BH]
rti Legi”,8'/1'»-.
n Arbeid voor de
1
1
I
I
delaan
HEERLIJK
OPWEKKEND
lusjes
JRA.
JRDAM
I
I
STORMEN.
Maan (tag If November 1912.
No. 12018.
ftle Jaargang.
IS STEEDS EENKOP
deling
IERE05
Dt Künincin
liljes
lEniscnt
f<w
'tL.INT.AB
ILBURG
Waggel-
heid, Oor-
«tering in
Stok
str. 222.
Uitgeven A. BRINKMAN EN ZOON.
genezing
Telefoon Interc. 82.
^tit ons «Parlement.
FELILLEIO.V.
XTïe-vx’WS- oxx voor O-o-ixd-a. exx ©xxxstre-bcezx.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
t
II
d-Holland
i aanmeldt
de
f^ONA Cacao
(Wordt vervolgd.)
den Haag bij
BAS.
la i
1ST A Co.,
I.
■eeds vanaf
lelaan 06.
Naar het Duitsch.
van HANS LAND.
gakbord", 81/» u-»
dschap „Gouda”.
Genoegen14- Bil-
__u
uw
LAG,
meth. spreken
i beschikbaar om
3ven. Nadere in-
itaand adres.
f 1.25
1.50
1 50
1.90
genomen aan ons BureauLange
_okbandel en de Postkantoren
■derlandsch
senige ver-
antwoord, dat Albert aan Mathilde had
geseind.
Nn stond hij op het Anhalter sta
tion om de dames af te halen. Precies
op tijd reed de trein binnen.' Mathilde
begroette haar man zeer hartelijk en
daarna stelde zij een flink uit de kluiten
gewassen jong meisje aan hem voor,
dat in zwaren rouw gekleed, onder
haar krip-sluief een buitengewoon
frisch gezichtje verborg. De onvol
doende kunstverlichting liet niet uit
komen, of het de gelaatskleur was,
die zoo frisch was, dan wel of het
lichtblonde haar en de bijzonder scherp
geteekende bpna zwarte wenkbrauwen
in tegenstelling met de groote hel
dere grijze oogen onder den donkeren
sluier dezer treffende uitwerking had.
Het drietal steeg in de auto en reed
naar Grünewald zeer langzaam, in
slakkentémpo. Dat was de bijna over
dreven tegenzin van Mathilde voor
een auto, die hen zoo langzaam deed
rijden. Slechts in uiterste gevallen
wilde ze per auto gaan maar dan moest
bijna stapvoets gereden worden, want
zij kon er niet tegen als het te hard
ging-
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden dagelyks dangem
Tiekdeweg 64, bij onze Agenten, den Boel
enoegen“, 7 uur,
-twed»trijd voor
WAREN HITS, Spmslr. Deo Haag.
gMT Alle Luxe- en Huish. Artikelen
als deze dwangverzekering, een systeem
waarop reeds veel valt af te dingen
en bovendien uitgewerkt op een wijze,
die een voorstander van dit soort ver
plichte verzekering volkomen het recht
geeft er tegen te stemmen, om haar
bureaucratischen en duren rompslomp
en onbillijke werking in de practijk.
Zoo gevoelt het ook wij zijn er
innig van overtuigd menigeeh ter
Rechterzijde. Was daar de warmte,
die men mocht verwachten bij zulk
een voorname wet? Bemerkte men
uit de redevoeringen van rechts, ja
zelfs uit de rede des Ministers, dat
men verheugd was aan deze wet toe
te zyn, dat men deze beschouwt eu
gevoelt als de ware uitwerking van
christelijke barmhartigheid en sociale
naastenliefde? Niets daarvan. Het was
alles even mat en koud, het geleek
meer op een pleiten van verzachtende
omstandigheden voor het feit, dat men
niets anders kon aanbieden dan dit
magere beestje. En wanneer de Minis
ter, althans bij dupliek eenige warmte
legde in zyn peroratie, dan sloeg dat
als een tang op een varken, dan kreeg
menghls toehoorder het gevoel, nu j a,
dat èr dat zoo bij behoorde, maar dat
die Minister den Hemel zou danken,
wanneer hij met goed fatsoen tijdig
zijn plaats had kunnen ruimen
Wat nog te vertellen van de re
plieken dat er alleen van Links go
repliceerd werd, weet men reeds.
