khandel. iedingen elpt izorgr Courant Courant risia’ Mo. 12088. 51e Jaargang. Maandag 3 Februari 1913. SvLlteiilaiid. Het Verkiezingsgebed. FEUILLETON. DE GEWETENLOOZE. TO-A». rziG. 3 Stok str. 222. ece». Sn kosten slechts Haling: ENHÜIS Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. li N11ISG!EV11G rijgbaai* aan ezx -^cL-v“®xteaa.tïe"bl©-d. voor Gro-xxcleu ezx OxxxstxeZkEezx. Verschijnt; dagelijks behalve Zon.- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Buitenlandtch Nieuws. De oorlog op den Balkan. aan het Bureau. rr». iet anoegen44, 8 uur, (Wordt vervolgd.) an Zn., Gouda. Kanaries 13, en */i liter tender meel r voederkosten 40 en 5 kilo SN. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post ptf niet Irift be- tAG, me th. spreken i beschikbaar om avén. Nadere in- taand adres. i de voor elke regel merk veevoeders. s? aan een der e worden gaarne lesmethode. □ederfanriek ISIA- Enkhuizen. aar bij HH. Wijdstraat. D, Veorstal. léunie”, 8 uur, IT inkeliers vereen dj geregeld tijdig n ontvangen van ten, vermakelijk ;e dan in onze er nog meerdere malen gebruik van maken, wanneer het betreft de groote maatregelen, die dit ministerie wil doorvoeren, zoo lang mogelijk uitge steld te krijgen. De behandeling die hetzelfde ontwerp in de zitting 1913 zal ondergaan, zal op dezelfde wijze eindigen, evenals die in 1914. Maar de liberalen zullen met een schater lach de wanhopige pogingen der lords gadeslaan, want na die derde zitting zal trots allen tegenstand, het ontwerp tot wet worden bekrachtigd. Dan zal volbracht zijn wat Gladstone in de volgende woorden bij de verdediging van zijn eerste ontwerp zei met be trekking tot het verbenen van zelf bestuur: „Wat wij doen,” zoo sprak hy, „is de betrekking tot Ierland in overeenstemming brengen met de an dere traditiën van ons land. Zoo vat ik op, zoo juich ik toe de smeekbede van Ierland om vergeving en verge telheid van het verleden. En daar naast vraagt zij een weldaad voorde toekomst. Zie ik het goed in, dan zal dat een weldaad, een zegen zijn voor ons gevoel van eer, niet minder dan een zegen voor haar, voor haar geluk, haar voorspoed, haar vrede.” f 1.25 1D0 Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50 Idem franco per post 1 90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau j Lange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren beschermer, mijn jongen! Als ge wilt, zal ik er een ketel vol van brouwen, dat ge voor uw geheele leven genoeg hebt om er uw edelen j schedel mee in te wryven. En uw haren zuilen wassen als bij den kluizenaar in de woestijn. Maar ge moet gelooven, hoort ge? Ge moet er aan gelooven! Tien recepten zal ik u geven, een heele apotheek zal ik u schenken voor uw eigen gebruik. Maar ween met mij om mijn noodlot! Deel myne smart! Houd vol en drink nog eens met mij Zeg je, mijn jongen Hij nam den thaler en riep: EmilTwee nieuwe.5 voor mijn rekening. Maar twee stijve! En twee echte Zondags-sigaren Hoor je, mijn jongen Maar neem ze uit de andere kist, opdat ik me verbeelden kan dat ze beter zijn als jullie verdachte voer- mans-stinkkruid. Kom, maak voort! Bengel, waar zit je Kun je wis selen Sedert langen tijd gewoon slechts met nikkel' om te gaan, verbeeldde hij zich nu een halven Croesus te zijn, en sloeg met den thaler op de tafel, dat eindelijk juffrouw Meckert ontwaakte en de oogen wreef. iverseelvoer) 13 en ,/a kilo en Woningtoez., ng Onderstands- inzorg44. Léunie44, 8 uur, rouwenkiesrecht van Eeden. sbeet44, 8*/a uur, oudsohe Winke- over de piccolo hem verteld had. Balsem, balsem, inyn waarde heer, verbeterde Dahne stotterend, en tege lijk haald hij uit zijn binnenzak een fleschje voor den dag, waarvan hij met bevende vingers het papier afdeed en schudde. Wacht nu even, mijn jongen, we zullen beginnen. Hij deed de kurk er af, keerde het fleschje op den vinger om, smeerde het olieacntige Vocht op den schedel van zyn makker, waarby hij een paar maal mistastte. Zoo, mijn jongen, dat kost niets, zei hij, omdat jij het zijt. Firnis coronat opodeldoc, zooals het in het latijn heet. Eigenlijk heet het finis coronat opus, ik noem het liever anders Een aangename geur als van laven del verspreide zich door het geheele vertrek. Glëser was eerst^ontstemd