g I I 1 1 vuiler i DE VIOOLSPELER. Goudsche Courant laapkamer No. 12206. rzitter. I 3ST5.e-u.-ws- ezx -^.d-wertexttieloleLd. voor G-o-olo.o. eort OxxxstreZfcezx. ffi Woensdag 25 Juni 1913. 52e Jaargang. tot 1 Juli gratis. KENNISGEVING. wraad. Sixitexkland.. nme» en Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Nieuwe abonné’s ontvan gen de I Verschijnt dagelijks I i i nraadschap ijnland. ANBESTÏDING. Telefoon Interc. 82, Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. ter ABONNEMENT: 7, i r als om- an t- Wordt vervolgd.) ui 1913. Vrij bewerkt door AMO. ver- Rijn- werd het was En- .b.b.h.h. zoekt met jsche GOUDSCHE COURANT. r. onder letters A. B. in dit blad. m Hoogheemraden i Rijnland, 1 VRIES, Dijkgraaf- DER POT Bz., Secretaris. IN. en HOOGHEEM- tijnland zullen op uli 1913, des mid- ir, in het Gemeen ten, bij enkele in- 3ESTEI>EN: - rdiepen van het .chter Alten, ge- de gemeente 217 met één teeke- .75 en de gezegelde ben zijn voor ƒ0.221/! secretarie van Rijn- m bij den Opzichter leer J. DE BRUIJNE Balkanstaten. Spelen met vuur. Men blijft elkander te Sofia en te Belgrado tergen. De Samoeprawa hoofdartikelt over het „dubbel spel“ van Bulgarije, dat „even schaamteloos als dom van den tegenwoordigen pijnlijken toestand van Servië misbruik maaktu en dat onder de hand tegelyk met Oostenrijk en Rusland konkelt. Het blad wijst er dan den mogendheden op, dat een sterk Servië een waarborg is voor de duur zaamheid van den Balkanbond en de onafhankelijkheid dor Bankanstaten. Wordt daarentegen Bulgarije te sterk dan is dit voor den Balkalbond ver loren, terwijl het bereid zou zijn toe te treden tot elke andere combinatie, wat het geenszins onder stoelen of banken schuift. Hartwig begint nu ook meer op den voorgrond te komen en dat, vindon wij, maakt den toestand bedenkelijk. Als de wire-pullers van achter de schermen op het tooneel komen is de fijnheid van het spel bedorven en gaat de illusie verloren. Hartwig dan, heeft den Bel- gradoschen correspondent van het beruchte Petersb. Tel. Ag. gemachtigd met den meesten nadruk de geruchten tegen te spreken, als zou hij, Hartwig, de Servische regeering voor het prijsgeven van haar aanspraken pp de kust der Adriatische Zee vergoeding in Macedonië hebben toegezegd. Hij noemt deze geruchten kwaadaardige verzinsels. De blijkbare boosheid van Hartwig en de onvolledigheid dezer tegenspraak welke bovendien in het Peterb. Tel. Ag. wordt geplaatst, welk agentschap door zijn tegenspraken al menigmaal den weg naar de waarheid heeft ge wezen, geven te denken. Wij hebben de hier tegengesproken ^geruchten" ook vermeld,' doch wij vinden in het booze berichtje van Hart wig niet ontkend, dat Hertwig den Serviërs heett beloofd dat zij het kust gebied aan de Adriatische zee zouden krijgen, nog ook dat Hartwig toen de Serviërs zelf eenmaal een vergoeding voor deze teleurgestelde verwachting meenden te hebben gevonden in Mace donië, hen daarin heeft gesteund, tegen beter weten in. Zoo zien wij dat de booze geest der Serviërs nog steeds maar blijft voort- I gaan kwaad te stoken^ een kwaad dat eigenlijk nog gevaarlijker is dan de heele quaestie over het Servisch-Bul- gaarsch verdrag van 1912 zelf. Turksch regeeringsprogram. In een half-ambtelijke medodeeling aangaande het program der regeering verklaart deze dat het kabinet vast besloten is in het binnenland en het buitenland dezelfde staatkunde te vol gen als Mahirioed Sjefket pasja. De regeering zal pogen de belangen van de betrokken partijen en de hangende quaesties tusschen de verschillende mogendheden snel, afdoende en zoo goed mogelijk te regelen. Turkije rekent daarbij op den materieelen en moreelen steun, welken do mogend heden hebben toegezegd. Engeland. De suffragetten zijn Zaterdag weer duchtig bezig geweest. Bij Birmingham hebben zij getracht een kanaaldijk met dynamiet te laten springen. Het gat was echter niet diep genoeg. Was het opzet gelukt, dan was de geheele vlakte langs het kanaal De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt ter openbare kennis, dat de op den 24 Juni 1913 bij hem inge- leverde opgaven van Candidaten voor de benoeming van Zes leden van den Gemeenteraad op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd, dat afschriften daar van zijn aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld. GOUDA, den 25 Juni 1913. