IS.
Taai
MG,
HJDA.
J
G,
K 01.
■1
©1
oenen
el”
HIELEN.
Nb. 12030.
Maandag 25 November 1912.
51e Jaargang.
53 ixltexil axxd_
het pond
TBORQH.
Buitenlandsch Nieuws.
tieau
Gemengde Berichten.
o
M
FELILLElOb.
ken
i’
IXZ,,
riezeveen.
H'
ON,
uien.
WAHEMIlilS, Spuistr. Den Haag.
0gr Alle Luie- en Huish. Artikelen
ia$,
STORMEN.
'i
X
ii van
n f 10—
n, losse stoffer
i f 0.40.
AM,
h rijwielhersteller.
XsTïeix -ws- ezx -^.cL’v-ertezi.tïe'blsi.d, voor G-oixd.su ®zx OxxxstrsHsezx.
Verschijnt dagelijks
Telefoon Interc. 82.
ll
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
BureauLj
tof; zeer aan
el.
Kwakzalver^.
(Wordt vervolgd.)
I
ERMERS
:d- en
OPEN.
;eerte
Euro-
O cent het ons,
Naar het Duitwh.
van HANS LAND.
Vreeselijk kinderspel I
Terwijl de familie N. te Wüeveen
(Drente) naar de Meppeler kermis waa,
speelde het 14-jarige zoontie thuis met
een makker „ophangertje”.
Toen de 14-jarige N. hing, kon zijn
vriendje hem niet uit zijn benarden
toestand redden en het gevolg was
een ©ogenblikkelijke dood.
(illlllSIIIE COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden dagelijks aam
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den 1
rf
rteering. „H
larkt.^
Een officieel telegram uit Konstan-
tinopel door Reuter aan het Hbld. ge
seind, meldtDe bevelhebber van het
westerleger seint: „Er heeft in de
buurt van Mon astir een veldslag plaats
jehad, die drie dagen duurde. Met
iet oog op de onmogelijkheid om de
vesting te behouden, moest het leger
terugtrekken naar Resna en Florina.
Er ontstond een gevecht met 6000
Serviërs, die Mirditie binnenrukten.
Wij vervolgden den vyand tot Pichon
in het district Loema, brachten hem
zware verliezen toe en maakten onge
veer 1000 geweren buit.
Oostenrijk en Servië.
Het „Neue Pester Journal” te Boe
dapest meldt, dat een aantal van spion-
nage verdachte personen bij de brug
gen van de Donau by Boedapest, in
het oog gehouden worden, daar men
een aanslag vreest. Volgens een ander
blad heeft men te Panesova reeds een
verdacht, als boer verkleed, persoon
in hechtenis genomen, die voor een
kapitein van den Servischen genéralen
staf gehouden wordt.
Albanië.
Het „Neue Wiener Abêndblatt” ont
kent, dat Oostenrijksch-Hongaanche
oorlogsschepen voor Dnrazzo gesta-
tionneerd zijn en dat de uitroeping van
de onafhankelijkheid van Albanië, on
der hun bescherm! ng zal plaats hebben.
Het eenige Oostenrijksche oorlogsschip
voor Durazzo is de „Wurmbrandt'
die de Oostenryksch-Hongaarsche on
derdanen, in geval van nood, zal op
nemen.
De Oorlog op den Balkan.
Van particuliere zijde verneemt de
N. Ct. uit Berlyn, dat in rëgeerings-
kringen daar men van oerdeel is dat
sedert Vrijdagmiddag een zekere ont
spanning in den internationalen toe
stand valt te constateeren waardoor
het vertrouwen op een goeden afloop
versterkt wordt. Servië bindt in blijk
baar tengevolge van vermaningen uit
Ruslandalle geruchten omtrent een
wijziging van de Russische politiek
schijnen ongegrond. Wel staat Rusland
op he| standpunt dat Servië een han-
delshaven aan de Adriatische zee moet
hebben maar als niet alle teekenen
bedriegen vormt deze quaestie het
onderwerp eener bespreking waarin
Oostenrijk toegestemd heeft.
