ISEL
*1
ILAZEH,
ITS,
a n d e 1.
I
'f
ithaal.
Woensdag 13 November 1913.
STORMEN.
No. 12030.
XTien-ws- ©zx voor <3-©vLd.eu ©zx Ozxxstr©3E©zx.
iwing!
en
JANSKEIIK
Buitenlandsch Nieuws.
Sixxtexilaxxd..
FEUILLETON.
Eerste Blad.
WA HEN II LIS, Spuislr. Deo Haag,
gnr Alle Luxe- en Hulsb. artikelen
JDE
Jinokerk, der
ikeniogeo eu.
ABETH,
Gouda.
i Heeren
ENHUIS
an Dekking,
s s. ».p.
ven, zendt dan
iergeteekenden.
Bestuur,
z.
XHAMM,
litgerers, Gouda
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
-3
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
("Wordt vervolgd.)
beroemde
erkglazen
aakbord”,
jlsohap „Goud.
Genoegen14- Bil-
uw“.
en
aderatandscomm-
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
aadruppels
i f 9.75
I
RICHT DIB
Naar hei Duitsch.
van HANS LAND.
[T IN
1, onder-Voor».
Sect.
nningm.
uu, A Zn., Gouda.
Met spanning wachten wij en met
ons zeker iedereen op nadere be
richten.
ie van Beeldende
ldert' Architecten
van Bouwkunde
t.
CENT.
f 125
1 50
Met Geïllustreerd Zondagsblad t 50
Idem franco per post 1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiesdkweg 64, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
e RAunie”, 2-d>
Eaaar >b«d
Woningtaal.
a- - 3
au ontvangen
'X“Sr£S'
tein
hij mij ook nog. Ik, meende hij, had
mijn werk, mjjn afleiding en was wel
verplicht jou voor de vele uren, dat
je alleen hier bent, dat meisje te gun
nen.
Zei hij dat?
Ja. En daar heeft hij heelemaal
geen gelijk in, vind ik nu achteraf.
Zelfs zeer groot ongelijk heeft hij.
Want ik weet, Tilli, dat jij de laatste
bent, die het gezelschap van anderen
noodig heeft. Jij hebt de edele sport
van het alleen zijn beoefend. Het zijn
voor jou, die uren datje alleen bent,
uren van overdenkinghet is je rijke
tijd, dat weet ik en daarom zijn die
argumenten van Böger allerminst
steekhoudend. Jij offert je op als je
dat meisje bij je neemt. Jij krijgt er
niets mee, je geeft alleen. En daarom,
juist daarom, kostte het mij zooveel
kracht het goed te vinden.
Ja, maar Albert, het zij je alles
toegegeven, maar wat denk je dan dat
de beweegredenen zijn die mij tot deze
daad brachten
Echt Tilli-sche
Dat wil zeggen
Zelfverloochening, Tilli, koorts
achtig altruisme. Oud-Christelijke, bij
na indische dweepziekke drang tot
zelfopoffering. Jij brengt het offer aan
de schim van je vriendin
De oorlog op den Balkan.
De berichten die ons van het oor-
logsterrein bereiken, zijn nog schaarsch
en bovendien niet altijd te gelooven,
ofhdat het eene bericht vaak het an
dere tegenspreekt. Zoo lezen wij dat
de Bulgaren er in geslaagd zouden
zijn van de Tsjataldsjalinie een 5 tal
forten to vermeesteren, maar andere
berichten zeggen weer dat de Bulgaren
er niet aan denken slag te leveren
voor zij hun geheele troepenmacht bg
elkaar hebben getrokken en geschikte
■tellingen hebben ingenomen. Daar
door zou op zijn vroegst morgen pas
met voren begonnen kunnen worden.
