UIZEN Verdronken. iedingen n de Courant mee*. ken memer ABRIKKBN. irkooping ezx ^.d.“vertezxti©-bl©-d. voor ©zx Ozxxstx©Js©zx. &ie Jaargang. Vo. 12259. en Sïxxxxexa la.xxd- Het Nieuwe Ministerie. Buitenlandsch Nieuws. LOEMAN, FEUILLETON iljpt de sel dicht ster Paulo IDA, B ixitexi la.xxd- Telefoon Interc. 82. Dingdag' 20 Augustus 1913. Verechijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.Telefoon latere. 82. Igen dat de Abdij- verklaart het leurla, slijm- aan het Bureau. villa nijverhoidHondorneiningen in- Wordt vervolgd) 4 1 f I an Zn., Gouda. en Woningtoez., iderstandscomw* met over C voedingswaard» Medaille». Vrij bewerkt door AMO. iên kosten slechts daling: voor elke regel I) gram F 8.S0. IR, HotterHam- rverkoopera. iaakbordu 8’/a u. 'ommissie jvoor u. i Legi“ *s avonds iring Kamer van Bouwbedrijven. lenoegen”. Ope- ling 1913. t. Janskerk, 7 u. Het koninklijk besluit, meldende do benoeming der nieuwe ministers zal Vrijdag a.s. in de Staatscourant ver schijnen. Naar de N. Crt. verneemt zal ook Vrydag a.s. de overdracht der porte feuilles plaats hebben. ad onderhouden, sn voorziene, ichte ROND, aan de 1 tot en met 56 rerhuurd en wei en de overigen PTEMBER 1913, do LEESVER- Wosthaven, ten 9 Haastrecht ge rij geregeld tijdig n ontvangen van ten, vermakelijk - se dan in onze en 8 September m 2 tot 4 uren, n geeft Notaris 1. m was mijn een lijdende lardoor dik- am onmoge- rallen waren dg, dat hij len stikker., te hem dan oofd, voort- e hij over n over hart- Nachts sliep oorden veel jsiroop aan. len vermin kt had was KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOU- DERS van GOUDA, Gezien arttikel 182 der Gemeente wet, Brengen ter kennis van de inge zetenen, dat het uitvoerig en berede neerd verslag van den toestand der Ge meente in 1912 ter plaatselijke secre tarie in druk verkrijgbaar is tegen be taling van een gulden. Burgem. en Weth. voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris. W. KROMHOUT lo. S. sommigen tegengesproken, doch de heer Ashmead Bartlett beriep zich op dien Russischen ambtenaar. Toen deed zich een merkwaardig feit voor. De Russische regeeiing verklaarde offi cieel volgens het Petersburgsch Telo- graafagentuur dat het Russische de partement van buitenlandsche zaken zulk een verslag niet heeft ontvangen en dat het door geen ambtenaar van dat departement is opgemaakt. Daarop is weer tweeëerlei antwoord gekomen le. van de Daily Telegraph, die op de mededeeling slechts dit antwoordt Zonder in bijzonderheden te treden mogen wij wel zeggen, dat geen ge wicht behoeft te worden gehecht aan een tegenspraak, die onder de gegeven omstandigheden te verwachten was. Verder bemoeit zich de Vossische Zei- tung met deze zaak. Dit blad beweert wel niet, dat er een ambtenaren-rap- port is geweest, doch zegt dat de Russische regeering wel een rapport heeft ontvangen van een medewerker van een rechtsch Petersburgsch blad. Ten einde het geheugen van de Rus sische regeering op te frisschen, zoo voegt het blad erbij, deelen wij mee dat het stuk aldus begint: In 'gezel schap van een ongeveer een dozijn vertegenwoordigers van buitenland sche groote bladen en telegraafagent- sehappen had ik gelegenheid Adriano- pel en omgeving te bezoeken.” De slotzin luidt als volgt„Dit is het ontzettende resultaat van het nauw keurig onderzoek, waarmee ik mij acht dagen heb beziggehouden. Waar de heer Bartlett echter sprak van een ambtenarenrapport en hij zijn mede- deelingen niet heeft teruggenomen verwachten we daarover nog meerdere gegevens. De toestand op den Balkan. De besprekingen over wat er op den Balkan gaande is, staan op het oogenblik in het teeken van onthul lingen över gruweldaden van weers kanten. Vooral de berichten omtrent Bulgaarsche wreedheden nemen ge duchte afmetingen aan. Het meest karakteristiek is echter het verschijnsel dat uitkomsten van onderzoekingen soms worden weggemoffeld. Zoo ver scheen er dezer dagen in de Daily Telegraph een groot relaas over Bul- gaarsche wreedheden van den heer Ashmead. Bartlett, voorzitter van het Engelsche Balkancomité, waarin deze heer mededeelingen deed uit een rap port