u.
ter
teintfbH»
Blad.
DEjVIOOLSPELEE.
No 12I8O.
Maandag 26 Mei 1913.
52e Jaargang.
OM-
!EER
’s Lands Defensie.
iwater.
Buitenlandsch Nieuws.
Bixïtexilaxxd..
FEL1LLETOW
ken
herlanden.
EEN
IIP -
merveer
«HHIEKEN
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
ISTisviws- ext -^-d.Trextexx.tie'blsLd. voor G-ot^lcLsl sn OzecxstxQ
Verschijnt dagelijks
prijs van h¥FTbö¥n¥mëïï¥-~
Telefoon Interc. 82.
irs.
ibriek.
(Wordt vervolgd).
dat U
en in
tvangt.
iscuitje
Tilburg.
JELONJX1 Jr.t
ouda.
ïoedirfëswaarde
i MedaiUeb
Vrij bewerkt door AMO.
-
Het Fransche wetsontwerp tot leger-
uitbreiding.
Het Fransche wetsontwerp tot leger-
uitbreiding heeft ook in breede lagen
de vraag nu voor iets algemeens mis
schien wol tot de gebruiken behoo-
rendedaarop schudde hij het hoofd
en beduidde met de hand, dat de heilige
handeling nu moest voortgaan.
Toen deze was afgeloopen, stak lord
Asherton den geestelijke de hand toe,
dankte hem voor zijne diensten en
wenschte hem veel goeds in zijne be
diening te Asherton.
„Ik ben mijn vriend, den kanselier,
werkelijk dank verschuldigd, omdat hij
u hier heeft aanbevolen, mr. Howard,
zeide de lord bij het afscheid. „Ik
twijfel niet of gij zult een zegen zijn
voor uwe gemeente. Nogmaals mijn
oprechten dank."
„Jenner", vroeg lord Asherton, toen
de huishoudster zijn kussens terecht
schikte en de dekens goed legde „wan
neer zal mr. Craven hier zijn
„Dat zal wel na middernacht worden
mylord. De potskoets komt gewoonlijk
niet voor half elf aan de pleisterplaats
van de Telford-herberg.u
„Goed Laat Gale onmiddellijk bij
mij komen. Zend allen weg uit de
zijkamer, sluit de deur aan de binnen
zijde en laat ons dan alleen.u
Mr. Gale verscheen na enkele secon
den. Tot zijne verwondering werd hij
begroet met de vraag:
„Hebt ge een klerk bij u, Gale?"
verlengen. Het ministerie heeft toen
overwogen of een diensttijd van 2 Va
jaar voldoende zou kunnen worden
geacht. Deze verlengde diensttijd zou
echter het troepencontingent alleen in
den winter grooter maken, een tijd
dus waarin van troepen oefeningen
het minst sprake kan zijn. Ken ge
splitst opkomen in April en October,
het z.g. tweeploegenstelsel bracht
eveneens reusachtige bezwaren mee
zoodat ook hiertoe niet kon worden
besloten. Zoodoende bleef dus alleen
over de 3-jarige diensttijd. Daardoor
wordt het leger op vredessterkte met
160.000 man uitgebreid. Deze meerdere
manschappen maken mogelijk, dat de
dekkingscorpsen worden versterkt, dat
de cavalerie-divisiën met afdeelingen
artillerie a drie batterijen worden ver
sterkt. Opgericht kunnen verder wor
den batterijen veldhoijwitse^s on bat
terijen zware kanonnen. De technische
hulptroepen kunnen worden uitge
breid en tot de vorming van lucht-
vaarttroepen kan nu worden overge
gaan. Deze door het ministerie nood
zakelijke geachte hervormingen in hef
leger hebben het er toegebracht den
3 jarigen diensttijd voor te stellen.
PRIJS DErTÏiVËRTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meerw 0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
(iOIINUE COURANT
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post 1*50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1 50
Idem franco per post "1*90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau "Lange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
bedienden in het kasteel, de stallen
en op do grondbezittingen in dienst
tijdens het overlijden van den erflater.