bij deze overvalling, maar later schikte hij er zich lachend in en liet toe, dat Dahne met kracht door wreef. Emil was weer verschenen, leunend tegen de toonbank en lachte verge noegd. Scheer je weg, jongen! riep Gl&ser hem nydig toe en joeg hem daarmee weg, en daarna, toen het fleschje leeg gestreken was, vroeg hij of de haren nu werkelijk daarvan Home Rule. lerlands zelfbestuur is een belang rijke stap tot het einddoel genaderd. Nog tweemaal zal een zelfde stap moe ten worden gedaan en dan kan de vlag van het groene Erin weer uitwaaien boven eigen parlementsgebouw, waar Ieren zullen beslissen over lersche zaken. Met 326 tegen 69 stemmen hebben de Lords uit het Hoogerhuis de Home Rule Bill verworpen. Voor de derde maal dus is het ontwerp dat Ierland zijn gerechtigd eigen parlementair leven zou geven, verworpen. Maar de omstandigheden^ waaronder het wetsr ontwerp de nederlaag leed, zijn tel kenmale geheel verschillend geweest. In 1886 diende de grootste Engelsche staatsman van zijn tijd Gladstone zijn eerste ontwerp in, maar in eigen kring reedg in de kringen der toenmalige liberalen ondervond het wetsontwerp zooveel tegenkanting, dat een verwer ping in het Lagerhuis als vaststaande kon worden genoemd. In één van zijn meest beroemde verdedigingen der doorhem ingediende wetsontwerpen zei Gladstone bij de verdediging van dit ontwerp reeds welk een groote verantwoordelijkheid de tegenstemmers op zich durfden nemen, Hoor dit wetsontwerp te ver nietigen. Het was echter door een deel der liberalen zelf onder leiding van Joe Chamberlain, die naar den conservatieven kant overliepen en van daar uit het wetsontwerp fel bestook ten. Het viel dan ook, doch het had ‘Gladstone niet afgeschrikt, want om de zaak der rechtvaardigheid naar zijn geweten te dienen, diende hij in 1892 opnieuw een wetsontwerp in, dat dit maal in het Lagerhuis met 40 stem men meerderheid werd aangenomen, doch dat onder de Hoogerhuis-guillo tine het leven liet. En thank hebben de opvolgers van den grooten libera len staatsman opnieuw een wetsont werp ingediend, doch wijs geworden door de vroegere nederlagen hebben zij vooraf den hoofdvijand, het Huis der Lords de tanden uitgebroken zoodat een aanval van die zijde oïl- schadelijk is. Het Hoogerhuis heeft thans nog slechts de gelegenheid om een wetsontwerp eenige jaren tegen te houdeti. En van dit laatste restje van hun vroegere macht hebben zij dan ook gebruik gemaakt en zullen De BURGEMEESTER van GOUDA brengt bij deze ter kennis van de belang hebbenden, dat door den Heer Directeur der Directe Belastingen enz. te Utrecht op den 31 en Januari 1913 executoir is verklaard, het Kohier No. n der Personeele be lasting belastingjaar 1912 Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in handen van den Heer Ontvan ger, dat ieder, die daarop voorkomt, ver plicht is* zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen en dat heden in- gaat de termijn van zes weken binnen welke de reclames behooren te worden ingediend. Gouda, den 3 Februari 1913. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. neren, want wij eerbiedigen ieders godsdienstige meening. Maar een enkele opmerking, waar toe bovenstaande verdediging als vanzelf aanleiding geeft, kunnen we niet terughouden. Daar zijn, blijkens bovenstaand citaat, volwassenen, die meenen dat hun bede niet alles vermag. Daarom schuiven zij nu „onschuldige kinder zielen" voorop, en laten die voor zich bidden. „Stel eens, dat men op vrijwel dezelfde wijze gehandeld had, door aan het begin der vijf jaar, die het Christelijk kabinet nu zitting heeft, een kinderkruistocht tot minister Heemskerk te zenden, om hem te vragen aan het bijzonder onderwijs, nu eens alles te geven wat het wenschte. „Zou de Minister, die een wijs en vriendelijk man is, niet gezegd heb ben Kinderen, ga jullie nog wat leeren en spelen, en laat zulke zaken maar aan mij over?” „En nu zendt men de kinderen met diezelfde boodschap tot God, die nóg wijzer is. „Nog eenswij willen niet spotten, Wanneer een gedachte als wij daar neerschreven bij ons opkwam, dan is dat te wijten aan de profanere ver menging van politiek en godsdienst, gelijk de „N. rlaari! Coürant” en de R. K. kiesvereeniging nu doen, en waarvoor de godsdienst