16i:v.
1
i:
STORMEN.
12.
Buitenlandsch Nieuws.
S-VLiten 1 and-
«7.
FEUILLETON.
51e Jaargang.
1
Maandag 23 Decembei
NÖ.; 12054.
WAHEMIlilS, Spuislr. Den lliiag
aar Alle Luie en llnlsb. Artikelen
iiseouwat
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
^Ti.e'kx'ws- en. ttoqx Q-o-o-cLeu exx OxxxstxeJazezx.
Verschijnt dagelijks
Telefoon Interc. 82.
WèttWicht
jk Meteriplogisch
85’/,
85%
63
99%
95V,
87%
90%
«2'%.
83
59
215%
217
li
54s/»
55
72%
i]
25s/,
69
r
9%
9
165
165
568'/,
558
525
185V,
118’/.
118’/,
a
5
5
86%
86%
t
3’/.
om
10’/,
io’/.
88*/,
88%.
94%
62*%.
62*%.
967.
96%»
leuning
317/i6
SP/xs
1
ioiv8
(Wordt vervolgd.)
x>
L
b
L
91'A
85%.
IE BILDT.
verstand 770.6 te
stand 737.3 te
ii
ii
201
86»/,
187
273
189%
857.
83
187
274
203
86
L
io
t.
re
st.
je
it.
ie
it.
)G
t.
t.
d
t.
t.
t.
d
t.
I-
Naar het Duitsch.
van HANS LAND.
45%.
108*%.
nu
teAmstertH*
1912.
Vorige
Koers.
777.
25%
69%.
73%.
J’RIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer«0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
en volgenden dag
ce, wellicht storm-
tot zuidweatelyke
ot zwaarbewolkt
buien, zelfde tem-
Zij, die zich met 1 Januari
a.s. op <le „Goudsche Jourant”
abonneeren, ontvangen de
nog verschijnende nummers
gratis.
185*/,
86%
39)
Hij bleef echter staan, want zijn
hart klopte hevig en ’t werd hem be
nauwd in de keel. Hij greep naar de
1 *-j van een leuningstoel en als
in een vlaag van wanhoop riep hij den
naam van zijn vrouw. Hij zelf schrikte
van den toon, waarop hij dien uitsprak.
Het klonk als of een mensch schreeuw
de wien een vreeselijke droom be
nauwde. Hij drukte beide handen tegen
zijn mond om dat dwaze schreeuwen
te verstommen. De deur vloog open
en Mathilde stormde de kamer in.
Albert, om Godswil, wat is er?
Zij greep hem bij zijn schouders en
drukte hem tegen zich aan, als wilde
zij hem tegen een of ander gevaar be
schermen. Zijn hoofd viel op haar
borst en hij drukte het tegen haar aan
als een die bescherming zocht.
Wat wat houd je niet meer
uit, Albert, vroeg Mathilde. Echter
niet met woorden. Ze sprak de vraag
ook niet de voedingsmiddelen te be
lasten. Duurder zou het brood niet
worden meende hij. De importeurs van
buitenland'sch graan zouden den prijs
hiervan niet kunnen verhoogon, omdat
zij rekening hadden te houden met
den prijs van binnenlandsch graan.
Bonar Law heeft de kwestie natuur
lijk wel voorzien, maarjhet tegenstrij
dige dat er in zijn redevoering was,
niet aan de vergadering meegedeeld.
Het is immers zeker, dat wanneer het
buitenlandsch graan aan invoerrechten
wordt onderworpen, de prijs hiervan
zal stijgen, omdat noch degene die het
aanvoert, noch do landbouwers uit de
landen, vanwaar het komt, schade
willen lijden. Het inlandsch graan kan
de prijzen niet laag houden, omdat het
niet- voldoende is om de geheele be
volking te voeden. Niet de landbou
wers uit het vreemde land, niet de
importeurs, maar de verbruikers beta
len de invoerrechten. Een mogelijke
loonstijging wordt dns te niet gedaan
door het in prijs stijgen van de dage-
lijksche gebruiksvoorwerpen. Zal ieder
die nadenkt, dus daarom reeds tegen
protectie zijn, zeker zal do vorm,
waarin zij nu gepresenteerd is, haar
niet smakelijker gemaakt hebben. Welk
bewoner van eon land zou riu dulden
dat anderen in dit geval de Domini
ons zullen bepalen, of een belasting
(invoerrechten) zal worden geheven
of niet
Een tweede moeilijkheid waarover
Bonar Law zich noodwendig moest
uitlaten, was of ook Voor-Indie be
schermende rechten zou mogen heffen.