Al het persoonlijk vermogen, na aftrek
der legaten, verviel later aan genoem
den Furico Celline.
„Dat is alles, wat ik naar vrijen wil
kan wegschenken, geloof ik, Galei"
„Zoo is het, mylord," antwoordde
de advocaat met gefronst voorhoofd.
„En gij keurt dit testament niet
goed, ik weet het."
„Neen, mylord. U moet het mij niet
kwalijk nemen, maar ik betreur deze
wilsbeschikking. Door dit testament
wordt al het gereede geld weggenomen
uit handen var. den eigenaar der grond
bezittingen en of ’t land nu zeven
duizend pond sterling of zeventigdui
zend opbrengt, dat maakt geen verschil
zonder gereed geld zal de eigenaar
steeds in moeielijke omstandigheden
verkeeren."
„Ja, het is wel jammer, dat moet ik
bekennen," luidde het kalme antwoord,
„doch ik zie geen middel om daarin
verandering te brengen.
hoofdknikje en een handgebaar beant
woord, alsof het vanzelf sprak dat dit
in orde was.
Er volgde een oogenblik stilte, en
toen gehoorzamende aan eene plot
selinge opwelling, waaraan hij niet kon
weerstaan, keerde de geestelijke zich
naar lord Asherton, keek hem recht
in het gelaat en sprak langzaam en
plechtig„Richard Craven, ik vraag
u in den naaiii van God, Wiens tegen
woordigheid wij hebben ingeroepen en
voor Wi0n8 rechterstoel gij weldra zult
verschijnen, is uw geweten niet be
zwaard door eenig onrecht, dat ge in
den loop van uw leven uw evennaaste
hebt aangedaan Mocht gij u schuldig
gevoelen, hebt ge dan oprecht berouw
daarover, en zijt bereid om dat onrecht
aooveel mogelijk te herstellen, voordat
gij voor den rechterstoel van uw Schep
per verantwoording van uw leven hebt
af te leggen?"
De onverschillige trek was nu uit
het gelaat van lord Asherton verdwe
nen. Hij richtte zich snel op in zittende
houding, keek den geestelijke aan met
scherpe, doorborende blikken, alsof hij
wilde onderzoeken, of hij met die vraag
iets persoonlijks bedoeld had.
Na den geestelijke zoo eenige ©ogen
blikken aangestaard te hebben, scheen
de zieke tevreden gesteld. Hij hield
„Wel zokor, mylord," antwoordde 1
mr. Gale verwonderd. „Ik heb Sinoof
meegebrachthij is nu beneden en t
bewaakt de documenten". j
„Goed, laat hij zich gereed hou-
den. Wilt ge wel zoo goed zijn uit het
ebbenhouten kabinet het testament te
voorschijn te halen, dat ge eenigen 1
tijd geleden voor mij hebt opgesteld?
Gij zult daar alles vinden wat noodig
is om een en ander te maken. Leg
alles maar hier op tafel. Hier hebt ge
den sleutel."
Zoodra de advocaat aan het verzoek
had voldaan, wenschte de graaf, dat
hij dicht bij het bed zou komen zitten
en vroeg toen
„Acht gij mij “in het volle bezit vah
mijne zinnen en mijn verstand, zooals i
noodig is om een rechtsgeldig testa
ment te maken
„Mijlord, uw verstand zou niet hel
derder kunnen zijn."
„Goed zoo I Lees mij nu dit testa
ment eens voor."
Dat document was slechts kort en
eenvoudig.
