JSEL ITS, i and el. rfi R W 0 Zaterdag 4 October 1913. 52e Jaargang. behalve Zon- Tweede Blad. Buitenlandsch Nieuws. 1 FEUILLETON. xTZD-ZX- Gouda. lTie\i’WS- ean. ^.d.’vex’texxtie'blsLd. voor G-o-vxcLsu ezx Oxxxs’txeJsezx- Verschijnt dagelijks en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. J Verloren vriendschap Be gevolgen van art. 369 Invaliditeitswet Be suhsidieering van bijzonder onderwijl Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. V8RGADEB1WVAN DEN GEMEENTERAAD f 1.25 i AST] «TELS. 66 man A Zn-, Gouda I .Onryati laaek. la. onhoven. ipen a.d. IJssel. en Woningtoez., )nderstandscomm. ■ruiken Ires: 'EIT IN en Heeren waait d M en het ET. DHUID. 601DSC11E um RAAT. wij geregeld tijdig en ontvangen van irten, vermakelijk azo dan in onze i. van artikel 11 leidt. Zij zal hebben aan te toonen, dat de aubsidieering van het bijzonder uitgebreid onderwija er niet toe heeft geleid, dat dit onderwijs werd bevor derd. Zij zal na nauwkeurig onderzoek hebben aan te geven op welke wijze een beter en billijker regeling ia té verkrijgen. Wij zien in deze commissie aller minst een kapstok, doch veeieei een goedbedoelde poging, die werkelijk niet behoeft te mislukken, om tot een op lossing der schoolkwestie te komen, die de partijen bevredigt. Wie dat wil bereiken, zal het ad vies van „De Standaard”, dat blijk baar door onverzoenlijkheid werd in gegeven, ondoordacht achten en be neden het standpunt dat een leider als de heer Kuyper behoort in te nemen. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—-5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer«0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 0.35 bij vooruit betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Er was nog een flesch brandewijn over van mijn verjaardag. Ik schonk er mij een glas van vol en verviel in diep gepeins. Toen de flesch leeg was, werd het weer zeer donker om mij heen. De nacht breekt in die streken bijna zonder schemering aan. Plotse ling sprong een gedaante door het open venster, stortte zich in het bed van Piet en trok de dekens over het hoofd. Zyt gij het, geest mijns armen vriends vroeg ik droomverloren. Schaapskop Geest... Zie ik er als een geest uit? Ik ben het zelf en bovendien spiernaakt omdat een gauw dief mij mijn kleeren heeft ontstolen. Ik werd oplettend. Ja, maar waar heb je dan die drie dagen gezeten vroeg ik vol twijfel. Hoezoo, sedert drie dagen? Van nacht hebben we toch nog samen ge fuifd Van middernacht af heb ik aan de rivier geslapen, omdat het mij in bed te warm geworden was en toen ik vanmorgen wakker werd, waren mijn kleederen weg. Ik heb toch bij de rivier naar je gezocht, maar je was er niet, zeide ik beklemd. Omdat ik mij vanwege de muggen I meer van den oever had verwijderd. onbillijke verdeeling van Talma’s feestgave, zijn er legio. Ieder gevoelt dat dit niet zoo kan blijven en de uitbreiding van art. 369 ten spoedigste zal dienen te geschiet- den. Wij twijfelen er geen oogenblik aan, of de werkkracht van minister' Treub zal zich fti de eerste plaat» op deze urgente kwestie richten. Frankrijk. Het ongeluk te Oerbare. Een ooggetuige, die het ongeluk op het marktplein te Cerbère van het balcon zijner woning heeft aanschouwd verhaald in de Figaro het gebeurde aldus De stortregen, die op 29 September den geheelen dag was gevallen, had in de straten een geweldige overstroo- ming veroorzaakt. Op het marktplein stond het water twee