Wat Adrianopel betreft, heet de val
van de vesting aanstaande. Er moet
nijpend gebrek aan leeftocht in de stad
zijn, vooral daar zooveel vluchtelingen
er heen getrokken zijn, zoodat de ves
ting o vervol is. De kring door de
Bulgaren er om heen gehaald, wordt
■teeds nauwer toegehaald. De voor
naamste forten en stellingen zijn al
in handen der Bulgaren. De Montene-
grijnen gaan voort met de belegering
van Skoetari, maar èn belegeraars èn
belegerden hebben ontzaggelijk van
het slechte weer en vooral van de
sneeuwval te lijden. De Grieken zijn
vefder voortgerukt en staan op korten
afstand van Janina, de belangrijkste
stad in het zuiden van Turkije* En
wat de Serviërs betreft, zij geven hun
pogen niet op en zullen zoo spoedig
mogelijk trachten Durazzo te bereiken,
al loopen zij ook daardoor de kans,
dat het conflict met Oostenrijk zich
niet alleen zal verscherpen, maar tot
een uitbarsting komen. Ook omtrent
dit geschil spreken de berichten elkaar
tegen. Het eene land meldt, dat er
volstrekt geen kans is op oorlog, dat
Rusland er niet op voorbereid is, dat
Engelang en Frankrijk aan geen oor
log denken, dat Keizer Franz Josef
en den aartshertog-kroonopvolger alles
in der minne zien te schikken, maar
andere berichten zeggen^ dat er wel
degelijk aanleiding tot ongerustheid
bestaat. Volgens die bladen neemt
Oostenrgk-Hongarije ernstige militaire
maatregelen. Op belangrijke plaatsen
I.OIIfflIE COURANT
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van i—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0 35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames I 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
De Koning van Griekenland, Prins
George en Prinses Alice zijn meteen
specialen trein te Saloniki aangekomen.
De komst van den Koning ver
wekte een enthousiasme onder de be
volking welke daarvan luide blijken
gaf.
Aan de kade juichten het leger en
het volk den koning tóe.
De vreemde gezanten en de com
mandanten der oorlogsschepen maak
ten den koning hunne opwachting.
Een telegram aan de N. R. Ct. uit
Konstantinopel meldt dat thans door
de Turksche Regeering direct tot
Bulgarije het verzoek is gedaan voor
een wapenstilstand.
De gezanten der mogendheden zul
len waarschynlyk morgen aan de
Balkanstaten de voorwaarden van
staking der vijandelijkheden en het
openen van vredesonderhandelingen
doen kennen.
Spanjh.
Moord op Canalejas.
De Spaansche Minister-president
Canalejas is gisteren laaghartig ver
moord door een individu, dat 4 revol
verschoten op hem loste.
Do minister-president was om 10 uur
in den morgen naar het Paleis gegaan
om den Koning eenige besluiten ter
goedkeuring te doen teekenen.
Op weg naar het Ministerie heeft
zekeren Manuel Pardinas, een jonge
man van vreemden landaard, den mi
nister gedood.
Terstond na den aanslag werd Cana
lejas door voorbijgangers opgenomen
en in een apotheek gedragen, waar hij
spoedig overleed. Het lyk is overge
bracht naar ministerie van binnen-
landsche zaken, waar het op een groo
te marmeren tafel in de ontvangzaal
neergelegd.
*wm een part, telegram aan de
N. R. Crt. rust het hoofd op twee met
bloed gedrenkte kussens, terwijl op de
tafel een plas geronnen bloed ligt.
De teraardebestelling zal plaats heb
ben waarschgnlyk morgenmiddag.
De dader, die terstond na den moord
het wapen op zich richtte, is, naar
bericht wordt, niet dood. Hij is door
gendarmes naai? de wachtpost overge
bracht.
De Koning bracht een bezoek aan
het lijk van Canelejas en was diep ge
troffen. Madrid verkeert in groote be-
beroering. lederen is verontwaardigd.
De oorlog op den Balkan.
De aanvoerder van den linkervleu
gel van het Turksche leger bij Kirk
Kilisse, Mahmoed Moekhtar pasja, is
Zondag te Konstantinopel aangekomen
en vandaar met versterkingen ver
trokken naar de Tsjataldja-linie. Een
militaire trein is ter aanvulling ge
zonden. Issa-pasja, de militaire com
mandant van Yemen heeft het opper
bevel op zich genomen.