naar onze meening te heilig moest zijn. „Als onze kinderen met ons bid den, staan wij voor niets”, schrijft het blad. „Wij zouden willen zeggen „Ook zonder dat kindergebed staat gij voor niets „Want geen enkel middel, hoe verwerpelijk ook, laster noch leugen noch ontwijding der kinderziel is u te slecht, wanneer gij slechts kunt ophitsen tot haat tegen andersden kenden, tot ondermijning der open bare school.” Onze lezers zullen goed doen het bovenstaande te onthouden. Wanneer dp komende maanden door woord en geschrift in breede kringen propaganda zal worden gemaakt voor het bijzonder onderwijs, om te komen tot het bijzon der onderwijs regel, het openbaar uit zondering, daar klinke dit als een dreigende waarschuwing„Geen bij zonder onderwijs zonder voldoenden waarborg 16) Heeft hij u alles verteld? vroeg hij met een hoofdbeweging naar de sluimerende waardinzonder nochtans te vergeten zich aan de aangeboden groc de handen te warmen en er daarna een flinken slok van te nemen. Dat is het tragische, vervolgde hy, het verheVten tragische in myn bestaan, dat toenmaals Ziet ge, dat het nu juist \een kind moest zijn, waarmee dat voorgevallen is. Het eenige zoontje van een weduwe, die voor mij niet onverschillig was, en ik voor haar ook niet. En van den jongen hield ik veel. Zij heeft me geen ver wijten gemaakt, maarenfin, het is nu eenmaal zoo. Als het noodlot zich tusschen de menschen dringt, dan is het gedaan. Later is ze met een postdirecteur getrouwd, die deed na tuurlijk niet aan recepten klaar maken. Eensklaps viel hij zichzelf in de rede. Zeg eens, waarde heer, is de groc niet een beetje slap EmilDeug niet! Toekomstige hotelhouder! riep hij luid. Waar zit je? Breng eëns gauw men dus diets maken, dat de lin kerzijde de groote vijand is, die bij een stembusoverwinning aan\ gods dienst en geloof ontzaglijke schade zal toebrengen, de vijand, dio^ook hen, onschuldige kinderen, bedreigt, de vijand, tegen wien zij God om bescherming hebben te vragen. Aan deze kinderen zal worden geleerd, dat het geldt een strijd vóór of tegen het geloof, een strijd van welks uit slag voor hun zielen ontzaggelijk veel afhangt. Dit is nu niet slechts een ver keerd paedagogisch systeem, waar over te twisten valt, ziehier de ver- leugening der kinderzielen. Het geldt immers vóór alles een politieke strijd over tariefsherziening, over dwang verzekering, over gelijkstelling van openbaar en bizonder onderwijs. „Maar zelfs aan de conscientiën der kinderen wordt valschelijk opge legd, dat het een heilige strijd is vóór of tegen Christus. „Men discht leugens op aan de kinderen, om ze dan door middel dier leugens tot gebed aan te sporen. Zoo doet men aan de kinderzielen geweld aan. „Kinderen-verleugening en daar naast volksverscheuring. De vijand, waartegen de onschuldige kinder zielen bij God om bescherming moe ten vragen. Alsof een buitenlandsch heidendom ons land bedreigde. Voor deze kinderen behoort aldus ieder, die ter Linkerzijde staat, tót den vijand, tegen wien men Gods hulp heeft te roepen. Zoo voedt men de kinderen stelselmatig op in haat tegen hun medeburgers. En derge lijk anti-nationaal bedrijf van volks- verscheuring durft men dan publie kelijk toejuichen.” Deze eerlijke strijder uit het recht- sche kamp, die in politiek opzicht zoo geheel tegenover ons staat, geeft in het bovenstaande met diepe veront waardiging zijn afschuw te kennen over de verleugening der jeugd. Wij citeeren dit oordeel juist daarom, om dat anders van clericale zijde zou kun nen worden beweerd, dat de bestrijding alleen kwam van de zijde der „ongo* disten”, zooals Mr. Aalberse in de „Voorhoede44 de vrijzinnigen ‘t nieuwst hèeft betiteld. Dat deze wijze van kinderopvoeding in onderwijskringen medeTkanleiding heeft gegeven tot felle crixiek, blijkt uit het onderstaande uit „De Bode44 „Lezers wij willen nietprofa- In het parlementair overzicht van Zaterdag j.l. is door onzen Kamerover- zichtschrijver de houding van Minis ter Heemskerk en die aer rechtsche Kamerleden inzake het verkiezingsge bed der kinderen op r. k. scholen op zeer scherpe wijze aan de kaak ge steld. De r.k. „Nieuwe Haarlemsche Cou rant44 komt dit verkiezingsgebed nu verdedigen als volgt: „Maar bij God vermag ééne bede nog meer