omen. RONA 100. AGE Cacao IQEEST”. Donderdag 28 November 1912. No. 12033. 51e Jaargang, VE STORMEN. 2STietx‘ws- ezx voor G-o\rd.a ezx Ozxxstr ©Haceaa» IA U’S 1 5TE. RNBEM. HB-o.it© xx 1 ani. Buitenlandse!! Nieuws. Gebruiksaanwijzingen ii rs Ffc'f ILLE1OA. I ÜES ;oed. WAREN HUIS, Spuislr. Den Daag. tMT Alle Luxe- en Huish. Artikelen i nden. No. 17893. No. 17893. No. 17893. 17893 N. ■II! ■ld Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. pRIJg DER Ap VERTENTI£N; - Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Telefoon Interc. 82. 148. I voor iCOLAVE, K F 1 D U I I n4 Zn., Goud». RTEN ledicinaie teren lELONJE Jr PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Bereiding van Melkchocolade per kop. In den kop doet men 2 k 8 theelepels suiker en 1 theelepel RONA oecee (6 A 7 gram), maakt dit met zeer weinig koude melk tot een papje, en giet daarop de goed kokende melk. Bovenop ziet men dan een prachtiglaagjeschuim. deld on do koffie genuttigd. De uren -vlogen om in vroolijke kout. Toon Albert op zyn horloge keek, was het )te sorteering ikken. Verde? goed gevulde verken. Naar het Duitsch. van HANS LAND. Bereiding van Melkchocolade per groote re hoeveelheid. Op 1 Liter (kan) molk neemt men 1>/i k 2 eet lepels (86 gram) MN A cacao en 2»/i k 8 eetlepels (70 gr.) witte suiker. Roer In een schaal de cacao en suiker droog door elkaar. Maak daarvan mot kokend water een papje. Giet die pap in de kokende melk en laat even door koken. Uit 1 Liter melk schenkt mon ongeveer 7 koppen. Natuurlek kan men des- gewenschtook gedeeltelik melk en gedeelte!Uk water gebruiken. 1 kilo NONA cacao van 1.60 geeft dus 200 koppen chocolade. JNNEN, 68 B, TTERDAM No. 17893. 'ERS, ven 2, iCHIEDAM Kzn., aid. ZAAN. 3CHER, iTINCHEM. 'SMA, rkt, DOKKUM. »r> irouda. Qoegen”, 8 uur, „Arnold Spoel” sert. j geregeld tijdig ontvangen van mi, vermakelijk- dan in onze genade d.’ f 1.85 1 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50 Idem franco per post1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren fiOUDSCHE <1011 RANT. Elke regel meer,0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing vtn 1—5 regels f0.35 by vooruit* betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. T. CREBAS. Telef. 40. veren. Alles moet dus van uitBulga* rijen of door de Grieksche vloot van uit Griekenland worden aangevoerd, wat weken duurt en oorzaak is dat het leger in denzelfden ongunstigen toestand komt als eerst het Turksche. Dit, dat thans in zijn eigenlijken opera- tie-basis van alles ruim voorzien is, heeft dan ook enorme voordeelen boven het Bulgaarsche leger, temeer waar de linie thans prachtig versterkt is en bezet door geestdriftige, in den oorlog geharde Aziatische troepen. Waar de cholera af neemt daar neemt de kans toe op een overwin ning van het Turksche leger en van daar dan ook dat Turkije zich niet alles wenscht te laten voorschrijven. 18) Allemachtig, zei hij, terwijl hij geheel verbluft met zijn dik, kaal, pafferig gezicht, het jonge meisje aan gaapte, dat lachend uit de auto stapte. Wat was dat voor bezoek Nu stapte ook Albert uit en begroette hem vrien delijk. Goede morgen, beste vriend, riep Albert uit, en hij schudde den dikke krachtig de hand. Mag ik je eens voorstellen mijn collega, meneer Sau erbier, ons pleegkind, juffrouw Meers- heim. Aangenaam, zeer aangenaam. Je hebt er toch niet op tegen, dat ik niet alleen kom, Sauerbier? O, o neen, neen, zei deze, ge heel verzonken in beschouwing van Ada, zoo iets, beste Ammann, kan je altijd meebrengen. Staat het ouwe Ber lin er altijd nog ’k Ben er al weer in dagen niet