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. onder water gezet, de gansche oogst vernield geworden, en dat er ook menschenlevens bij omgekomen zouden zijn, is meer dan waarschijnlijk. Verder hebben zij dien dag brand gesticht in het Catty Marine-labora- torium te St. Andrews (in Schotland), waarbij een menigte waardevol weten schappelijk materiaal en tal van kost bare teekeningen verloren gingen. De schade wordt op verscheiden duizenden ponden sterling geschat. En ten slotte hebben zij weer een poging gedaan om een kerkgebouw in brand te steken. Op het orgel in de St. John's kerk te Southend-on-Sea ontdekte de koster Zaterdagmiddag een menigte lucifers, patronen, in petro leum gedrenkte lappen enz. en een lange kaars, die aangestoken was ge weest doch uitgegaan was. De gewone vrouwenkiesrecht-geschriften wezen ook hier weer uit wie de daadsters waren. Gisteren heeft in het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Londen een bijeenkomst der gezanten plaats gehad, welke van korten duur was, De grens- quaestie werd niet besproken. Men be sprak ‘slechts de ontruiming van Al banië door de Servische en Montene- grijnsche troepen, welke zich nog steeds daar bevinden. De Matin meent, dat het deze ge- zanten-conferentie moeilijk zal vallen op het oogenblik goeden arbeid te verrichten daar de onzekere toestand op den Balkan dit verhindert. Daarom heeft men ook geen stemming gehou den. De conferentie werd voor onbe- paalden tijd verdaagd. De President van Frankrijk naar Engeland. President Poincaré brengt een be zoek aan Engeland’s koningspaar. Het Fransche schip „Courbet“ voer de gisteren den president naar Spit- head, waar zijn aankomst met een salvo van 21 kanonschoten werd aan- gekondigd. De Prins van Wales was ter ver welkoming aanwezig. Poincaré is om 3.30 uur te Londen aangekomen hij werd aan het station ontvangen door den Koning, den her tog van Connaught, prins Arthur, Asquith, Sir Edw. Grey en andere Ministers. De Koning drukte de hand van Poincarétoen daarna Minister Pichon uit den trein kwam, werd deze den Koning voorgesteld, die hem harte lijk de hand schudde. De muziek De Balkan. Maandag schreven we, dat Oosten- rijk-Hongarije met zoo’n wangunstig oog alle bewegingen van Rusland volgde en de juistheid hiervan is zeer sterk gebleken uit de redevoe ring van TTözó; den nieuwen minis ter-president. Het was naar aanlei ding van de suppletoire credieten die door Oostenrijk waren aangevraagd tot dekking van de buitengewone uit gaven voor de militaire maatregelen, die de Donau-monarchie den laatsten tijd heeft genomen. Tisza zette aller eerst uiteen, dat z.i. Oostenrijk-Hon- garije de ware buitenlandsche poli tiek had gevolgd. Na aanvankelijk, zoo zei hij, den status quo te hebben verdedigd, had Oostenrijk na de over winning van de Balkanstaten gemeend dat de vruchten van hun overwinnin gen aan die Staten niet mochten wor den onthouden. Eenigszins zonderling deed de toevoeging aan, dat dit het het standpunt van Oostenrijk-Honga- rije is geweest. Dit land toch heeft zich juist zoo scherp mogelijk tegen de Balkanstaten gekeerd, toen zij de vruchten van hun arbeid wilden pluk ken. Tisza meende, dat door den ge- wijzigden toestand op den Balkan de rust in Europa aanmerkelijk is ver beterd en hij was ervan overtuigd, dat de Balkanstaten minder fel te genover de Donaumonarchie zouden staan, wanneer zij haar streven be ter hadden ieeren begrijpen. Slechts wanneer de belangen van de Donau- PRIJS VAN HET Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post,1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad150 Idem franco per post M 1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren igsbiljetten moeten lag der aanbesteding vóór 10 uur in de meenlandshuis van len, bezorgd zijn, of mco bij Dijkgraaf en zijn ingekomenin aoet buiten op den en zijn: „Inschrij- lestek 217”. ingen zijn te Ingenieur van op het Gemeenlaww' isdag en Vrijdag® tor de aanbesteding liter van Rijnland te gangers hem niet konden zien. De preek handelde over de Chris telijke naastenliefde en over de plich ten der rijken tegenover hunne arme medebroeders. Met het oog op de ar moede, die to Asherton werd geleden deed de geestelijke een welsprekend betoog op zijn hoorders om hulp voor de armen. Ter wille vau de liefde Gods moesten zij weldoen aan hun broeders en zusters, die dankbaar zijn voor