ig JSEL RONA Cacao ITS, i a nd e 1. ringi Donderdag 13 december 1913. pagan da r i water. 51e Jaargang. STORMEN. l^rïe-CL"ws- ezx ^.d.-v-ertexxtieToleu<d. ttoox 0-ou.cLa- ezx Ox»-stx®3s:eaa- Verschijnt dagelijks ^)o 13045. in Dordrecht. behalve Zon en Van Houten s FEUILLETON. IRIEF. Gouda Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN' EN ZOON. Telefoon Interc. 82. De Veiligheidswet. Ik wil nog een kop f 1 25 UDA GOEDKOOP HOOFDSTUK XII. (Wordt vervolgd.) nan 4 Zn, Goud». Het smaakt toch zóó lekker, en Moeder zegt dat ze nooit heeft geweten dat Cacao zoo goedkoop in het gebruik ie, voor ze one geregeld RONA Cacao heeft gegeven. lEGANG VRIJ. Tilburg. KLOKJE Jr., ouda. ivonds 8 uur, JNOEGEN” Naar het Duitsch. van HANS LAND. Ires: !EIT IN en Heeren G0UD8CHE COURANT. staat tusschen het noodlot en zijn streven naar geluk, bij de eerste be proevingen en levensrampspoeden, vaak den weg naar den dood snel en beslist ter oplossing kiest. De ieugd met haar vurige vastberadenheid voor indrukken en haar nog half kinder lijke fantasie, die de verschrikkingen des levens in haar koortsgloeiende droomen veel vergroot ziet, vormt op die wijze een voorstation van den dood, een voorpost van vlugge eri vastbe raden candidaten voor den dood, die zich niet lang bedenken. Zoo was het met Ada gegaan. Zij had, door anti pathie tegen Spengler ertoe gedreven, zijn aanzoek afgewezen en vreesde hiermede Albert en Mathilde teleur te stellen, die deze verbintenis gaarne hadden gezien. En daar zij zich om hunnentwege die ondankbaarheid aan trok en geen anderen uitweg uit dat conflict wist, sprong ze het water in. Het geval was duidelijk en Mathilde stelde zich duizendmaal voor, dat thans nu Ada gered was, en de hoop ge vestigd was dat zij spoedig hersteld zou zijn, nu Spengler het land uit was en het geheele conflict van de baan was, er alle uitzicht op bestond dat alles tot het oude zou keeren. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: PRIJS DER A D VERT EN TI N Per kwartaalf 1 25 Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Idem franco per post1 50 Elke regel meer0.10 Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50 B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Idem franco per post1 90 Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 r»gels f 0 35 bij vooruit- Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLarge betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel Tiendewêg 64, bij onze Agenjen, den Boekhandel en de Postkantoren Groote letters en randen naar plaatsruimte 30) U zult geachte mevrouw, een groote en schoone taak hebben, een ongeluk kige, onschuldige, jonge ziel den vrede terug te bezorgen. Als ik in staat zal zijn het ver trouwen van de jonge dame te win nen, dan zal ik, naar ik hoop, deze schoone taak, waarvan u spreekt, kun nen vervullen. Zal ik daarbij ook niet den steun hebben van uw vrouw, me neer Ammann? Albert haalde de schouders op. Ik hoop het, ik hoop het. Hij keek onrustig het venster uit naar de warrelende sneeuwvlokken. Een oogenblik zwegen beiden. -- Ik gevoel wel, zei de weduwe, dat het hier bijzondere omstandighe den geldt, en ik ben er tevreden mee, als ik, stukje voor stukje, door de jonge dame zelf, naar gelang zij dat wil, in de geheimen word ingewijd. Ik ben gaarne bereid, haar gedurende de weken die ze in het sanatorium doorbrengt, mijn hulp te verleenen en te trachten het geheel naar uw zin te maken, rekent dus voor die wekeh op mijn diensten Integendeel, mevrouw, voor veel, veel langer, zult hoop ik, op de daarnavolgende reis in het Zuidelijk klimaat Ada begeleiden en ook later nog bij haar blijven. In uw huis, meneer Ammann. Of elders, als dat niet mocht gaan Zoo, zoo, zoo. Nu meneer Am mann, ik kan op ’t oogenblik nog niets anders en niet meer beloven, dan de