IG .E. Alter No. 12159. Dinsdag 29 April 1913. 52 e Jaargang. Mr. de Wilde op pad. Buitenlandsch Nieuws. Sixitexu laxxd.. FELILLETO^. ir iwater. Bracht 269‘ AAG, TE WAAR- ’•en neskleeding, of gedeelten 1 ns bevatten ei* sODOL slechts p. stuk. Ike niet voor- nstund merk, ijgbaar. I, Amsterdam. eins Inkt ijl- de BESTE( MSCHADELUrl ïTievu-ws- ezx voor G-otlcLsl exx. Vei-schijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. F lïïj s TaT hëFabo n n e m e nts Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. IE tEWETEMLOOZE. I Oil f 1.25 nog ge- de stad aan huis (Wordt vervolgd). mul Zn., Good*. beesten. Eensklaps, toen hij sich veer bukte t s Ut DANTZIG, HOOGEN. v. ABS- r. D. lez. v. DIEST. ‘ff- aflev&rH HOLLAND. hem om het aan te raken, 5 een goed verzorgd diertje hier rond en vergastte zich a^n de De kwestie om Skoetari. Schilderden we gisteren den Engel* schen minister van buitenlandsche za ken, Sir Edward Grey als de machtige vredesvoorstander, ook in de kwestie omtrent S,koetari is hij het die al zijn streven concentreert op het behoud van den vrede. Voorwaar een lastig werk, voor wie te verzoenen heeft aartsvijanden als Oostenrijk-Hongarije en Rusland. Nadat het eerste land zelf getracht heeft zooveel mogelijk den Turken afhandig te maken, denk aan den plotselingen roof van Bosnië en Herzogewina, is het opeens opgetreden als de beschermer zoo niet bepaald van de Turken zelf, voor wie weinig meer te redden is dan wel van de Albaneezen, het meest onontwikkelde volk van den Balkan, om hen hulp te verstrekken, teneinde de Albaneezen zelfregeering te verschaffen. Afgezien er van of het voor den rust op den Balkan goed zou zijn om rgoed. M en ADRES', id. E. ALTER acht 2691 \AG. ArtiLegi“, ö^jU... m Arbeid voor de (lOIIISIHE COURANT. Per kwartaal Idem franco per postI 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad,1.50 Idem franco per post I 00 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. Tilburg. ELONJEJr., ouda. richt waarheid bevat, dienen we af te wachten, maar hot is zeker dat een definitieve oplossing er zeker wel eenigen tijd mee is verschoven. wij geregeld tijdig en ontvangen van irten, vermakelijk' «e dan in onM men een haard gebouwd, die nu om- vergeworpen, den grond bedekten. Glasscherven schitterden in de licht streep, die door het luik viel. Vertrapt gras vormde den vloer’; de voetstappen bleven in den vochtigen grond zicht baar. Daar onder lag de dood, die zijn kiemen opzond. Klothilde ging niet verder, want onder dit lage dak, waar zij Bet hoofd aan stootte, verging haar bijna de adem. Halve dieren moesten in dit vuile hok gewoond hebben, vreemd aan elk menschelijk geluk. Kom er uitDadelijk, raak niets aanriep zij Victor toornig toe, toen zij zag, hoe hij kalm rondwandelde, alles verstandig bekeek, en met zijn stokje een en ander aanraakte. Hij begreep haar angst niet, pro beerde te lachen en antwoordde met zijn armzalige klanken, die haar reeds lang begrijpelijk waren geworden. Hij wilde haar vertellen, wat dat alles was, zonder het te kunnen zeggen. Wat haar afschuw inboezemde, verheugde hem en had nog genoeg waarde voor Zij zag het: e snuffelde Den volgenden dag was Glüser reeds vroeg op. Tot middernacht had hij in zyn werkkamer gezeten, om alles bij elkaar te zoeken, dat mee naar Berlijn moest. Daarna had hij slechts licht geslapen, want tegen den morgen was nogmaals een vreeselijke storm opge stoken, die het huis deed sidderen. Dadelijk na het opstaan pakte hij met den bediende uren lang van alles in en liet het in kisten borgen. Toen de morgenzon doorbrak, ging hij naar het park, om de verwoestingen in □ogenschouw te nomen, want aan het kraken was ’s nachts geen eind ge komen. Hij ontmoette juffrouw Leseur, die hem Victor bracht. Dadelijk hief de jongen zijn arm op en weos naar het vrije veld, verlangend zich verstaan baar te maken. - Wat wil hij toch, vroeg Glaser, toen al zijn vragen zonder gevolg bleven. Zij haalde de schouders op en zei, dat hij haar daarmee reeds den gan- schen morgen geplaagd had. Zij be greep niet wat hij mankeerde, want ook ’s nachts was hij onrustig geweest en had zich om en om gekeerd. De oorlog op den Balkan. Door al het bloedige en gruwelijke van deze oorlog heen, komt telkens het operetteachtige even om den hoek kijken. Thans