van een Russisch ambtenaar die door {zijn regeering was uitgezonden om een onderzoek in te stellen naar de beweerde Bulgaarsche wreedheden in den Balkan. De heer Ashmead Bartlett beweerde toen dat de Russische regeering zeker het geheele rapport zou publiceeren. Hij had het rapport gezien en er zijn uittreksels uit gemaakt. Als een zeer sterk staaltje van de mishandelingen waaraan de Turksche krijgsgevangenen hebben blootgestaan, het volgende 15000 Turksche krijgsgevangenen en 5000 Turksche burgers werden als beesten op het eiland van het Serail bijeengedreven, waar zij geen eten of drinken kregen en zich moesten voe den met boombast of de zolen van hun oude schoenen. Tengevolge van dit totale gebrek aan voedsel stierven de gevangenen bij honderden per dag. Bij hun overbrenging naar Bulgarije waren er van de 20000 slechts 10000 meer over. Wel werden die wreedheden door PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. zijn vrouw het toezicht de villa, wanneer fc waren. Regelmatig als de zwaluwen, die onder het dak van de villa zich ge- nesteld hadden, alleen maar wat bd^r had mevrouw Kaussel met haar bei de dochters lederen zomer, gewoon- GOUBSCHE (01 KAM. PR USD ERa1)VERTEN TI N Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. f 0.55 Elke regel meer0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. om van de buitenlucht te toen mijnheer von Melnik met den knecht op weg ging, waren toch nog vele personen buiten om te genieten van de frissche avondkoelte, want de dag was drukkend geweest. Vele hoeren, alsmede visschers, en landlie den sloten zich bij hen aan; men stel de signalen vast, waaraan men elkan der zou herkennen; op bepaalde pun ten zou men elkaar weer aantreffen, en zoo ging men in verschillende richtingen uiteen. Den geheelen nacht zag men in ’t rond de lichtjes flikkeren, tusschcn de boomen in het bosch, aan den lan gen straatweg, over de velden en op dijken. De nacht week voor de sche mering en deze weer voor den dag. De lichten werden uitgeblazen en het roepen hield op. Bleek, huiverig en terneergeslagen kwam de eene groep voor, de andere na op de plaats, die afgesproken was. Niemand kon uit komst geven; men had zelfs geen en kel spoor gevonden. De heer von Melnik keerde niet te rug naar huis, doch droeg een be diende op te zeggen dat zij tot nu toe nog niets van juffrouw Gertrude hadden gevonden of gezien, dat hij nu stappen ging doen om de treuri ge geschiedenis in handen van het ge recht te geven. Met dit doel ging hij met den eer sten trein, die van Kiel kwam, en aan het station Gremsmolen stopte, kwam, om van de buitenlucht te ge nieten. Juffrouw Kaussel, die na de geboor te van haar jongste kind veel sukkel de, moest naar het oordeel der dok ters veel rust on frissche boschlucht hebben en die vond zij volop in dit heerlijke bosch- en waterrijke oord, dut tot het vorstendom Gutin behoor de en toen veel minder dan later tot zomerverblijfpluats werd gekozen. Het beviel haar zoo goed in deze omgeving en onder deze eenvoudige lieden, dat zij er huig bleef en den wensch uitaprak, er dikwijls terug te komen. Haar man kocht daarom, vóór hij naar Hannover, waar hij een bankiers- zaak dreef, terügkeerde, een stukje grond, dat in het dorpje Malente lag en Godsberg heette. Op een hoogte, vanwaar men vrij over het Kellermeer en over boaseben, akkers en weilanden kon zien, werd nu een sierlijke, ruime villa gebouwd en een tuin erbij aangelegd. De tuinman, die dezen bebouwde en dichtbij een woning kreeg, zou houden de bezitters elders zijn gezondheid zoo hebben v’ "i over- sanatorium voor Den van 1 niet in het bericht van het Engelsche blad, dat wij voor ons hebben) bijna een halve duim minder'regen gevallen dan in den warmen zomer van 1911 en ongeveer 2'/a duim minder dan in dien van 1912. DüitschlaNd. Het Krupp-proces. Uit Berlijn wordt gemeld, dat de hoofdgetuige in het a.s. Krupp-pro- ees, Brandt, aan zenuwoverspanning lijdt; tijdens het proces tegen Tilian c.s. zou a.”