Voor-Indië is geen dominion maar zou
zeer gaarne beschermende rechten hef
fen tegen Engeland. Voor-indiö zelf
fabriceert veel katoenen stoffen. Door
middel van invoerrechten zou het
gaarne den toevoer van katoentjes
uit Lancashire tegenhouden. Bonar
Law verklaarde natuurlijk niet in ’t
minst om zieltjes te winnen dat Voor-
Indië geen bescherming zou krijgen.
Niemand zal dunkt ons kunnen be
weren, dat er kan gesproken worden
van een duidelijke glasheldere uiteen
zetting. Een groot deel van de unio
nistische pers is dan ook ontevreden,
doch hierover morgen.
met hem af te handelen had, zou uit
zich zelf wel komen. Zoo tuk op be
stellingen was de fabriek niet en voor
het dagelijksch brood hadden zy de
heele zaak niet meer noodig. Daarom
was hij teruggekeerd en huiswaarts
gekomen.
Een oogenblik zweeg hij toen zei
hij aarzelend
En dan drukt het geval met Ada
me zeer. Ik heb zooeven met Böger
per telefoon gesproken. De toestand
i8 nog precies dezelfde. Ada wil nie
mand zien.
Vind je niet, Albert, zei Ma
thilde aarzelend, dat het maar het
beste was als ik zelf eens naar haar
toeging
Albert sprong verschrikt van de
sofa op, greep ontroerd Mathilde’s
beide handen. Mathilde zag bij het
matte licht van de bureaulamp duide
lijk dat het bloed hem naar de wan
gen was gevlogen. Als in een vlaag
van koorts begon hij met bevende
lippen te spreken.
Doe dat niet, doe dat niet, Ma
thilde. Luister naar me. Het leidt tot
niets. We moeten haar aan zich zelf
overlaten, tot ze weer heel gezond is.
Er is werkelijk iets van een geestes-
storing bij haar ingetreden. Ze moet
rustig aan zich zelf overgelaten wor-
GOIME COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post„1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
Idem franco per post „1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bure&uLange
Tiendeweg 64, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Koer» rie
beden.
793/.
45/u
den, zegt Böger en zeggen de andere
doktoren. Daar moeten wij ons dus
niet in mengen. Wy mogen niets be
derven of verergeren. Ik heb voor
Ada na haar ontslag uit het zieken
huis alles wat maar mogelijk was ge
daan en nu moet de zaak haar loop
hebben. Dat wil zoggen, we moeten
zorgen dat wij er zelf ook niet mee
onder doorgaan. Wij moeten zorgen
dat wij er zelf heelhuids afkomen.
Ik ik ben er over heen dat ik haar
niet zal torugzien, in elk geval niet
eer voor zij het zelf wenscht of de
doktoren bet verlangen. Geen van
beide is voorloopig het geval. Zij zelf
wenscht het niet, en de doktoren ver
bieden het zelfs. Goed dan, laten wij
er in berusten en de zaak nemen zoo-
als ze is. Vooral jij, jij, Mathilde, trek
je het geval niet te sterk aan. Ik Ver
zoek je, ik smeek je, als je me lief-
hebt, laat het alles aan mij over. Dat
vooral maakt me zoo ontzettend on
gerust, dat deze heele geschiedenis
ook jou nog hot leven zal verbitteren.
Beloof me, Mathilde, beloof me, dat
je zal trachten het alles te boven te
komen.
De oorlog op den Balkan.
Turken en Grieken.