Daarbij werd vijf duizend pond ster
ling per jaar vermaakt aan zekeren
Furico Celline gewoonlijk als graaf
betiteld, wonende op de villa „Celline"
te Frozence, in Italië. Verder bepaalde
het de pensioenen van eenige oude
der bevolking al even weinig sympa
thie gevonden als het gelijksoortige
wetsontwerp in Duitschland. Hoe mili
taristisch het Fransche volk in zijn
wezen ook moge zijn de geschie
denis* bewijst dit volop toch ver
langt men ook daar naar het einde
van het voortdurend opjagen der
militaire lasten. En niet alleen bij de
bevolking is een strooming tegen het
wetsontwerp waar te nemen, ook in
de Kamer heerscht een zeer vijandige
stemming. Het zal dan ook voor het
zittend ministerie Barthou een moei
lijke taak zijn voor dit wetsontwerp
een meerderheid onder de Kamerleden
te vintjen. Om te kunnen beoordeelen
de nieuwe lasten, die door het wets
ontwerp op de Franschen wordt ge
legd, vergelijken we hier even de ver
plichtingen van thans en zooals zij in
het wetsontwerp worden voorgesteld.
Thans is de diensttijd van hot Fran
sche leger 2 jaar werkelijke dienst,
11 jaar legerreserve, 6 jaar territoriale
leger, 6 jaar territoriale reserve. De
totale diensttijd bedraagt dus 25 jaar.
Volgens het wetsontwerp worden deze
getallenwerkelijke dienst 3 jaar,
legerreserve 11 jaar, territoriale leger
7 jaar, territoriale reserve 7 jaar. De
totale diensttijd bedraagt dus dan 28
jaar. De toelichting die bij dit ont
werp is, laten we hier in het kort
volgen. De memorie van toelichting
zegt, dat bij het uitbreken van een
oorlog de handelingen van don vijand
van dien aard zullen zijn, dat ver-
hooging van het vredoscontingent
noodzakelijk is. Dat de regeering een
uitbreiding, van diensttijd heeft voor
gesteld, verdedigt zij op de volgende
gronden. Het hoofdargument is de
afnemonde bevolking. Daardoor wor
den de jaarklassen steeds kleiner en is
het ondoenlijk de troepeneenheden op
die sterkte te houden, die de nieuwe
kaderwet vraagt. Bovendien worden
deze troepeneenheden nog meer ver
zwakt door de nieuwe luchtvaartafdee-
lingen en andere nieuw in gestelde
hulpwapens. Door dat tekort aan de
troepeneenheden lijdt de opleiding en
neemt dus de waarde der troepen even
eens af. In het bijzonder moet volgens
het ministerie de cavalerie lijden door
den te korten diensttijd van 2 jaar.
Het aantal vrijwilligers is door aller
lei omstandigheden niet groot genoeg
om een voldoend contingent geoefende
manschappen te waarborgen. Een
beter geoefend leger is dan ook slechts
te verkrijgen door den diensttijd te
BxtdnPF
Een Congo-vort.
Dezer dhgen in een Engelsch wit
boek over den Congo verschenen
waarin de vice-consul Castens o.a. ook
vertelt van zijn bezoek aan Kabinda,
aan de Oostelijke greps van het Kas-
sai-district, waar Loepoenyo, het stam
hoofd dor Basongi, een der machtig
ste vorsten in het Congo-gebiod ver
blijf houdt.
Deze Loepoenyo is volgens Castens
een merkwaardig man. Hij ziet er uit
als een misdadiger. Hij hbeft maar één
oog, zijn gelaat is door de pokken
geschonden en volgens alle berichten
is hij even sluw als onbetrouwbaar.
Zijn levensloop is wonderlijk genoeg.
Als kind door zijn vader verstooten,
werd hij later door een onder-stam
hoofd, Senti, aangenomen. Als jonge
man schepte hij behagen in een fan
tastische kleeding en hm maakt den
inboorlingen dan wijs, Pat hij met
zijne eene blinde oog alle geheimen
doorgronden kon. En ook nu nog, zijn
dezen bang voor dit blinde oog. Wel
dra had hij een groote schaar van
U)
Ook bespeurde hij onmiddellijk de
familie-gelijkenis van dat gelaat met de
aangezichten der Graven’s, die hij bij
de vele borstbeelden en koppen op de
grafmonumenten in de oude Abdij
kerk had opgemerkt die lange arends
neus die dunne, samengeperste lippen
die ingezonken kaken en die harde
uitdrukking op het gelaat waren met
geringe wijziging telkens op een jonger
geslacht overgegaan.
