STORMEN.
P1
\o 12064.
Maandag 6 Januari 1913.
51e Jaargang.
ZBxxxtexilaxxca..
FEUILLETON,
WARENHUIS, Spuislr. Den Haug.
•W Alle Lure- en llulsh, Artikelen
£Tïe-uu-ws- exx ^.d.-v"ert@zxtie"blebd. voor Gronj-dsu ezx OxxxetxeUsEezx.
~Verrschijrvt dagelijks
Telefoon Interc. 82.
Weerbericht
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
---
riiscourant
I te A nisterdam
1913.
86*/,
63%%
99%
87%
103%
58
216%
217%
56
74
26
70%
189
iw
10
10
87%
- 36.—
rt-
190
4>%.
89%
89
int
10'%,
88%
88%
95
95
63%
97
97
32%
ad
ld.
1023/le
147
146
wendde zich van
(Wordt vervolgd).
man A Zn., Qonda.
167%
559%
78%
86%
99%,
89%
91%
Cll
en
er-
189
277
189’/4
163’/4
4V*
3 pCt. van f 1500
het derde deel van
on
id.
31”/,.
163%
4%
65%
72'/,
26%.
69%
jke
>ot.
rije
iot.
rie
iet.
106
83%
69'%,
ihe
ct.
or-
•ct.
is-
ct.
nd
ct.
se
ct,
ct.
ild
ct.
el
se-
A.
ne
A.
m.
A.
Naar het Duitsch.
van HANS LAND.
eu
in-
A.
ng
id.
le-
A.
rt.
>r-
id.
La
id.
•ct.
id.
.A
id.
as.
lg-
ct.
m.
167%
563%'
“525
f 1.25
150
1.56
1 90
Lange
37/8
413/16
totaal f 345.
Tien jaar lang mag deze gelukkige
f 345 per jaar storten.
Zou de minister nu waarlijk meenen,
dat het gros der gemeenteambtenaren
hieraan kan voldoen
Misschien is Zijne Excellentie van
meening, dat de gemeenten hun amb
tenaren tegemoet zullen komen en
geen gebruik zullen maken van de
bevoegdheid de verkoopsommen op
hun ambtenaren te verhalen. Er zullen
gemeenten zijn, die zoo handelen. Er
zullen er veel meer zijn, die er niet
aan zullen denken. De ervaring in
plattelandsgemeenten bewijst het vol
doende. Het gevolg zal zijn, dat bij
ongewijzigde aanneming van het ont
werp voor de groote meerderheid der
ambtenaren en in de eerste plaats voor
hen, die reeds een groot aantal dienst
jaren achter den rug hebben, in den
bestaanden wantoestand geen verbe
tering wordt gebracht.
Deze wetsontwerpen zijn meer schijn
dan werkelijkheid. Alleen als de Kamer
Koer» rt
heden.
den volgenden dag,
idoostelijke totzui-
est zwaarbewolkt,.
3gen. Zelfde tem-’
5 pCt. van f lBOCT'" f
n-
A.
A
maakt totaal f 54.
Doch daarmede zijn we er nog niet.
De minister stelt ook weduwen- en
weozenpensioen in het vooruitzicht.
Voor de weduwen bedraagt dit ijk van
den pensioengrondslag van den man,
voor elk der weezen V20 van dien
pensioengrondslag (art. 6 en 7). Daar
van betaalt de ambtenaar 5 pCt. van
zijn wedde.
jet
te-
ct.
DEBS.
)Ct.
r, Petroleum tame-
aan de gemeenten de verplichting op
legt de inkoopsommen voor het pen
sioen der ambtenaren uit de gemeente
kas te betalen en deze bedragen niet
op de ambtenaren worden verhaald,
zal het voor de gemeenteambtenaren
mogelijk zijn voor hun ouden dag,
hun weduwen en weezen te zorgen.
Daarentegen kan, dunkt ons, van
de zijde van den minister geen enkel
redelijk bezwaar worden aangevoerd.
Immers van hot bedrag der inkoop-
sommon komt nagenoeg de helft voor
rekening der groote gemeenten, die
reeds voorzorgen voor hun ambte
naren hebben getroffen en er wel niet
aan zullen denken thans hun ambte
naar met die betaling der inkoopbe-
dragen te gaan belasten. Voor do ge
meenteambtenaren is te hopen, dat de
Kamer in de pensioneeringsontwerpen
de verbeteringen zal aanbrengen, die
wij noemden.
