als de plan
ten in het bosch, had zien opgroeien,
en dat de brievengaardster, die ernstige
ontwikkelde vrouw, tegelijkertijd jong
en mooi was.
Eiken dag vond hij gelegenheid om
naar het kantoor te gaan en, in alle
eer en deugd een beetje met haar te
praten, zonder dat iw»and zich er over
verwonderde, want tn het logement,
waar hij vertoefde, had hij verteld, dat
hij een luchtkuur moest doen, en, als
journalist en romanschrijver, verplicht
was dagelijks kopy naar Parga te
zenden.
Hy moest wel het een of ander voor
wendsel zoeken voor die dagelijksche
bezoeken.
De menaohen begrepen er eerst niet
veel van, en misschien ook maakten
zy zich geen heel duidelijke voorstel
ling van hetgeen hy ze uitlegdemaar
zyn verblyf in de streek en zyn her-
GOllkSIIIE COURANT.
PRIJS DER ADVERTENTIN
Van I—gewone regels met bewijsnummer f 0.56
Elke regel meer 0.10
Bjj drie achtereen volgende plaatsingen worden deze legen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1regels rO 35 bh vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames I 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte
s———«m
gebied komt aan de l'rotestantscb,
het andere aan de Roomsch-Katho-
lieke zending. Waarop dan volgt
„Wél zal hierdoor de onverkwikke
lijke, voor den redelijken invloed
van de Christelijke leer op de inlan
ders zoo verderfelijke concurrentie
worden voorkomen, maar” eng. Hier
wordt met weinige woorden aange
duid hoe de inlander tot nu toe het
Christendom in Indië heeft leeren
kennen en dus waardeeren
Atjeh heeft voldoende bewezen
wat de Inlandsche bevolking vermag
als het door rassenhaat en geloofs
haat opgezweept tegen ons gezag in
opstand komt. Groote offers aan
menschenlevens en geld heeft het
Indië en Nederland gekost om daar
het gezag hoog te houden en die
streek tot onderwerping te dwingen.
Late men dan ook in Nederland
bijtijds inzien, dat er voor ons land
groote belangen op het spel staan,
daar ginds in het schoone lusulinde,
waaraan wij zooveel te danken
te lezen en brochures, zooals die
van dr. Kuyper „Afgeperst", be
hoeven niet meer vertaald te worden
om den ontwikkelden Javaan te zeg
gen wat de groote liewindsman wil
ten opzichte van godsdienst en onder
wijs. En was diezelfde Javaan nu
meer overtuigd, dat zyn godsdienst
zooveel slechter was, dan die welke
men hem daarvoor in de plaats wil
geven, wellicht zou zijn tegenstand
gering zijn. Maar naast het vele
goede dat hij van de Christenen
gezien on genoten heeftf zal hij
toch in den loop der tijden ook heel
wat hebben opgemerkt wat hem
aanleiding gaf zijn eigen geloof voor-
loopig te behouden.
Naar aanleiding van deze laatste
bewering, halen wij nog een gezegde
aan uit het Verslag, waarin ge
sproken wordt over enkele streken
waar de bijzondere scholen zullen
plaats maken voor zendingsscholen,
in dier voege dit er eene verdeeling
zal plaats hebben, zoodat het eene
haalde bezoeken aan bet postkantoor
werden er niettemin door verklaard.
En, daar hij de mooiste kamer van het
logement had betrokken, goed at en
ruim betaalde, had hij spoedig een
goeden naam in de streek en dacht
niemand er over om iets kwaads van
de brievengaardster te zeggen.
Trouwens, hun korte gesprekken
hadden kwalijk aanleiding kunnen ge
ven tot aanmerkingen. Ze bepaalden
zich tot ’n vriendelyken groet, ’n paar
doodgewone opmerkingen over het
weer, nu en dan ’n complimentje, dat
Jan aan het jonge meisje maakte, een
voudige galanterie van een welopge
voed man, welke haar vleide, maar
niet deed bloOzen.
Niets meer.
En, om het genoegen van haar blik
op zich gevestigd te voelen, terwijl hy
zyn stukken frankeerde, om het zoete
genot van haar lieve, zangerige stem'
te hooren, deed Jan elktm avonden
stuk of tien blanco vellen iSvietfgroo-
ten omslag, dien hü zorgvuldig ver
zegelde en adresseerde aan het een of
ander niet-bestaand dagblad en ging
hij den volgenden morgen het pseudo-
manuscript aan juffrouw Suzanna
brengen, om het haar te laten wegen.
