mb isel sei, :erij. BE VIOOLSPELEN IE &2e Jaargang. Maandag II Augustus 1913. \o. 12240. behalve Zon- Buitenlandsch. Nieuws. Kruikjes a van B-a.i.texxlaxxd.„ Sxxxzierxlaixd.. FEUILLETON 0000. erk, iet Leven, eken h GOUDA. miners. I G. n n en in ken en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Zwolle locuta est. exx -^-<5.Trertezxtïe'blsucL voor G-o-ixcLa. en Oxxxstrelcean- Verschijnt dagelijks Telefoon Interc. 82. Uitgever» A. BRINKMAN EN ZOON. f 1.25 noodzakelijk beste grond- rijden. 'ft NOON. IX kwam aldus Zij rzekermg tegen „ik in hem gewoeld bezit ftocrN, en IrfA. A AG. ?res.), Dr. A. E. IDEN, Dr. P. H. was en verlichting. Vrij bewerkt door AM0. PRIJS DER ADVÏÏRÏENTI ËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer„0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. en, enz. on.) 20 pleet f 17 50. HI^WAGEN- Wilhelm.” „Boekarest. Do liefdovollo woor den in uw zoo warm on hartelijk tele gram vervullen mij met trots en op rechte dankbaarheid. Nogmaals dank voor uwe warme belangstelling en uw actieve deelname aan do laatste voor mijn land zoo botookonisvolle gebeur tenissen. Carol”. nu voortaan een juiste binnen- on bui- tenlandsche politiek volgt. Deze politiek bestaat, wat het bin nenland betreft, daarin, dat het zoo spoedig raogelijk tracht den nationali- teitenstrijd Duitschers tegen Czechen Polen tegen Roethonen, Hongaren tegen Kroaten enz. door minnelijke schikkingen te beëindigen. En wat het buitenland betreft, dient de Donau- monarchie met alle kracht te streven naar een hechte vriendschapsverhou ding met Servië, Roemenië en Turkije. Tustchen den Duitschen Keizer en den Koning van Roemenië zijn, naar aanleiding van het sluiten van den vrede telegrammen gewisseld, welke aldus luiden „Boekarest. Na het ovorwinnen van ernstige moeilijkheden is. het tot standkomen van den vrede verzekerd, welke dank zij u, definitief blijft. Ik dank u van ganscher harte voor uw trouw vriendschap en uw warme sym pathie.” „Swinomünde. Uw hedennacht ontvangen telegram is een groote, ware vreugde voor mij. Ik zend u de op rechtste en hartelijkste gelukwonschen met het schoone succes, dat niet alleen uw volk, doch ook alle oorlogvoerende Staten en daarmede geheel Europa te danken hebben aan uw wijze van poli- liek van een waar Staatsman. Hot is mij tevens een groote genoegdoening wanneer gij vermeldt, dat ik heb kun nen bijdragen tot hetgeen thans be reikt is* Ik verheug mij op ons ge meenschappelijk werk ten dienste des vredes. behoef niet te vragen of gij mij nog liefhebt. Evenmin zullen wij spreken over de vraag of gij mij wel ooit bemind hebt. Alleen wil ik u vragen, wilt go uw vrijheid terughebben.” Hij schaamde zich om deze vraag toestemmend te beantwoorden en ver meed daarom een beslissend antwoord te geven. „Ik wil eerlijk mijn belofte ver vullen,” sprak hij, „als ik in staat ben een vrouw te onderhouden en als ge er aanspraak opzoudt maken.” „Dat vroeg ik niet. Ik vraag u nog eons: wilt ge uw vrijheid terug hebben Wat ik vandaag uit uw mond hoorde, mag een man slechts tegen één vrouw zeggen, niet tol twee, die allebei nog in leven zijn! Ik wil echter mijn verloving niet verbreken. Spreek nu, James uuncan, verlangt ge dus uw vrijheid?” Hij antwoordde niet, al wachtte zij daarop. Toen hield zij hem het geld stukje voor. „Als ge niet kunt of niet wilt spre ken, James Duncan, leg dan de an dere helft