GOIIISUIIE COURANT.
PRIJS VAN HÉT ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan on? Rufeau
Tiexdeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Hostkantoren
208%
88%
63%
186%
86%
Maar mij grijpt do angst aan voor
het derde slachtoffer. Dat moet toch
te redden zijn. En ik heb het gevoel,
alsof er hier iets was als een plicht
voor mij, een plaatsvervanger voor
Albert als hij er niet meer is.
Böger had een stap achteruit ge
daan en zag Mathilde mot groote oogen
aan.
God zij dank, riep hij uit. U is
nog dezelfde. Dat is nog Mathilde,
dat zijt gij, zooals ge waart en zooals
wij u lief hadden. Ach, wat heb ik
gewacht op dit woordHet derde
slachtoffer ja ja Ada is
de jongste van de hier bedreigden
en derhalve ook de heiligste. Gij, lieve,
zachtzinnige, ik wist het, ik wist het
zeker, dat gij het arme kind niet zoudt
laten ontgelden, wat gij om harentwille
geleden hebt.
Mathilde zag Böger verbaasd aan,
alsof zij zijn bijna vreugdevolle uit
roepen niet begreep.
Toen trok zij een stoel naderby.
Ga zitten, zei ze. Laten we nu
openhartig rhet elkaar zijn. Ik ver
zoek u de waarheid. Wilt u mij die
vertellen
Zij stak Böger haar smalle, bleeke
hand toe.
Hij vatte ze aan en drukte ze.
Ik wil, zei hij. U hebt inderdaad
46'%a
104>'(
ijk Meteriologisch 1
DE BILDT.
•terstand 774.0 te
gste stand 722.9 te I
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewysnummer f 0.55
Elke regel meer0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 25 per regel
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
totaal onbegrijpelijk. U wilt mij sparen
met uw discretie. Geen pijnlijker mar
teling bestaat er voor mH.
Daar binnen nadert de dood, dat
zie ik wel, maar nog steeds mag ik
niet weten, op welke wijze ik mijn
geluk verloor. (J zult nu spreken
moeten, Böger. Het is meer dan tijd.
Maar voor u dat doet, luister naar
mij. Het zal u het uitspreken ver
lichten.
Ik heb met het leven afgedaan. Ik
heb met alles afgerekend. Ik heb af
stand gedaan en dat ik hier nog sta,
is slechts het gevolg van mijn plichts
gevoel. Toon u mij naar huis terug
riep, laaide nog eenmaal een storm
achtig verlangen in me op. Ik was
blij, dat Albert mij noodig had, was
zalig gelukkig dat ik nog iets voor
hem beteekende. De eerste blik daar
ginds op zijn doodsbleek gelaat be
wees me, dat ook hier het afscheid
spoedig zal komen spoedig. Ik
had echter reeds lang afstand gedaan.
Als Albert gezond was en in leven
gebleven, ik had hem gelaten voor
haar, die hij nu lief heeft. Ik ben een
oude vrouw geworden en heb dat alles
moeten leeren begrijpen. Ook voor
hem zijn nu de droomen van geluk
vervlogen. Hij ligt terneer. Ook zijn
tijd is voorby.
;er, Culturen stil,
aatsf. weinig vari-
stil, Tramwaarden
90%
86“%
83
van de* wet, boven den leeftijd van 18
iaar als gemeenteambtenaar in werke-
lijken dienst doorgebracht, wanneer die
tijd voor pensioen ten laste van het
pensioenfonds of van den staat is in
gekocht.
Tijdelijke diensten boven den leeftijd
van 18 jaren kómen onder bepaalde
voorwaarden in aanmerking. De bij
drage, die de gemeente voor het pen
sioenfonds verschuldigd is, bedraagt
7 pCt. van den pensioengrondslag van
den gemeenteambtenaar. Do gemeente
mag 3 pCt. van den pensioengrond-x
slag op de wedde van den ambtenaar
verhalen, (art. 40 46).