is het weer Essad-pasja die de Westersche wereld verbaast door na zijn moedige on hardnekkige ver dediging van Skoetari plotseling op het tooneol te verschijnen alsko- ning van Albanië, onder de suzereini- teit van den Sultan. Nader wordt hiei omtrent nog ge- meldt, dat Essad het reeds eenigen tijd mot koning Nikita eens was over de ontruiming van Skoetari. De over gave zou plaat^ hebben na een schijn gevecht met de Montenegrijnon, blijk baar opdat deze geheel naar ope- retto-trant zich met hun koning Nikita konden laten toejuichen en bewierooken als helden. In sommige berichten wordt gezegd, dat er nog levensmiddelen genoog in de stad aanwezig waren en dat deze het nog geruimen tijd had kunnen houden, Dit is echter in strijd met hetgeen andere correspondenten mededeelden omtrent den nood en,, do ellende, wel ke onder de bevolking heerschten. Omtrent de mondelinge nota welke door de Rusische-regoering tot Oosten rijk zou zijn gericht on waarbij deze laatste mogendheid zou zijn aange maand om ten opzichte van Skoetari geen overijlde slappen te doen wordt thans aan de Frankf. Ztg. uit Wee nen gemeld, dat daar niets van zulk een nota bekend is. Bij het Turksch gezantschap zijn de volgende telegrammen ontvangen „De overheden van Adana, de me dedeling ontvangen hebbende der ontdekking van hot lijk van een Ita- liaansch werkman, genaamd Giovani, lieten spoedig daarop eenige personen arresteeren, verdacht van den moord op genoemden werkman. Uit oene dadelijk ingesteldo enquête is gebleken, dat men hier te doen heeft met een gewone misdaad, zonder eenige poli tiek oogmerk. De commandant van een der Italiaansche oorlogsschepen, PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Vap 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer„0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames I 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Snel zich van de ondoenlijke taak in een kwartier, tal van onjuistheden en verkeerde voorstellingen van Mr. Do Wilde recht te zetten. „Om 10 uur kroeg de heer Do Wilde ’t woord voor repliek. Nogmaals werd door Snel aangedrongen op blijven, wat spreker voor onmogelijk ver klaarde. Daar er nu voor Snol goen reden was van zijn al half besteld logies gebruik to maken, vertrok hij. Maar nu had Mr. De Wilde plotseling tijd genoeg om tot 11 uur te blijven fulmineren tegen beide debaters, voor namelijk tegen Snel. „Op zeer onridderlijke wijze be streed hij onze collega, insinueerde eenige malen, dat Snel’s heengaan wel een bedoeling gehad zou hebben en bracht tal van nieuwe punten in debat. Ondanks een uitdaging van Mr. De Wilde aan de aanwezige Bondsleden het voor Snel op te nemen weigerde de voorzitter na afloop aan een onzer het woord. We weten nu, wat zelfs „Vrij debat” voor deze heeren wil zoggen en waarschuwen de Bonds leden„Houdt speciaal Mr. de Wilde in de gaten.” Voor hen, die met Mr. de Wilde in de komende dagen wellicht zouden willen debatteeren, is het niet on dienstig te weten, welke taktiek Gouda’s a.s. rechtsche kamercandidaat er op na houdt. do Albaneezen, dat oproerige volk onder het bewind of vap Servië of van Montenegro te brengen, moet het toch voor deze staten een hard gelag zijn zich het veroverde gebied zoo te zien ontgaan. Vooral voor Servië is de slag hard waar dit land zeer wel voelt dat het streven is van Oostenrijk-Honga rije om dit Slavische volk economisch afhankelijk van zich te houden. Wie zich ten slotte aan deze kwestie hot meest zal wonden, we gelooven wel Oostenrijk-Hongarije. Waar dit land zelf ongeveer voor 46 dor bevolking slavische onderdanen heeft, daar kan men begrijpen, hoe de ont stemming dier aanzienlyke groep is ten opzichte van de Oostenrijksch- Hongaarscho buitenlandsche politiek. Opstootjes zijn dan ook reeds vóórge komen, maar het teofcant de Oosten rijksche rijksregeering dat zij deze verschijnselen niet als een teeken des tijds weet te plaatsen in de rangorde dor overige gebeurtenissen in deze dubbelmonarchie. Het is ten slotte een toeken van onbekwaamheid van de regeerders dor Donau-monarchie dat zij deze geeste lijke-gesteld heid van een deel harer inwoners niet meer door daden tracht tot verzoening te brengen. Wie kent de dualistische bevolking ziet daarin reeds een kiem tot ontbinding van het land, maar wie opmerkt