meter hoog. Om 6 uur ’s avonds liepen de huizen op het plein onder en de bewoneré riepen om hulp. Een aantal personeg snelden toe om hen te helpen. In een der winkels op het plein was een depót van carbiet en andere ont brandbare stoffen. Door het binnen»- gestroomde water werd aeetyleengal ontwikkeld. Toen de te hulp gesnelde personen den winkel binnentratfen om de goé* deren in veiligheid te brengen waafr bij een hunner een brandende kaar» in de hancl hield werd een ver* schrikkelijk ontploffing gehoord. Het geheele blok huizen, waartoe de winkel behoorde, stortte donderend in. Alle menschen, die zich op het pleip bevonden, werden ter aarde geworpeil De personen, die den winkelwaren binnengegaan, kwamen bijna'allen on}. Verschrikkelijke jammerkreten klon ken uit de puinhoopen, waaruit eenige verminkte lijken uitstaken. Vijf personen konden nog worden bevrijd. Maar de vlammen stegen uit de puinhoopen op, zoodat de redders hun arbeid weer moesten staken. Het was een afgrijselijk schouwspel de on gelukkige slachtoffers, die aan hun lof moesten worden overgelaten, levend te zien verbranden. De stad is op het oogenblik geheel zonder levensmiddelen. De prefect heeft vleesch en 2000 kilo brood voor de troepen gerequireerd. De Gemeenteraad heeft reeds 3000 frs. beschikbaar gesteld tot leniging jaar 1899, dat ik mijn vriend Hat sedert drie dagen vermiste. Op Maan dag, den lOen, hadden wy mijn ven- jaardig gevierd en tot 12 uur ’s nachts een beetje veel gedronken. Plotseling zeide Piet: Het is heet.ik ga zWemmen. Nadat hij dit gezegd had, nam hy zijn hoed en ging heen. Ik ben toep waarschijnlijk naar bed gegaan en in slaap gevallen, want toen ik wakker werd, lag ik er in althans in dat van Piet. Mijn blik viel op den scheurka lender hij stond op Donderdag, den 13den. Dan had ik meer dan acht-en- veertig uren geslapen. Maar waar was Piet Ik vroeg het aan de weduwe Pikkel, een vrouw van vijftig jaar, die naast ons een blokhuis bewoonde. Zij wist het niet. Hij was gaan zwemmen, schoot mij nu te binnen. Aangegrepen door een somber vermoeden, snelde ik naar de Blauwe Rivier, die op een afstand van ongeveer 35 kilimeter voorbij stroomde. Binnen tien minuten bevond jk mij aan de rechteroever der rivier. Daar lag Piet’s gewaad in buitenge wone wanorde verspreid, maar Piet was er niet. Een alligator dacht ik dadelijk. Ik en mijn hart stonden stil. Ik nam de portefeuille uit zyn zak. Er zat niets in. van den eersten nood. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft 1500 frs. gezonden. Men gelooft niet dat het spoorweg- er eenige dagen verloopen zijn. Brlgiê. Een tunnel onder de Schelde. De Vlaamsche Gazet schrijft Naar berichten van goeder hand laten vernemen, zou Minister Helle- putte besloten hebben niet langer te dralen in zake het graven van een tunnel onder de Schelde. Vooraleer een maand verloopen zij, zal men de boringen aanvangen, Om de vereischte inlichtingen te bekomen over den onr dergrond. De werken zouden dan in ’t begin van aanstaande jaar aangevat worden en vooraleer vier jaar zijn verloopen, zullen de twee oevers der Schelde door een onderaardschen weg verbonden zijn en de gronden, door de regeering op den linkeroever aangek kocht, zouden tevens aanzienlijk in waarde stijgen. Naar allen schijn zal de linkeroever dan ook bij het grond gebied van Antwerpen worden ge voegd. Het bebouwen op den linkeroever kan geschieden terwijl men aan den tunnel werkt, zoodat