ISEL I ijzen 1 ITS, and el. DE VIOOLSPELER. I .r w '1 I 52e Jaargang. behalve Zon en Telefoon Interc. 82. S^xïteixla.xxd.. 1 Buitenlandsch Nieuws. ISOU. IEHLLETOX. MM* dit blad. ?isïa ’evoeders. i Gouda. i ïïeeren ©zx ^-d.'veztezxtxelolsLd. voor G-©xxcLsl ezx Öxxxstrelcezx. Verschijnt dagelijks •4 Telefoon Interc. 82. 'i KENNISGEVING. wMmu V I a Woensdag 20 Augustus 1913. 1 - Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. No. 12254. IK 7 der HINUER- 1 HOOFDSTUK XXII. i& Zn., Gouda. „deze 4 ’ersee/voer) 3 en */2 kilo ndermeel zoederkosten 10 en 5 kilo noogen”. Ope- ig 1913. Janskerk. Or- geregeld tijdig ontvangen van n, vermakelijk dan in onze PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post vertelde zij. heen, niet- Kanaries 1, en Vi liter erk T IN Vrij bewerkt door AMO. fiOlMEJWANT. Abonnementen worden dagelijks Markt 31, bij onze Agenten, den ■methode. tderfabriok HA.. Enkhuizen. tr bij HH.: Tïjdstraat. Veerstal. J i Woningtoez., erstandscomm. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA. Gelet op de artt. 6 en WET; Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie zijn gelegd verzoe ken met bijlagen van 1. A. J. Schrave, te Gouda om vergun ning tot het uitbreiden zijner Stoom- Was- scherij, door het bij bouwen van een Mangel en Strijkkamer in het perceel gelegen aan de Boelekade No. 173 kadastraal bekend Sectie A No. 4024 2. Het Bestuur der Gemeente Gouda, om vergunning tot het oprichten eener timmermanswerkplaats, gedreven door een electromotor van 5 P. K, en het uitbreiden eener smederij door het plaatsen van een electromotor van 2 P. K. in het perceel aan de Turfmarkt No. 46 kadastraal bekend Sectie B No. 2186. Dat op Dinsdag den 2n September 1913, des namiddags ten i’/j ure op het Raad huis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen en (lat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat volgons de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet over eenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor liet gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen ten einde hun be zwaren mondeling toe te lichten. Gouda, den i9n Augustus 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, J. VAN HEUSDE IIWI ■UK» De oude lord gevoelde zich zeer aangenaam gestemd door -de plotse linge verandering in zijn omstandig heden. Pair van Engeland te zijn, be- heerseher van het lot van zoovelen, zoovelen van hem afhankelijk oh, neen, dat was hem te zwaar op de schouders gelegd. Hij rekende zich gelukkig, dat hij voortaan als graaf Cellini vrij wat minder zorgen zou hebben. „Wel, Allan”, sprak hij tegen zijn aldus nieuw ontdekten /neef, „er be stond dus toch een nauwe band tus- sehen ons, precies zooals tk wensch- te, Met genoegen, erken ik je rech ten en aanspraken op den titel en de bezittingen der graven van Asherton. En met ongeduld wacht ik reeds op villa Cellini te Florence. Toen Percival Craven op het kas teel aankwam, werd hij alleTerrst door den voormaligen lord thans graaf Cellini ontvangen. „Waarde neef,” sprak graaf Celli ni, „deze onverwachte verandering, ton wel missen.” Twee dagen later ging Percival dan naar Asherton Castle. Zijn vrouw bracht hem in hun eigen rijtuig naar het posthuis aan don straatweg, al waar Percival dan in den postwagen zou overstappen. Zij waren wat te vroeg en moesten dus wachten. Toen gaf Gwendolin hem een pakje en zei: „Hier, Percival, geef dit eigenhandig aan lady Asherton. Het is een ring met een ster van diamanten ieder een