De gemeente betaalt voor inkoop
van hare ambtenaren in het fonds 8
pCt. van het totaal der belooning voor
ambtenaar in dienst der gemeente
genoten (art. 63).
Zij kan daarvan wederom 3 pCt.
verhalen op de jaarwedde van den
ambtenaar. Deze moet dit bedrag in
10 jaar betaald hebben (art. 65). Dit
alles geldt het eigen pensioen van den
gemeenteambtenaar.
Worden deze bepalingen aldus ge
handhaafd, dan beteekent dit, dat de
overgroote meerderheid der ambtena
ren noodgedwongen van de voordee-
len dér wet afstand zal moeten dóen.
De wet bepaalt, dat een gemeente
ambtenaar, die op 1 Januari 1813 in
dienst is, geen eigen pensioen zal ge
nieten, als bij daartoe zijn verlangen
voor 1 April 1913 aan den minister
te kennen geeft.
Financieële onmaeht zal honderden
daartoe dwingen.
Wat zal de gemeente kunnen vor
deren van een ambtenaar op f 600
met 20 dienstjaren
3 pCt. van f 600 f 18.
3 pCt. van hetgeen art. 63
en 65 vraagt, dus 3/J00 van
20 X f 600 in 10 jaar of
per jaar
997/8
4'%.
49)
Uitgeput en vervallen lag hij terneer,
met gesloten oogen, in een soort hal-
ven slaap. Zijn marmer-bleeke handen
bewogen zich rusteloos op het dek
heen en weer.
Met een blik zag Mathilde dat deze
aanval veel ernstiger en gevaarlijker
was dan ooit te voren. De achteruit
gang was duidelijk. De baard, smal
en dun, vertoonde vele grijze haren
de neus stak spits en scherp uit het
ingevallen gelaat over den mond heen.
Aan het voeten-einde zat de ver
pleegster en groette Mathilde. Deze
boog zwijgend en wendde zich van
alles af.
Zij had nu gezien dat het hier ging
om een strijd tegen den zwarten drei
genden gast, die met opgeheven zeis
dit ziekbed naderde. Zou zij hem dit
offer nog eenmaal ontfutselen Zij
greep alle wilskracht te zamen en
gordde zich voor dezen zwaren strijd
meen geöischte vrouwenkiesrecht, en
verder is zeer zeker ook een terug
gang te noemen dat de leeftijd waarop
het kiesrecht kan worden verkregen
van 21 naar minstens ‘24 jaar is ver
hoogd. Bovendien maakt de bepa
ling, dat arbeiders respectievelijk 2
of 5 jaar in dienst moeten zijn bij
één patroon, den indruk, alsof men
hiermee aan de arbeidersklasse een
slag heeft willen toebrengen om toch
vooral te beletten, dat haar invloed
op de wetgeving te groot zou worden.
Deze bezwaren worden natuurlijk
in Hongarije zelf gevoeld en niet alleen
dóór de oppositie, maar ook door leden
van de regeeringspartij zelf. Deze
oppositie wijst verder op het beden
kelijke om het kiesrecht te verbinden
aan een subjectieve voor waarde, als
het verbinden van het kiesrecht aan
het zekeren tijd hebben ontvangen
van een bepaald soort onderwijs. De
staat kan heel gemakkelijk zich de
noodige gegevens van kiezers ver
schaffen omtrent belasting, onroerend
bezit, ouderdom enz. Ónmogelijk kan
echter de staat contróle uitoefenen
over het al 0/ niet hebben schoolge
gaan van de kiezers. Deze controle
kan dus slechts worden Verkregen
door getuigschriften, die de kiezers
hebben te overleggen, dat zij de zes
klassen eener lagere school hebben
doorloopen of een dergelyk bewijs
van een middelbase school kunnen
vertoonen. Elk kiezer die een dergelijk
getuigschrift niet kan overleggen,
hetzij hij het is kwijt geraakt of het
schoolbestuur in dat opzicht nalatig
is geweest, moet voor een commissie
aantoonen, dat hij toch voldoende kan
lezen en schrijven, wat zal moeten
blijken door het lezen en afschrijven
van een lesje uit het 6e leerjaar, Een
dergelijk dwaze bepaling maakt het
kiesrechten twerp niet alleen bespot-
telijk, maar wegens zijn practische
onuitvoerbaarheid ook onaannemelijk,
niet alleen voor de oppositie, maar
zooals reeds gebleken is, ook voor vele
leden der regeeringspartij.