goede zorg voor uw beschermelinge in het sanatorium. Als die jonge dame en ik in dien tijd zoo met elkaar op goeden voet geraken, dat ik tot de overtuiging kom haar ook verder van dienst te kunnen zyn, dan zal ik gaarne bij haar blijven en myn nutteloos leven aan haar geven. Is u hiermee tevreden, meneer Ammann? Stellig, zeer tevreden. Ik aan vaard ze met groote vreugde. Een zware last is mij van het hart geno men. Daarvoor zeg ik oprecht dank. Ik verzoek u mij uwe condities schrif- telijk aan mijn kantoor in te zenden. Het adres heeft u hier. Ik zeg uveeds vooruit, dat ik ze alle accepteer. Uw hulp zal mij in hoogere dan materi- eelen zin onschatbaar zijn. Ik ben u zeer verplicht. Mevrouw reikte Albert de hand, die hij kuste. Daarna nam hij snel afscheid. Deze bespreking had diepen indruk op hem gemaakt. Tweemaal toch was hij gedwongen in zyn verklaringen van de waarheid af te wijken. Hij had de mogelijkheid erkent, dat Ma thilde met Ada in connectie kon blij ven en zelfs dat Ada weer in zijn huis kon terugkomen. Die beide mo gelijkheden waren toch stellig voor de toekomst uitgesloten. Maar even on mogelijk was het voor Albert, de vreemde dame reeds nu alles tot in de fijnste puntjes mede te deelen. Het zou echter ook piet slim geweest zijn, omdat het nog lang niet vast stond, of Ada en zij bij elkaar pasten en zij na afloop van het sanatorium-verblijf weer niet van elkander zouden gaan. Was dat zöó, dan was het natuurlijk beter, dat deze vreemde over de fines- nes van de zaak onkundig bleef. Werd er evenwel een vriendschaps band tusschen die twee geslqten, dan zouden de verknochtheid en het mede leven een volledige verklaring aan de majoorsweduwe gemakkelijker en beter tot stand brengen dan nu mo gelijk was. arbeiden, doelmatig gelegen ruimten zyn, door een opschrift aangewezen, bestemd en doelmatig ingericht voor berging van de kleederen der arbei ders, welke zij afleggen of verwisse len of bij hun arbeid gebruiken. Deze ruimten mogen geen deel uit maken van werklokalen, noch van schaftlokalen. In iedere fabriek 'of werkplaats moet ton minste één privaat voor de arbeiders en een voldoend aantal uri noirs voor de mannen beschikbaar zyn. Op elke waschplaats moet schoon en zoo noodig warm water kunnen toevloeien in voldoende hoeveelheid. Het gebruikte water moet kunnen weg vloeien. Voor elke waschplaats moeten zeep en, zoo noodig, nagelborstels beschikbaar zijn. Eindelijk moeten de doorgangen pusschen de werktuigen en de stand w laatsten der arbeiders bij werktuigen- beganen grond is gelegen, te bereiken zijn langs een tweeden doelmatigen weg met dien verstande, dat deze weg, wanneer de belendingen geen goede gelegenheid tot ontvluchting aanbie den, moet geleiden langs een noodtrap, welke in fabrieken en werkplaatsen, opgericht op of na 1 Januari 1897 moet zijn ingesloten door wanden van onbrandbaaren vuurkeerend materiaal, of buiten het gebouw moet zijn ge legen. t De deuren of hekken in de hoofd uitgangen van een gebouw, waar meer dan 50 personen verblijven, moe ten van buiten draaibaar, of, indien dit niet mogelijk is, zijwaarts inschuif baar zijn, tenzij het gebouw is in werking gebracht vóór 1 Januari 1897 en daarin geen licht brandbare stof fen worden bewerkt of aanwezig z|jn. Er moeten in fabrieken en werk plaatsen, waar 10 of meer personen en werkplaatsen, in werking gebracht op of na 1 Januari 1897, 1 M., in fabrieken en werkplaatsen in werking gebracht voor 1 Januari 1897 0.75 M. b. wanneer meer dan 50, doch niet meer dan 100 personen in den regel daarvan gebruik maken, in fabrieken en werkplaatsen in werking gebracht op of na 1 Januari 1897, 1.20 M., in fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht vóór 1 Januari 1897, 1 M. o. wanneer meer dan 100, doch niet meer dan 200 personen in den regel daarvan gebruik