geweest. Vaak enorm ver langen er naar. Is dat hier een negerij I dringend behoefte zijn De stad verkeert in Ik ben, bij een der vuile tenten gekomen, tusschen links en rechts van me dooden en cholera-stervenden. Want dit zyn geen gewonden, het zijn allen wel duizend waren er zoo choleraiyders. In en om een tent liggen er twaalf, twintig, dwars door een, half op elkaar rustend. Wie nog eenig leven in zich hebben, wie reeds een uur, een dag, twee, drie dagen dood zyn, dat valt haast niet te onderkennen. Het ganache groote grondstuk is bezaaid met ransels, schoenen, veldflesschen, patroon hou ders, lappen, vodden en braaksel. De een ligt saamgetrokken, met don rug naar boven ter aarde, het gelaat tegen den grond geplakt. En ander, bewus teloos, mnar nog zwak ademhalend, ligt met het gelaat op dat van een van halfverdroogde plassen braaksel en pappiggrijze uitwerpselen. Een er van is halfnaakt, heeft zich op het moment dat de dood hem nam, zich nog pogen te ontkleeden om te voldoen aan den diarrhée-dwang. En zie, zijn excrementen liggen over het holbruine, beenige gelaat van dien ander, half onder hom. En die laatste geeft nog levonsteeken lijders aan verscbrikkelykste ellende ten prooi waren en gedoemd werden te sterven zonder eenige medische hulp of lafenis bij hun lijden. Uit deze correspondentie, waaruit blijkt in welke ongehoorde mate het z. g. beschaafd Turkye schuldig staat tegenover de meest elementaire eischen van menschelykheid nemen wij eenige gedeelten over. Ten hemel schreiend dat is vol gens den correspondent nog een veel te zwakko uitdrukking. „Wat is dat, daar op vijf schreden vóór ons, dat grijze hoopje Is ’t Ja, een lijk, nog gansch gekleed, met krampachtig verwrongen ledematen. Strepen zwart geronnen bloed loopen uit den neus langs de holle loodgrijze kaken. Dikke vliegen zitten erop, on. Schoenen aan, boenwindsels, broek, bij jas, veldzak op den rug. Maar die uitgestoken arm bewéógt nu en dan, aar heel zachtjes. Er zit nog leven in dat vodden hoop je? „Maar wat is dat dó Ar vier palen verderIk nader, een vreeselyke lijkstank doet me naar m'n zakdoek grijpen. Dat zijn er drie, vier Ze liggen dwars door elkaar, op elkaar, temidden schaffen, ’t Staat zoo aardig zoo’n lief kind aan de tafel te hebben. Hij luidde met een groote bel en in een minimum van tijd verscheen Rieke met de champagne. Kerel je wordt arm. Al koud genoeg? In orde, zei Rieke en de cham pagne deed de rondte. Albert nam slechts een paar teugjes, Ada niet veel meer, maar de joviale gastheer raakte ’m. Toen ze een sigaar hadden opge stoken, stelde hij voor een wande lingetje in het naburige dennenbosch te maken en als slot een kopje koffie drinken op het Triton-terras. Toen Albert over zaken wilde gaan spreken, luisterde Sauerbier er eenvoudig niet naar. Eerst het pleizier, zei hij. Ik doe het omgekeerde van wat dommen doen, die altijd maar aan g< ld ver dienen denken. Je leeft maar eens, en hier in die wildernis nog maar half. En jij, Ammann, je behoeft toch niet zoo happig te zijn op zaken doen. Je hebt toen je schaapjes al op ’t droge. En kind nog kraai op de wereld. En nu krijgt juffrouw Ada later den heelen boel hè Ada schudde van neen. Dat kan je een ander wijsmaken. Het dennenbosch werd doorgewan- Pas op voor tocht, vermaande Albert, je bent zeer verhit. De zon is al onder. De mist komt op, Het is gauw donker en koud. Dan doen we hei weer dicht. Ik merk al, dat het mot de grootere snelheid van de auto koeler wordt. Albert zei den chauffeur door den spreekbuis, dat hij wegens den mist dadelyk maar alle lantaarns van de auto moest aansteken