In hoever Oostenrijk aan dezen
wensch tegemoet zal komen, zal eerst
daags blijken.
In bankierskringen was de indruk
dat de toestand wel ernstig, maar niet
verontrustend is. De beurs haalde in
het tweede beursuur weer wat op
tengevolge van het bericht waarin
Oostenrijks mobilisatie tegengesproken
werd. Toen evenwel het departement
van Buitenlandsche Zaken aan de
vertegenwoordigers der „haute finance”
een geruststellende verklaring gegeven
had werden de koersen opnieuw flau
wer, maar dat schijnt een gevolg van
lager beginnoteeringen te Parijs.
Von Schemua’s bezoek is uitgeko
men doordat een der beambten van
het hotel hem herkende. Hij is bij den
chef van den staf en bij den Oosten-
rijkschen gezant geweest Ondanks de
Oostenrijksche dementi’s meldt men
vof. Wanneer deze onderhandelingen
eenigszins goed afloopen, dan is er
kans dat de wreede oorlog spoedig
ten einde zal zijn. Wanneer dan maar
geen nieuwe verwikkelingen te wach
ten zijn met Roemenië of Oostenrijk-
Hongarije, dan is er kans dat de Bal-
kanbrand binnen korten tijd gébluscht
is, laten we hopen beter dan tot nog
toe, toen uit den smeulende haard
telkens en telkens weer de vlammen
oplaaiden.
eensklaps de deur open eneen
iiek-fyue mijnheer stapt binnen.
)oodsche stilte bij het gezelschap, ’n
Zacht, voornaam en deftig „goeden
avond" van de bezoekers. Alle oogen
blyven een oogenblik op den vreemden
m’nheer gericht.
Manheer zoekt ’n allenstaand tafeltje
en gaat zitten. Hy wenkt den herber
gier. Deze haastig zenuwachtig naar
m’nheer. M’nheer doet zyn bestelling.
Even later zit hij voor een kostbaar
maal. Onze achtenswaardige onder
meester ’n schraal kereltje, werpt een
schuinen blik naar het welvoorziene
tafeltje van m’nheer. Eén keer had
hy het er ook eens van genomen, toen
zijn traktement door den Gemeente
raad zoo maar ineens van f 500 op
f 512.50 was gebracht Met een zucht
wendt hij zyn oogen van het tafeltje
af en mengt zich weer in ’t gesprek.
M’nheer eet zonder op te kijken door.
Plotseling hoort men: „Au,oei....è1
Allen richten verwonderd hun oogen
op den fijnen m’nheer. Deze springt
van zyn stoel en loopt schreeuwend
door de gelagkamer, met beide handen
tegen zijn hoofd. De bezoekers vormen
spoedig een kring om m’nheer en
vragen medelijdend, wat eraan man
keert, Doch spoedig weet ieder het
voor ziohde pijnlijke gezichten van
m’nheer^ geven hun het antwoord. Hy
heeft kiespijn. Welk een vreeselijke
kiesp|rfSnoet dit niet tftyn daar zoo’n.
fatsoenlijke m’nheer me zoo in eens
begon te doen alsof hy gek werd.
Ongemerkt treedt een koopman
binnëh met een klein taschje aan de
hand. Ook hij heeft een deftig voor
komen. Hy mengt zich in het gezel
schap en merkt spoedig wat er gaande
is. Hij pakt een doosje uit zijn taschje,
beduidt m’nheer een beetje van het
poeder dat zich in het doosje bevindt,
aan den vinger te doep en dit op de
zieke kies te leggen. M’nheer volgt
dien raad en ziethet gezicht van
m’nheer klaart op en de pijn is ver
dwenen. Slechts twee kwartjes vraagt
de koopman en dan mag m’nheer het
doosje nouden.
„Zoo’n doosje moet ik ook hebben
voor m’n vrouw,” zegt ons schoen
makertje. Bijna alle bezoekers namen
een doosje, zoodat de koopman er al
heel gauw een twintig stuks kw^t was.
De ondermeester zou ook wel graag
een hebben, maar.die twee kwartjes.