Naar Excelsior u uit Sofia meldt,
zal de Balkanbond worden gewijzigd
een keizerrijk van den Balkan,
wjtasrin Bulgarije de hoofdrol zal ver
vullen. De staten zullen hunne eigen
legers behouden, doch onder leiding
van één gemeenschappeliiken generalen
staf. Buitenlandsche Zaken zullen
eveneens door één minister worden
beheerd.
De Balkan-troepen zetten het beleg
van Adrianopel krachtig voort en
sluiten de stad steeds nauwer in. Bij
de door de belegerden gedane uit
vallen, vielen vele Turken in handen
der Bulgaren. Deze Turksche gevan
genen verhalen van den ellendigen
toestand, welke in de stad heerscht.
De nog aanwezige levensmiddelen
worden tot buitensporig hooge prijzen
verkocht, doch de voorraad daarvan
is zoo gering dat deze spoedig uitge-
geput zal zijn en de bezetting zich
door den honger zal moeten overgeven.
De plundering der omliggende streek
door benden der Basjiboezoeks wordt
door de Bulgaren streng tegengegaan.
Uit Berlijn werd gisteren aan het
Hbld. geseind, dat uit Stara Zogara
aan den „Berl. Lokal Anz.u wera ge
meld De Bulgaren hebben den 7n
„joen. uoKai Anz. x
meldDe Bulgaren hebben
en 8n November een groot succes voor
Adrianopel behaald. De strijd speelde
zich weer af bij de monding van de
Maritza en Arda, waar de Turken
nog steeds sterke posities hebben. Hier
liggen de dorpen Beschtepe en Pata-
tepe. Bij Beschtepe hebben de Turken
verschansingen opgeworpen van Ma-
rasj tot de Arda, die zij met 16 veld
kanonnen versterkten. Tegen deze
versterking was de Bulgaarsche aan
worden groote troepenmachten bijeen
gebracht, spoorwegen nagezien, tele
graaflijnen aangelegd, en meerderge
lijke zaken, die er op zouden wijzen
dat er gewichtige dingen op handen
zijn.
Ook Roemenië heeft zich aange
sloten bij het Drievoudig Verbond en
verklaard het geheel eens te zijn met
hun wenschen. «innen enkele dagen
zal ook deze zaak beslist moeten wor
den. Toch kunnen we niet gelooven,
dat Servië zich nu weer zou wagen
aan een nieuwen oorlog, vooral niet
als het de andere Balkanmogendheden
niet achter zich heeft. Ofschoon, we
lazen ook al dat het plan bij de Bal
kanstaten zou bestaan, om evenals met
Duitschland het geval is, een Balkan-
keizerrijk te vormen, een statenbond
dus, waarin ieder land zijn eigen aan
gelegenheden bestuurt, zijn eigen re
geering zou hebben. Bulgarije zou
dezelfde rol Vervullen als Pruisen in
Duitschland. Koning Ferdinand zou
Keizer van dat rijk worden. Als dat
zoo is, dan moet ook Oostenrijk daar
mee rekening houden.
De oorlog die nu gevoerd wordt,
heeft doen zien tot welke krachtsin
spanning de Balkanvolken, in het
bijzonder de Bulgaren in staat zijn.
Bewonderenswaardig noemen militaire
deskundigen het optreden van de Bul
garen, zoowel va^ officieren als sol
daten. En lees nu de berichten over
de Turksche legertoestanden eens.
Zelfs zij, die volstrekt geen Tuiken-
haters zijn n.l. Duitsche deskundigen,
die de instructeurs van het Turksche
leger zijn geweest, moeten erkennen,
dat alles even treurig is. Het ontbreekt
de Turksche sopten niet aan moed,
maar wel aan de hoogst noodige leef
tocht, aan kleeren, ammunitie, kortom
aan alles. Er is geen leiding, geen
eensgezindheid. Volgens die deskun
digen zijn ernstige strategische fouten
begaan.
Men vestigt nu alle hoop op dep
Tsjataldsja linie, die onneembaar moet
zijn. Beter zou men kunnen zeggen,
onneembaar kón zijn, want alles moet
in uiterst verwaarloosden en slechten
toestand zyn. Moderne bewapening
ontbreekt, bergen prikkeldraad liggen
al weken opgestapeld, maar het wordt
niet gebruikt en zoo zou men voort
kunnen gaan.
zing los.