en zeer voor zichtig rijden. Een uurtje later was het heel donker geworden en was Ada in haar hoekje zachtjes ingesluimerd. Voorzichtig trok Albert het raampje op, opdat ze niet op den tocht zou zitten. Nu kon hij naar hartelust zich verdiepen in de beschouwing van haar door vermoeidheid bleeke trekken. Zijn oogen rusten op haar even geopenden mondtusschen haar roode lippen blonken haar blanke tanden. Haar hoofd rustte in den hoek. Ada ademde rustig, nauwelijks hoorbaar. Op een hoek schudde de auto wat en viel Ada’s mof van de bank. Er rinkelde iets, een portemonnaie was uit den mof gevallen. Albert luisterde ver schrikt en keek in spanning Ada aan. (Wordt vervolgd.) De Balkan-oorlog. Meer dan de eigenlyke vredesonder handelingen nemen de verwikkelingen tusschen Servië en Oostenrijk de aan dacht in-beslag. Oostenrijk mobiliseert, blykbaar om te laten zien, dat wat het tot nog toe gezegd heeft, geen bluf is, maar dat het desnoods zyn be dreigingen in daden zal weten om te zetten. Daartoe trekt het groote troe penmachten bijeen .en verzamelt het zijn oorlogsschepen tot een flink eskader. Nu doet zich een eigenaardig geval voor. Oorspronkelijk trokken Duitschland, Oostenrijk en Italië één richting, wat betreft het vooropstellen van een onafhankelijk Albaneesch vorstendom. De mogendheden van de Triple Entente wenschten een Euro- peesche conferentie, waar de verschil lende kwesties, die nu ter oplossing van de Oostenryksche kwestie aan de orde komen. De gewijzigde situatie, het totaal verdwijnen van den status quo, is oorzaak, dat thans verschillende regelingen getroffen moeten worden. Plotseling is Duitschland bij deze kwesties aan de zyde der Triple En tente komen staan. Dat heeft heel wat geruststelling aan het bezorgde Europa gebracht, dat heel wat blij moediger de toekomst kan tegemoet zien. Van het oorlogsterrein zelf komen berichten, die er wel eens op zouden kunnen wyzen, dat de oorlog, zoo dit maal de vredesonderhandelingen niet gelukken, niet binnen enkele weken zal zijn afgelooperi. Dank zij de be haalde successen aan de Tsjataldja- linie en vooral dank zij het verbeterde moreel der Turksche troepen, is men van die zijde minder dan ooit geneigd zich geheel als overwonnenen te laten behandelen. De onderhandelaars schynen onvoorwaardelijk de eischen tot overgave van Skoetari, Janina en Adrianopel te hebben afgewezen. Van een bezetten der Tsjataldsja-linie door de Bulgaren was heelemaal geen sprake Nu zullen zeer zeker de Bul garen heel wat van hun eischen willen laten vallen, maar of de verbonden mogendheden nu van elk voordeel willen afzien is nog de vraag. Wel zal de oorlog voor deBalkan- staten enorme bezwaren mee gaan brengen. Heel Thracië is platgebrand en kan voor het Bulgaarsch-Servisch Griek- sche leger niet het minste meer ople- De Oorlog op den Balkan. Adrianopel. Volgens de ingekomen berichten moet de toestand in Adrianopel aller ellendigst zijn. Door het bombarde ment is een gedeelte der stad in vlammen opgegaan, terwijl de stad tengevolge van de o verstrooming der Maritaa gedeeltelijk onder water staat. Ook moet er «m» aan leeftocht. een toestand van anarchie. Frankrijk’s houding. Het Journal bevatte gisteren een telegram uit Monbeliand, hetwelk ook door het Hbld. werd overgenomen waarin wordt gezegd dat Generaal Bloch, de commandant van Belfort, Dinsdag te Parijs met de militaire autoriteiten heeft geconfereerd. Tengevolge daarvan werd bevel ge geven dat het 21e bataljon jagers te voet zou worden gemobiliseerd. Uit Nancy daarentegen wordt ge seind dat de mobilisatie-order op een vergissing berust