Rechts zweeg. Nolens, Aalberse
die zelfs een rede klaar had
Rutgers, van Vliet, de Visser, van
Idsinga, Snoeck Henkemans, zij allen
waren blijkbaar volkomen bevredigd
door de weinig of niets zeggende rede
van den Minister en hadden ook niets
te antwoorden op wat hun van Links
was opgemerkt.
Een verheffend schouwspel, zoo’n
debat van één kant. Het parool was
uitgegeven zwijg En de heeren zwe
gen. Wat hun blijkbaar niet moeilijk
viel. Waarom ook te spreken? Het
doet er immers niet toe! Men stemt
op Mr. van Idsinga, de eenige
consequent geblevene der dwangtegen-
standers na vóór de wet, verlangt
haar spoedig er door te steepen, lang
praten houdt maai; opAlleen zou
men nog kunnen vragen, waarom
de heeren dan in eersten termijn
TWEEDE KAMER.
De algemeene beschouwingen over
Talma's Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering zijn dan eindelijk achter
den rughaast vier weken hebben zij
geduurd en dit niettegenstaande van
Rechts alleen door den heer de Savor-
nin Lohman werd gerepliceerd. Wij
begrijpen dan ook volkomen, niet veel
belangstelling meer van onze lezers
te kunnen eischen voor deze zaak,
die zeker wel interessant is voor wie
zich er in wil verdiepen, maar die te
veel van tevoren vaststaat. Het is het
ongeluk bij wetten als deze, dat de
opinies vaststaan, vóór men het ge
recht ten aanschouwe van het publiek
aansnijdt. In commissievergaderingen
is de strijd eigenlijk reeds volstreden.
Daarin is uitgemaakt wat de meer
derheid wil en eischt, beter gezegd
waarmee zij genoegen zal nemen.
Daarmee is de zaak eigenlijk uit. Bij
de openbare debatten kan er dan nog
wel eens een klein concessietje wor
den afgebedeld, wanneer men ook van
Rechts meedoet zulks kwam reeds
voor bij artikel 3, waar, mede door
den aandrang van dr. Nolens, de leef
tijdsgrens van 16 op 13 werd terug
gebracht maar in de groote lijnen
staat de zaak onherroepelijk vast
vóór de openbare behandeling begon,
kon men in een Rechtsch hoofdorgaan
lezen, dat de Rechterzijde niet zou
meedoen aan ingrijpende amendemen
ten men was tevreden blijkbaar of
doet althans alsóf de minderheid kan
probeeren het ontwerp gewijzigd te
krijgen, wanneer de Minister vindt,
dat 't niet past in zijn „stelsel” een
stelsel van stelselloosheid dan zullen
alle pogingen om verbeteringen aan
te brengen mislukken, moeten misluk
ken. En de eindstemming over de
geheele wet ook al geneden koek I
De heer van Idsinga stemt tegen, de
heer Lohman is omgevallen. Voor het
overige Rechts tegen Linksde Rech
terzijde kan niet anders, of meent
althans niet anders te kunnen met
’t oog op den electoraten strijd van
1913. Zij ziet haar voordeel in het
tot stand komen van deze wet, wij
veroorloven ons een andere meening.
Er mogen menschen zijn, die alléén
vragen of er „iets” tot stand is ge
komen, die meer letten op de quan-
titcit dan op de qualiteit, wij weigeren
te gelooven dat ons nuchtere volk
verblijd zal kunnen zijn met een wet
orij geregeld tijdig
en ontvangen van
eten, vermakelijk
hm dan in onae
ie Itóunie”, 2—6
Bozer „Arbeid
- en Woningtoer.
nderstandeoonun.
GOUDSCHE COURANT.
PRIJS DER AD VERTENTI ÊN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer ,0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 by vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Hoe anders kon het zijn, wanneer
men op echt-liberale wijze eikaars over
tuiging op ieder gebied, maar zeker
allereerst op dat van de religie, wist
te eerbiedigen en ontzien. En hoe
ver schijnen we daar vandaan in ons
clericaal regime
Een duidelijke uitspraak tegen deze
strooming wordt met den dag meer
noodig. Geve 1913 in deze een on
dubbelzinnig geluid
De voorteekenen zijn gunstig. In
de debatten over Talma’s wet is dui-
3>
Zoo, dat verwondert me toch zeer.