Naar uit Athene wordt geseind heeft
het Turksche garnizoen te Tsekme in
Klein-Azië zich overgegeven aan een
Griekschen kruiser, die daarop beslag
legde op 19 zeilschepen.
Tweeduizend Turksche gendarmen
zijn, naar gemeld wordt, naar Klein-
Azië overgobracht.
Naar aan de bladey uit Sofia wordt
geseind heeft Koning Ferdinand aan
het Bulgaarsche legör een dagorder
uitgevaardigd waarin hij zegt dat thans
het eerste tijdperk van den oorlog is
geëindigd. De huidige en toekomstige
generaties zullen de strijders met lau
weren omkransen bereidt u thans
voor op nieuwe krachtsinspanningen
teneinde de vaandels opnieuw tot de
overwinning te voeren.
De vredesonderhandelingen.
De vredesonderhandelingen zijn
Zaterdagmiddag 3.50«bpnieuw aange
vangen, waarna deze te 6 uur werd
verdaagd. De officieel© mededeoling
omtrent het verhandelde, vermeldt het
Vad. als volgt
De voorzitter was heden Miouch-
vitsj. De Turksche* AWegatie vroeg
met het oog op het openen der on-
derhandelingen ook met de Grieksche
gedelegeerden toestemming voor het
proviandeeren van Adrianopel, waarop
de Balkan-gedelegeerden verklaarden,
dat de wapenstilstand dit vraagstuk
reeds heeft geregeld, en dat dit der
halve buiten de bevoegdheid der con
ferentie ligt. De Turksche gedele
geerden verklaarden onder deze om
standigheden opnieuw zich tot hun
regeering te moeten wenden.
Naar Reuter verneemt, zouden de
Turksche gedelegeerden gevraagd heb
ben, de proviandeering der belegerde
steden in naam der menschelijkheid
toe te staan.
Het beleg van Skoetari.
Rjeka, 22 December. De comman
dant van Skoetari gaat voort van tijd
tot tijd uitvallen tegen de Montene-
grijnen te doen. De Montenegrijnen
bepalen er zich toe de aanvallen der
Turken terug te slaan. Gedurende de
laatste dagen werden verscheidene
bataljons voor korten tijd, naar hun
woonplaats teruggezonden.
STATEN GENERAAL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van 21 Deo.
(Vervolg.)
Waterstaats begrooting.
De heer Helsdingen (s.d.) uitte
een klacht over de behandeling van
de spoorwegarbeiders aan de spoorlyn
GoudaSchoonhouen.
De heer deMonté Verloren
(o. h.) wees er op dat de positie der
spoorwegmaatschappijen wel eens te
gunstig wordt voorgesteld, in verband
met de voorkomen der uitbreidings
werken.
De Minister van Waterstaat, de heer
B ego u t die eerst niet veel lust had
om alle gemaakte opmerkingen te be
antwoorden, wijl hij ternauwernood
geslapen had, maar dit na eenige in
terrupties daarover toch maar deed,
verklaarde dat hoewel er reeds veel
W uitbreiding is gedaan, er toch nog
veel moet gebeuren.
De Minister zal overwegen of een
muziekverbod in den spoorwagen mo
gelijk is en of reclameborden langs
de spoorlijnen kunnen worden geweerd.
Wat de vertraging in het binnen
landsch verkeer aangaat, de Minister
wees er op dat dit hoofdzakelijk te
wijten is aan oponthoud aan de buiten-
landsche spoorwegen alsook aan werk
zaamheden aan de lijnen. Hoewel het
materiaal reeds belangrijk is uitgebreid
is dit nog niet voldoende. In de ver
binding van het Noorden met het
Zuiden is veel verbeteiing gebracht.
Indien er nieuwe lijnen worden ge-
wenscht, dan moet het initiatief daar
van uitgaan van de betrokken streek,
zelve.
Inzake het tramwegpersoneel ver
klaarde de Minister m&ar niet direct
met wettelijke bepalingen in te grijpen
zooals dat voor het spoorwegpersoneel
is geschied. Dat personeel gaat den
Minister zeer ter harte, maar door het
dwingen van een maatschappij tot
bepaalde voorwaarden zou de levens-
factor wel eens kunnen worden wegge
nomen.