Er is nog meer, zei hij en tege-
lijk vulde hij opnieuw zijn glas en le
digde het, als was het om nieuwen
moed te verzamelen.
Langzaam drinken, vermaande
Mathilde.
Hij luisterde er niet naar. Met roode
wangen zette hij zich neer aan tafel
tegenover zijn vrouw. Hij sprak snel
en opgewonden.
Luister nu eens. Je schreef me,
dat het meisje allerlei dingen heeft ge
leerd stenografie, boekhouden en weet
ik wat meer - om een bestaan te
zoeken. En nu wilde jij mij wijsmaken,
mij troosten met den schralen troost,
dat haar verblijf hier in hni&jnaar Lij
delijk is, dat zij na korten tijd een be
trekking gaat zoeken, hier of elders,
om zich zelf te kunnen bedruipen,
Neen, maar, dan is ze by jou aan ’t
rechte adres. Jij zal kunnen dulden,
dat het kind van Marie onder den
vreemde gaat I
Zou jij het dan dulden, man
Zie je, ging hij verder, hoe je
me voor ’t lapje houd. Dat was maar
een valletje. Anders niet. Het meisje
kwam en zal blijven.
Nu, en zal ik dat niet doen?
Heeft men ook geen plichten Wij
zyn niet jong meer, Albertis het
niet onze plicht ook aan anderen te
denken? Wij zijn twee arme bejaarde
kinderlooze menschen jg en ik
wij doen te weinig wanneer we dit
weesje in een fatsoenlijk pensionaat
stoppen en voor haar betalen. Marie’s
eenigst kind moet hier een tehuis heb
ben, ik wil, ik moet voor haar een
moeder, een vriendin zijn.
Ja, ja, Mathilde, als je jou en je
manier van doen wil beschry ven, moet
je wel in ’t pathetische vervallen.
Als ik dat wilde, zou ik je „Madonna”
noemen, schepsel der reinheid, hart
der harten, of iets dergelijks hoogdra
vends. Toch ben en blijf je Mathilde,
dood-gewoon Mathilde en als zooda
nig hebben we je te accepteeren, en
als zoodanig heb ik je lief en wil ik
dat je niets anders bent, dan je bent.
Maar ik dakpannenfabrikant,
mensch der middelmatigheid, ik ellen
dige egoist, zooals men mij eenmaal
gebrandmerkt heeft, ik ben er toch'
ook nog en al die overweldigende filan
tropie en dat hoogontwikkeld ethisch
willen van mijn goede vrouw, dringt
mij weliswaar tot groote bewondering,
maar doet myn zelfzucht toch nie*
inkrimpen. Integendeel, juist als te.
jrpakking outer
éelvuldig wordt
iraeparaten van
den man te
r op, dat roode
Dr.H.Ninnlflff,
t woord >Kina-
i, MET uit onze
n. Men eiache
6)
Neen, toe, weerde Mathilde af,
langzaam drinken! Die zware Bourgon-
jewijn, de flesch is reeds driekwart leeg!
Drink dat bocht toch niet, het is ven
gif voor je hart
O, neen, dat klopt op ’t ©ogen
blik maar al te best, Tilli. Heelemaal
geen gebrek, geen hartkloppingen, hee
lemaal niets. Ik slaap als een marmot.
Drink Moezelwijri; maar ontwijk
mgn- vraag niet, Albert. Zeg nu eens,
welk beawavr hadt je?
Och, dat begrijp je toch niet
precies, Tilli, ik was wat bang voor
zoo’n plotselinge uitbreiding van om
gezin op onzen leeftijd.
Was je bang?
Aibertjgreep Mathilde’s handen en
kuste ze.