Je kan over zoo iets niet praten, ’t zijn
gevoelszaken. Ik ben een oude vrij
gezel en sla me door het teven heen
met mijn ouden Otto, mijn factotum.
Hij drie en vijftig, ik negen en veertig
twee oude brompotten, die elkaar
iederen morgen aanblaffen. Dat is mijn
huiselijk leven. Maar jij, ezel die je
bent, jij hebt een vrouw, zooals je
er waarachtig eigenlijk niet een ver
dien ten nu, na vijftien jaar lang sa
men gegriend te hebben, dat er geen
kinderen kwamen, nu krijg'je zoo’n
bloeiende jeugd-bloem kant en klaar
in huis en nu is het weer niet goed.
Ik ken het meisje, dat wil zeggen, zoo
als ze indertijd was toen ze bij jullie
logeerde. Een schat van een kind,
't moet wel een lief meisje geworden
zijn. Als jij ze niet wilt hebben, neem
ik ze, al zou ik er een zestigjarige
miss als facheuse troisième bij moeten
je dan niet, hoe zoo'n kinderlooze
vrouw doelloos rondloopt
Mathilde, mijn vrouw, met haar
duizenden liefhebberijen, zou doelloos
rondloopen
Duizend liefhebberijen, wat een
onzin Ja, kinderbewaarpïaatsen, soep-
bedeelingen, comité’s voor dit en voor
dat! Prachtig. Maar als ze dan na al
die liefhebberijen thuis komt en haar
beste Albert is op reis, dan is haar
huis teeg, haar huis en haar hart. Als
jij er kans toe ziet het naar jou zin
te regelen, telegrafeer ze dan af, en
laat dit meisje boekhoudstertje worden
op hot een of ander prutskantoor.
Ik zal heusch geen neen zeggen
als Mathilde het zoo dolgraag wil.
Welnu, zeg dan ja.
Het valt me zwaar.
Laat het je maar wat zwaar
vallen. Waarom zou het jou alles voor
het windje gaan? Kwel jezelf toch
niet met allerlei dwaze bezwaren, en
tegenkantingen, pater goed-bloed die
je ben, maar neem dat kind op. Het
zou ellendig slecht van je zijn als je
het niet deed.
Het wordt tijd, ga mee, we pra
ten er nog wel verder over.
HOOFDSTUK II.
„Goed”, dat was het korte krachtige
wél het woord hebben gevoerd; van
het begin af te zwijgen en te stem
men, had zeker nóg sneller tot het
beoogde doel geleid. Maar dat vond
men blijkbaar zélf Al te dwaas
We hebben thans nog eens van den
Minister vernomen, waarom zijn stelsel
zoo voortreffelijk en dat van staats-
pensionneering zoo verderfelijk is
de Kerk moet de armenzorg behouden
en daar zou wat o. i. nog zeer de
vraag is Staatspensionneering tegen
in gaan. Niet dat de Kerk de armen
noodig hoeft, zei de Minister, maar
de armenzorg is toch een onmisbaar
element in het Kerkelijk teven. Wij
ontkennen dit niet en gevoelen zelf
voor de armenzorg door de huisge-
nooten des geloofs. Echter onder dit
beding, dat de armen daardoor niet
minder vry mogen zijn dan de rykeron.
Wij> weten Ie zeer, hue vooral de on
verkwikkelijke schoolstrijd en hot
verdere splitsen naar gelang de gods
dienstige richting i% het maatschap
pelijke teven de broeiing gebruikt
als dwangmiddel, dan dat onze sym
pathie voor dit soort armenzorg on
verdeeld zou kunnen zyn.
Nog op een ander punt bleek, hoe
bij deze neutrale stof de antithese-
politiek alles bederft. In dit ontwerp
wordt weinig of niets gedaan voor
het zoogenaamde liiiiverfahren,
voorkóming van invaliditeit, door
tijdige verpleging in sanatoria e. d.