het tegen stroom oprooien der Oostenrijksche bewindslieden, die ziet het uiteenvallen dezer persoonlijke unie niet moor in een verre toekomst. Oostenrijk-Hon garije is ook thans weer de staat, die Montenegro zijn zoo duur gekochte overwinning wil ontnemen. En waar schijnlijk zal dit ook gebeuren. De ge zantenconferentie handhaafde althans dezer dagen haar indertijd gegeven meening, dat Skoetari aan Albanië zal komen. Sir Edward Grey zal ook waarschijnlijk hierin wel de hand ge had hebben en o. i. ten rechte. Europa zou zich door zijn eenmaal ingenomon standpunt prijs te geven belachelijk maken. Intusschen is er misschien al een oplossing gevonden. De geruchten gaan dat koning Nikita van Monte negro met den vroegeren bevelhebber van Skoetari, Essed Pasja een afspraak heeft gemaakt. Montenegro zou den Tarabooj en het dal van de Boyanh krijgen. Skoetari zou aan Albanië komen, waarover Essed Pasja als Su- verein zou regeeren onder suzereiniteit van den Sultan. In hoeverre dit be- die zich naar Adana had begeven, om een bezoek af te leggen bij den gou- verneur-generaal, constateerde dat in strijd met zekere geruchten, de rust en orde niet waren verstoord en be tuigde zijne voldoening zoowel voor de arrestatie als voor de gerechtelijke vervolging van do personen, die in deze misdaad betrokken zijn”. „Na een roomvollen tegenstand van vele maanden, heeft Essad-pasja zich, wegens de uitputting der levensmid delen, verplicht gezien Skoetari aan den Montonegrijnsohen opperbevelheb ber over te geven. Onze dappere troepen hebben slechts voor de over macht gebukt, doch niet dan nadat was toegestemd in de volgende voor waarde „Essad-pasja zou met de korpsen Nizaneó redirs on Mustahfez vertrok ken van Saint Jean do Medina, mot zich medevoerende al het snelvuur- veldgosohut, de borgkanonnen on al den oorlogsvoorraad”. De troon van Albanië. De Servische regeering, aldus wordt uit de Oostenrijksche hoofdstad ge seind, heeft door den voormaligen leider van het Jong-Turksehe comité, Ejoeb Sabri, die na zijn gevangen neming in Monastir onmiddellijk weer op vrije voeten gesteld word, relaties laten aanjtnoopen met do boido Turk- sche legeraanvoerders in Albanië, ge neraal Djavid Pasja en generaal Essad Pasja, om beiden te winnen voor het oprichten van oen Albaneosch vorsten dom, onder suzereiniteit van den sul tan. Do onderhandelingen met Djavid Pasja mislukten op hot laatste oogen- blik door do persoonlijke oischon, die deze stelde. Do ondorhandolingen met Essad Pasja in Skoetari werden door de Montenegrinsche regeering geleid. Aan Essad Pasja werd de troon van Albanië beloofd, die in zijn familie Toptani in Noord-Albaniö erfelijk zou woplcn. Skoetari on een gedeelte van het vilajêt Borat zouden dan aan Mon tenegro on Griekenland komen. Hot overige Albanië zou autonoom ver klaard worden en onder de fictieve suzereiniteit van den sultan zich aan sluiten bij den Balkanbond. Essad Pasja ging op deze voorstellen in en trok met zijn troepen naar hot gebied van zijn familie Toptani on Tirana, waaruit zich onmiddellijk de Servische troepen ter sterkte van 6000 man, naar Durazzo terugtrokken. In Tirana was nu opgetrokken. Een enkele lichte streep was aan don horizon zichtbaar als afscheid van den dag. In de verte wenkten de eerste lichten der huizen, die Klothilde de richting aangaven. Nu zag ze den broeden rijweg voor zich, die over bouten bruggen heen naar het menschelijk leven terugvoerde Nu naar huis, mijn jongetje, dan kunnen we ons de modder laten af- wasschen. Zij moeten er aan, onze lieve bruinen. En zij tilde Victor weer in het rijtuig, nam naast hem plaats en reed er op los, op krakende wielen, eerst langzaam en voorzichtig, toen in draf, voorbij de putteh, waaruit nog steeds akelige dampen opstegen, die nu opgezweept werden door den storm, welke de lange manen der paarden deed opwaaien. Achter de aarden wallen werd het rustiger, veiliger rolde het rijtuig voort, maar Klothilde keek niet meer om, want het scheen haar, alsof zij nog steeds de leege keten zag en de lucht rook, die daarginds het heele land vervulde. Weer thuis gekomen lachte zij om zich zelf en toen juffrouw Leseur die reeds terug was, haar vroeg, waar zij geweest was, vreesde zij de waar heid te zeggen. Victor kon niet praten en dus scheen het haar