Eén van de allereersten, die zijn
ontevredenheid met het ontwerp heb
ben te kennen gegeven, is de minister
van justitie, Szekely, die zijn porte
feuille ter beschikking van den mi
nister-president stelde. En verder
moeten reeds meer dan 10 leden van
de regeeringspartij hun lidmaatschap
hebben opgezegd.
DEN
Vorige
Koers.
De gemeente moet aan dit fonds 3
pCt. van het totaal der belooningen
betalen, voor den gemeenteambtenaar
in zijn diensttijd genoten, (art. 41).
De ambtenaar mag dan in 10 jaar
betalen (art. 42). De minister is wel
zoo goed ook hier weer toe te staan,
heel goedgunstig, dat de ambtenaar
zijn vrouw en kinderen niet behoeft
te verzorgen, als hij voor 1 April 1913
daarvan bericht zendt aan den minister
van financiën.
Financiëele overmacht zal honderden
daartoe nopen.
De ambtenaar van f 600 met 20
dienstjaren, krijgt voor weduwen- en
weezenpensioen te betalen
2 pCt. van f 600 f 30.
3 pCt. van f 20 X f600
in 10 jaar tijds, dus per
jaar f 36.—
totaal f 66.
Deze ambtenaar van f 600 inkomen,
moet dus de# eerste 10 jaar storten
f 56 -f- f 66 f 122 of meer dan 20
pCt. van zijn kolossaal inkomen. Nemen
we een beter bezoldigd ambtenaar,
iemand die f 1500 verdient en 25
dienstjaren heeft. Hij betaalt
t= f 45.—
3/ioo X 25 X f 1500 f 112.5
nogmaals deze som voor
weduwenpensioen
Kiesrechthervorming in Hongarije.
Den laatsten dag van hetjaar 1912
heeft het kabinet Lukacz in Hongarije
gebruikt om een ontwerp bij den
Rijksdag in te dienen, houdende een
herziening van het kiesrecht, waarmee
dit ministerie .meent zijn vroeger ge
dane belofte te hebben ingelost. Heel
in het kort komt de inhoud hierop
neer. Het aantal kiezers zal door het
ontwerp met 800.000 worden uitge
breid, welk aantal ongeveer 75 pCt.
bedraagt van het tegenwoordige getal
kiezers. Het kiesrecht wordt gegeven
aan alle Hongaren van 24 jaar, die
op een middelbare school het onder
wijs tot het einde hebben gevolgd.
Alle anderen, die het gewoon lager
onderwijs hebben genoten, moeten den
leeftijd van 30 jaar hebben bereikt,
voor zij het kiesrecht verwerven. In
dustrieel© arbeiders moeten bovendien
2 jaar in vaste betrekking zijn, terwijl
deze tijd voor landarbeiders is uitge
leid tot 5 jaar. Analphabefön kun
nen alleen het kiesrecht bezitten, als
zij 40 kronen belasting betalen of 16
morgen grondbezit hebben.
De stemming is in de steden geheim,
op het platteland openbaar.
Naar aanleiding van deze punten
willen we nader het een en ander
opmerken.
In de eerste plaats missen we in
het ontwerp het in onze dagen alge-
De Pensioneering- der Ge-
meente-ambtenaren.
De Tweede Kamer zal Dinsdag 7
Januari in de afdeelingen het wets
ontwerp tot pensioneering van gemeen
teambtenaren onderzoeken.
Dit wetsontwerp beoogt een einde
te maken aan den toestand, dat tal
van gemeentebesturen, oude gemeente
ambtenaren hun weduwen en weezen
geheel onverzorgd laten. Slechts een
klein aantal gemeenten, waaronder
ook Gouda behoort, hebben eigen pen
sioenregelingen getroffen.' Waar een
pensioenregeling niet bestaat, is dit
veelal te wijten aan de financieel©
onmacht der gemeenten. Daarom is
alleen langs den weg eener wettelijke
regeling een afdoende oplossing voor
alle ambtenaren te bekomen.
Indien we nu deze ontwerpen be
zien, dan kunnen we ze toch, hbewel
de indiening ervan zeer zeker een vol
doening is, niet bijster apprecieeren.