Aan de bezwaren van het voor
malige personeel van den Rijnspoor
weg hoopt de Minister tegemoet te
komen.
De feiten welke door den heer Duys
zijn genoemd, kon de llinister niet
alle bespreken, doch de’juistheid daar
van kan de Minister niet aanvaarden.
De klachten over den ovennatigen
Protectie.
De rede van Bonar Law.
Thans het een en ander over de
rede van Bonar Law, een rede in zijn
innerlijk wezen zoo vol tegenstrijdig
heden, dat de eigen pers alles behalve
vriendelyk te spreken is over de rede
die de zaak der protectie nu eens helder
zou belichten. Natuurlijk heeft Bonar
Law alle afgezaagde argumenten die
wij ook in ons land ter verdediging
van de tariefwet hooren, gebruikt en
hij heeft er op gewezen, dat de werk
man het natuurlijk in zijn maatschap
pij van protectie veel beter zou heb
ben, dan in het dwaze Engeland van
thans, dat nog het eenige land is, waar
vrijhandel heerscht. Tot zoover ging
alles goed. Bonar Law herhaalde
slechts wat door zoovelen voor hem
is gezegd. Daarnaar was echter nie
mand nieuwsgierig, wel naar wat hij
zou meedeelen over het referendum.
Zou hij de partij van Balfour of tie
partij van Lord Lansdowne trekken
Dat laatste kon, bet eerste zou de
partij der unionisten gestempeld heb
ben tot een partij van politieke draai-
hielen. Toch begreep hij dat hij het
geheele idee van een referendum
moest laten schieten. Dat zou de vrij-
handelaars voor goed afschrikken. Hij
meende het volgende middel er op te
hebben gevonden om allen tevreden
te stellen. Natuurlijk zouden tusschen
Engeland en de Dominions begunsti
gende rechten bestaan. Wat de kwestie
van voedingsmiddelen en in het bij
zonder van graan betreft, verklaarde
hij het volgende middel geschikt te
achten om het iedereen naar den zin
te maken. In een conferentie van af
gevaardigden uit het Moederland en
de Dominions zal beslist worden of er
invoerrechten op graan zullen worden
geheven, ja dan neen.
Verklaarden zich de afgevaardigden
der Dominions tegen graanrechten,
zoo zei Bonar Law, dan zouden deze
niet worden geheven. Zijn de afge
vaardigden voorstanders, dan was er
volgens den spreker geen reden,
Het Turksche garnizoen van Mythilene
geeft zich over.
Athene, 22 Dec. De Grieksche mi
nister van Marine deed Zondag, naai
de Maand. Crt. meldt, mededeeling
van twee-telegrammen, ontvangen van
don commandant van den hulpkruiser
„Makidonia”. ’t Eerste telegram zegt,
dat naar te Petra bericht ontvangen
word, ’t Turksche leger op Mythilene
zich overgaf. Het tweede telegram
meldt, dat in de haven van Molynos,
1700 Turksche gevangenen, die het
garnizoen van Mythilene vormden,
zich ingescheept hebben.
„De Maand. Crt.” publiceert de vol
gende telegrammen uit Belgrado
Berichten uit Uskub bevestigen dat
het overschot van het Turksche leger
ten zuiden van Skoetari 'n aanval
deed, voornamelijk op Matjedja, Kat-
chibab en Barbaroutche. Daar do Ser
vische troepen wegens den wapenstil
stand dezen aanval niet verwachten
en hun waakzaamheid dientengevolge
verminderd hadden, werden zij hier
door verrast, maar zij herstelden zich
spoedig en sloegen de Turken terug en
joegen ze uiteen, na hun gevoelige
verliezen te hebben toegebracht.
De pest in Turkestan.
Bookhara, 20 Dec. Een telegram
van een districtschef bericht dat de
longonpest te Mizr is uitgebroken.
Twee en dertig personen stierven reeds.