eens de tunnel open gesteld voor het verkeer, da Antwer penaars een gansch nieuwe stad aan de overzijde der Schelde zullen vinden» ook goedkooper geweest zijn. Wij hadden acht dagen tevoren el kaar leeren kennen en van elkaar lee- ren houden. Hoe diep onze wederrzijd- sche sympathie was, moge blijken uit de volgende twee voorbeelden. Wij liepen door een donker woud, toen ik plotseling werd aangevallen door een roover. Piet begon te schree- weD, of hij zelf de aangevallene was, en snelde, rende met een snelheid van 10 kilometers per uur weg, om hulp te halen. Toen hij met eenige mannen terugkwam, was het te laat. Ik had inmiddels dén roover zóó nadrukkelijk het verkeerde van zijn onderneming onder het oog gebracht, dat hij geheel verpletterd op den grond lag. Piet huilde byna van ontroering over dat schouwspel Kort daarna verzocht hij mij, herii honderd dollar te leenen. Zonder over haasting tastte ik in mijn zak en gaf hem de helft van mijn bare middelen, bestaande uit twee dollar. Indien ik ar vijftig fiad gehad, zou ik er hem na tuurlijk vijf-en-twintig uitbétaald heb ben. Zoo voortgaande zou ik nog wel honderd bewijzen van van onze innige vriendschap kunnen aanhalen doch ter zake 1 Het was op den 13den Juli van het Als ik aan hem denk zie ik hem nog voor mij staan met zijn trouw, blauw obg. Menigmaal was het, of een heldere lentedag zich er in weerspie gelde. Het andere had hij op een meisje laten vallen en dientengevolge was hij het kwijtgeraakt. Wij woonden samen in een verlaten blokhuis in het verre westen van Ame rika. Hoe wij dftar gekomen waren, doet er niet toe, want ik behoor niet tot die lichtzinnige letterkundigen, die honderd avonturen, ondervindingen of gedachten in één verhaal neerschrijven en daardoor binnen korten tijd van hun hoofd een gedachten-armhuis ma ken. Daarom zal ik later vertellen, hoe wij in het blokhuis in het Verre Wes ten kwamen. Thans volsta ik met de verklaring, dat wij er waren, mijn vriend Piet en mijn persoontje Wij hielden veel van elkaar en vorm den één ziel en één lichaam, het laat ste natuurlijk in figuurlyke beteekenis. Want indien wij werkelijk één lichaam hadden kunnen zijn, zou, hetgeen ik nu verhalen ga, niet gebeurd kunnen zijn. En in sommige opzichten zou het W ij laten hier eenige treffende voor beelden volgen, waaruit de onbillijke werking van art. 369 len duidelijkste blijkt. Deze toonen aan, dat de uit werking welke Talma’s „feestgave” zal hebben, met elk begrip van billijk heid en rechtvaardigheid spot. A. meldt zich aan vopr ouderdoms rente. Hij is depothouder van een sigarenfabriek en geniet daarvoor n vast salaris van f 800.per jaar. Hij heeft vrije woning, die op 1250 wordt geschat. Zijn totaal inkomen is dus f 1050. Hij blijft beneden de loongrens van f 1200, die de wet stelt en is in loondienst, en komt in aan merking voor de f 2 staatspensioen. B. is een 70-jarig moedertje, dat met mutsenwasschen armoedig in haar onderhoud kan voorzien. Haar ge middelde verdienste bedraagt nog geea f 3 per week. Zij is niet in loondienst doch heeft het ongeluk een zelfstan dige mutsenwaschvrouw te zijn komt niet in aanmerking voor staatspensioen. C. geniet als gepensioneerd kapi tein bij een particuliere reederij 1 een pensioen van 4 9 per week,,. hij be zit een eigen huisje en heeft een ka pitaaltje van f 3000 bespaard. Hij blijft beneden den loongrens van f 1200, valt niet in de vermogensbe lasting, was in