- Zeer* bang zelfs Böger noemde
mn een ezel en dat ben ik werkelijk
ook. Ik ben zoo vreeselgk zwaartil
lend. Maar een slechten egoist noemde
rti Legi”, 8‘Zj u.,
a Arbeid voor de
val gericht. De strjjd, waarbij aan
Turksche zijde drie regimenten deel
namen, begon den 7n November des
morgens met een heftig bombarde
ment door de batterijen in het N.-O.
van Adrianopel. Dit bombardement
had alleen ten doel, de opmerkzaam
heid der Turken af te leiden van de
eigenlijke plaats van den aanval. Des
middags om 2 uur maakten de Bul
garen zich door een bajonetaanval
meester van het dorp Kardaltepe, op
den rechter Arda-vleugel, terwijl zij
op den linkervleugel ’s middags om
vier uur den aanval begonnen op
Beschtepe. De artillerie leidde dezen
aanval in. Om 6 uur werden na een
verbitterd artilleriegevecht, de Turk
sche kanonnen tot zwijgen gebracht
en de Bulgaarsche infanterie begon
aan weerszijden een heftig geweervuur.
Het gevecht kwam echter tot staan.
Toen hield de commandant van de
Bulgaren een toespraak„Neemt de
Bulgaarsche vaandels en keert zonder
deze vaandels niet terug!” riep hy
zijn mannen toe. De aartsbisschop van
Stara Zogara, die te paard, in rijlaar
zen met sporen, den slag meemaakte,
hield eveneens een bemoedigende toe
spraak tot de soldaten. De Bulgaarsche
regimenten stormden daarop als éen
man tegen de Turksche verschansin
gen. Beschtepe werd door de Bulgaren
veroverd, de Turken gingen naarPa-
patepe terug, waar zij zoo krachtigen
tegenstand boden, dat de Bulgaren
deze positie eerst konden veroveren,
nadat reserves aangekomen waren.
Doch tenslotte moesten de Turken
ook deze plaats ontruimen en konden
de Bulgaren er hun zegevierende
vaandels planten. In den nacht van
7 op 8 November ondernamen de Tur
ken twee tegenaanvallen, die hen tijde
lijk weer in het bezit van Papatepe
brachten, doch den 8en veroverden
de Bulgaren de plaats definitief en .is neergt
bleven er, niettegenstaande de po- \Volgei
gingen van de Turken om de plaats
te heroveren. De door de Bulgaren
veroverde plaatsen zijn zeer belangrijk
daar zij van hier uit Adrianopel met
zwaar geschut onder vuur kunnen
nemen.
Volgens een telegram uit Sofia dd.
12 Nov, hebben naar de N. R. Crt.
meldt de Bulgaren Shoemitsa en Demir
Hisor in Thraciö bezet.
Zonder tegenstand is thans de
Tsjataldzja linie bereikt en zyn ook
de steden Rodosto, Eregli, Sylorcaen
Lydia bezet.
genwicht voor jou zelfverloochening
sterkt zich mijn egoisme.
Het is de zucht tot zelfbehoud van
onze oude firma. Albert en Mathilde,
die ik als zeer krachtdadige vennoot
mede heb opgericht en op energieke
wijze vertegenwoordig. Ik ben bang,
jij, ik ik ben jaloersch - ik wil
mijn vrouw voor mij alleen houden
ik wil hier geen derde
Wat lachte ze hartelijk, deze grijze
vrouw Aan haar dunne verdorde lip
pen ontvlood een zilver, gelukkig, rein
meisjeslachje. Zoo helder van klank
als slechts uit zeer jonge kelen kan
voortkomen. Want er ging een gevool
van zalig geluk door dat warme hart,
het groote gelukkige ervaren, dat de
liefde van dezen man in al die lange,
lange jaren frisch en jong was geble
ven en dat haar flikkerende vlammen
hoog oplaaiden uit de grauwe asch
van het alledaagsche als er over ge
sproken werd en het oogenblik ze aan-
wakkerde, als de frisene adem van
een levenwekkenden lentewind.
Mathilde had haar man tot zich ge
trokken en kuste hem mond en wan
gen, oogen en voorhoofd. Daarbij
lachte zij en riep telkens en telkens uit:
O, is dat het, is dat het, o domme
jongen, is dat het!
Albert maakte zich uit haar omhel-
ry geregeld tydig
dan, vermakelijk'
te dan i»
►j
a
r'