Van Houten’s RONA Cacao :ng .E. Alter STORMEN. No. 12035. 51e Jaargang. >a ij" FEUILLETON. TT2.A- Zuiver en oplosbaar. Vol vetgehalte (cacaoboter). Volkomen ontwikkelde, pittige cacaoamaak. Eerste Blad. i top! ran Admiraal WARKAiHUIS. Spuistr. Ih Haag, aar Alle Luie- ea Hulik. Artikelen Gracht 269* AAG, >TE WAAR- g-en meskleeding. of gedeelten ed.E. ALTER Zaterdag 30 November 1912. XTie-CL-w-s- exx ^.d.“rr®xtezxtielolsu< Verschijnt dagelyks Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. il.-. voor GrO’u.cLeu OzxxstxeHsEezx. behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Weergevonden. ÜLA l de stad atn huil (t wie zal het wraken met die ervaring in het vervolg rekening wenschen te houden.” Dit Nummer bestaat uit twee bladen. irisohe Ka als Deel I Naar het Duitsch. van HANS LAND. snikkend in de armen te vallen, ah de gescheiden echtgenooten door den eenmaal grooten Tollens zoo hard- roerend bezongen. Maar weergevon den in dien zin, dat het bewustzijn bij ons allen weer is wakker gewor den, dat wij, vrijzinnigen, te veel naast elkander en te weinig met elkander hebben geleefd. Dat uit de organisatie, die eens allen bevatte, drie zijn geworden, men moge dit betreuren, het is toeft alleszins verklaarbaar. Waar Mr. Tydeman heeft het in den Bond van Vrije Liberalen zoo juist gezegd het liberale staatsbeleid evolutionair is, omdat ’t streeft naar de rechts- verwezonlijking bij steeds wisselende maatschappelijke toestanden en bij eene zich vervormende rechtsover tuiging, is het toch natuurlijk, dat, waar zoo gansch nieuwe vragen in de tweede helft der 19de eeuw aan het liberalisme werden gesteld, de sociale vraag in de eeste plaats, het antwoord zeer verschillend moest luiden. Niet wat het einddoel betrof, waarover men het eens was, maar over de middelen om tot dat eind doel te geraken. En lag het tevens voor de hand, dat zij, die in dezelfde middelen heil zagen, behoefte ge voelden aan een kring van eigen geestverwanten in den engeren zin des woords dat zij het verband der groote organisatie als een knellenden kluister voelden, en dien afwierpen Wij weten haast niet, wie zich min der behaaglijk moet gevoelen, de voorhoede, die telkens zenuwachtig omkijkt, of dat groote leger nu eindelijk in versnelden pas zal gaan, of die achterhoede, die meent dat het centrum te hard opdringt. f 1 45 I 50 nis BureauL, In dergelijke omstandigheden is het wellicht al hadden wij het voor ons dan ook gaarne anders ge zien het beste zich elk afzon derlijk te organiseeren, mits predikten, uitgestorven, de strijd loopt nu nog slechts over het meer of minder, over de deugdelijkheid van het voorgestelde middel, en dat bedachtzaamheid in deze, die moeilijk aan het woord kon komen, toen men streed tegen hen, die niets wilden, ook zelfs op onzen uitersten linker vleugel, als eerste eisch wordt ge steld, daarvan getuigen de woorden, door den voorzitter van den V. D. Bond in zijne vereeniging gesproken Het is niet te. ontkennen, dat ver schil van inzicht omtrent de taak van den Staat op sociaal-economisch terrein tusschen ons en andere vrij zinnigen bestaande, wel eens te scherp is toegèspitst, ook dezerzijds niet te ontkennen, dat tegenover het van andere zijde te eenzijdig nadruk leggen op het woord v r ij- h e i d, men ook aan dezen kant wel eens eenzijdig is geweest, bij het verdedigen van de roeping, die de Staat op sociaal terrein ontegenzeg gelijk te vervullen heeftniet te ontkennen eindelijk, dat de ervaring op het tot voor eenige jaren vrij wel maagdelijk terrein der so ciale wetgeving opgedaan, ook ons veel heeft geleerd, en dat wy srgoed. Uf on ADHKb ■acht 26!