aar OHT s=js moves' ”r No. 12131. BEBICHT. DE GEWETENLOOZE. 3STi.eix"ws- ezx -^\.0._v_ex't©xx't5.etlo-c3- vooi O-ou-cL©. ©zi. Oxxxs‘tx©HjE©zx- .e Stok str. 222. Snxt®xxlaxic9.. Buitenlandsch Nieuws. itYunu. FELILLETOy. in dit Bind. igg. Verschij nt dagel ij ks >ns bevatten ïsODOL slechts elke niet voor- tnslund merk. :rijgbaar. N, Mnslerdtm. SLAVERNIJ wordt te niet light het hui* behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. Donderdag 27 Maart 1913. (Wordt vervolgd.) ikman Zn., Gouda. Nieuwe abonné’s ontvangen de tot 1 April a.s. verschijnende nummers gratis. TZ1G. EN. K. f 1.25 1.50 fiOIJ USCHE COURANT. Pill JSV'Tn H PT A Hll.S NKM i: T; Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50 Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauL. i e.M 8 t. p. stuk. iet Brokken- ft mogen onder comité U thans e schoenen, p aan een der ;e worden gaarne muren, oor en door to Sunlight voordoeHgete Jw hui* doen ;rk verlichten. inwg geregeld tijdig ogen ontvangen van toetten, vermakelijk- deze dan in onze ien. In zijn krakende lakschoenen liep hij driftig op en neer. Hij was voort durend gezetter geworden onder zijn keurig zomerjasje begon zich een buikje te vormen. Zijn handen waren niet meer zoo rood, en om ze kleiner te doen schijnen, droeg hy opvallend wijde manchetten. Zijn haren waren zorgvuldig gescheiden, en het vogelen gezicht met den grooten neus scheen niet meer zoo spits als vroeger. Zijn geheele roofdieren-uitzicht was meer verzorgd, had een zachtere uitdruk king gekregen, gelijk .altijd bij men- schen met een dieren-uiterlijk, als ze zich meer in den omgang met anderen oefenen. Slechts de kleine oogen waren dezelfde gebleven, gingen nog net zoo levendig als vroeger heen en weer, gin gen open en dient, naar de stemming van den mensch was. Anna keek hem eenige oogenblikken AAG, n meth. spreken in beschikbaar om ^even. Nadere in- istaand adres. niet genoeg, zei Closer ernstig. Hot liefst zou ze allo dagen buitenshuis zijn, telkens in ander gezelschap. Al mijn bekenden hebben haar al gezien de een zegt genadige vrouw, de ander mevrouw bankdirecteur, en die wat vrijer zijn, zeggenschoone vrouw. En dat moet ik me allemaal laten welgevallen, anders word ik uitge lachen. Alles om de zaken maar is Genoegen” 7—10 leerd Kinderbal. t „De Réunie" 8 m gadering der afd. Ith. Bond. zich af, wat voor „groote politieke gedachte" er toch wel achter de suf- fragette-taktiok zit. Frankrijk. Het onderzoek in het drama van Agen, waarbij do geestelijke Chassaing dood gevonden werd met een revolver schot in zijn linkerslaap in het huis zijner minares, mevrouw Crespy, wordt nog steeds voortgezot. De rechter van instructie heeft zoo lozen wij in de N. R. Crt., thans weer dingen verno men, die de veronderstelling, dat de jonge geestelijke inderdaad zelfmoord gepleegd heeft, schijnen te steunen. Want, zooals men weet, bestaat hier omtrent twjjfel en wordt mevrouw Crespy verdacht haar minnaar, die op I het punt was naar een andere stand plaats te vertrekken met eigen hand gedood te hebben. Het is nu bekend geworden, dat me vrouw Crespy, volgens sqmmigo ge tuigenissen, vóór zij den geestelijke Chassaing kende, een jonge schrijver gekend had, die sedert uit Agen ver trokken is. De betrekkingen, die er tusschen de dichteres en den schrijver bestonden, duurden nog voort toen de idylle met Chassaing begon. Deze werd hevig jaloersch en liet zijn minnares zweren met