maken, in fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht op of na 1 Januari 1897, 1.50 M., in fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht vóór 1 Januari 1897,1.25 M. d. wanneer meer dan 200 personen in den regel daarvan gebruik maken, in fabrieken en werkplaatsen, in wer king gebracht op of na 1 Januari 1897, 2 M., in fabrieken of werkplaatsen in werking’ gebracht vóór 1 Januari 1897, 1.50 M. In een werklokaal waarvan de vloer 3 M. of meer boven, of 1.5 M. of meer beneden den beganen grond is gele gen, moet, indien mogelyk, behalve de voor gewoon gebruik dienende toe gang of uitgang een tweede uitgang, zooveel mogelijk aan de andere zijde van het lokaal, aanwezig zijn, die gelegenheid biedt tot ontkoming. Het zelfde geldt voor een werklokaal, waar van de vloerhoogte ómüo grenzen niet overschrijdlindien daar geen buiten deur aanwezig is, of indien in of on der dat lokaal licht brandbare stoffen aanwezig zijn of ontstaan. Wanneer een gelegenheid tot ontkoming niet aangebracht kan worden, moet een gelegenheid tot redding aanwezig zijn. In elk gebouw moeten de trappen, deel uitmakende van den daar bedoel den weg, zijn ingesloten door wanden van onbrandbaar en vuurkeerend ma teriaal of buiten het gebouw in de open lucht zijn aangebracht, wanneer de werklokalen in dat gebouw in ge bruik zijn genomen op of na 1 Ja nuari 1897 en meer dan 50 personen van denzelfden weg gebruik maken om de werklokalen te bereiken of te verlaten, de overige gedeelten van dien weg moeten voldoende waarbor gen bieden voor het veilig verlaten van het gebouw. In een fabriek of werkplaats, waar in den regel meer dan 50 personen van dezelfden weg gebruik moeten maken, om hun werklokalen waarvan de vloer meer dan 3 M. boven den WAHEMIL'IN, Spuislr. Deo Daag. Alle tui^- ea Huish. Artikelen een vrije luchtrttwnte van tenminste 7 M3., als een vrije Ihchtruimtgjwven een hoogte van 1.80 MS(an.tenmlnste 2.8 M3. In fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht op of na 1 Januari 1897, zal een werklokaal, waarvan de lichtopeningen, welke direct daglicht toelaten, een gezamenlijk oppervlak bezitten van minder dan een tiende van het vloeroppervlak van het werk lokaal, in elk geval onvoldoende ver licht worden geacht, tenzy de aard van het bedrijf zich tegen voldoende verlichting verzet of bijzondere om standigheden of inrichtingen een vol doende dagverlichting waarborgen ter plaatse, waar gewerkt wordt. De privaten, gangen, trappen, fa brieksterreinen en overige aanhoorig- heden van een fabriek of werkplaats moeten, voor zoover de toegang tot die plaatsen niet is afgesloten, van een half uur vóór het begin tot een half uur na het einde van den werktijd voldoende zijn verlicht. In fabrieken en werkplaatsen, waar meer dan 100 personen plegen te ver blijven, en die door middel van gas of electriciteit worden verlicht, moeten, zoolang dit kunstlicht brandt, bij de uitgangen van de werklokalen en op trappen, gangen en portalen, die bij het verlaten van de fabriek of werk plaats gebruikt kunnen worden een voldoend aantal doelmatige branden de noodlampen zijn geplaatst, of elec trische noodlampen, die automatisch ontstoken worden bij een storing in de electrische verlichting. Behalve in electrische en afgesloten electrische bedrijfsruimten mogen bin nen gebouwen blanke, niet met de aarde verbonden leidingen niet voor komen. Deze bepaling gelden niet voor sloep en contactleidingen, indien deze door haar ligging de wijze van aanleg of op andere doelmatige wijze, tegen aanraking zyn bdschermd. De kleinste doorgangsbreedte van den weg, gevormd door de deuropenin gen, gangen, trappen enz., waarlangs de arbeiders hun werkplaatsen moeten bereiken, binnengaan of verlaten moet tenminste bedragen a. wanneer meer dan 25, doch niet meer dan 50 personen in den regel daarvan gebruik maken, in fabrieken Genoegen", 8 uur, B- Voorstelling. „Hollandia", 10 isvergadering „Dl wij geregeld tijdig on ontvangen vaa srten, vennakelyk- E«e dan in onae n. ,Ons Genoegen", redstrijd voor de dub „Ter Gouw", f Schaakbord", 8 a. ,n Brandmeesters?