Hij heeft ook wel eens last van kies
pijn, maar ’t kan er niet afjhymoet
kiespijn lyden.
geluid voort. Diepe smart lag in zijn
oog. Hij hief zyn rechterhand op en
streek als om zich gerust te stellen,
over zijn voorhoofd. Toen zei hij kor|':
Mynheer Ammann ik vraag u
tegen nieuwjaar mijn ontslag.
Albert sprong op nit zijn stoel. Ver
bijsterd keek hij Spengler aan. Toen
riep hij uit:
Wat? Dat is je ernst? Je wilt
weg Maar in ’s hemelsnaam, waarom?
Waarom?
Ik wil naar Amerika terug ik de vaste overtuiging heb, dat zij
Het was een benauwend gezicht
dezen jongen energieken man geknakt
te zien neervallen op een stoel. Zijn
ut staarde hij voor
zich uit naar den grond.
Albert trad naderbij, legde zijn hand
op de schouder van Spengler en zei
rustig
Zeg me toch, beste Spengler,
wat is er Hoe kom je nu zoo heel
onverwachts tot zoo’n besluit Is het
om Ada dat je weg wil?
Zeg het me toch. We waren
overeengekomen, dat ge aanzoek zoudt
doen bij het meisje. Heeft u dat ge
daan? Heeft Ada u afgewezen? Ik
verzoek u, geef me toch antwoord.
Heb je je verklaard aan Ada?
Spengler schudde het hoofd.
Maar, dat begryp ik daq toch
De Balkanoorlog.
De kwestie over de vredesvoorwaar
den is een eenigszins duistere zaak.
Wat of er nu in werkelijkheid van de
zijde der verbonden mogendheden is
geëischt, is niet erg helder. Er wordt
beweerd, dat zou zijn gevraagd de
overgave van Adrianopel, Skoetari,
Janina en en nu komt juist het
dubieuze punt. Volgens den een ver
langen de Bulgaren ontruiming van
de Tsjataldsja-linie. Volgens den an
der vroegen de Bulgaren gedurende
de onderhandelingen geen versterkin
gen meer naar deze linie te zenden.
De eerste eisch was dunkt ons te ab
surd dan dat de Bulgaren zelf zouden
hebben geloofd, dat de Turken een
dergelijke bepaling zouden aanvaar
den. Zeker het is waar, de Turken
hebben door het geheele land heen
klop gehad, maar nog altoos blijkt dat
de Tsjatjaldja-linie, zoo zij niet in staat
is de Bulgaren geheel tegen te houden
zy dan toch in elk geval zulke onbe
rekenbare verliezen aan de verbonden
mogendheden kan berokkenen dat het
dezen heel wat waard moet zijn een
dergelijken moeilijken, honderden men-
schenlevens kostenden strijd te voor
komen. Maar het is dan ook te dwaas
om van de Turken te verlangen, dat
zij deae belangrijke stelling uit handen
gouden geven met de kans dat bij een
verbreken der onderhandelingen de
Bulgaren zonder iets te zeggen Kon
stantinopel binnenstapten. We kunnen
ons begrypen dat op een dergelijke
voorwaayde de Turken onverbiddelijk
neen hebben gezegd. Beter lijkt het
ons gezien wanneer de Bulgaren heb
ben gevraagd de linie niet verder te
versterken. De tegenslag, die zij thans
hebben, doet het blijkbaar het gewicht
gevoelen van deze laatste Turksche
stelling, want van Bulgaarsche zijde
mag men geen enkel bericht ten goede
of ten kwade over een aanval op de
Tsjatjaldja-linie verzenden, zeker is het
dat en de kanonnen van de Turken
èn de cholera die in eigen gelederen
voorkomt, hen belet om vlugger dan
tot nog toe vooruit te trekken. On-
dertusschen schijnt de kans, dat de
oorlog betrekkelijk gauw is afgeloopen,
nog niet geheel voorbij. Blijkbaar
worden de onderhandelingen voort
gezet, van Turksche zyde door Nazim
Pasja, aan Bulgaarschen kant door den
chef van den Bulgaarschen staf Be
voeren naar een onbekend doel. Ik
zou je zeer ongaarne verliezen en ik
weet ook, dat het u zeer zwaar zal
vallen, deze goede positie hier met
haar schoone toekomst op te geven.