den schrijver te zullen breken, en bij een van de laatste ge sprekken, die Chassaing met mevrouw Crespy had, zou hij, gepijnigd door de gedachte, dat de schrijver te Agon terug zou kunnen keeron wanneer hij naar zijne nieuwe standplaats vertrok ken was, tegen zyn minnares gezegd hebben: „Bedenk, dat het een doode lijk spel is 1 Ik haat dien jongeman. Neen, ik ga niet weg.” Hierop zou hij zich van kant gemaakt hebben. Amerika. De cycloon. De New-York Herald, die den wer velstorm welke Zondagavond het mid denwesten heeft geteisterd, en met name in de Staten Colorado, Kansas, Dakota, Jowa, Missouri, Illinois, Wis consin, Nebraska en Indiania heeft geteisterd, een nationale ramp noemt, overdrijft blijkbaar niet. Volgens de tot nu ontvangen berichten, zijn niet minder dan 35 grootere en kleinere plaatsen in het door den cycloon be streken gebied geheel of gedeeltelijk vernield. Het aantal dooden loopt in de honderden, dat der gekwetsten overschrijdt reeds verre de duizend. De aangerichte schade is nog 'niet te PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer«0.10 - - i r j aw/twzv B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze legen twee berekend. Idem franco per post I 10 (Z MavW. Jl Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels 1’0.35 bij vooruit- ramen, doch alleen voor Ohama, een stad in Nebraska met ongeveer 140.000 inwoners, die het zwaarst geteisterd werd, wordt zij op 17l/a millioen gul den geschat. Dertig tot veertig blok ken groote huizen werden, zoo lezen wij in een uitvoeriger Router-telegram in de Engolsche bladen, in deze stad met den grond gelijk gemaakt. En de weg, dien de tornado heeft genomen, wordt niet alleen aangegeven door de ingestorte huizenmassa’s, doch ook door tal van zwarte plekken, waar het vuur het vernielend werk van den storm heeft voleindigd. Alleen de ge weldige regen, die op den wervelstorm volgde, heeft de algeheele vernieling der stad voorkomen. Niet minder dan 1500 huizen zijn volgens dit telegram ingestort of in vlammen opgegaan. „De jongste ramp zal”, schrijft de New-York Herald, „ons als een schrik wekkende herinnering bijblijven, dat de wind ontembaar is en dat steden geen Amerikaansche steden zijn, zoo lang zij niet nog eens opgebouwd zijn.” Een reiziger in een trein die, kort vóór de tornado zich op Ohama wierp, bij deze stad had gestopt, geeft do volgende beschrijving van den wervel storm Wij naderden Ralston, toen ik voor ’t eerst een vreemde, koperkleurige wolk opmerkte, die steeds grooter werd en zich met ontzaggelijke snelheid voortbewoog. Langzamerhand nam zij den vorm van een trechter aan terwijl de lucht vervuld werd van een won derlijk, doordringend geluid. Opeens scheen de trechter zwart te worden, terwijl het grondvlak tot ongeveer oen halve mijl in doorsnee ineenkromp. Zij raasde over de rails in de richting van een klein plaatsje. Het volgende obgen- blik stortte zjj zich op de huizen, die als waren zij van papier in elkaar vielen. De daken vlogen ver weg, de lucht in, en de muren stortten ineen. De passagiers in onzen trein zaten als vastgenageld aan hun zetels, doch toon zij begrepen wat er gebeurd was, ging er een kreet van ontzetting onder hen op. De machinist bracht den trein tot staan, en de passagiers renden naar de ruïnen der huizen. Wij konden het gesteun en gerochel der stervenden hoóren, en het gekerm en geween der gekwetsten Do Wilhelminatop bereikt. Vanwege