wank
G
fili M
lMERK te letten,
su» va»
No. 12147.
erveer
HIEKEX
XTie-CL-ws- ezx ^.cLTrextezxtïe’bleucL voor G-oxxd.su ©zx Oxxxstx©3s©zx.
.Dinsdag 15 April 1913.
52e Jaargang.
n.
'.05 EN.
on
vater.
zx
Bnitenlandsch, Nieuws.
Sixïtexxlaixd.-
FEUILLETON,
DE GEWETENLOOZE.
i bevitten
i.M.’
sODOL
ecbls
p. ttuk.
te niet voor
stand merk,
igbur.
Amsterdam
i's enz. enz.
u H!i 31.
AYZONEN
Verschijnt dagelijks ra behalve Zon
Telefoon Interc. 82 Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
KENNISGEVING.
□Beia.stïxig'
op ilEIIRIJFS- en andere INK01STSN
Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
ION.
IMG, Coiffeur.
het handhaven
(Wordt vervolgd).
an Zn.. Gonda.
X BIJL,
EBAART U.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Iburg.
tONJBJr.,
ia.
Kft,
sdingswaarde
'edaiUe..
De Bm-gemeester,
R. L. MARTENS.
noodigheden
fl,
rfumeriën,
On* Genoegen"
P. J. Troentra.
en Woningtoez.,
Ldentandaoomm.
rEJf.
IEEËN worden
in verzegelde
in vijf, twee en
>n een Ned. ons
tiding van Nom-
ijs, voorzien van
,nd Merk, vol-
ret gedeponeerd,
it de uitvoering
u-de order, aan-
GOUDSCHE COURANT.
’d geregeld tijdig
a ontvangen van
ten, vannataldk-
du ia onae
f 1.25
.1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50
Idem franco per post 1 00
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiexdeweo 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Inrichtinoin welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA.
Gelet op de artt. 6 en 7 der HINDER
WET;
Brengen ter algemeene kennis, dat op
de Secretarie ter visie is gelegd een
verzoek met bijlagen van
Het Bestuur der Goudsche Coöperatieve
Broodbakkerij en Verbruiksvereeniging
>Öns Voordeel” te Gouda om vergunning
tot het oprichten eener Karninrichting, ge
dreven door een electromotor van 2 P.K..
in het perceel gelegen aan de Raam No.
116 kadastraal bekend Sectie I) No. 2315;
Dat op Dinsdag, den 29 April 1913,
des namiddags ten i’/, attVop htt Raad
huis gelegenheid is om bezwaren legen de
gevraagde vergunning in te brengen en
dat gedurende drie dagen vóór dien dag
op de Secretarie der Gemeente van de ter
zake ingekomen schrifturen kan worden
kennis genomen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
volgens de bestaande jurisprudentie niet
tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet over
eenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor
het gemeentebestuur of een of meer zijner
leden zijn verschenen ten einde hun be
zwaren mondeling toe te lichten.
Gouda, den 15 April 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R L. MARTENS.
De Secretaris,
I VAN HEUSDE
drukken op do geldmarkt en den ge-
heelen economiachon toestand «ouden
benadeelen.
Daarom was verkozen oen belasting
op het bezit voor eens ter hoogte van
een milliard.
Aan een Rijks vermogens belasting
wilde de heer von Bethmann-Hollweg
niet omdat deze belasting de belasting
stelsels der Bondsstaten volkomen in
de war zou brengen, wat zou leiden
tot een aantasting van de grondslagen
van hot Kijk en van do door Bismarok
vastgestelde lijnen.
De Rijksdag besloot na do woorden
van den Rykskanselier èn de leger-
wetten ón de financieele voorstellen
naar de bogrootings-commissie te
zendon.