>‘, AAG. De vrijzinnigen hebben elkander weergevonden. Niet, omdat zij, zooals clericale ontstemdheid over hun sa- inengaan de bevolking diets wil maken, zij zich zouden voelen als de eenige rechthebbenden op ’t regeerkasteel. Het omverwerpen van de huidige Kegeering is toch niet het hoofddoel van de Vrijzinnige Con- cuntratie, wat dan zou die met het bereiken daarvan ook overbodig worden. Zeker het is allereerste plicht, waar zoo misdadige aanslag op Neer- lands welvaart wordt beraamd, als de Tariefwet is, en waar zoo gewel dige reactie op Thorbecke's schoone werk ons bedreigt, om schouder aan schouder te staan om dat te verijde len. En mocht, als uitslag van den strijd daarover, de’ plicht aan de vrij zinnigen worden opgelegd, om eene taak over te nemen, waartoe de coa litie niet in staat bleek, dan zullen zij zich daaraan natuurlijk niet ont trekken en dan heeft eene eventueel optredende vrijzinnige regeering in het Concentratie-program de vinger- was en wat dat onrustig heen on weer loopen van de bedienden beteekende. Hij naderde. Mathilde deed hem neer zetten en vertelde zoo kalm en schijn baar met koelbloedigheid, het gebeurde Albert werd als een lijk. Ze is dood, riep hij met doffe slem, in 't water gesprongen, of zich voor den trein geworpen .dood, her haalde hij dof. Wat praat ja toch, zei Mathilde, ’tljjkt wel of je nog slaapt, Welke reden zou dat kind hebben om zoo iets te doen. Is Ada dan gisterenavond iets bijzonders overkomen? Verschrikkelijk - Wat dan Albert haalde de Behouders op. Zacht zei hij Spengler heeft haar gisteravond gevraagd. En heeft dat haar zoo overspan nen gemaakt? Verschrikkelijk. Zij huilde ont zettend. Maar niemand dwingt haar toch tot iets. Dat heb ik haar gezegd. En dat stelde haar niet gerust? Albert zweeg. Nog een oogenblik zat hij verslagen voor zich te kjjken. Toen sprong hij op. (Wordt vervolgd.) GonmiE röriuvr PRIJS VAM HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post I 90 Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren nrood”, 10‘/,u". D. A. P. j en Woningtoe»., deratandsconanii*- i» lenoegen", 8 uur, n. „Arnold Spoel moert. wij geregeld tijdig an ontvangen v»u ,rten, vennakalgk- me dan in oW k. 20) Spreek dan toch, kind, wat is er Ik ben zoo geschrok ken zuchtte Ada. Geschrokken, waarvan kind. Wie deed je schrikken? Meneer Spengler. Heb je hem ontmoet? Hij wachtte me op. Waar? Bij het station. Ik kwam uit de musiekles. Hou nu eens op met huilen, kindje, en vertel eens rustig wat er met hem is voorgevallen. Wat heeft hy gezegd? Nieuwe tranenvloed, nieuw kramp achtig snikken. Wees toch kalm. Zoo komen we niet verder. Spreek toch voort. We kunnen je toch raad geven. Ver trouw ons toch. Heeft Spengler ge zegd dat hij met je trouwen wil? Zy gilde en viel op den grond. Ze .Reunie 8 uur, S. D. A. P. Zalm, 8‘/t uur de voor Openbars lag op haar knieën voor Albert, die van ontzetting verslagen als een mar mer beeld .op zijn stoel zat. Wil je dat, Albert, weende zy. Is dat waar? Jij en tante Tilli, wil u beiden dat? Moet 'ik het doen, Albert? Moet ik dat heusch doen, omdat jij dat wil Je moet niets. Niets moet je wat je niet wilt. Meneer Spengler zegt, dat u beiden het wilt, tante Tilli en jij, n wilt dat ik zijn vrouw