De omslag bevatte niets dan blanco-
papier, en daar noch sjjn naam noch
De vrijzinnigen der drie groepen
zullen dus in 1913 onder één vaandel
ten strijde trekken en wij zijn er
zeker van dat daarbij een ieder van
zijn krachten zal geven wat hij missen
kan, want groote belangen staan er
op het spel. Groote belangen voor
Nederland, zooals in dit blad her
haaldelijk op heldere wijze door een
zaakkundige pen werd beschreven.
Maar ook groote belangen voor
Nederland's Koloniën, .zooals wij uit
eene zinsnede van het concentratie-
programma kunnen opmaken. Wij
lezen aldaar„Door opgedrongen
kerstening dringt het Moederland
de inlandsche bevolking onzer Kolo
niën van zich te vervreemden. Het
drijven om gouvernementsscbolen te
doen plaats maken voor scholen der
christelijke secte brengt den school
strijd ook naar Indië over. Ons ko
loniaal bezit wordt aan gevaar bloot
gesteld ten gevolge van eene poli
tiek, die lijnrecht ingaat tegen jaren
lang beproefde beginselen van kolo
niaal beleid".
De woorden „Ons koloniaal bezit
wordt aan gevaar blootgesteld” spre
ken geheele boekdeelen van waar
schuwenden aard en zijn volstrekt
niet overbodig en ook niet over
dreven 1 Bij het afdeeljjigsonderzoek
der Indische Begroeting voor 1913
werd er ook reeds op gewezen welk
een uiterst gevaarlijken weg de tegen
woordige Regeering inslaat. „Vele
leden klaagden over de groote be
zwaren, welke voortvloeien uit de
omstandigheid, dat de Minister en
de Gouverneur-Generaal zich ter
zake van het Bestuur in Indië te
veel laten leiden door hun overtui
ging op godsdienstig gebied”
„Zij waarschuwden verder tegen de
overbrenging van den schoolstrijd en
Per kwartaal f 1 25
Idem franco per post,1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
Idem franco per post1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLakue
Tiesoewec 64. hy onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
9
Maar wat?
Zij wilde 't wetenen als hij er
weer van sprak om zijn verblyf, dat
uu al sas weken had geduurd, nog eene
te verlengen, dan ging ze zelf naar
Vieilmont en zou ar dan wel achter
komen.
Misschien was hij wel ziek en hield
't voor haar verborgen? Ziekten ko
men gauwer dan ze weer weggaan, en
sy beefde by die gedachte.
Misschien ook bevond hij zich daar
>a aangenaam gezelschap I
Wel ia waar had hij maar weinig
goed meêgenomen, maar wat belette
hem, om aioh kleeren en linnengoed
uit Parys te laten senden?
In één woord, wat voerde hij uit
gwoofde
En toch loog Jan niet, als hy zei,
dat hij den geheelen dag wandelde,
dat het hem 'n wellust was, was, om
de geuren vu veld en bosch op te
snuiven, dat hy er een kinderRjk ge
on 'n praatje te ma-
’n zekeren avond bij liet naar huig
gaan, toen ineens zijn blik viel op een
vrouwelijke figuur, aich vooroverbui
gende uit het raam van zijn kamer,
.w j meid miaichien, of de waardin
Maar wat deed die daar, on dat
uur, waarop én de waardin ón de
meid gowoonlijk bezig waren voor het
middagmaal te zorgen En waarom
hing ze uit het raam, f lsof ze naar
iemand uitkeek?
Hij verhaastte zijn tred, keek aan
dachtig toe, slaakte ’n kreet van ver
rassing, klom vlug de trap op naar
zijn kamer en lag het volgende oogen-\
blik in de arman van Mevr. Beauvais.)
„Wol I moedertje, dat is eerst ’n v®^
róssing T'
antwoordde zij, hem een zoen
gevende, „'t is ’n verrassing, maar
misschien niet zoo’n heel aangename?”
„Hoe kunt u dat denken Maar
’t is toch niet iets ernstigs, waar
om u is overgekomen?”
„Dat weet ik niet.” antwoordde zij,
hem naast zich noodende aan de tafel,
waarop voor twee personen was ge
dekt, zooals zij, in zyn afwezigheid
had besteld.
aliasing kon nemen,
ivoelens uit te komen, bleef hij maar
ihangen, ’t aan het toéval overla
tend en, om een einde aan de zaak te
d,e dagen zag ver
streken, en zich af vroeg hoe die pla
tonische liefdesgeschiedenis zou ein
digen.
Als drama of als blyspel?
Want ook daaraan, zoo goed*als aan
alle zaken, zou eenmaal een einde
komen. t
Hg liep daarover na te denken op