de kruimels die van de ta fels der rijken vallen. Den volgenden dag was iedereen op het kasteel verwonderd dat lord Asherton eigenhandig geschreven had aan den geestelijke, en die verwonde ring werd nog grooter toen men ver nam, dat nauwelijks -een uur later de geestelijke reeds bij den lord was toe gelaten tot een vertrouwelijk gesprek onder vier oogen. Lord Asherton kwam zonder wegen tot de zaak. „Gisteren was ik in de kerk en heb ik uwe preek gehoord”, zeide hij „en ik was zeer getroffen toen ik hoorde hoeveel armoede er in Asher ton geleden wordt. Ik ben* u dank baar, dat ge me gewezen hebt op ’n plicht, dien i k tot dusver verwaar loosd heb”. eerste maal hoorde zingen, trof het mij pijnlijk, hoe die stem overeen komt met die van mijne moeder en dit is een der oorzaken, waarom ik belang ben gaan stellen in haar mu zikale ontwikkeling.” „Mijn waarde Giotto, ik betreur meer dan ooit, dat dit verhaal in mij wederom alle hoop op een mogelijke bloedverwantschap tusschen ons ver nietigt. En nu... goeden nacht, mijn vriend! Wees zoo goed, nog iets op de piano te spelen als ik te bed ben maar niet lang, vanavond niet te lang nu niet Daarop ging lord Asherton naar zijn slaapvertrek en Giotto naar de groote piano in de salon, waar hij zachtwegsleepende muziek speelde tot Achille op den drempel verscheen en hem met den vinger een teeken gaf, dat mylord was ingesluimerd. Eenige weken na Paschen, op een Zondag met mooi weer, liet Asherton zich in zijn rolstoel naar buiten ge leiden om van den heerlijken zonne schijn te genieten. Flink ingebakerd, werd hij door twee lakeien voortge trokken, terwijl Achille achter den Stoel liep om te sturen. Men hield stil onder een ouden, fraaien eik, waar een leuningstoel voor den graaf gereed stond. Daarin nam lord Ash ton plaats; zijn hondje, dat den zon derlingen naam „Fanfaron” droeg, moest op zijn knieën gezet worden. van een wettig huwelijk als het hun ne vernietigd te hebben. Zij stierf van verdriet en liet haar dochtertje over aan de zorgen van een vriend, die later met zijn pleegdochter huw de. Uit dR huwelijk ben ik het eeni ge kind”. „Leeft uw vader nog, Giotto „Ja, mylord”. „Is hij rijk „Ja, hij is rijk. Niet zoo rijk lord Asherton, maar toch rijk „Had hij geen bloedverwanten bui ten Engeland „Neen, hij stamt uit een Schotsch geslacht van onvermengd bloed. Ik geloof niet dat mijn voorouders ooit het vasteland van Europa betreden hebben. >Neen mylord, van mijns va ders kant vloeit geen vreemd bloed in mijn aderen!” „Uw moeder is dood en haar hu welijk was zeer ongelukkig, niet waar, Giotto „Zoo is het, mylord. De natuur had haar met een zeer schoone stem begiftigd, maar mijn vader, die hare opvoeding leidde, wilde niet, dat zij deze gave ontwikkelde; hij liet zelfs niet toe, dat zij muziek teerde. Zij was afkomstig van een moeder, die het tooneel had betreden; zij was ge boren met een hartsiochtelijke liefde voor het tooneel. Ongestraft kan men de natuur niet bedwingen, zij leed ‘zwaar en stierf ten laatste. Toen ik juffrouw Star de „Waar komen ai die menschen van daan, die daar uit het dal te voor schijn komen?” vroeg de lord. „Dat zijn de bedienden van ons kas teel, mylord. Ze komen terug uit de kerk, de ezels „Waarom noem je hen ezels, Achil le zei de lord ontevreden. „Fat soenlijke lieden geheel zonder reden te minachten of te bespotten, daar houd ik niet van, onthoud dat wel!” „O, ik spotte niet met de menschen mylord! Ik lachte alleen om de gods dienstigheid, myiord.” „Is de godsdienst dan zoo bela chelijk, Achille?” „Zoo oordeelde Voltaire erover, mylord”, antwoordde Achille met een buiging. „Ik zou wel eens willen weten, waar Voltaire nu eigenlijk is”, zei lord Asherton, weer in gedachten ver diept. „Dat kan niemand zeggen, woordde Achille onverschillig. „Je durft er nog al voor uitkomen Achille zei lord Asherton op em- stigen toon. „Ik denk er niet zoo over, al moet ik bekennen, dat ik niet leef, zooals mijn overtuiging ei genlijk wel meebrengt”. Hiermede eindigde het gesprek, en keerde men naar huis terug. Den volgenden Zondag ging lord Asherton naar de Abdijkerk, waar hij plaats nam in de bank der fami lie Craven, en waar de overige kerk- monarchie tegen de wenschen van de Balkanstaten ingingen, had Oosten rijk zijn rechten naar voren gebracht. Dat kwam in hoofdzaak neer op twee gevallen, het verbod aan Servië