Een ieder gevoelt, hoe 't ook in het
belang der verzekering zelve en van
den Staat is, dat het aantal invaliden
zooveel mogelflk beperkt wordthoe
minder invaliden, hoe minder uit-
keeiingen toch. Best, zegt de Regee-
ring, maar ik kan daar niet zelf aan
doen, want dan komt de quaestie van
de leiding op godsdienstig gebied in
zulke inrichtingen. Het is de Katho
lieke geitenfokkerij op verzekerings-
gebiedIs het niet dood-jammer, dat
een zoo mooie zaak moet stranden op
onverdraagzaamheid
Is het niet kortweg ergerlijk, dat
een antirevolutionaire en een vrijzin
nige man, die eenige weken verple
ging behoeven, dit niet in dezelfde
inrichting kunnen vinden? dat alles
steeds meer in hokjes wor^t verdeeld,
met de letters A.-R., R.-K., L. of
S.-. er op? Is dat noodig? Is dat
wenschelyk in een kleine natie, die
allereerst eens van zin moet zijn en
voor wie verplichting een weelde is,
welke hij zich niet veroorloven kan
wat op te voeden valt, En juist dat,
juist dat het al een meer ontwikkeld
wezen is, juist dat is het mooie voor
jou. Wie weet, of jij nog wel jong
genoeg zou zijn om met een kind van
vijf, zes jaar om te springen. Op dit
punt zijn de vrouwen ons de baas.
Dat zie je, bij Mathilde bestonden zulke
gevoelens niet. Zij tastte toe en drukte
het meisje aan het hart.
Bij haar geldt het een liefde
dienst, dien zy de doode bewijst, zei
Albert.
Nu, en bij jou soms niet? Jij
hield toch ook van haar, die nu heen
ging. Waarom zal je het dan niet voor
haar doen. Toe, aarzel niet. Zet de
deur 'wyd veor haar open. Laat ze
binnen, ze zat- je niet byten, die arme
wees. Denk nu toch niet aan je zelf.
Jullie getrouwde kerels zijn verstokte
egoisten. Voor Mathilda zal het stellig
een geluk zyn, een waarachtig geluk
als dat meisje in haar huis komt
Een geluk, hoe bedoel je dat
Wel is zij niet vaak alleen Jy
hebt je werk, je groote fabriek de
helft van ’t jaar ben je niet thuis,
want dan reis je de afnemers van je
fabriek rond. Jou mankeert het niet
aan afleiding. Maar je vrouw laat
voor haar toch een beetje afwisseling
en afleiding in haar hou komen. Zie
delijk gebleken, hoe groot de over
eenstemming is zelfs op dit gebied,
waar vroeger de meeningen zoo uit
eenliepen. Er is thans eenstemmigheid
onder de vryzinnigen. Dit ergert de
Rechterzijde en de sociaal-democraten,
welke beide parasiteeren op onze on
derlinge geschillen. Van die zijden
critiseert men tot in het dwaze toe
ons concentratieprogram. Vanzelf
sprekend I Maar au fond is men be
vreesd en zag men wy nemen ’t
niet kwalijk deze eensgezindheid
engagepren. Is je me dat watWaar
achtig ik doe het. Maar, kerel, wat
heb je er toch tegen? Waarom valt
je dat niet gemakkelijk
Albert keek beteuterd rond.
Ik, ik, ja zie je, het hindert me.
Er komt zoo’n vreemde eend in de
bijt. Ik leefde zoo stil met Mathilde,
alles ging zoo zijn gangetje, zoo rustig,
zoo harmonisch. Nu zou dat alles zoo
anders worden, zoo heel nieuw, zoo
onverwacht, waarlijk het lijkt me maar
niets
Maar waarom dan kerel, waarom
den toch?
Albert haalde de schouders op.
Verbeelding, anders niets, brom
de de dokter. Heb je dan heelemaal
geen vaderlijk gevoel
Albert keek verschrikt op.
Doet het je nu waarlijk niet aan
genaam aan, Albert, zoo’n lief jong
ding, te beschermen en groot te bren
gen
Misschien, zei Albert, zou ik zoo
iets in me voelen opkomen als het een
kind wi Z
maar zoo’n dame
gratis en
-opkomen als het een
ras, een vijf of zesjarig kind,
oo’n dame
Allemaal uitvluchten, allemaal
praatjes. Pak aan, wat het noodlot je
brengt. Zeventien jaar is het kind,
dat is toch nog geen dame. Het is
dan jiog een kind, waaraan nog heel