loondienst en komt in aanmerking voor het staatspen sioen. D. was voor eigen rekening gar- nalenvisscher. Voer tot zijn 69e jaar met zijn schuitje dagelijks uit. Nu is hij 70 en wordt geholpen door zijn kinderen. Hij was niet in loon dienst, maar komt, ofschoon hij dood arm is, niet in aanmerking voor de f 2 ètaatsuitkeering. Dergelijke gevallen van schrijnend De Troonrede stelt in het vooruit zicht, dat een Staatscommissie zal onderzoeken in hoeverre een bevredil gende regeling mogelijk is ter zak» van de aubsidieering van het bjjzonl der onderwijs en de vOorwaardent welke daaraan moeten worden vei| bonden. De „Standaard” heeft nj reeds verklaard, dat zij deze commisi sie en haar onderzoek overbodig acht want zij acht de conclusie, waartoè de Grondwetscommissie v$m minister Heemskerk kwam, wel doordacha Rechts zou volgens de j,Standaard i misschien het verstandigs!! doen, dl beraadslaging in deze Staatscommisl sie aan de heeren paedagogen vat links over te laten. Dr. Kuyper’s orgaan wil dus blijk! baar van geen andere oplossing wi» ten dan die van het befaajpde rap» port over de Grondwetsherzieningi Dat komt er op neer, dat de bijzonl- dere school geheel uit de staatska^ wordt betaald, zonder dat de borgen, zooals ze gelden voor openbare school, worden 'gegeven zonder dat den Staat het toezi< wordt veroorloofd dat voor de opent bare school geldt. De zekerheid, dal het peil van het bijzonder onderwijs niet zal dalen, is de onafwijsbare voorwaarde voor aubsidieering del bijzondere school. Hoezeer deze than» ontbreekt, bewijst de werking val het M.U.L.O.-wetje, maar al te zeen In het jongste sehoolverslag klaagt de inspecteur der eerste inspectie dal in Brabant en Limburg de openbar» school herhaaldelijk wordt verknoeid en in een schijninrichting voor uitge» breid onderwijs wordt omgezet oi» hooger subsidie te bemachtigen. Zelf# deelt een districtsschoolopziener mede dat onderwijzeressen van 72 en 73 jaar, en één zelfs van 8? jaar in Brabantsche kloosterscholen werk zaam zijn! Het behoeft yel geen be toog, dat deze oudjes alleen diens} doen ter bémachtiging van 'hooget subsidie. De subsidie-wet-Kuyper heeft er toe geleid, dat het subsidie klimt^ naarmate de gesubsidieerde school meer standenschool is. Tal van R.K. bijzondere scholen té Amsterdam bijvoorbeeld, ontvangen hooger subsidie, al naar de school armenschool of burgerschool is. De te benoemen Staatscommissie zal al deze kwesties onder de oogen heb ben te zien'. Zij zal hebben na te gaan tot welke misstanden het gee£ maar-raakstelsel van dr. Kuyper PRIJS, VAN HET ABONNEMENT; Per kwartaal Idem franco per post„1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50 Idem franco per post. 1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. en Wethouders gelijk te stellen feest dagen, en arbeid verricht buiten de vastgestelde werktijden, welke werk tijd voor de werklieden bij de Fabri cage en voor de dagploeg der machi nisten en stokers bij de Gemeente- lichtfabrieken wordt geacht 10 uren per werkdag te zyn, ook al is volgens net seizoen de werktijd korter. Onder overwerk wordt voor de werklieden, wier taak het verrichten van nacht- of Zondagarbeid medebrengt, niet ver staan nacht- en Zondagsarbeid verricht in hun gewonen diensttijd”’ De heer Vergeer: B. en W. stellen voor den aanhef van art. 16 van het Werkliedenreglement aldus te lezen„Overwerk wordt beloond tot een door Burgemeester en Wethou ders vast