Toen mr. Howard de tafel bij het
bed naderde om toebereidselen te ma
ken voor de heilige behandeling, wend
de lord Asherton het hoofd een weinig
om en groette den geestelijke met een
knikje; daarop legde hij het hoofd
weder neder, met een uitdrukking van
volmaakte onverschilligheid op hel
gelaat.
Mr. Howard stelde daarop de gebrui-
kehjke vragen omtrent geloofsbe-
*jjdems en de liefde tot den evennaaste.
werden door mylord met een
binnengebracht en door de Keizerin
op het hoofd harer dochter geplaatst.
Intusschen kwamen de uitgenoodig-
de waardigheidsbekleeders in de Slot
kapel bijeen. De amtelijke voltrekking
van het huwelijk geschiedde door den
minister van het Koninklijke Huis
graaf Eulenburg. Daarop zette zich
de bruidstoet naar de Slotkapel in
beweging. Voorop tegen het corps
van pages en de herauten van den
adel in hun wapenrok, mitsgaders de
opperhofmaarschalk, prins Fürstenberg
en de kamerhoeren. Daarop volgde het
bruidspaar. De princes had een sleep
van zilverbrocaat, de prins droog de
uniform der „Zieten huzaren” met
het lint van de orde van don Zwar
ten Adelaar. Zij werden begeleid, de
prinses door een hofdame, de prils
door zijn persoonlijken adjudant.
Op hen volgden eerst de Keizer
met de hertogin van Cumberlanddo
Keizerin aan den arm van den her
tog van Cumberland, die een Oosten-
rijksche uniform droeg met het lint
van de orde van den Zwarten Ade
laar; dan de Tsaar van Rusland in
de uniform van officier bij de huzaren
met de Koningin van Engeland, de
Koning van Engeland in karassiers-
uniform met de kroonprins met groot
hertogin Louiso van Baden en de
overige vorstelijke personen.
De stoet bewoog zich statig door
de zalen van het oude Slot naar do
hofkapel waar zij door de geestelijkheid
van den Dom werd opgewacht. Deze
ontving het bruidspaar aan den in
gang en geleidde het naar het altaar.
Nadat een koraal was gezongen,
hield de opperhofprediker, Dryamder,
de hvwelijkspreok en werd het kerke
lijk huwelijk voltrokken. Op het oogen
blik dat do ringen gewisseld werden,
vuurde de batterij van de lijfgarde in
den tuin van het paleis driemaal twaalf
kanonschoten af. De plechtigheid werd
met een gezang besloten en dê stoet
keerde even statig als zij was geko
men naar hot paleis terug, waar de
jonggehuwden zich gereed maakten
de gelukwenschen in ontvangst te
nemen.
In den troonzaal nam het bruids
paar plaats onder den baldakijn, waar
op het aanbieden van gelukwenschen
en het défilé een aanvang nam. Daar
aan namen ook de ambassadeurs, de
overige leden van het corps diplo
matique en hun dames, de Rijkskan-
selier, de ministers en staatssecretaris
sen en de overige gasten deel.
aanhangers hij sloot toen vriendschap
met Arabische slavenhandelaars en met
hun hulp begon hij een krijgstocht
tegen zijn vader, dien hij overwon, en
om het leven liet brengen. Thans
regeert hij niet alleen over de Basongi
maar ook over tal van andere stam
men die hij heoft onderworpen. Zijn
onderdanen-tal wordt op 50.000 ge
schat. Hij houdt er niet minder dan
300 vrouwen op na, voor wie hij zon
der morren de door de regeering vast
gestelde belasting van 2 frs. per hoofd
betaalt „othdat zijn volk hem genoeg
schatting betaalt”. De consul voegt
aan zijn verslag toe, dat Loepoenyo’s
onderdanen ook alle meer dan één
vrouw hebben, welke zij aan ieder,
welke méér biedt, dan zij er zelf voor
hebben gegeven, verkoopen, en dat zij
„zeer gelukkig en tevreden” leven.
Ontzaglijke Brand op de tentoon
stelling te Gent.