het ministerie van Kolo- zeg-je er van Toovenares jou ziet hij graag, kijk maar. Je moest hem altijd bij je hebben. Victor viel dadelijk voorover op zijn neus, maar GlÜser was als in een vreugde-roes. Kom hem morgen halen, hoor-je? zei hij bevelend. Of nog beter, je blijft hier, wat je noodig-hebt laat ik halen Je man Wat gaat mij je man aan Die heeft te gehoorzamen als ik beveel. Hij is een schaapskop, anders zou hij je niet getrouwd hebben! Dien zul-je toch wel kunnen regeeren. Al kan hij ook mooie torens toekenen, dat maakt de man nog niet Toen zij niets anders dan een vroolijk lachen ten antwoord gaf, omdat zij -oa- deze ontboezeming heel grappig vond, zooveel omslag met hem. trok hij haar plotseling aan zich, ver- rukt door haar bloeiend en genoeglijk uitzijn, en kuste haar. MaaT dadelijk rukte zij zich los, ver gat alle eerbied, en riep hem toe, zon der toch onwillig te zijn: Doe dat nog eens, en je krijgt een oorvijg, verstaan Schaam je je niet? Je kind kruipt aan je voeten en je durft zoo iets doenNeen, de mannen zijn toch allen eender Ze liet zich op een stoel vallen en lachte onbedaarlyk, waarbij telkens opnieuw de woorden over haar lippen kwamen Zoo iets gaat toch niet meer tusschen ons We reizen niet meer samen in de vierde klas Neen maar is dat een bank-directeurHeeft aan oene vrouw nog niet genoeg, ha- haha Wacht, ik zal het Dolinsky zeggen Glaser voelde een koud-waterstraal. Schreeuw toch zoo niet! Dikwijls vergist men zich I voegde hij haar toe, dat begrijp je toch niet, en keek links en rechts in de zijkamer. r“ Ik ben alleen maar blij, dat hij zooveel van je houdt, dit ongelukkige ventje, en jy van hem. Weet je, als kinderen en honden veel van iemand houden, dan is dat een goed toeken. Wat zal ik je zeggen, zijn moeder maakt niet Anna had daar al van gehoord. Ze lachte opnieuw. Waarschijnlijk hoeft ze wel wat beters te doen, antwoordde ze. *-• Waarom lach je daarbij vroeg hij. Dat is toch niet zoo belachelijk. Nu, een voorname dame heeft toch nog andere bezigheden dan kin deren op te passen, ging ze voort. Men gaat naar de stad, doet inkoopen, maakt visites of gaat naar den schouw burg. Vroeger zou ze dat gaarne ge daan hebben, en nu kan zo het doen. Ja, en zie-je, toch krijgt ze nog aan zonder iets te zeggon. Ze had het in wol gekleode kind op |den schoot genomen on streek hom liefdovol over het blonde haar. Victor’s hoofd was groot, het gezicht opvallend bleek on in doffen glans lagen de oogen diep onder het vooruitspringende voorhoofd Hij had overigens vee) van zijn moeder: de neus, de ietwat breede mond, de volle ronde kin. Van zijn vader had hij de leelijke ooren, die als lappen aan zijn hoofd gehecht waren. Toen h|j met zijn dunne vingers naar Anna’s blouse greep en daarbij geluiden maakte, die zij niet begreep, zei Glliser Zie-je, zoo geeft hij zijn genoegen te kennen. Soms doet hij als een dron ken mensch. De hemel weet, van wie hij dat heeft. Wel, van wien anders dan van uw vader? antwoordde Anna ernstig. Dronk hij niet tot hij niet meer wist wat-ie deed En ik weet wat de oude dokter in bet dorp zei: „Als die eens ’n kleinzoon krijgt zal hij er voor moeten boetenJa, nu ziet go me met groote oogen aan. Ik ben niet zoo dom als ge denkt. En wat ik niet weet, dat leert Dolinsky mij wol; die is niet op zijn hoofd gevallen stad eenmaal in handen had, haar ook te zullen behouden. De dappere Turksche bevelhebber heeft echter het genoegen