en dat er van mo bilisatie geen sprake is. Adrianopel en Tsjataldsja. Uit Belgrado wordt aan het Vad. geseind dat ongeveer 50.000 Serviërs de Bulgaarsche macht voor de Turk sche verdedigingslinie ondersteunen. Bij het beleg van Konstantinopel zijn ook een groot aantal Serviërs behulp zaam. Hij wenkte den chauffeur in den stal te rijden. Zorg maar voor den inwendigen mensch, riep hij Wem na. Dat moesten wij ook maar eerst doen. Allons enfants. Hij bood Ada zyn arm en het drie tal ging het huis in. Laten we eerst een klein ont bijtje nemen, zei Sauerbier tot Ada. U zult voor lief moeten nemen wat er is. Ik ben een oude vrijgezel en hulpeloos overgeleverd aan de gem van mijn hospita. Rie ke schreeuwde hij om den hoek van deur. Een grijze robuste vrouw met hel dere blauwe oogen verscheen, werd door Albert allervriendelijkst begroet en aan Ada voorgesteld. Nog een couvert, Rieka. En maak een beetje voort. De oude verdween, en spoedig zat het drietal aan een feest elyk gedekte tafel, die gebukt ging onder een lading lekkernyen. Sauerbier was bijzonder in zyn nopjes. Hij klonk telkens met Ada; Albert dronk bronwater. De gast heer debiteerde, vele Berlijner grappen en moppen, die de gasten hartelijk deden lachen. Kerel, Ammann, zoo’n troetel kindje moet ik me ook nog eens aan- Oostenryk en Servië. Tegenover Neusatz zijn drie Oosten- rijksche monitors voor anker gegaan. Te Semlin moet groote opwinding heerschonhet gerucht gaat daar dat Oostenryk het Roode Kruis en het ambulanco-personeel zal terugroepen uit Servië. Een nieuw contingent Servische troepen is opgecommandeerd voor de mobilisatie. Alle nog piet opgeroepen reserve-officieren en militaire beamb ten moeten opkomen. De Cholera. De Hoofdredacteur van de „Nieu we Crt.u de heer O. A. van Tricht, schryft uit Konstantinopel d.d. 21 Nov. een brief aan zyn blad waarin hy op hartroerende wijze beschrijft de ont zetting, die hem heeft aangegrepon, toen hij bezocht het cholera-kamp b:J San-Stefano. De schrijver verhaalt hoe hij daar met den commandant van de Gelder land, kapitein ter zee Guépin, de Schotscho predikant Red. Rob. Trew, geheel onvoorbereid op hetgeen zouden zien, het stuk grond betrad buiten het dorp, waarop duizenden na, 11 u., Ned. laashandelaren, *g- >ns Genoegen”, n. Voorstelling. Reunie’’, 8 uur, D. A. P. alm, 81/* uur. voor Openbar® BerolMog Watorchecolado per kop. In den kop doet men eerst suiker (2 S thee lepels) dan NONA cacao (l theelep&l ongeveer 6 i 7 gram). Vervolgens opgieten met goed kokend water en dan eerst omroeren. byna drie uur, hoog tijd om de terug reis aan te vangen. De auto kwam voor en nadat Albert en Ada inge stapt waren, zei Sauerbier Nu hadden we waarlyk de hoofd zaak vergeten. Ik was van plan je 5000 stuks te bestellen, noteer er nu maar 10.000. Heb dank voor de vrien delijke ontvangst. Zoo vaak je je pleeg kind meebrengt, krijgt je van mij goeie orders. Hij lachte uitbundig, schudde beide nogmaals de hand en commandeerde den chauffeur: een, twee, drie, vooruit! Ze reden voort. Albert noteerde lachend den mooien order. Je hebt me geluk gebracht. Ada zei hy, ik wil zaken met je doen. Je mag altijd mee als we op klantenbe- zoek gaan en dan kan jy 10 procent krijgen. Ik doe het graag gratis, Albert we gaan nu terug zooals we gekomen zijn. Niet praten. Ik ben zoo warm van die champagne. Oef’t lijkt wel of we naar de pool gingen, zoo ben ik ingepakt! Ze legde baar mof neer, een erfstuk van haar moeder, en liet het raampje half zakken. ood”, lO’/j uur, A. P. i Woningtoez., rstandscommis*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 1