Voor alles wilt n hiervandaan. Omdat
u aan de kwelling wilt ontgaan, in
Ada’s onmiddellijke nabijheid te bln-
ven, nu je er aan twijfelt haar tot je
vrouw te kunnen maken. Maar dat
noemt men nu toch strijden om het
geluk.
Waag je aan een verklaring. Ge
loof, zooals ik dat zelf heilig geloof,
dat je je in het meisje vergist en je
trots al haar weifelen het jawoord van
haar zult krygen. Hier, je hand erop,
beloof je dat je Ada zult gaan vragen
Krijgt je beslist „neen” ten antwoord,
dan eerst is het tijd andere plannen
te overwegen. Maar ik, ik sta er voor
in wellicht is dat wel al te sterk,
maar toch geloof ik vast en zeker dat
je het jawoord zult krijgen en dat
alles in orde zal komen. Hier is mijn
hand. Beloof het me.
Spengler stak zijn hand toe.
Reeds onderweg naar huis bemerkte
Albert dat hij nog heel wat ernstiger
gestemd was.
15)
Zyn oude kwaal, een angstwekkend
hartkloppen, folterde hem zóó, dat
hem niettegenstaande den frisschen
buiige Novemberavond de zweetdrop
pels op het voorhoofd parelden. Zijn
linkerhand op zyn hart gedrukt, welke
zwakte een vergrooting tengevolge
had gehad, ging hij de vallende duis
ternis in, de lippen vast op elkaar
gedrukt, de oogen strak voor zich uit
gericht. Een uitdrukking van fiere
vastberadenheid lag in zyn trekken.
Met bovenmenschemjke kracht hield
hy zich zelf in toom. Want het was
duidelijk, dat Spengler niets ervan
vermoeden mocht in hoe hooge mate
dit onderhoud zyn chef opwond.
In Albert’s privé-kantoor wachtte
Spengler zyn chef.
Neem ma niet kwalijk, Spengler
dat ik u heb moeten laten wachten.
Het betreft een zaak, die zoowel u
nul
dat de Donauflottile gemobiliseerd en
naar Semli gevaren is*
Groot opzien is in Boedapest gewekt
doordat het geheele personeel van de
tram is aangeschreven zich Zondag
aan te melden bij de korpsen.
De „Oesterr. Volkfctg.” verneemt
„uit welingelichte bron’’dat O^tenrijk-
Hongarije beslist vasthoudt aan zyn
eisch aan Servië, zich terug te trekken
uit Albanië en af te zien vau een
haven aan de Adratipch zee.’ Niet
alleen stonden Duitschland en Italië
Oostenrijk-Hongarije volkomen maar
men constateert met voldoening dat
Frankryk en vooral Engeland reeds
gewonnen zijn voor het denkbeeld van
een anafhankelyk Albanië en dat zelfs
Rusland gunstig is voor het denkbeeld
van een Albaneesoh vorstendom.
Men mag hopen dat {Servië eindigen
zal met zijn aanspraken te matigen.
In een hoofdartikel zegt de (offi
cieuss) „Mirife. Wij stemden er in toe
onzen opm'öreh, die Konstantinopel
ten doel ha™ te onderbreken en on
derhandelingen te beginnen over den
vrede, niet uit vrees Voor de cholera,
die we wel in staat zouden zijn te
overwinnen zooals wg het Turksche
leger overwonnen, mhar om aan de
wereld het bewijs te geven van onze
voorzichtigheid en vaj onze be
niet door een voortrukken de
peesche belangenin-gaVZar-ie brengen.
De quaestie van de bevrijding der
Christenen van het Schiereiland is een
Europeesche quaestie geworden. De
Turken moeten dat begrijpen, en als
ze werkelijk om Konstantinopel en
het Kalifaat iets geven, moeten zij
zich tegemoetkomend toonen om hun
positie te redden.