van dit geldstuk uw helft er bij, dan weet ik, dat ge weer vrij wilt zijn.” Hij antwoordde niet, doch haaide zijn helft voor den dag. Ha, dus dat had hij toch bij zich. In haar droe vig leven was het haar toch een goe de troost, te kunnen denken dat Ja mes Duncan altijd de verlovingspen- der socialistische internationalen, had wel „permissie” gegevenTroelstra vond nu wel het uitzonderingsgeval aanwezighet ging nu wel om Alge meen Kiesrecht en Staatspensioen bovendien was de uitspraak, die vallen moest, haast zeker een louter theore tische. Immers, al besloot men men tot „aanvaarding”, het was zéér de vraag, of er nog iets te aanvaarden zou zijn De kans was haast zeker reeds ver speeld. Dit alles heeft de harten der meerderheid niet vermogen te ver murwen. De meerderheid der 8. D. A. P. zij ’t ook een kleine heeft de verplich ting tot mee-regeeren gewezen van de hand. Een besluit van verre strekking, van groote beteekenis. Het staat dan vast. De 8. D. A. P. vecht mee, critiseert mee, harder dan wie ook, vecht om een zoo groot mogelyk aantal zetels. En als dan de overwinning bevoch ten is, de tijd voor critiek voorbij is en de periode van zelf-doen is aange broken, dan slaat de S. D .A. P. op de vlucht, legt zij aan anderen een taak op, die dezen onmogelijk kunnen aanvaarden zonder de onmisbare mede verantwoordelijkheid van haar-zelve. -Wij zullen nog gelegenheid te over hebben om op de beteekenis van de uitspraak van Zwolle terug te komen. Voorshands slechts deze vraagZon don de 120.000 meeloopers van de 8. D. A. P. voortaan niet verstandiger doen hun stem te geven aan de schip pers die de schuit door de branding willen heen helpen dan. aan do stuurlui, die liever aan den wal hun huid in veiligheid brengen en slechte critiek over hebben voor wie het werk wil len doen 8. D. P. en 8. D. A. P. Het bestuur van de 8. D. P. heeft een „Open Briefu gericht aan het bui tengewoon congres der 8. D. A. P. te Zwolle, waarin het zijn „medeleden in de Internationale14 er op wijst dat de gevolgen van hun taktiek zich be- nu onherroepelijk China. Als bij elke revolutie, is ook in China uit de gewelddadige omkeering, die meh^aldaar met den opstand beoogde, niet idie toestand geboren, welke de revolutionairen in het Ilemelsche Rijk zich hadden gedacht. Men heeft de gehate Mantsjoe-dynastie verdreven omdat zij te autocratisch was, te wei nig het nationaal bewustzijn tot uiting wilde doen komen. Men heeft terug gekregen een president, die meer die- La comédie est finie Herinneren wij kortelijk aan het verloop der crisis in de 8. D. A. P., een crisis als gevolg van een overwin ning en wel eene zooals men die ter nauwernood had durven droomgn. Van 7 zetels klom men op 18 140.000 kiezers stelden vertrouwen in de S. D. A. P. Nn kwam het er op aan, dit ver trouwen niet te beschamen. Niet uit eigen kracht had men gewonnen, even* min als de vrijzinnigen, tezamen had men gezegevierd over het verbond van cleriealisme on conservatisme. Het stond nu 55 tegen 45. Dr. Bos, de vertegenwoordiger van de groep, die als ’t ware het midden houdt tusschen de liberalen en de 8. D. A. P. werd, zooals de constitutioneele zede dit ge bood, met de Kabinetsformatie belast. Drie zetels, de volle portie, waarop zij recht kon doen gelden, bood Dr. Bos aan de 8. D. A. P. aan. Mr. Troelstra weigerde, gerugsteund door buiten- landsch advies, op zijn uitstapje