mogen smaken dit laatste bolwerk der Turken uit de handen der vijanden te houden. Montenegro, dat kennis gekregen had van hot be sluit der groote mogendheden dat Skoetari bij Albanië zou komen, heeft nu aan den eisch van Oostenrijk- Hongarije toegegeven, natuurlijk onder protest. Het spreekt van zelf dat dit protest niet het minste uitwerkt. De beschieting is dan ook zoowel van Montenegrijnsche als van Servische zijde gestaakt. Voor deze staten is dus verkregen wat te verkrijgen was. Ook voor Bulgarije is hetzelfde te zeggen. Adrianopel is in hun handen gevallen, doch als een puinhoop. Na een zware beschieting hebben de Bul garen in stormloop de fortenkring ver overd, de Bulgaarsche cavalerie zette de na een wanhopigen tegenstand teruggedreven Turksche troepen na tot in de stad. De Turksche bevel hebber Schukri Bey heeft echter waar schijnlijk om de stad in geen geval in handen der Bulgaren te doen vallen, haar van alle zijden in brand gesto ken. Daarmee heeft ook Bulgarije het uiterste bereikt. Czaar Ferdinand mag droomen van een bezit van Kon- stantinopel, het bezetten van die stad zal hem wel belet worden door de groote mogendheden, die te veel en te velerlei belangen in deze plaats concentreeren om haar in handen te stellen van een avonturier als deze Czaar der Bulgaren is gebleken. De Balkanoorlog. Turkije heeft de nederlaag geleden. Het is niet te ontkennen, dat het eind resultaat voor Turkije is geweest een algeheele vernietiging. Slechts een zeer klein gedeelte van het vroegere Euro- peesch gebied zal het behouden, ter wijl de rest van het oude gebied zal komen aan de vroegere vazalstaten. We zijn thans zoover genaderd dat we de waarschijnlijke vredesbepalin- gen reeds kunnen noemen. De groote mogendheden, die zoolang met zich hebben laten sollen, hebben thans de bemiddelingsvoorstellen aan beide par tijen voorgelegd en we zouden ons zeer moeten vergissen, wanneer deze voorstellen niet in hoofdzaak de vre- desbepalingen zullen worden. Turkije is machteloos, de Balkanstaten zijn het bijna even erg en zelfs al zouden ze nog tot groote krachtsinspanning in staat zijn, wat te verkrijgen was, is verkregen. Het laatste is voor ver schillenden met name Servië, Grie kenland en Montenegro minder ge worden dan waarop zij hadden gehoopt. De gezantenconferentie te Londen heeft waarachtig een resultaat weten te behalen, waartoe we haar niet in staat rekenden. De gezanten hebben Onder goedkeuring van de groote mo gendheden de grenzen van het toe komstige Albanië vastgesteld en deze grenzen zijn zoodanig uitgedijd, dat zelfs Skoetari niet in handen zal komen van de Montenegrijnen. Dat is de grootste tegenvaller voor de Montenegrijnen in dezen strijd. Op het laatste moment is in de belegering van Skoetari een element gekomen, dat nog even dreigde den strijd op nieuw te doen ontbranden, nu tegen een nieuwen vijand, Oostenrijk-Hon- garije dat in een ultimatum aan Mon tenegro had opgelegd de niet-militaire inwoners der stad vrij aftocht te ver- leenen. Montenegro had tot nog toe zijn uiterste best gedaan om Skoetari in handen te krijgen. Gedachtig aan het spreekwoordgedane zaken nemen geen keer, hoopte het wanneer het de De oorlog in den Balkan. Adrianopel gevallen. Op de berichten van particuliere zijde afkomstig omtrent den val van Adrianopel, welke ons gisteren be reikten, is in den loop van den avond een nadere bevestiging ontvangen. Adrianopel, de stad, die