Uit Gent wordt dd. 25 Mei aan de
Maand. Crt. geseind
Op de wereldtentoonstelling brak
heden brand uit. Het cafe Zillerthal
en hot Indische paleis werden geheel
een prooi der vlammen.
Menschenlovens zijn niet te betreu
ren.
Het café Zillerthal en het Balais des
Indes zijn gelegen aan de linkerzijde
van do Avenue des Nations, in de
onmiddellijke nabijheid van het viaduct
van do spoorweg Ostende-Gent-Brus-
sel,diehet tentoonstellingsterrein kruist.
Het Palais des Indus was een niet
al te groot etablissement, waar men
voornamelijk een kijk op de Indische
nijverheid kroeg. Het was oen der
woinigo afdeelingen, die bij do ope
ning dor tentoonstelling geheel gereed
waren.
Geheel aan do andere zijde van het
tentoonstellingsterrein ligt het Palais
Colonal en het Nedorlandsche Pavil
joen, waar ook de Nedorlandsch-Indi-
scho afdeeling is ondergebracht. Hier
dichtbij ligt het Palais des Beaux Arts,
waar t,al van kostbare inzendingen
zijn ondergebracht.
Duitschland.
Do Berlijnsch bruiloft.
Zondagnamiddag werd het huwelijk
tusschen de dochter des Keizers on
prins Ernst August in het Koninklijk
Paleis voltrokken.
Te vier uur werd de kroon voor
de prinsessen uit het koningshuis uit
de schatkamer der Hohenzollerns
Mag men de brave clericalen gelooven,
dan heelt de linkerzijde niets over voor
de onafhankelijkheid van het vaderland.
De groote Leider heeft zich niet ge
schaamd te schrijven, dat de landsverde
diging niet veilig is in -vrijzinnige han
den waarom zouden dan de clericalen
in het algemeen dezen laster niet helpen
verspreiden
Mnister Colijn zelfs heeft er met na
druk op gewezen, dat het juist altijd de
vrijzinnigen zijn, die aangevraagde cre-
dieten voor ’s lands defensie weigeren.
Hoe komt echter deze bewindsman van
een koude kermis thuis
De heer Colijn heeft zich ter staving
van zijne bewering beroepen op de ver
werping van do credietaanvrage van het
Ministerie-De Meester, voor afwerking van
de stelling Amsterdam.
Nu is het wel waar, dat alle vrijzin-
n:g-democralen en 6 Unie-libcralen daar
aan hunne stem hebben geweigerd, maar
tevens, dat meer mannen van Rechts het-
ze'fde hebben gedaan, waaronder... de te
genwoordige Minister Talma. Bij de aan
vrage van nieuwe geweren in 1895 door
het Ministerie-Roëll gedaan, stemden zeker
22 vrijzinnig-democrateh en Unie-liberalen
tegen, maar hetzelfde deden tal van katho
lieken en anti-rev., waaronder... de tegen
woordige Minister Heemskerk. Terwijl
voor die geweer-aanvrage stemden de
Unie-llberah-n T.elij, Cremer, Bouman, van
(lijn en Hesselink van Suchtelen, en de
latere vrijzinnig-democraten Veegens,
Drucker en Pijnakker Hordijk.
De heer Colijn had, tben hij de katho
lieken een complimentje maakte over hun
vóórstemmen voor do hooge oorlogsuit-
gaven, wel reden dankbaar te zijn.
Zij toch hebben in hun program nog
altijd de vraag staan „of hij don tegen-
woorJigen stand van zaken oen uitgave
van meer dan twintig millioen 's jaars
voor het leger gewettigd is.”
En nu gaan ze meo met een Minister
die naar de 40 millioen stuurt.
Het moge hen wel bekomen
Aan dergelijke opjagerij van de mili
taire uitgaven doen wij niet moe.
I n willen de „christelijke” propagan
disten ons daarom anti-militaristen noe
men, menschen die niets voor handhaving
van de onafhankelijkheid van het land
over hebben, wel dan zullen wij ook dezo
stembus-leugen rustig ovor onzen kant
laten gaan.
80