in den Harz ingowonnen en door de zg. „par- tijconf eren lie.” Toen begon de misère. Do vrijzinnigen alléén waren aller minst tot regeoren verplicht, met hunno 37, thans 38 zetels. De kans op Alge meen Kiesrecht en Staatspensioen werd al geringer, de ontevredenheid hierover in den socialistenkring al grootor. Men mopperde over het be slissen buiten de partij om en dat nog wel met een geringe meerderheid. Mr. Cort van der Linden werd met do vor-* ming van oen oxtra-parlementair Ka binet belast. Toen begon het te nijpen. Met zulk een buiten-parlementair Ka* bineo kon de Zuiderzee wel eens voorop komen en het Algemeen Kiesrecht en het Staatspensioen onder de tafel te recht komen. Toen ging reeds was de Rotterdamsche Statenzetel van Spiekman verspeeld nadat alsnog, dank zij Troelstra’s zwenking, besloten was tot een buitengewoon congres, Hoogezand verloren en daarna ook Rotterdam I. De houding dor 8. Di A. P. word haar tot een débacle. En ondor don diepen indruk van deze togenslago n gingmen naar Zwolle op. Daar zou de partij beslissen, nadat dit eerst niet noodig was geoordeeld. Welnu, Zwollo heeft gesproken Mot 375 stemmen tegen 320 hoeft de partij uitgemaakt, dat hetnieb mag. Kautsky, de groote thooriticus Hij verzekerde haar zijn eeuwige op rechte tr.ouw, bood haar hulp en zijn steun aan, en zeide dat hij haar tot zijn laatsten snik dienen zou. Zij hoorde dat alles echter niet en had het bewustzijn verloren, doch ’n ander echter wei een ander, die aan de deur had gestaan en alles ge hoord had Jessie Paterson. Zij wist van zijn verhouding met Coralie en zij wist waar die woonde. Zij zag Duncan gaan, toen hij naar Coralie ging met het geld in de hand. Hij sloeg de oogen op hunne blikken ontmoetten elkaar een oogen- blik keken zij elkaar verwijtend aan en sprak James: „Dat is geen plaats hier, voor u Jessie Paterson! „Juist, James Duncan, dat is geen plaats voor mij,” luidde het antwoord doch zij bleef staan. t „Ga dan heen, goede Jessie! zei James, terwijl hij haar naderde. „Ik ga heen, maar zeg mij dade lijk waar en wanneer ik je ontmoe ten kan, James Duncan. Hij noemde een adres en bepaalde een tijd en stak haar een hand toe, om maar van haar af te zijn, doch zij weigerde deze en ging heen. Op het bepaalde uur kwamen zij beiden aan het opgegeven adres. Zij wachtte hem reeds en hield een stukje ïilver In de hand, de helft van een doorgehakten shilling. „James Duncan,” begon zij, (idllISIHE (OIRAM. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post.1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad.1-50 Idem franco per post.1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren, 105) Hij was zoo vroeg gekomen, dat zij nog te bed lag, en in het zwakke licht maakte zij met haar ingezon ken oogen een pijnlijken indruk op Duncan. „Ik heb schulden, weet ge. Do deurwaarders zullen komen vandaag om alles weg te halen, de canapé en den armstoel en al het andere, zelfs het bed waarop ik lig. Eerst zullen zij mij op den vloer leggen, en dan maar sterven! Ik kan geen geld meer verdienen met dansen. Ik heb geen vrienden dan u en Eugenie. Zij is arm, ik ben arm, gij zijl arm. Ach, arm zijn is een kwaad ding „Is het zoover gekomen?” dacht hij met ontsteltenis, en toen hij zijn stem weer kon beheerschen, zeide hij: „Juf frouw, zeg mij eens, hoeveel ge schuldig zijt. Ik ben wel arm, maar misschien kan ik u toch