geeft haar wat in den vorm van een ster en breng haar mijn har telijke groeten en zeg haar, dat ik haar ook van harte gclukwcnsch.” „Dat zal ik niet kunnen doen,” antwoordde haar man terwijl hij het pakje nieuwsgierig, boos bekeek. „Ik haat die vrouw omdat ze jouw plaats inneemt.” „Mijn plaats? Mijn plaats is immers aan jouw zijde., Percival! Zoolang je trouw blijft, kan niemand ooit die plaats kunnen innemen. Kom, lach nu eens en neem het pakje aan en bezorg het met de boodschap, die ik je er bij gegeven heb. Efi kijk maar niet al te veel naar je nieuwe nicht, anders mocht ik nog eens jaloersch worden, want zij is mooi nog mis schien mooier dan ik De straatweg boog zich en juist bij die 'kromming kwam de postwagen in ibt zicht.’ Toen hij 8$ hield om Per cival op te nemen, zeide Gwendolin: f 1.25 „1.50 - 1.50 1.90 Bureau PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer„0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 035 bij vooruit aangenomen aan ons Bureau: betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Boekhandel en de Postkantoren. WJaLy-—A^peh-a Groote letters en randen naar plaatsruimte. >»O, ja, Percival, doe nog mijn har telijke groeten aan lord Ashorton, d. W.z. don ouden lord, die heeft mij be loofd, bij mijn verblijf op het kasteel dat hij niet zou rusten; voordat wij samen in hot huwelijk verbonden wa ren! Nu, vaarwel!” Rusland. Het ritueele moord-proces. Prof. dr. Herman L. Strack, hoog- leeraar in de theologie te Berlijn, schrijft aan de Duitsche bladen het volgende, waaraan het Hbl. ontleent: „Met recht is ook in Duitschland medegevoel merkbaar voor den Jood Beylis te Kief, die reeds meer dan 2% jaar in de gevangenis zit, zonder dat zijn zaak voor de rechtbank is behandeld. Hij wordt beschuldigd den jongen Justschinsky in Maart 1911 te hebben vermoord, om diens bloed te gebruiken voor een met den joodschen godsdienst sqjnenhangend doel. De voornaamste grond voor de beschul diging van „ritueelen moord” vormt het deskundig advies van een Room- scheh geestelijke, Justin Prannitis. t Zal velen belang inboezemen te ver nemen, dat ik om beoordeling van dit advies ben aangezocht. Het is al meer dan 50 folio-pagina’s in com- pres machineschrift. Na studie ervan geloof ik te mogen zeggen, dat het niet bewijst wat het bewijzen wil en moet. Ter gelegener tijd zal ik mij daarover in het openbaar uitsproken. Op< last van de rechtbank te Kief waren drie adviezen Uitgebracht over de beschuldiging van ritueelen moord. Twee daarvan, die van de professo ren Glagolef en Troitzki, spieken zich tegen de mogelijkheid van het gebruik van menschenbloed bij ritu eele Joodsche plechtigheden uit, op bliek zoo welwillend mogelijk tegen over Turkije is. Ook Engeland treedt niet barsch op. Ten eerste beletten dit de in onze vorige artikelen uiteenge zette redenen on ten tweede is het door een verdrag met Turkije verbon den, om een eventueelen aanvaller op het Aziatisch gebied te helpen be strijden. Rusland treedt ook in deze weer als de vijand van Turkije op. Toch gaat Turkije ongestoord voort. Adrianopel heeft het aanmerkelijk versterkt. Het heeft op het oogenblik reeds een leger bijeen van 240.000 man, dat weldra tot 400.000 zal zijn uitgebreid. De geheele leiding zou in handen komen van Enver Bey, die vanuit Adriano pel, dat hoofdkwartier zal worden, reeds Kirkiliese en andere plaatsen duchtig heeft versterkt. Bovendien is het Turksche leger thans veel meer waard, dan voor weinige maanden. Een groot deel van het