Hoe groot hot verlangen is naar
een ontspanning van den dreigenden
toestand tnssonon Duitschland en
Frankrijk, blykt uit oen bericht in
de Humanitó, volgens wolk bericht
oen aantal politieke personen in Zwit
serland aan Fransche en Duitscho
politici hot voorstel hebben gedaan
om op 20 April op neutraal Zwitsersch
terroin bijeen te komen met het dool
van gedachten to wisselen over do
bewapeningskwestie en te trachten tot
overeenstemming te komen.
schonken hoeft zeer zeker gemeend,
dat in den Rijksdag groote dingen zou
den worden gehoord 1°. over het op-
drijvon van do militaire eischen 2°.
over de gevolgde buitenlandsche po
litiek; in ’t byzondor wat betreft hot
samengaan mot Oostenryk-Hongarijo.
Niemand zal meer teleurgesteld uit
komen dan hij, dio in dat opzicht hoog
gespannen verwachtingen koesterde.
In hoofdzaak waren de redevoerin
gen beneden A.P. Het niveau waarop
de afgevaardigden zich plaatsten kon
geen staan boven partijzucht meebren
gen al moot voor de hoeren Muller-
Meiningen on Frank een uitzondering
worden gemaakt. Dat we dan toch
oon overzicht besteden aan dit gebab
bel is te wijten aan de woorden van
die onkelen, die óf goede dingen zeiden
óf zich lieten vervoeren tot onvoor
zichtige dingen, zooals de minister van
oorlog de heer von Hoeringen.
Om met den laatste to beginnen.
Deze heer is volbloed militair; heele-
maal geen spreker met oratorisch ta
lent kan hij de dingen soms zoo ko
miek onbeholpen zoggen, dat zijn me-
deministers or de dupo van worden.
Zoo ook nu weer. Generaal von Hee-
ringen verdedigde feitelijk de leger-
wetten met te wijzen op de tekortko
mingen dor Duitsche diplomatie. Hij
illustreerde dit met hot gebeurde op
den Balkan. De heer Müller-Moinfngen
had gezegd, dat de Duitsche militaire
autoriteiten verrast waren door de ge
beurtenissen op den Balkan. Generaal
von Hoeringen antwoordde daarop:
„ZA geloofdat dit juut m”. Tot ver
ontschuldiging van de diplomaten, die
blijkbaar niet wakker genoog waren
geweest voegde hij er aan toe: „Dat
is echter met anderen en met de hoe
ren afgevaardigden zoker ook wel zoo
gegaan.”
Of generaal von Heeringen nog ver
baasd was bij de toen volgende hila
riteit vermelden de ons ten dienste
staande bladen niet.
Verder in zijn redevoering kwam
nog meer uit, hoe zeer de minister
von Heeringen, de tekortkomingen der
Duitsche diplomaten kent.
Erg prettig voor den minister van
buitenlandsche zaken, den heer von
Jagow waren zijn woorden zeker niet.
Thans nog iets over de woorden van
den Rijkskanselier, hoofdzakelijk naar
aanleiding van dq mot de legerwetten
samenhangende belastingwetten.
Hij zei, dat de regeering geen nieuwe
leeningen wilde omdat deze zouden,
klopte ze luid, met de kracht van
iemand, die stellig toegang verlangt.
Argeloos deed Herbst open en stak
het hoofd naar buiten, zy echter rukte
de buitendeur wijd open, zoodat zij zijn
minnares nog kon zien, vóór zij ont
vluchtte. Zij zat daar met het hoofd
en de blooto armen op de tafel ge
leund, met het luie voorkomen van
een lekkerbekje, dat zich zoo even aan
een weelderige tafel verzadigd had en
op nog meer genietingen wachtte. Zij
een bijna jongensachtig gezicht,
met mooie, groote oogen, die met wel
lust de wereld nieuwsgierig inkeken.
Haar blanke huid was onder het met
kanten versierde al te doorzichtige
morgenkleed zichtbaar dat waarschijn
lijk met opzet weinig gesloten was.
O, wat een eer, heer directeur,
zei Herbst dadelijk met zelfbeheer-
sching. Mevrouw, kijkt u, als het u
belieft, niet naar mij. Hij was in zijn
hemdsmouwen en maakte excuus.
Bleek geworden, sprak hij met moeite,
want hij zag onheil in dat dubbele
bezoek. Glhser maakte echter reeds de
opmerking dat het niets te beteekenen
had en zoo trad hij achteloos met
Klothilde binnen. Zij zag nog hoede
vrouw snel opstond en in de aangren
zende kamer verdween.