dan de onze, de bede der kinderen, het gebed van onschuldige kinderzielen, die de hoop zijn van Katholiek Nederland wanneer die onschuldige kinderen God zullen bidden, dat Hij hen niet overlate aan den vijand, dat Hij hen bescherme tegen het kwaad, dat door de Gods- dienstlooze school vooral en door zooveel andere aanvallen, daad wer kelijk of door nalaten van positief optreden, hen bedreigt o, dan zeker zal God niet toelaten, dat de ontzaglijke schade aan godsdienst en geloof, die het gevolg zou zijn van ’nlinksche overwinning bij de Tweede Kamer-verkiezingen van dit jaar, over ons Vaderland komen zal.... Het gebed der kinderen is zoo machtig „Als onze kinderen met ons bid den, staan wij voor niets”. Tegenover deze ongehoorde verde diging, die getuigt van een bruutheid zonder weerga, willen wij hier laten volgen, wat door het christelijk sociaal weekblad „De Beukelaar44 werd ge schreven „Aan deze roomsche kinderen zal gingen groeien. Dahne lachte. Als ge het gelooft, myn jongen, ja. Geen dokter kan helpen als ge niet in zijn medicynen gelooft. Daarom zijn apothekers zulke geloovige lieden. Ziet ge, mijn waarde beschermer, wat niet schaadt, helpt. De wereld is zoo vol boosheid, dat we God alleen reeds daarom danken moeten, als hij ons genadig nieuwe boosheid bespaart. En zeg, is het niet goed reeds den goeden wil te toonen Daarom blijf ik er bij firnis coronat opodeldoc. Hoe staat het met de groc Emil, ondeugend kind, laat vader Dfthne niet van dorst versmachten! Wat heb ik je gedaan, dat je me verdunde stroop voorzet in plaats van een krachtige zorgafnemer Ben ik een ziek kind, dat rustig ge houden moet worden Moeder Meckert nobele herbergierster, wordt wakker en straf hem De dikzak snorkte rustig door. Glëser legde een thalerstuk voor zich op de tafel, maar hield er den vinger nog op. Toen hij den wensch te kennen gaf daarvoor het recept van den haar- balsem te krijgen, stond Dahne op en omarmde hem, door aandoening over meesterd. En onder het plengen van alcoholtranen bracht hij uit: Mijn jongen! mijn redder! Mijn GOÏDSCHE (01RI\T. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer„0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. In hot Tsjataldsjaleger. Naast do officiouse tegenspraak van de vechtpartijen in het Tsjataldsjaleger zij vermeld hetgeen de Times-corres pondent te Konstantinopol daarover seint. Het aantal der van Tsjataldsja naar Konstantinopol gezonden gewon den noemt hij overdreven. He meeste soldaten die naar de hospitalen wer den gezonden waren zieken Sie met het oog op de hervatting der vijande lijkheden van de voorste linie wero^n weggehaald. y Overigens weet men, zegt do cory respondent, dat een grolot aantal or- ficieren woedend zijn over den moferd op Nazim pasja en deA terugkeeyvan het Comité aan het bewjnd. De Staatsgreep jfs tróu-we, in alle provincies met geeafu groet. Uit verschillenda provincies in Anatolië moeten uiterst koele tele grammen ontvangen zyn. De bevol king van Brassorah weigerde het ge zag der nieuwe regeering te erkennen en het garnizoen steunt haar. De correspondent acht daarom do de flesch met cognac, gezegd foesel voor de apenZijn we niet alle maal apen, mijne hoeren Aan ons en in ons? Ik wou dat ik als aap in de wereld gekomen was, dan kon ik me voor geld laten kijken. Nu laat het geld zonder mij zich kijken Emil kwam en goot een scheut cog nac in do glazen. Daarna hervatte Dühne Zoo is het leven, een driemaal overgehaalde noodzakelijkheid tot in leven blijven, nog ’n geluk dat de alcohol niet door de politie verboden is! Prosit! Hoor héar nu eens, hoe lekker ze snorkt! Ze voelt zich weer bij hem en ligt voor hem op‘de knieën. Maar ze is wezenlijk te goed voor dien vent! Hij dronk, tot zijn oogen overliepen, en smakte met de lippen met een vergenoegd zeggen Hè, dat smaakt Na zijn tweede glas sloeg zyn tong reeds dubbel, want zijn maag was zoo hol als ’n leeggepompt wynvat. In dien toestand walgde hij van vaste spijs, en daarom dronk hij steeds door. Glaser echter had Emil heimelijk een wenk gegeven om warm water in zgn glas te doen, want hij wou als altyd bij zijn verstand blijven. Toen begon hij over den haarzalf te praten, waar*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1