_ geleden, dat zijn genaeeheeren brenging naar een sanatorium noodzakelijk hebben verklaard, eersten tijd zou er geen sprake kunnen zijn hem aan een nieuw ver hoor te onderwerpen. Brandt heeft intusschen van de firma Krupp „on- bepaald verlof” gekregen, tot het Moabit-proces geëindigd zal zijn. Het ia misschien niet heel fraai, en mis schien is er ook geefc reden toe maar men denkt onwillekeurig aan Prins Eulenburg, dig ook opeens ,,Verhandlungsunflihig’’ werd, toen t proces tegen hem een Al te bedenke- lijken keer dreigde te nemen De eeuwfeestviering te Kelheim. In de „Befreiungshalleu van Kelheim zijn gisteren, op uitnoodiging van den Duitschen Keizer, alle Duitsche Bonds- vorsten bijeen gekomto om het eeuw feest te herdenken. Dat was, zoo lezen wij in de N. Crt., wel het schitterendste van de vele feesten waarmede Duitsch- land tot dusver de verjaring zijner bevrijding vierde en de samenkomst van het verheven gezelschap had een talrijke menigte naar het Beiersche plaatsje gelokt. De bevolking van 4000 inwoners was plotseling tot 80,000 aangegroeid er reden 82 extra treinen en de post-administratie had 16 tele foonlijnen doen aanleggen. Er waren meer|dan,120 journalisten en de prijzen in de logementen waar men anders 1 tot 2 Mark betaalt, waren tot 20 en 25 Mark gestegen. De menschen wer den zelfs op hooizolders en in schuren onder dak gebracht tegen grof geld. Het Bevrijdingsgebouw van Kelheim is gesticht door den kunstlievenden Beierschen koning Ludwig I, en op 18 October 1863, den vijftigsten ge denkdag van den slag bij Leipzig, werd het plechtig geopend. Het is een gebouw in Grieksch-Romaanschen stijl. Een trap van 82 treden voert erheen. Ter herinnering aan den 18den October is bij het bouwen telkens het getal 18 toegepast. Aan den buitenkant zijn op zuilen 18 Germaansche jonkvrouwen ge plaatst met schilden, waarop de namen van de Duitsche volksstammen gegrift zijn Voor deze zuilen staan 18 reus achtige kandelabers en langs de kroon lijst van de buitengalerij zijn 18 tro peeën aangebracht. Boven den ingang leest men het opschriftDen teutschen Befroiungskarapfern Ludwig I, König von Bayern, MDCCCLXIII. Van binnen is het gebouw geheel met marmer bekleed. Langs de binnen- galorij gelijkvloers staan 24 overwin ningsgodinnen, die elkaar de hand reiken en met de andere een bronzen schild vasthouden, 17 schilden in het geheel, die gegoten zijn uit veroverde Éransche kanonnen. Op marmeren tpfels boven de bogen van de zuilen leest men de namen van 18 Duitsche veldheeren en nog hooger van 18 ver overde vestingen. De hal wordt over welft door een hoogen koepel. Naar de bovenste binnen- on buitengaleryen leidt een ijzeren wenteltrap. In den marmeren vloer van de hal is het opschrift aangebracht; „Moch ten die Teutschen nie vergessen was den Befreiungskriog notwendig machte und wodurch sic gesiegt I” Deze zaal was onder professorale leiding versierd met gouden vruchten slingers en gouden linten ter lengte van vele honderden meters. In het midden van de hal hing een krans van gouden en zilveren rozen, waar voor 4000 rozen ter grootte van een hoofd gebruikt waren. In het geheel zijn meer dan 10,000 van zulke rozen gebruikt. Bij hun intocht werden de vorsten door 1800 zangers begroet. De schitterendste decoraties waren in de banketzaal aangebracht. Een overdekte gang voerde naar het ronde voorgebouw, dat geheel in groen en goud was gehouden. Slingers van groen, met gouden vruchten, wonden zich uit een koningskroon» die het middelpunt vormde. Aan deze slopt zich een zaal aan, die door 24 nisvor mige vensters verlicht wordt en die geheel in rood met goud gehouden was. Kostbare gobelins uit de resi dentie München hingen langs de wan den. Het waren pronkstukken van weefkunst, nochtans werden ze in schoonheid door het tafelgerei over troffen. Dit was, als bij oude Beiersche feesten, in zeven groote wagens naar Kelheim gebracht. naar Gutin. Hier gat hij de raadsel achtige verdwijning in handen van ’t gerecht. Aan <le oevers van het Keiler- en Dijkmeer in een streek waar het land- schap zijn oorspronkelijkheid had be waard; onder een bevolking, wier trouw en aartsvaderlijke eenvoud zeer spreekwoordelijk was, moest onder allo omstandigheden het verdwijnen van een jong meisje groot