Christen-con tingent is heengegaah en de troepen, waarover Turkije thans beschikt, zijn geoefende soldaten uit Klein-Azië, nog niet door de vorige nederlagen gede moraliseerd en aangevuld door duchtig geoefende jonge troepen. Intusschen moet Bulgarije volgens het verdrag van Sofia demobiliseeren en dus staat het vrijwel machteloos tegenover het optredend Turkije. Dit land schijnt, trouwens niet van plan zich op eeni- gerlei wijze door de mogendheden te laten dwingen, ook niet door een mo- gelijken financieelen druk, die op Tur kije zou worden uitgeoefend. Het heeft nog eenig geld voorradig, waar mee het zoo zuinig mogelijk omgaat. Het eenige bezwaar, zooals van Turksche zijde wordt beweerd, is ge brek aan water, omdat het water ver pest is door de lijken, die de Bulgaren er moeten hebben ingegooid. Hoe de Turken ongestraft hun gang gaan, blijkt het best wel hieruit dat Turkije gedreigd heeft, Bulgarije opnieuw den oorlog te verklaren, indien aan de moordpartijen op de Osmanen geen einde kwam. We gelooven echter vei lig te mogen beweren, dat hier de pot aan de ketel verwijt, dat hij zwart ziet. Het optreden van Turkije als een feit van internationale beteekenis. IV. In de zekerheid, dat het dus eener- zijds wel bestraffende woorden zal hebben te ontvangen, maar anderzijds toch op een groote mate van toege felijkheid mag hopen, gaat Turkije rustig zijn gang om zijn gebied een zoodanige afronding te geven, dat de verdedigbaarheid van Konstantinopel er door bevestigd wordt. Vooral Frankrijk moet in dat opzicht het Turksche optreden niet al te ongunstig gezind zijn. Dit land is in hooge mate financieel betrokken bij het Turksche geldwezen. En vandaar dat derepu- den van van stad was eere-poorlen en dergelij- op iedere eerepoort prijkte de zan een der steden, welke het het Turk te heeft ver- aaugename zaak,” begon do advocaat dadelijk, „die niet geschikt is om den adel te verhoógen. Lord Ho verton handelde zeker slecht met dat huwelijk beneden zijn stand, gezwegen nog van dat tweede huwelijk terwijl zijn eer ste vrouw nog leefde en niet van hem gescheiden was.” „Ja, mr. Gale, mijn oom Henry heeft zeker verkeerd gehandeld tegen over zijn bloedverwanten. Hij wierp schande op zijn familie en op onzen roemrijken naam. Het was slechten wreed van hem.” „Dat was het mr. Graven. Maar nu moeten wij trachten de kwade ge volgen zoo veel mogelijk te verdragen. Ik moet zeggen, dat de nieuwe lord een edel mensch is mot onbekrompen inzicht. Natuurlijk is het te bejam meren, dat hij wegens zijn toestand niet in Engeland mag blijven. Maar in deze omstandigheden heeft hij mij gemachtigd uhet voorstel te doen, dat gij, als naaste erfgenaam, hem hier zoudt vertegenwoordigen en in zijn plaats het kasteel zoudt komen be wonen.” „Daar kan geen sprake van zijn,” antwoordde mr. Graven koel, „mijn middelen laten mij niet toe hier op het kasteel mot een huishouding op zoo’n grooten voet te leven. Daarbij zijn mijn rechten als erfgenaam geeij slok waterwaard. Mijn neet is jong en pas getrouwd. 