helpen. Nu, zeg me maar, hoeveel ge moet heb ben om uw schuldeischers te beta/ len.” „Hoeveel Ach, alles Ik Balkan-Staten. Oostenrijk en de Balkanstaton. Het Berliner Tageblatt bevat e0n hoofdartikel met het opschrift„Wat zal Oostenrijk doen De redactie van het blad verklaart, dat zij het artikel, waarin de ook voor Duitscjijand zoo gewichtige vraag wordt bespoken, welken weg de Oostenrijksche politiek in den nieuwen toestand op den Ba1- kan zal hebben in te slaan van par ticuliere zijde heeft ontvangen. Het artikel is nogal .wijdloopig ge schreven, doch het bevat enkele juiste opmerkingen, waarom wij er hier mel ding van maken. De schrijver betoogt, dat de Oosten rijksche politiek vooral sedert het be kende optreden van Aehrenthal die Bosnië en de Herzegowina, die reeds feitelijk tot de Donaumonarchie be hoorden, ook feitelijk annexeerde aanleiding heeft gegeven tot scherpe critiek. In plaats van tegenover Rwand den grooten mededinger op den Bal kan, zich van de vriendschap en de dankbaarheid der Balkanvolkeren te verzekeren, heeft Oostenrijk in dit op zicht steeds een politiek van halfheid en onverstand gevolgd. Het maakte zich Servië op alle mo gelijke wijzen tot vijand, laatstelijk nog weer door Bulgarije te steunen. Het resultaat was, dat niet alleen Servië zich in de armen van Rusland wierp, doch dat ook Bulgarije thans niet in Oostenrijk doch in Rusland zijn na tuurlijken vriend en beschermer ziet. Inplaats zich de vriendschap van Roemenië te verwerven, werkte het dezen Staat tegen bij de pogingen om na den eersten Balkanoorlog van Bul garije een stuk grondgebied te ver krijgen als tegengewicht voor de ge- biedsvergrooting, welke het toen had verkregen. Oostenrijk bouwde verder op de vriendschap van Turkije als bondge noot tegen Rusland doch het vergiste zich in do militaire beteekenis van het Ottomaansche Rijk en weer bedrogen uit. Door de beide laatste oorlogen is Oostenrijk nu in een veel slechter con ditie tegenover Rusland gekomen dan te voren. Het heeft echter nog gelegenheid om zijn prestige te herstellen, wanneer het tator, meer autocraat is dan de Chi- neesche Keizers van onze tijden ooit geweest zijn. En heb verzet tegen genen is' daarom zooteel moeilijker dan tegen dezen, omd^t Yoean-sji-kai verstandig en behendig is welke eigen schappen de Chineesche Keizers in hooge mate misten. Yoean-sji-kaj is de kenner van zijn volk in alle finesses. Als weinigen weet hij wat er in zijn land omgaat, en beter dan eenig ander kent hij de politieke kaart van zijn land. En uit die omstandigheden trekt hij al het voordeel, dat er uit te trek ken is. Door zijn kennis beheerscht hij zijn omgeving. En door zijn ge vatheid weet hij zich voor het grootste deel van het Chineesche volk tot den gewenschten leider te maken. We schreven „voor het grootste deel”, want het ligt in den aard der dingen, dat in .een reuzenrijk als China is, vele tegenstrijdige elementen voorkomen. Toch is het eigenaardig, dat de schei dingslijn in China kan getrokken wor den naar het natuurbegrip Oost-West. Wie in deze dagen over China leest, ontmoet tallooze malen de termen, „het noorden” en „het zuiden”. Als het ware als twee elkaar vijandige machten staan er tegenover elkaar het zoo al niet monarchale, dan toch meer autocratische noorden en het vol bloed revolutionaire aaiden. De in nerlijke verdeeldheid van het Chinee sche volk, die de