Zooals ze thans zijn, zijn ze voor de
thans levende ambtenaren met een
betrekkelijk groot aantal dienstjaren
van weinig of geen beteekenis.
Om deze uitspraak te rechtvaardi-
den, moeten we. in het kort uiteen
zetten, wat minister Heemskerk in dit
pensioenontwerp voor de gemeente
ambtenaren voorstelt. Art. 2 van het
ontwerp-penaioenregeling voor de ge-»
meenteambtenaren bepaalt, dat onder
gemeenteambtenaren degenen worden
verstaan, die door of van wege de
Kroon of door of van wege Onzen
Commissaris in eene provincie, een
gemeenteraad» een college van burge
meester en wethouders of den burge-
meester eener gemeente zijn benoemd,
van vaste aanstellingen zijn voorzien
en wier wedden uit gemeentel^ke in
komsten worden betaald met uitzon
de van hen, aan wier gemeentelijke
betrekking uitzicht op pensioen ten
last© van het Rijk is verbonden.
Het pensioen bedraagt voor elk jaar
van den diensttijd l/eo deel van het
bedrag, dat den gemeenteambtenaar
over zijn laatste vijf dienstjaren als
gemeenteambtenaar gemiddeld per jaar
tot pensioengrondslag heeft gestrekt.
Als diensttijd komen volgens art. 5
in aanmerking
a. de tijd, na het inwerkingtreden
van de wet, boven den leeftijd van
18 jaar in een gemeentelijke betrekking
in werkelijken dienst doorgebracht.
b. de tijd, voor de inwerkingtreding
Met Böger verliet zij de kamer.
Ik heb den indruk dat het zeer
ernstig gesteld is met Albert.
De dolter haalde de schouders op.
Wilt u beslist beweren, dat hij
niet in levensgevaar verkeert?
Dat wil en kan ik niet. Zijn barts-
verlamming is verder voortgegaan
zij kan iedere minuut een ernstig einde
nemen. Niettegenstaande dat is het
niet uitgesloten, dat de patiënt het
nog langen tijd uithoudt, De uiterlijke
verschijnselen van de bloedleegte ma
ken weliswaar een afschuwelijken in
druk en toch verwacht ik dat juist
deze nog maar korten tijd zal duren
en dan verdwgnt. Dan krijgt hij zijn
bewustzijn terug en kunt u met hem
spreken,
Mathilde legde haar rechterarm op
op Böger’s schouder en zag hem in
de oogen.
Met hem spreken Dat zal ik
nooit kunnen. Vragen mag en wil ik
niet. Zelfs als hij aan de beterende
hand is moet zijn hart voor alle emo
ties gespaard blijven. Hem kan ik niets
vragen en dhs begrijp ik niets van
alle? wat hier gebeurd is. Dat ons oen
ernstig ongeluk heeft getroffen, dat
zie ik. Maar dat ik nog steeds niet
van mijn beste vrienden geen ophel
dering over den toestand krijg, u mg
recht er om te vragen. Eén blik op
uw gelaat zegt me, wat gij in die tien
dagen hebt geleden. Wy hebben slecht
met u gehandeld, maar mij bond mijn
woord, dat ik Albert gaf. Hij gebood
mij te zwijgen. Zijn lichamelijke ver
zwakking, zoowel als de verhouding
zooals die nu hier is, geven mij het
recht, leggen me zelfs den plicht op
te spreken. Het is het derde slacht
offer, waarvan gij spraakt, om welks
redding het thans gaat
Mathilde knikte.
Böger trok de wenkbrauwen om
hoog, alsof Jjy alle wilskracht te zamen
raapte om geheel op zijn Jemak te
zijn. Radeloos toch was hij en hulpe
loos zag hij rond. Hij vatte Mathilde’s
h%nd.
Ik weet, zei hij zacht, dat dit
jonge kind onschuldig en rein als het
was, Albert’s stormachtigen hartstocht
heeft opgewekt. Ik weet dat hij er
tegen streed, zoolang zijn kracht het
toeliet, tot hij het onderspit dolf.
Hij bleef steken. Geen tranen vloei
den over haar wangen. Haar oogen
waren strak op Böger gericht.