Duitsqhland.
Regeeringsjubileum keizer Wilhelm.
Van particuliere zijde wordt uit Ber
lijn aan het Vad. gemeld Voor het
25 jarig regeeringsjubileum van Keizer
Wilhelm, dat den 15n Juni van het
volgende jaar zal plaats vinden, zijn
de voorbereidingen in vollen gang. De
feestelijkheden ten Hove worden door,
den opperhofmaarschalk graaf Eulen
burg en graaf Von Plessen voorbereid.
Behalve een defiló van aanzienlijke
persoonlijkheden, een gala-maaltijd en
een bijzondere tooneeluitvoering be
loven de militaire feestelijkheden zeer
zeer grootsch te worden. Zij bestaan
uit een taptoe, en een „parolausgabe”,
Alle Duitsche vorsten zullen naar
Berlijn komen de Europeesche hoven
zullen allen speciale deputaties zenden.
Tal van personen zullen in den adel
stand verheven worden. Men heeft het
plan een gedenkpenning uit te geven.
Betreffende een amnestie zijn reeds
plannen in voorbereiding.
thilde’s 1
haar man,
dreven. Mi w
als voor een half uur nog had gestaan
zonder voorbehoud met Albert te
spreken, zoo onmogelijk was het haar
thans, nu hij weer door zijn kwaal
genoodzaakt was thuis te komen, ook
maar een voor dö hand liggende vraag
te doen. Nadat Albert een poosje had
gelegen en rustig had geademd als
iemand die slaapt, greep hij opeens
Mathilde’s hand en terwijl zy inge
spannen wachtte op hetgeen hij zou
zeggen, zeide hij, dat zij zich niet
onnoodig ongerust moest maken over
hem. Zijn gezondheid was vrij goed,
het drukte hem wat*dat hij nog geen
opvolger voor Spengler had. Maar hij
zou er wel spoedig een vinden. Hij
was de zaken een beetje moe gewor
den en had in een vlaag van neer
slachtigheid, bij het begin van zijn
tocht, rechtsomkeert gemaakt. Wie iets
:ken iets beter.
ers lager, Nat.
er, Buitënl. on-
g, Tramwaarden
140'4 -
ÉRS.
pCt.
90s, Petroleum
haar man’s gelaat gezien, dat er zoo
vertrokken en oud uitzag.
Hij wilde het echter niet.
Heb je hartkloppingen?
Het is al voorbij.
Heb je daarom je reis afge
broken
Ja, ook daarom.
Hier drong zich een vraag op Ma-
lippen. Ze wilde weten, wat
1^ oók nog huiswaarts had ge-
J^aar zij vroeg niets. Zoo vast
niet uit. Ze streek met haar fijne zachte
handen over zijn borstelige haren, zijn
brandende oogen en zijn warm voor
hoofd en haar moederlijke handen,
haar streelende vingers vroegen feeder
en vol liefde, terwijl haar oogen met
dezelfde smartvolle vraag op hem ge
richt waren. Maar haar lippen opende
zich niet.
Spreek, spreek eindelijk, zoo
klonk het smeekend in haar ziel. Hij
moest zijn hart nu uitstorten, moest
zeggen, wat hem drukte, en onder
welke lasten hij gebogen ging. Uit
den kreet waarmee hij haar zoo juist
te hulp had geroepen, klonk de nood
der radeloosheid, de drang tot biech
ten, de vertwijfeling der wanhoop.
Albert greep Mathilde’s hand en
kuste die.
God zij dank, fluisterde hy. God
zij dank dat jij er bent. Ik kwam
thuis en vond het huis zoo leeg. Dat
werkt zóo drukkend. Ik ben zoo moe.
Mathilde leidde hem naar de chaise
longue en deed hem daar op neer
liggen. Ze legde hem een kussen onder
het hoofd, dekte hem toe en ging
naast hem zitten. De kamer was don
ker, alleen op Albert’s schrijftafel
brandde een bureaulamp.
Wil ik meer licht maken vroeg
Mathilde. Ze had graag duidelijker