Wij moeten elke verantwoordelijk
heid afwijzen van den loop dien de
gebeurtenissen anders kunnen nemen.
Dan zal het doel zijn de volkomen
verdrijving van de Turken uit Europa,
hetgeen niet alleen het verlangen is
van de legers der verbonden natiën,
maar ook in overeenstemming' met de
Europeesche openbare meening. Wij
hebben alleen in onderhandelingen
toegestemd om niet beschuldigd te
worden incorrect jegens de groote
mogendheden te handelen, maar als
we eenmaal gedwongen worden tegen H. L. schryft in Het Volk
onzen wil Konstantinopel binnen te ’t Is Zaterdagavond en, zo<
trekken, kan er niet aan worden ge- 1
twijfeld dat we voor de nieuwe offers
die we moesten brengen, ook meer
zullen eischen dan thans.”
Is Zaterdagavond en, zooals ge
woonlijk, is ’t dan druk in onze dorps
herberg. ’t Gaat er heel gezellig tóe;
een enkelen keer wat al te gezellig.
Terwijl men druk in gesprek is, gaat
niet, riep Albert uit. Zoo was toch
dei afspraak tusschen ons U hebt haar
nieW gezegd? Dan zyn we nogaltyd
gverf ver en is er nog niets verloren.
Maar je hebt het meisje intusschen
toch meerdere malen gezienen
heb je dan niets gezegd
Neen.
Maar waarom dan niet?
Zonder op te zien, marmer-bleek,
zei Spengler:
Dood-eenvoudig hierom, omdat
mij niet wil.
Waaruit concludeer je dat?
Spengler zweeg.
Hm,ik kan me voorstellen,
dat je uit Ada’s houding tegenover u
deze conclusie trekt. Is dat zoo?
Spengler bleef zwygen.
Maar denk er om dat je in haar
bedoelingen zeer kunt dwalen, Speng
ler. Ik vind het hoe zal ik zeggen
zeer voornaam, dat je je van een
eventueel aanzoek laat afschrikken
door een mogelijk neen. Maarzeker
is dat toch niet. U wilt naar Amerika
terug. Uit dit besluit maak ik juist
op hoe diep uwe gevoelens voor Ada
zitten. Want ik weet dat je je zeer
gelukkig gevoelt by my en dan moeten
het wel zeer sterke argumenten znn,
die een zakenmensch als u van hier
PRIJS DER AD VERTEN Tl N
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer,0.10
Bjj drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 035 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Albeit sloot de deur van de voor
name, huiselijke kamer en verzocht
met een handbeweging zyn procuratie
houder plaats te nemen in een luien
stoel. Hij zelf deed evenzoo.
Myn vrouw en ik, begon hij wat
onzeker, zijn wat verbaasd, dat uwe
verhouding ten opzichte van ons
pleegkind nog altijd zoo in de lucht
blijft zweven. Heb je al nadere stap
pen gedaan?
Spengler haalde de schouders op en
bleek zoozeer in de war gebracht dat
hij de slecht verborgen opwinding van
zijn chef volstrekt niet opmerkte.
Terwijl Ammann met zyn zakdoek
zich het gelaat afwischte, was Speng- hoofd hing fleer. Strak staarde hij voor
Ier opgesprongen, naar het venster ge- 1
loopen en staarde hij, zijn rug naar
zyn chef gekeerd, een oogenblik op
de donkere, drukke straat. Een kort
oogenblik van benauwde stilte ver
liep uit de naastgelegen kamer klonk
het rammelen van schrijfmachines.
Hoe staat het er nu mep? vroeg
Albert. Zijn stem beefde. Ik heb u ge
toond, dat ik nu welwillend sta tegen
over uw voornemen ik zou dan wel
graag willen weten
Eensklaps keerde Spengler zich om.
De laatste bloeddroppelen waren uit
zijn energiek gezicht verdwenen. Hy
opende zijn mond, maar bracht geen
f 1 25
1.50
1.50
1.90
igenomen aan ons BureauLange
Boekhandel en de Postkantoren