zwakheid is voor de zonen van het Hemehche Rijk, kent Yoean-sji-kaj als geboren en geslepen staatsman tot in bijzonderheden. En ’s volks zwakheid is zijn kracht. Voort gekomen uit het revolutionaire streven van het zuiden, tot verwijdering van de autocratische Mantsjoe-dynastie bouwt hij zijn kracht op het noorden, dat in aard en wezen stelling heeft gevat tegen de woelingsdenkbeelden van het zuiden. Wanneer de eenheid in het volksdenkon groeit, zal Yoen- sji-kaj's macht in evenredige mate1 afnemen. Maar die eenheid zal zich o. i. nog wel geruimen tijd doen wach ten. En tot zoolang tracht het revo lutionaire zuiden zich telkens weer te onttrekken aan dien knellenden band, die van uit Peking om hen wordt ge trokken. Vandaar het verzet tegen den beheerscher en den vertegenwoor diger van het huidige systeem, die zich heeft gesteld boven het parlement, die zich heeft onttrokken aan den volks wil, de eerste en eenige macht, die elk democratisch land moet kennen en erkennen. geen cent! Vraag het maar aan Eu genie, die zal het u wel precies zeg gen. Maar ik weet het niet en wil het ook niet weten, het bezorgt me maar hoofdpijn. Hij wendde zich omniddellijk tot Eugenie en stapte daarna haastig naar huis. Hij had eenig geld bespaard en haalde het nu uit een hoekje tevoor schijn. Hij telde dit zuur verdiende geld door zuinig leven en slecht be taalde arbeid verdiend, en bemerkte dat het nog nauwelijks genoeg om den deurwaarder te voldoen verpande nu het groote zilveren hor loge dat hij van zijn vader had ge ërfd. Nu had hij genoeg. Hij snelde terug naar Coralie en trad juist op tijd binnen. De deurwaarders waren aan het twisten met Eugenie over het bed van haar meesteres. Zij waren reeds bezig de dekens eraf te nemen, om dan Coralie op den grond neer te leggen, doch juist kwam Duncan bin nen en betaalde het vereischto bedrag. De arme danseres was bijna waan zinnig van smart. Zij beefde over het geheele lichaam en spreken was haar onmogelijk. Fn hij wist niet goed meer wat hij gezegd had. Dat was evenwel zeker, de banden waarin zijn koel terughoudend karakter steeds als besloten geweest was, waren nu ver broken en hij gaf uitdrukking aan de gevoelens, die het laatste halfjaar in hem gewoeld en gebruist hadden. ning bij zich gedragen had. Hij kon geen weerstand bieden aan do bekoring hij kon nu vrij wor den en voor altijd Hij legde dus zijn halven shilling zwijgend naast die von haar. Jessie stak de beide helften in de zak en sprak: „Vaarwel, James,Dun can, vaarwel voor eeuwig! Moge God u beschermen en geleiden!” Toen ging zij naar buiten in den donkeren nacht, haar hart gebroken, haar levensgeluk verwoest, zij zou treuren, totdat do dood kwamen haar zou verlossen. HOOFDSTUK XX. Hot bezoek van do deurwaarders had Coralie al te sterk aangegrepen. Zij ging hard achteruit, ofschoon Ja mes en Eugenie hun best deden haar wat op te vroolijken on haar gezond heid te bevorderen. Op zekeren dag vertelde zij aan Duncan, dat zij hem spreken moest. „Ik gevoel, mijnheer, dat ik niet zoo lang meer te leven heb. Daarom wil ik voor ik sterven ga, mijn levens geschiedenis vertellen.” Haar moedor was een Spaansche danseres, haar vader een Fransehe tooneelspeler. Toen zij eens te Milaan gespeeld hadden, was hij in kennis geraakt met haar moeder. Zij raak ten verliefd en Vluchtten samen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1