word! Smeekend hief ze de handen tot Albert op. Hij vatte ze geruststellend. Och, Ada, tante en ik vonden wel dat het het beste zou zyn als jij en Spengler Ik kan niet, ik kan niet. Ik kan niet Albert. Liever wil ik sterven, liever dood dan dat. Ik ga dood als je me dwingt Ze gilde hartverscheurend. - Kind. Ada Albert trachtte haar op te richten. Ze viel lang uit op het tapyt, terwyl een krampachtig snikken haar lichaam schokte. Albert knielde naast haar neer. Hij vatte haar hoofd tusschen zyn handen, richtte haar op, nam haar de handen voor haar oogen weg en zei Kalm toch Ada, kalm toch. Je nooit het begrip verloren ga, dat men allen per slot van rekening hetzelfde einddoel beoogt. Mr, Goeman Bor- gesius heeft het in de vergadering der L. U. zoo juist gezegd Maar een ramp wordt het, indien in naast elkaar staande groepen het besef van geestverwantschap verloren gaat en het belang der vrijzinnige zaak aan fractiebelang wordt Ipgeofferd. Of dit niet wel eens geschiedde? Wij beschuldigen inldeze niemand, maar pleiten nog Blinder iemand onzer vrij, en dat «en in die fout van zelf min of meer moet verval len. ligt voor de hand aanzien doet gedenkenhet betrekken van eigen huisje, na het verlaten van de groote gemeenschappelijke woning, doet, zoo is de aard van den mensch, min of meer een wedstrijd ontstaan, wie in ruimte en siei lijkheid van woning de vroegere huisgenooten zal overtref fen het doet te vaak vergeten, dat men „zelfstandig blijvende, toch een bondgenootschap kan aangaan, niet alleen om te zamen gemeenschappe lijke tegenstanders te bestrijden, maar ook om te zuieii tot stand te brengen wat elk op zich zelf niet vermag.*’ Welnu, dit is het heuglijke feit, dat dit bewustzijn bij ons allen weer buitengewoon levendig is geworden. En al zullen wij natuurlijk niet ont kennen, dat de nood der tijden de hoofdfactor is geweest, die ons tot elkaar bracht, we willen er toch nog even op wijzen, dat ook de tegenwoordige politieke conjunctuur de concentratie gemakkelijk heeft gemaakt. De hoofdquaesties, die de vrijzinnigen uit elkaar deden gaan, waren het kiesrecht en het sociale vraagstuk. Welnu, de kieswet-Van Houten heeft het kiesrecht gebracht ook tot die kringen in de maatschappij, wier kiesbevoegdheid het grootste motief was van die vrijzinnigen, die tegenstanders waren van algemeen kiesrecht, om zich daartegen te verklaren op sociaal gebied zijn de vrijzinnigen, die het laisser faire wordt door niemand gedwongen. Dat zou toch krankzinnigenwerk zijn. Ah je voelt dat je hem niet nemen kan, dan behoef je dat toch niet. Heusch niet, riep ze, heusch niet Zul ie me niet dwingen Neen Ik behoef dat nietje jaagt me niet wegik mag toch hier blijven Haar hoofd viel tegen zyn borst, zij greep zijn handen en kuste ze zuch tend. Albert hield met moeite zijn lippen op elkaareen angstkreet hield hij met alle kracht in. Zijn mond ver borg zich in beur haer en dronk die zoete bedwelmende geuren, die eruit opstegen. Met gebalde vuisten steunde hij zich op den vloer, maar toen Ada tegen hem aanviel, hief hij zijn armen op en drukte het meisje togen zich aan, haar hals, wangen, oogen, voor hoofd en mond met kussen overladend. Even zuchtte ze zacht, maar toen zonk ze willoos in zijn arm'en, zijn waanzinnige liefkozingen ontvangend zonder tegenstand, stil, dof en weer- Haar handen ontweken hem echter, loos zich overgevend. Toen Mathilde tegen twaalf uur nachts thuiskwam, waren de huisge