Wjj hebben je zeker gestoord?
Jenoegen” 8u.,
iangvereeniging
Amerika.
Hoe do Amerikaansche suffragettes
propaganda maken.
Do Amerikaansche suffragettes, wol
zóó verstandig als haar millitante zus
ters aan de overzijde van den Oceaan,
zullen naar wij in de Maand. Crt.
lezen, op 2 Mei a. s. in de straten van
New-York een groote en grootscho
betooging op touw zetton. Onderdeel
dier betooging ia een optocht van
acht-en-veertig mooie vrouwen, allo
staten der Unio vertegenwoordigend.
Wij gelooven aldus hoeft de secre
taresse van den bond van Amerikaan
sche suffragettes zich dezer dagen uit
gelaten dat, deze wyze van propa
ganda onze zaak meer bovorderen zal
dan ruiteninsmijterij en brandstichting
en wij doen ook een beroep op het
publiek, om ons by het handhaven
der orde te helpen.”
De secretaresse weaacht haar mode-
strydsters geluk met het feit, dat nog
geen der Amerikaansche suffragettes
naar de gevangenis gezonden is on dat,
De Duitsche legerwetten.
Wie van de belangrijke voorstellen
tot uitbreiding van Duitschlands weer
macht heeft kennis genomen en wie
eveneens zijn aandacht aan de rede van
den Duitschen Rijkskansolier, den hoor
von Bethmann Hollweg, heeft go-
1b en c bedoelde naamlooze vennoot
schappen, coöperatieve vereenigingen,
andere vereenigingen on stichtingen,
die een bedrijf of beroep uitoefenen,
onderlinge verzekoringmaatschappijon
en sociëteiten, als ook boheerende ven-
nooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op
aandoelen en boekhouders van hier te
lande gevestigde reederijen, zijn ge
houden binnen veertien dagen na de
vaststelling van Balans of rekening
een zoodanig uittreksel als noodig is
tot toelichting der winst, uitkeeringen
of uitdeelingen te doen toekomen aan
den Voorzitter der Commissie van aan
slag, bedoeld bij art 19 S 1b of 2,
die don aanslag moet regelen.
Art. 47 5 en 6. Hij, die daartoe
gehouden, nalaat de verplichtingen na
te komen, bedoeld bij art. 15 1 eerste
lid on art. 15 2 eerste lid, wordt
gestraft met eene geldboete van ten
hoogste f 25.Gelijke straf wordt
opgelegd ingeval van overtreding van
art 45.
Overtreding van art. 16 wordt ge
straft met eene geldboete van ten
hoogste f 400.—.
Art. 34, le lid. Handelsreizigers,
kramers en alle verdere personen, die
hun bedrijf of beroep rondtrekkende
uitoefenen, voor zoover zy behooren
tot de bedoelden bij art. ia, on k,
zijn gehouden onverminderd hunne
verplichtingen omschreven bij artt. 12
en 14 zich ter plaatse binnen het Rijk,
waar zij zich na het begin van het
belastingjaar het eerst bevinden, bij
het Gemeentebestuur schriftelijk aan
te melden, met opgaaf van hun naam,
hunne woonplaats en hun bedrijf of
beroep. Ten blijko dat zij hieraan vol
daan hebben, ontvangen zij kosteloos
éen door of van wege het hoofd van
dat bestuur onderteekend bewijs, dat
zij gehouden zijn mede te ondertee-
kenen en op aanvraag aan ambtenaren
der directe belastingen te vertoonen.
Art. 47 7. Personen, die van een
bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld
in art. 34 en die in gebreke blijven
dit bewijs op aanvrage aan bevoegde
ambtenaren te vertoonen, worden ge
straft met eene geldboete van ten
hoogste f 25.