te stellen bedrag.” Ik zou gaarne zien, dat de belooning van het overwerk door den Raad werd vastgesteld. Ik meen, dat B. en W. daarvan heel wat gemak zouden heb ben en dat wij niet meer de quaesties krijgen tusschen de menschen zelf, dat de een meer krijgt dan de ander. Wij zullen er een beter geheel door krijgen. Ik zou dus willen voorstellen dat het loon na den tienurigen arbeidsdag tot des avonds 10 uur wordt bepaald op 125 van het uurloon, het loon van, 10 uur des avonds tot des morgens 6 uur (nachtwerk) op 153 en het loon voor Zondagsarbeid op 200 De Voorzitter: Mag ik den heer Vergeer opmerkzaam er op maken, dat in het Werkliedenreglement zelf bepaald wordt de schaal, volgens welke uitbetaald wordt voor overwerk, nacht arbeid en Zondagsarbeid B. en W. bepalen eenvoudig in elk coccreet geval desnoods hoeveel daarvoor in elk geval moet worden betaald. Dat is de bedoeling van de zaak. Vroeger werd gerekend met uurloon; nu wordt voor iederen werkman vast gesteld een minimumloon. B. en W. zullen nu niet meer eenvoudig kunnen zeggen t 25 °/0 van het uurloon wordt extra betaald, maar zij zullen hebben uit te rekenen min. of meer hoeveel aan uurloon moet wbrden betaald en dat wordt dan als b|sis aangenomen voor de berekening van hetgeen voor overwerk of nachtarbeid of Zondags arbeid moet worden bijgepast. De heer Vergeer: Het loon voor overwerk zal steeds naar het uurloon moeten bepaald worden. Wanneer iemand, f 11 in do week verdient en hij werkt 50 uren, dan is gemakkelijk te bepalen, hoeveel hij VRIJDAG 26 SEPTEMBER. (Slot.) Beraadslaging over punt 4, luidende: „4o. het Werkliedenreglement te wijzigen als volgt: a. het tweede lid wordt gelezen „Voor de werklieden, die geregeld gedurende de zes werkdagen des daags arbeiden, bedraagt de werktijd ten hoogste 10 uur per etmaal buiten de schafturen; en voor hen, die voor af wisselenden dag-, nacht- en Zondags dienst zijn aangesteld, gemiddeld, over drie weken genomen, ten hoogste 10 uren per dag en gedurende den nacht 8 uren; b. Artikel 16 wordt gelezen „Overwerk wordt beloond tot een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen bedrag. Onder overwjerk wordt verstaan arbeid verricht op Zon dagen en algemeen erkende Chris telijke- en hiermede door Burgemeester Arme vriend! Hij was mij nog altijd een dollar schuldig. Ik maakte van zyn hemd een zak, deed er zyn overige kleedingstukkeh in en aanvaardde diep bedroefd, den terugweg. Ik was dus den dollar en myn eenigen vriend kwijt. Ik was zoo van streek, dat ik her haaldelijk Piet’s stem meende te hoo- ren, maar het waren hallucinaties. Toen ik mijn blokhuis bereikte, stond er een marskramer voor en bood mij een hangklok en een Nederlandsen woordenboek te koop aan, in ruil waarvoor hij aanbood, kleederen van mij over te nemen. Bijna had ik my aan hem vergrepen, zoo verontwaar digd werd ik in dat uur van smart over zijn profane hebzucht. Toen hij echter deelnemend informeerde naar de oorzaak van mijn opgewondenheid, smolt het ijs en verkocht ik hem de kleeren van Piet voor vijf dollar. Voor alle schatten der w'ereld zou ik deze reliquieen niet uit mijn han den gegeven hebben als zij mij niet veel te nauw waren geweest. Van de vijf dollar kwam er één rechtens mij toe, voor de andere zou ik den overledene een gedenksteen kunnen oprichten of een glaasje op zijn gezondheid drinken. Ik besloqt tot het laatste.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1