maandenlang het hoofd heeft weten te bieden aan de aanvallen der Bulgaren en Serviërs heeft zich overgegeven. De comman dant der plaats Choekri Pasja over handigde gisterenmiddag zijn degen aan den Bulgaarschen aanvoerder. Al ontbreken nog nadere bijzonder heden over den strijd, die aan de overgave onmiddellijk voorafgegaan 59) In de groote zaal met de veranda, die den hal ven voorgevel van „villa Klothildew besloeg, zat hij als op een troon, gelijk een ongelukkig vorst, die met zijn eenigen erfgenaam op de knie, ernstige gedachten voor zijn toe komst koestert. Daarbuiten scheen de voorjaarszon, en in haar milden schijn drong de heerlijke lentelucht naar binnen. O lieve hemel, hoe zou ik opu schimpen riep Anna uit. Ik heb den lieven God gebeden, dat hij het arme kind gezondheid geve! Zij strekte de armen naar den kleine uit. Kom hier, Victor, sta nu eens op je voetjes. Lieve namen volgden, die haar Sile- 'Q zische afkomst verrieden. Toen de knaap werkelijk de armpjes ophief en een verheugd steunen liet hooren, lachte Glaser en maakte aanstalten om hem aan „tanteu over te reiken. Vroo- lyk riep hy uit ■t. Zie hij zet de beentjes neer, wat is, hardnekkig moet deze ongetwijfeld geweest zijn. De stormachtige 'aan vallen op de oostelijke forten welke eergisteren het binnenrukken der Bul gaarsche cavalerie op gisteren moge lijk maakten, wijzen er op, dat over on weer nog een felle kamp is ge voerd. Hot is een goheele reeks forten geweest, die de Bulgaarsche troepen hobben moeten veroveren om ten leste de stad te doen vallen: Aiwas Baba, Tasj Tabia, Kostanlik, Koeree Tsjesme, Jildiz, Topjoloe on Derwendere. Van uit dezo forten hebben de Turken eerst een uitval gedaan, welke afgeslagen, on middel lijk door een krachtige be storming der Bulgaren gevolgd word. Bij dezo bestorming hebben de aan vallers gebruik gemaakt van groote kudden runderen, die zij als dekking voor zich uitdreven. Na den val dor forten was het foitelijk reeds met de stad gedaan; hot is toen nóg slechts een quaestie van eenige uren geweest, om do overgave der vesting tot een voldongen feit to maken. Inmiddels past een eere-saluut aan de overwonnenen, die het 4 maanden togen do vereenigde Bulgaarsche en Servische troepen hebben weten uit te houdenen zoo Adrianopel vallen moest, het viel met eere. De stad die de Bulgaren thans zijn binnengerukt is nagenoeg oen puinhoop-, na het herhaaldelijk bombawteeren, is, ver moedelijk om hetgeen nog restte niet ongerept in handen der veroveraars te moeten stellen, de stad op verschil lende plaatsen in brand gestoken. Engeland. De suffragettes in Engeland sparen haar beste vrienden niet. Dinsdag heb ben zij het congres der Onafh. Ar beiderspartij, te Manchester, een poets gebakken.zij haalden door de dubbele deur dor vergaderzaal een stevige ijzeren ketting en maakten die daarna met een patent-slot vast. Toen gingen zij om een boek staan en ver maakten zich met de wanhopige, maar vergeefsche pogingen der congressis ten binnen, en der politie buiten de zaal, om de deur te forceeren. Ten slotte moest er een smid aan te pas komen. Toen Keir Hardie en Snow den, beidep vurige voorstanders van het vrouwenkiesrecht naar buiten kwa men, werden zij met stukken worst enz. zoo bestookt, dat zij ijlings in een auto moesten vluchten. De Westmin ster Gazette meent, dat do kiesrecht- vrouwen „amok” maken en vraagt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1