Geven zij ter bekoming van dat
bewijs aan het bevoegd gezag een
valschen naam, woonplaats, bedrijf of
beroep op, of maken zij gebruik van
fcet aan een ander afgegeven bewijs,
dan worden zij gestraft mèt eene
geldboete van ten hoogste f 150.—.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van GOUDA,
Gezien het besluit van den heer
Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuhl-Holland van den 3“ April
1913, B No. 201, 3de afd. (Prov. Blad
No. 37);
1°. Brengen ter algemeene kennis
dat met de beschrijving voor de
Belasting op Bedrijfs- en andere In
komsten voor het dienstjaar 1913 1914
zal worden aangevangen op Vrijdag
2 Mei 1913, en dat de beschrijvings-
biljetten ingevolge art. 13, 1 der
Wet van den 2“ October 1893 (Staats
blad N°. 143) door of van wege den
Ontvanger der Directe Belastingen
twintig dagen na do uitreiking zullen
worden opgehaald.
2°. Herinneren de ingezetenen voorts
aan den inhoud der volgende artikelen
van bovengenoemde Wet
Art. 15 2. Ieder die optreedt als
bestuurder of beheerend vennooot van
eene hier te lande gevestigde ven
nootschap, onderlinge verzekerings
maatschappij, coöperatieve vereeniging
of van eene vereeniging of stichting
die een bedrijf of beroep uitoefent, of
als boekhouder eener hier te lande
gevestigde reederij, is gehouden daar
van schriftelijk binnen ééne maand
kennis te geven bij het bestuur der
gemeente, waar hij woont.
Art. 16. Hier te lande wonende be-
heerende vennooten van Nederland-
sche vennootschappen en maatschap
pijen, als bedoeld in art. 6 2, en van
de in art. 1b bedoelde commanditaire
vennootschappen op aandeelen, be
stuurders van hier te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöpera
tieve en andere vereenigingen en on
derlinge verzekeringmaatschappijen,
alsook boekhouders van hier te lande
gevestigde reederyen mogen niet tot
het doen van uitdeelingen of uitkee
ringen, waarover volgens art. 5 1
en 2 en art. 6 g 2 belasting verschul
digd is, overgaan alvorens daarvan
aangifte gedaan en de over vroegere
uitdeelingen of uitkeeringen verschul
digde belasting betaald te hebben^
Bij liquidatie mogen de hierbedoefde
uitdeelingen of uitkeeringen niet ge
schieden, alvorens de daarover ver
schuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurders van de bij art.
Wordende eindelijk gewezen op de
in art. 12 2,. 2e lid, l°d, aan de
ingezetenen van het Rijk verleende
bevoegdheid, om zich bij de aanstaande
beschrijving de uitreiking van een
beschrijvingsbiljot B te verzekeren
door vóór of op 15 Mei a.s. het verzoek
daartoe te richten tot den Ontvanger
der Directe Belastingen van hunne
woonplaats.
GOUDA, den 15n April 1913.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
De Secretaris,
J. v. HEUSDE.
ging Gliiser voort. Ei, je kent het
leven Wat een huichelaar ben jij
Kijk eens aan Mot één blik omvatte
hij alles in de kamerde gesneden
meubels, de groenzijden gordijnen, het
tapijt, het porcelijn en zilver op de
tafel, de geheele elegante inrichting
van een vrijgezellenkamer. Je hebt je
gratificatie zeker goed aangesproken
he ging hij lachend voort, maar het
lachen ging niet van harte. Kaviar,
kreeft en jonge ganzen, hm. Wat
zeg je ervan, Klothilde
Ze zei in ’t geheel niet*. Onbeweeg
lijk stond zij daar, bleek als was, met
snel op en neergaande borst en een
droge keel, waarin zij een kreet van
woede terughield. Zij dacht er volstrekt
niet aan, dat zij hier evenzoo gezeten
had als dit half volwassen meisje
slechts onbeschrijfelijke woede voelde
ze, dat hij haar, de vrouw van goeden
huize, die zooveel voor hem geofferd
had, ter wille van deze brutale minna
res kon versmaden, niet openlijk, maar
met lengen en bedrog.