om een haven aan de Adriatische zee te krijgen, en bij de erkenning van de onafhankelijkheid van Albanië. Bij het stellen van deze eischen zei Tisza heeft de monarchie voorbeeldeloos ge duld getoond. Uit het lankmoedig op treden van de monarchie, zei Tisza, mocht echter niet worden afgeleid dat het zijn belangen in den Balkan had Opgegeven. Oostenrijk-Hongarije, zei hij, wenscht geen veroveringen op den Balkan te maken, noch eenig protectoraat, maar niet verlangd kan worden dat de monarchie elke be langstelling opgeeft voor de landen, waar ook haar belangen vaak in be trokken zijn. Als zijn meening, dus als de meening der regeering, zei Tisza, dat de Balkanstaten hun on derlinge veetes maar onder elkaar moesten uitmaken. Door middel van arbitrage was elk geschil vriendschap pelijk op te lossen, maar elk optre den van wien ook, dat op interventie geleek, zou Oostenrijk-Hongarije te genover zich vinden. Dit ziet natuur lijk op het optreden van Rusland, dat daardoor direct alweer heeft kun nen opmerken, hoe scherp Oostenrijk- Hongarije staat tegenover elke, zij het dan ook maar eenigszins gefor ceerde handeling van Rusland. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer.0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. speelde de Marseillaise. Nadat de eere- garde was geïnspecteerd werd het ge volg voorgesteld. De koning en de president reden vervolgens met het gevolg near St. James paleis in 6 hofrijtuigen te mid den van de toejuichingen der menigte. Te 4.30 uur is president Poincaré voorafgegaan door een cavalerie-eskor- te met de leden van zijn gevolg in rijtuigen uitgereden voor het bezoeken van den Koning op het Buckingham* paleis. De straten waren overvol van menschen opgemerkt werdt, dat de politie in verband met de jongste bal dadigheden door suffragettes gepleegd zeer streng optraden tegen alle dames die het verlangen toonden om vooruit te dringen. Bij het des avonds plaats gehad hebbend feestmaal in het Buckingham- paleis heette de Koning, President Poincaré welkom en sprak van de voortdurende vermeerdering van een diepen, wederkeerigen eerbied en over eenstemming tusschen Frankrijk en Engeland. Het bestendig doelwit der beide re- geeringen is de zaak van den vrede te dienen, waarbij het voornaamste deel der gemeenschappelijke belangen besloten ligt in de samenwerking bij dit loffelijk streven. De Koning legde den nadruk op het onwaardeerbare voordeel van het wederkeerig vertrou wen, dat tusschen Frankrijk en Groot- Brittannië, tijdens de ernstige vraag stukken in de laatste maanden heeft geheerscht. President Poincaré antwoordde De vriendschap, die de beidé volken ver- eenigt, is thans zoowel bij het eene als bij net andere diep geworteld in de volksziel. Tijdens het verloop der ern stige gebeurtenissen, die sedert eenige maanden elkander" opgevolgd zijn, waarbij Europa zoo langen tijd in onrust gehouden werd en die ook thans nog Europa ernstige zorg baren, heb ben onze beide regeeringen, eiken dag de weldaden kunnen waardeeren eener entente, die hun vergunt in een voort durende samenwerking en in volle overeenstemming, de gestelde vraag stukken te bestudeeren en met elkan der gereedelijk overleg te plegen om tot de gewenschte oplossingen daarvan te komen. Frankrijk zal voortgaan met er voor te waken, dat deze overeen stemming ook in de toekomst niet verstoord wordt. Belgie. Bij gelegenheid van de inwijding 38) „Daar ben ik zeker van, mylord. Gij kent de geschiedenis van geheel mijn geslacht, alleen de naam van mijn vader is u onbekend. Ik heb geen droppel Italiaansch bloed in mijn aderen. De verwantschap, die zoowel aan uw verlangen als aan het mijne zou beantwoorden, is eene onmogelijkheid”. „Raadpleeg nog eene uw geheugen ernstig, mijn vriend. Misschien schiet u nog iels te binnen, terwijl wij eens met elkaar spreken.” „In mijn familie komen wel perso nen voor van vreemden landaard, doch geen Italiaansch bloed valt er aan te wijzen”, antwoordde Giotto. .Mijne overgrootmoeder was eene Spaansche; zij trouwde met een Fran- sehen tooneelspeler te Madrid en trok met hem naar Parijs. Daar mijn grootmoeder geboren, die tooneel betrad als danseres. Zij zeer schoon en trouwde met een - gelschman van zeer hoogen rang. Na weinige maanden verliet hij zijn echt- geaoote, na te voren alle bewijzen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1