4 (Wordt vervolgd.) aanleiding van de Bulgaarsche nota treffende de opmarsoh van Turkije Het is juist, dat wij peïnotika en Or- takeuj voorloopig hebben bezet. Wij werden ertoe .gedwongen om strategische redenen, met het oog op de mogelijkheid van hervatting der vijandelijkheden met Bulgarije en door redenen van menschfdijkheid om de handhaving van de ojrde te verzeke ren, tot de komst van de Bulgaarsche overheid. Wij rukken niet op naar Kirdjali en Goemoeldsjina zooals de Bulgaar sche nota beweert. Wij zullen Dedea- gatsj niet bezetten en gaven het leger beslist bevel niet verder te rukken. Wij zullen de grenslijn niet overschrijden, die wij hebben aangeduid in onze me- dedeeling aan de mogendheden van 19 Juli. Verlegenheid van een Turk. „Kunt u mij zeggen, mijnheer, tot welke nationaliteit ik de eer heb te behooren zoo vroeg dezer dagen met den hoed in de hand aan een Fransch journalist een van die zachte, onzelfzuchtige lieden, zooals he"t Turk sche rijk er zoovele oplevert, aldus de N. Crt. Zoo verschillende mogendheden heb ben om beurten over hun lot geheerscht dat deze lieden, zegt de „Matinu, ge ëindigd zijn met zich te internationa- liseeren. Zoo zij den smaak voor daden verloren hebben en zioh zelfs niet meer boos maken, moet men dit wijten niet aan het gemis, maar aan overmaat van beschaving. En hij vertelde zijn geval. „Ik ben grondeigenaar noord van Midia. Ik meende Turk te zijn, toen het verdrag van San Stefano', mij 35 jaar geleden aan Bulgarije gaf. Ik troostte mij bedenkende dat mijn grond in waarde stijgen zou. Maar een Euro- poosche conferentie kwam bijeen en gaf mij aan Turkije terug. Ik zag van het verhoopte fortuin af en hervatte mijn gewoonten, die mij per slot van rekening dierbaar waren. Daar k^mt een nieuwe oorlog on- langs verandering brengen in mijn lot het verdrag van Londen geeft mij aan Bulgarije terug. Ditmaal ben ik toch werkelijk Bul gaar, dacht ik, daar heel Europa het tractaat geratificeerd heeft. Mijnheer, ik heb respect voor Eu ropa. Echter zag ik op een goeden dag de Bulgaarsche troepen mijn grond ontruimen *en het Turksche leger in 114) Het was een harde slag voor Per cival Craven, dat de oude lord niet de rechtmatige graaf was gebleken en dat nu een jonge man, pas getrouwd, lord Asherton bleek te zijn. Uit dat huwelijk konden kinderen geboren worden en daarmee vervloog voor Percival Graven de kans om ooit in het bezit van Asherton te komen. Dat zijn neef met een operazangeres ge trouwd was, beviel hem ook niet doch Gwendolin verzekerde hem, dat zij op en top een dame was met edele gevoelens. Zij had op Asherton ken nis met haar gemaakt, „Je gaat er toch zeker waar, Percival?” „Dat zal het beste wel zijn, al is het toch vooruit te zien, dat de ver houding pijnlijk zal zijn. Ik laat je hier ook niet graag alleen.” „Ik zal niet alleen zijn, man. Mor gen komt tante Amelie. Kom, laat ons dapper ook deze teleurstelling nu dragen. Als jij gelukkig bent met mij, kunnen wij immers heel Ashot? welke mij zeer aangenaam stemt, is zeer zeker voor u een teleurstelling. Ik zal niet trachten u daarover te troosten; ik weet wel dut uw edel, nobel karakter het onvermijdelijke er van zal wéten te dragen. Ik wensch- te de eerste te zijn, die u hier ont moette, om u te zeggen, dat ik har telijk hoop dat ge vrede zult nemen met de voorstellen, die mijn neef u doen zal. Die voorstellen zijn dezelf de, die ik u gedaan zou hebben bij uw huwelijk, als ik graaf van Ash erton gebleven had. Voordat ge den nieuwen lord ontmoet, zou het dunkt mij, nuttig zijn, indien ge eerst een onderhoud hadt met mr. Gale, on zen administrateur; dan kun', ge eerst kennis nemen van de voorstellen. Percival fronste het voorhoofd en verklaarde dat hij daartoe geen lust had, aangezien Asherton en alles wat daarop betrekking had, hom volkomen onverschillig liet. „Waarde Percival, laten teleurstel ling en verkeerd geplaatste trots je niét tot een overhaast genomen be sluit brengen. De voorstellen, die ik u