En zelfs wijn, ei, ei I zei Glftser
weer en lichtte een leege wijnflesch
op. Een volle stond nog in den koeler
op tafel. Een glas was omgeetooten,
sous op de tafel gemorst, open gebak-
doozen stonden in het rond, roode
rozen prijkten in een vrm en in
l'HIJS |)EH AO V Eli TENTI
Van t—5 gewone regels met bewysnunimer f 0.55
Elke regel meer0.10
Bp drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
75)
Terwijl Glftser als onbekende aan
merkingen op dit soort barakken
maakte en in het halfdonker pp de
eerste verdieping bij de deur voort
schuifelde, daar hij niet wist, hoe hoog
Herbst woonde, lachte zij achter hem
stil in zichzelf. Het liefst had zij hem
willen toeroepen„Ga toch verder,
hier is het immers niet. Nog een trap”,
maar geduldig liet zij hem praten,
wachtend als eene, die zich zelf moet
laten leiden.
Nu waren ze boven en stonden voor
de eigenaardig geverfde dubbele deur
in het midden der gang. Daarachter
lag de ruime voorkamer, die van hier
uit een ingang had. Vroeger behoorde
zij tot een grootere woning, maar toen
deze leeg kwam, nam Herbst haar op
Klothilde’s verzoek en liet een ver-
bindingsdeur maken, daar zy tot nu
toe geheel afgesloten was. Zoodra zij
gebeld had, deed hij zelf open en ont
ving haar hier, waar zij aten. Zoo was
ze beveiligd tegen nieuwsgierige blik
ken, voor het geval dat hij soms ander
gesmolten vanille-ijs lagen gedoofde
sigaretten.
Je hebt zeker je verloving ge
vierd he? vroeg Gliiser daarop.
Eenige verdenking kwam in hem
op, naar aanleiding van het inkomen
van zijn secretaris. Nooit had hij ge
dacht zulk een verrassing te zullen
beleven.
Neen, nog niet, antwoordde
Herbst, nu eveneens lachend, daar hij
van deze stemming van zyn chef niets
ernstigs meer voor zich vreesde. En
wat Klothilde aanging, hij eerbiedigde
haar stemming, die stellig veranderen
zou, wanneer haar ergernis verdween.
Een jonge man heeft ook zijn gehei
men, voegde hij er bij en schoot snel
zijn rok aan.
Waarin men echter niet mag
lünnendringen, zei Gliiser weer, zonder
van de uitnoodiging om te gaan zitten
gebruik te maken. Wij waren eigenlijk
met het plan gekomen, om je naar
Hiller mee te nemen, maar nu
-—Nu niet meer, voltooide Klo
thilde den zin, zoo snel en vastbe
sloten, dat niet alleen Herbst, maar
ook haar man verwonderd opkeken.
onverwacht bezoek had.
Reeds wilde Gliiser aan de deur links
bellen, wijl hij daar den naam las, toen
eensklaps luid lachen van een vrouw
weerklonk, dat op aangenaam krij-
schen geleek. Dadelijk vernam men
Herbst’s stem „Maar, Lori, ben je
gek Zij schenen elkaar na te loopen,
want onder het gestommel weerklonk
weer het schelle lachen.
Daar binnen schijnt het lustig
toe te gaan, fluisterde Gliiser en dacht
dadelijk aan wat er van Herbst ge- I had
zegd was.
Weet je, we zullen ze overvallen
gaf ze zachtjes ten antwoord, nauwe
lijks in staat zich te beheerschen.
Nu wist zij, wat haar vandaag zoo
onrustig gemaakt had en waarom hij
den laatsten tijd zoo dikwijls uitvluch
ten bedacht had.
Neen, neen, dat is niets voor jou,
wierp hij tegen. Wees zoo vriendelijk
en ga naar beneden, ik zal het kort
maken.
Maar de naijver hield haar terug.
Toch, toen I bracht ze uit, er in
het geheel niet aan denkend, hoeveel
onaangenaams haar kon wedervaren.
Misschien is het beter, dat je hem eens
zoo thuis vindt. Lichtzinnig was hij
altijd. Laat mij maar begaan.
En voor hg hat verhinderen kon