- tsche Kerk, ed. Protestanten- a. Réunie", 8 uur, id Mij. tot Nut J a. mrood” 10Vi uur, graaf. ,Ons Genoegen”, 1 Vergad. Comité 'ropaganda. Hollandia",8uur, I. Kinderbond. nonie", 81/! uur, i. Ned. Bond van aren. Genoegen, D/j en r examen Stédel. chaakbord”, 7 tb, *ndbouw. Lezing 0. H. Claassen te Nieuwe ingrijpende bepalingen voor 4 fabrieken en werkplaatsen. De tegenwoordige Regeering tracht op verschillende wijze de Nederland- sche industrie gelukkig te maken. Door de indiening van een Tariefwet, die heet de nationale industrie te be schermen, doch ze inderdaad enorm nadeel zal verschaffen wil de Regee ring blijk geven van haar goeden wil op dit gebied. Maar de industrie heeft daaraan niet genoeg. De Veiligheids wet voldoet niet meer. De maatregelen van bestuur van 1896 en 1906 passen zich, door de sinds die jaren in de industrie plaats gehad hebbende ver anderingen, vooral door de nieuwere vindingen der techniek, niet meer aan de tegenwoordige tijdsomstandigheden aan. Daarom stelt de minister voor bij algemeenen maatregel van bestuur eenige voorschriften te doen toepassen welke met 1 Jan. 1913 in werking moeten treden, voorschriften van zoo ernstigen aard voor fabrieken en werk plaatsen, welke na 1897 zijn gebouwd, dat de voldoening daaraan voor vele industrieeleu zooal niet onmogelijk, dan toch groote kosten zullen ver- eischen, die de bedrijven zwaar zullen belasten. Tegen hetgeen deze Regeering, die blijkbaar de draagwijdte dezer voor schriften niet inziet, thans wil, is reeds van vele zijden ernstig protest inge diend. Hieronder volgt in overzicht een en ander wat de Minister wil bepalen. De lezer oordeele dan zelf. De werklokalen in de fabrieken en werkplaatsen worden in het nieuwe ministerieele besluit onderscheiden in en aangeduid als schadelijke, waaron der te verstaan zijn werklokalen, waar in den regel wordt gewerkt met lood, loodlegeeringen of lood verbindingen; ajusteerderijen van gewichten; capsulefabriekendrukke rijen glas-in-lood-zetterijenhagel- gieteryen; lettergieterijen; letterzette- rijen ook die, waarin een zetmachine wordt gebruiktlooden buizen-fabrie- ken loodpletterpen loodsmelterijen metaalwarenfabneken muziekinstru- mentenmakeryenorgelpijpmakerijen stereotype-inrichtingenvijlenkappe- rijen. De schadelijke werklokalen, alsmede de onschadelijke werklokalen, moeten voor eiken arbeider hebben zoowel Een siddering was Mathilde door de leden gegaan, toen zij op dien be- wusten morgen gewekt werd met de tijding van Ada’s verdwijnen. Het was de angst, die den mensch aangrijpt, als het noodlot komt kloppen aan de deur van zijn vreedzaam geluk. Ma thilde schrok, want eensklaps rees het sombere vermoeden in haar dat het nu voor altijd uit zou zyn met de rust en de tevredenheid in haar leven. Dan zou Albert toch gelijk krygen, hij, die 'voor de komst van Ada in den fami liekring zoo dringend had gewaar schuwd en wien deze huiselijke ver andering zoo veel angst en droeve vooruitzichten had bezorgd. Het ge voel, nu te staan voor zware beproe vingen van haar geluk, werd steeds sterker en heftiger in haar, al ver mocht ze dan ook niet uit te maken, wat de redenen waren voor deze be dreigingen. Een overspannen jonge ziel had in het eerste, sterk overdre ven conflict van het leven, naar den overijlden aard der jeugd gegrepen, naar het afdoende middelden dood. Dat gebeurde eiken dag. Het was een oude geschiedenis, dat de gelukkigste mensch by de minste botsing, die ont-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1912 | | pagina 1