gedaan zou hebben, worden u nu door mijn neef gedaan; ik raad u ernstig aan, neent'ze aan; ik wensen dit oprecht; meer zal ik niét zeggen, maar ik zal mr. Gale bij u zenden. Sir. Graven ontving eenige minuten later den advocaat. „Mr. Graven, het i^ een zeer on- spoorwegbeambten. Dat is Zondag gebleken, toen op verschillende plaat sen in drukbezochte vergaderingen de spoorwegstaking van twee jaar gele den is herdacht. In deze vergaderin gen werd uitgesproken de wenschölijk- heid, dat alle spoorwegbeambten zich bij de organisaties zouden aansluiten en werden tevens moties aangenomen ten gunste van den achturendag en een minimum-loon van 30 eh. Alleen te Londen namen 25.000 man aan de betoogingen deel. De voornaamste or ganisatie van spoorwegpersoneel is de National Union of Railwaymen, waar bij thans ongeveer 250.000 man zijn aangesloten tegen 180.000 in Maart toen de fusie tusschen de beide grdo- te spoorwegbonden tot stand kwam. In het geheel zullen bij de spoorwe/ gen ongeveer 600.000 man in dienst zijn en al bestaan er nu nog eenige kleinere organisaties 'fcooals de Bond van Spoorwegklerken zeker de helft van het spoorwegpersoneel is nog ongeorganiseerd. Voorloopig is er nog werk dus genoeg voor do vakvereenigingspropagandiston om de organisatie te versterken. hun voetstappen optrekken. Men zeide mij, dat ik weer Turk geworden was. Ik zie daar geen ernstig kwaad inf maar ik zou zekerheid willen hebben, want op dit oogenblik ben ik zonder eigenlijke nationaliteit en dat is ontze- makkelijk.” De buitenlandsche bladen bevatten een aantal bijzonderheden over zegetocht, die koning Constantijn Griekenland binnen de muren Athene heeft gehouden. De versierd met ke en naam van c_„ Grieksche leger zoowel op sche als op het Bulgaarsrfu veroverd. De veroverde kanonnen waren ook bij de eere-poorten geplaatst, terwijl van de veroverde ammunitiewagens groote pyramidewagens waren opge- "jjt. een der tribunes hadden zich 2000 gewonde soldaten en officieren verzameld, die, bij de nadering des Konings opstonden en in donderend gejubel uitbarstten. Ook de Koning m zijn rijtuig stond op en hield een toespraak. Vooraf had bij de landing des Ko nings in de 30 K.M. van Athene ge legen haven een vlootschouw plaats, waaraan niet alleen de Grieksche oor logsschepen, maar ook talrijke koop vaardijschepen deelnamen. Nog zijn de lijken der slachtoffers in de beide Balkan-oorlogen niet alle begraven, of men begint zich gereed te maken voor den concurrentiestrijd om de exploitatie van het veroverde gebied. De correspondent van het Berliner Tageblatt te Saloniki zendt aan zijn blad een uitvoerig schrijven om te betoogen, dat de Grieken weliswaar heel blij zijn met de onderscheiding, welke hun koning van den Duitschen Keizer heeft ontvangen, doch dat nog breede lagen van de Grieksche bevol king nog zeer Fransch-gezind zijn. Dit kan de Duitschers bij de ont ginning van Macedonië waar spoor wegen, straten, waterleiding, brug gen en allerlei industrieele onderne mingen moeten worden aangelegd in het nadeel brengen. Daarom moet de Duitsche industrie thans reeds zorgen voor geschikte tusschenpersonen en verder moeten zij de sympathie, welke het Koninklijke echtpaar voor Duitschland koestert, zooveel mogelijk trachten te benutten. Engeland. Er heerscht naar het Hbl. meldt, nog steeds onrust onder de Engelsche Balkan-Staten. De Turksche beweringen. De grootvizier verklaarde aan een vertegenwoordiger van Havas naar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1