en gerecht vaardigd opzien verwekt hebben. De ontsteltenis was nog grooter, nu het Gertruda betrof. Ofschoon Gertruda von Kaussei elk jaar slechts een korten tijd in de om geving had doorgebracht, beschouw de men haar toch anders dan do ge wone logeergasten, die terug komen en dan voor goed verdwijnen zonder een adresachter te laten. Men had ze al« H«f>> kind mon had ze op zien groeien en be schouwde haar half eo half als een ingezetene, want het was het vrién delijke meisje gelukt zich bemind te maken bij de wel wat wantrouwe Holsteinsehe landslieden. De vader van Mdita en Gertruda die later Geheim Handeleraad von Kaussel werd, was nog «my»»'’1»' mijnheer Kanwel, toen hiji voor bet eerst met zijn vrouw, de fEjango Melita en de kleine ^erlnufa, plaatsje Gremsmolen in het zooge naamde Holateinaebe Zwitserland. Engeland. Brand. In de depots van de Standaard Oil Company te Londen is brand uitge broken. 2500 petroleumtanks zonden verbrand zijn. De reservoirs van meer dan 1000 ton worden bedreigd. Het regende Zaterdagochtend zoo meldt de „N. R. Crt.u in Londen zoo hard als het er van den zomer nog niet had geregend, maar ’s middags scheen de zon weer. Er is van 1 Mei af (in Londen of in Engeland, dat blijkt 4) Mevrouw von Melnik had zich in het eerst er tegen verzet en had op een ijzeren tuinstoel de nachtelijke uren willen doorbrengen, totdat zij bericht van haar zuster zou hebben gekregen. Zij had eerst als een ra zende het balkon op en neer geloo- pen, en was ten laatste vermoeid in de leuningstoel neergevallen. Als een kind had zij zich in slaap geschreid, nu en dan werd zij wakker en dun vroeg zij weer of er nu nog al geen bericht was, en dan brak ze weer In een weeklacht uit, en viel weer schrei ende in slaap. De drie dienstboden zaten bijeen en onderhielden zich fluisterend over het lange wegblijven van juffrouAV Ger truda. Toen zich evenwel aan den oostelijken hemel het eerste morgen licht vertoonde, en een koele wind over de slaapster streek, toen nam ac sterke keukenmeid de jonge vrouw op en droeg haar naar bed als wel eer toen zij nog een kind was. Ofschoon het reeds tien uur was, lijk omstreeks Pin koteren, ‘de betrokken. Haar echtgenoot kwam nu on dan oenige dagen of weken over. Zijn za ken bonden hem aan Hannover, waar hij behalve zijn kassierszaak nog ve le groote nijverheidsomlernemingen leidde. Hij ging dus door voor een millio- nair, voor een der rljksten uit de streek, en de regeering had zijn ver diensten erkend, door hem eerst den titel van Geheim Handelsrond te ver-/ leenen en door hem in den adelstand te verheffen. Zijn vrouw, die nu mevrouw von Knusse! dus heete, gaf weinig om die titels of rang, waarop haar man zoo trotsch was, want als dochter van ’n aloude Lübecker koopmansfamilie was zij door en door burgerlijk. Haar stille eenvoudige aard vond moor behagen in een teruggetrokken bespiegelend leven dan in den druk ken omgang met voorname personen waarop haar man zpo gesteld wna, en waarom hij zijn woning te Han nover bijna vorstelijk had laten in richten. f 1 25 150 1 50 1.90 Bui Naar van betrouwbare zyde wordt vernomen is de Kabinetsformateur Mr. Cort van der Linden er in geslaagd een Vrijzinnig Ministerie samen te stellen. Als aanstaande Ministers worden genoemd Buitenlandsche Zaken, jhr. dr. J. LOUDON, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Washing ton Justitie, mr. B. ORT, advocaat-ge- neraal bij den Hoogen Raad Binnenlandsche Zaken, jnr. P. W. A. CORT VAN DER LINDEN, lid van den Raad van State, Kabinets formateur Marine J. J. RAMBONNET, kapi tein ter zee, Commandant van H. M’s. „Evertsen” Financiën, A. E. J. BERTLING, directeur der registratie, te Leeuwar den Oorlog, N. BOSBOOM, gep. kolo nel van de artillerie, lid vandelegor- commissio Waterstaat, dr. C. LELY, lid van de Eerste Kamer der Staten-Goneraal, wethouder van ’s-Gravenhago Landbouw, Nyverheid en Handel, mr. M. W. F. TREUB, oud-lid van de Tweede Kamer; Koloniën, mr. Tu. B. PLEYTE, oud- advocaat te Semarang, voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart, te Amsterdam.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1