beter, haar verloren zijn onvaste beenen het even wicht hij gleed uit en viel in een der koude aardbedden in het zwart gewor den stroo. Hij lachte van pleizierzij echter schold hem voor een varken uit. En toen hij niet de kracht vond, om er weer uit te kruipen, moest zij haar af keer wel overwinnen en hem te hulp komen. Vochtig modder kleefde aan zijn kleeren, waarvan zij walgde. Foei, foei 1 riep ze en gaf hem een zachten klap, zonder er aan te denken, dat zij hem zelf hier gebracht had. Wanneer hij bestraft werd, werd hij boos, want hij was aan zijns vaders teederheid gewoon. Hij spartelde tegen en steunde op zijn stok, maar zij trok hem met geweld naar buiten, waar de ponies onrustig werden. De storm huilde nu en deed de dunne wanden schuddende herfst hief het graflied der natuur aan, die naar de koude armen van den winter verlang de. De losse plank knarste nu scherper en het kleine luik viel met een slag dicht. Er was e$n gesteun en gejammer alsof de geesten der hier gestorvenen opgestaan waren. nier ruuu «u Groote regendroppels vielen neer en nalatenschap van groote menschelgke druppelden kletterend op het geteerde dak. Als grauwe zakken hingen de wolken aan den hemel, maar de nevel ynan geen reden tot boosheid te geven. Mr. J. A. de Wilde, die een heele tournée door Nederland heeft gemaakt om den volke te bewegen zich uit te spreken voor de Tariefwet van Minis ter Kolkman, is sinds eenigen tijd ook als coalities^rekor op pad. In het district Gouda trad Mr. de Wilde reeds op te Boskoop en ver kondigde daar in zijn rede allerlei merkwaardigheden, welke destijds in een verslag in dit blad zijn gememo reerd, waartegen door een vrijzinnige debater toen is geopponeerd. Dat debat nu schijnt Mr. de Wilde slecht- te bekomen. Vooral *waar als brandpunt van den politieken strijd de onderwijs-quaeötie moet worden behandeld, daar is deze spreker blijk baar niet op debat gesteld. Maar dit nog daargelaten deze spreker, '"die naar het zich laat aanzien als candi- daat van rechts in dit district zal worden gesteld, schroomt niet op zeer unfaire wijze daarbij op te treden. Dit blijkt uit het volgende epistel, hetwelk wij knippen uit de Bode, orgaan van den Bond van Ned. Onderwijzers. Onder den titel „Vrijheid van Debat” schrijft dit oi gaan „Voor hen, die in de komende dagen vergaderingen, waar anti-sprekors op treden, als debater gaan bezoeken, lijkt het ine niet ondienstig onder staand staaltje van z.g. vrij debat te vermelden. „Op Donderdag 13 April trad Mr. J. de Wilde, uit Den Haag, op voor de anti-rev. kiesvereeniging te ’s Gra- venzande, met het onderwerp „De Stembus 1913”. De vergadering was openbaar, op de aankondiging stond vermeld„Vrij debat”, bij ’t begin verklaarde de voorzitter ’nog eens uit drukkelijk, dat na afloop gelegenheid tot gedachtenwisseling zou zijn. „Na een speech van 2 uur (T1/*— ö1/* uur) voor een goed deel aan de onderwijskwestie gewijd, gaven twee personen zich op, onze collega Snel uit Den Haag eh de heer Roos uit Vlaardingen. De debaters kregen nu samen (o, heerlijke vrijheid van debat een half uur, want Mr. De Wilde moest beslist met de trein van 10 u. 12 naar Den Haag en bleef daarbij vol harden, ondanks herhaald aandringen van Snol op ruimer tijd en zelfs na een aanbod onzerzijds logies te be kostigen voor spreker. „Zoo goed mogelijk kweet collega 87) Terwijl zij haar japon onspelde, had de nieuwsgierigheid het® onwetende kind door de open deur in de dichtst bijzijnde keet gedreven. Luid riep zij hem en toen hij stamelend antwoordde, kreet zij verschrikt: Zul je komen, zul je komen Ondeugende jongen 1 Daar binnen zijn spoken. Gauw,„gauw! Nog eens riep zij en toen Victor toch niet kwam, bond zij de leidsels »an het rijtuig en volgde hem om te zien, wat hij uitvoerde. Duffe uitwasemingen kwamen haar tegemoet, die zelfs de frissche herfst licht nog niet had kunnen verdrijven. Men rook nog de arme lieden zonder te zien. De overblijfselen van hun tegenwoordigheid lagen overal ver- spreid, achteloos weggeworpen leege drankflesschen, vodden van kleeren, platgetrapt blikken keukengerei, lom pen en vernielde laarzen. Half vervuild stroo kwam uit diepe kuilen tevoor schijn, die in warme nachten verkoe ling had aangebracht. Uit steenen had

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1