nooten al ter rustealleen Mathilde’s kamermeisje wachtte haar mevrouw op, gaf haar thee, en trok toen ook naar bed. De volgenden morgen, even zeven Weergevonden, niet men ver- denke ons niet van toaststemming integendeel, de nuchtere kijk op de zaken is vooral in politicis voor ons eerste voorwaarde om elkaar uur werd met kracht op Albert en Mathilde’s kamerdeur geklopt. Mathilde vroeg wat er was. De bediende ajeide, dat mevrouw toch snel moest opstaan en komen. Mathilde wierp een ochtendjapon om, kwam de deur uit en vroeg wat er aan ’t handje was. De bediende zei fluisterend, dat toen hij de laarzen van de jonge dame ging halen om te poetsen, hij de kamerdeur had opengevonden. Het bed lag on aangeroerd, en de jonge dame was in het hoele huis niet te vinden. De por tier had heel in de vroegte de voor deur hooren slaan. Mathilde kleedde zich heel stil en snel aan, ging naarbuiten en vond al de mededeelingen van den bediende bewaarheid. Een hoed had Ada niet meegenomen, alleen haar sjaal was er niet. Met bevende knieën viel zij in een sofa neer en peinsde wat er ge beuren moest.” Hoe zou ze Albert wek ken en hem zonder hem al te zeer te doen schrikken, het gebeurde meedee- len. Ze was daar zeer bang voor, want Albert’s hart moest geen harden stoot krijgen dat kon zoo n slag niet ver dragen. Terwyl ze nog in angst haar plannen beraamde, kwam Albert in morgengewaad reeds aan. Bleek en boos vroeg hy wat er aan het handje ornellsz. de With) I. H. Brin, 2e I >t portret, f 1.60 .90 gebonden. nde wijze wordt 5 leven geschetst 3 Ier helden uit on» I. T. CoLBNBBAN- „Uw boek heeft dS"-Lectuur ver- 1 Kumpbb „Een of na ontv. van ANDIA-DRUK- BkQk PROS DER ADVERTENTIÜN Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meerO fO By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. •J jrt Dienstaanbiedingen per plaatsing van I5 regels f0 35 bij vooruit- betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames I 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Dat de hoofdbesturen der drie vrijzinnige fracties, den grondslag der samenwerking voorbereidende, daarmede niet anders deden dan gevolg geven aan den wensch van duizenden vrijzinnigen iu den lande, het is meer dan eens door ons ge zegd. Wij hadden zoovele schrifte lijke en mondelinge getuigenissen van het innige verlangen over de ge heide linie, om in 1913 gezamelijk op te trekken voor ons aller hoogste goed, dat bedreigd wordt, dat wij deze onze uitspraak met gerustheid konden doen. Maar toch willen wij gaarna bekennen, dat hetgeen op Zaterdag 16 Nov. 1.1. is gebeurd, onze stoutste verwachtingen heeft overtroffen. Dat op dien dag in alle drie de partijen op buitengewoon geestdriftige wijze het Concentratie- program met algemeene stemmen zou worden aangenomen, ziedaar een feit, dat ons buitengewoon verblijdt. Het is toch het bewijs, dat alle vrij zinnigen, ze mogen op den linker vleugel of op den rechtervleugel staan, of zich met ons in hot centrum het meest behaaglijk vinden, dit hebben gevoeld en begrepen dat, welke verandering zjj ook zouden kunnen dragen, zeker niet deze, dat ze ook maar iets zouden hebben nagelaten om den aanslag te ver ijdelen, die wordt voorbereid tegen de beginselen van vrijheid en recht, die aan onze staatsinstellingen ten grondslag leggen en Nederland ten zegen zijn geworden. Wij hebben elkaar weergevonden, en dat is de hoofdzaak.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 1