-1 ERK HTS, handel, ulres: liwrtq t en gezond. Zij ft de teint, per stuk. Verdronken. mhuis No. 12206. S&e Jaargang. Donderdag 9 October 1913. Amsterdam. Verschijnt dagelijks en Feestdagen. behalve Zon- .50 Buitenlandsch Nieuvrs. .75 ZBviiteEklaxx FEUILLETON. >rzD^. ENZORG. I. Gbuda. en Heem •ISEL XTieiirtxrs- ®zx -A-d-verteixtieTolsud. voor G-oixcLa. ezx OaacxstreHsoezx- DHG, assenen als voor Telefoon Intero. 82. LEN Preventieve hechtenis. Uitgevers A. BRINKMAN BN ZOON. Telefoon Intero. 82. keek gouda. slaapt if hij zich ze zou Vrij bewerkt door AMO. George (Wordt vervolgd.) nan Zn., Gouda* Balkan-Staten. Albania Uit Jannina wordt gemeld, LEIN. K. T K* staan, toen George haar uit het wa ter redde, dat niemand van baar on geluk en redding mocht wetei Hoe bezon- tnoeder, die van alle buiten sporig- inet zijn "f van d it kind- valt onder de artikelen de veroor- aar ge- broer er Gertrudi i K«' vreese- dader jerouw van vorige den Span.i«. Poincaré’s reis uaar Spanje. De Spaansche bladen laten weg loods het tpen op jate gest aan Ma- was, als toe, lc A. DE JO<C thaven 31. heeft Katho- hleld mis hij advo- uit de licht in FEIT IN (iOIIM'HE COURANT mmissie z. J, Vice-Voorz. ENDORST, Pen. Secr. üit Jannina wordt gemeld, lat de kooplieden van Santi-Qnaranta i regens de houding van Italië in het Bpirus- gehecht. Wij zijn benieuwd vat de Rijkskanselier op deze beide uiringen zal kunnen zoggen. ge hot zijn doodde jst voor getuigen hij het van 4 ir aan de mie- uit beide en. De jongen heeft van zijn misdaad 31 f en i Iruiven „een uit- id hij al geddan, c greep delsbetrekkinj kooplieden e. Keller- gcvonden? Iedereen, behalve de *-- - en von Isgrooter. Dames, neer aan die aan voldoen. Zendt een der leden van e laten halen wat is van haar met dezelfde woor- ze mot en wist niet besloot toen Duitbohland. Men herinnert'zich uit de Krupp- affaire den naam van Von Meteen, die vóór Brandt vertegenwoordiger dor firma Krupp te Berlijn was, en die de man zou zijn geweest, welke aan dr. Liebknecht do „Kornwarizoru in han den zou hebben gespeeld, welke tot Fhankbuk. Ontzettende moord. Marcel Redureau, de jongen nog geen zestien jaar, die de week in de buurt van Nautee gruwelijke» zevenvoudigen moord be dreven heeft op den boer bij wien hij werkte en diens gezin, blijft rich in de gevangenis volkomen kaïn dragen, als onbewust van het lijke misdrijf waarvan hij den is. Hij eet en slaapt goed en lx schijnt hem niet te kwellen, De jon gen doetx gewoon, hij is rustig 1 7* gewoon, doet evenmitf uitdagend als terneer geslagen. Vrijdag heef, het eerste onderhoud mi caat gehad. Het mftWrijf misdadiger 66 en 67 van het strafwetboel zwaarste straf, waartoe hij deeld kan worden tot twintig vangenisstraf. Wat de beweegredenen betrrtt, die Redureau tot zijn zeven moorden ge dreven hebben, wraakgevoel kind tot zijn monsterachtige hebben aangezet. -De boer was tegen don jon ?en uit gevaren, toen deze dit, naar zeggen, niet verdiende. Hij den boer en uit ang« van dezen misdAad moordde gezin uit, op één klein kind jaar na. Aanvankelijk was diefstal als beweegreden tot daad gedacht, ook aan moon lust tot moorden, maar deze veronderstellingen zijn opgegeu Jlr. -- %-nr. t het volgende verhaal gedaan: ’t Was ’s avonds om half ik was met den baas bezig te persen. Toon gaf hij mij brander en dat baf en ik besloot me te wreken. I een stamper en ging achter d m baas De Welfische kwestie in Duitschland. De bladen die zich verheugd moch ten hebben over de oplossing van het aakbord”, 8l/2 u., ig Mercurius. 8 u.. Uitvoering b. „Perseveranza”. i Woningtoezicht) derstandscommtf*' wij geregeld tijdig en ontvangen van irten, vermakelijk- we dan in on*e had het anders zoo verstandige meis je het plan kunnen vormen, cm met George te vluchten; iets waaraan zij maar niet de dringende noodzakelijk heid kon inzien! Hoe had er zich zoo spoedig mee kunnen ver- eenigen? ’En als zij daarvoor de verjaring zocht in zijn grénzenlooze lief ie voor haar, hoe had toch haar zeer nen heden afkeerig was, niet alleen haar PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1 25 Idem franco per post„1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50 Idem franco per post1.50 Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. 42) Toen de deur zich achter Melnik gesloten had, gaf de i zoon »de scheikundige 3 Trfhd artsen en de jn of- achter verhaal uit de von oo__oude Kretschman zijn zoon een knipoogje gaf hem de doos terug en zeid1: leg dat ding weer voor het venster. Ze zagen elkander aan, gliin’.aeh- ten en begrepen elkaa»T. Den volgenden d-g Melnik alles ingepakt. geschil tusschen de Cumberlandsi on de Hohenzollems waren zeer verschtikt toen de Welfische Rijksdagafgevaar digde Colshorn in een redevoering, die hij in de provincie Hannover hield o.a. zei„Wij, Welfen, weten dat prins Ernst August nooit afstand ?ge- daan heeft en nooit afstand zal doen. Ik wil niet ontkennen, dat er mis schien aanwijzingen waren voormen- schen niet goed op de hoogte om te denken, dat hij afstand gedaan had, dat de brief dien hij aan de Pruisische regeering schreef, opgevat kon worden als een voorlooper voor dezen afstand. Maar deze brief door de tegenstan ders met grooten triomf begroet, heeft niets met het afstand doen temaken. De eed van prins Ernst August jegens het Pruisische vaandel heeft niets te beteekenen. Deze eed bindt alleen voor den tijd dat men in dienst, dat men werkelijk soldaat is. Deze brief heeft absoluut niet de beteekenis Van een af zien van den troon. Dit wist ik doch het is mij bovendien bevestigt uit den mond van den hertog in Gmünden (de vader van prins Ernst August), die mij zei, dat noch hij, noch de Pruisische regeering dezen brief beschouwd hebben als een ver klaring dat er afstand gedaan werd.” De ontkenning werd in nog straffer vorm geuit door de „Frankfurter Nachrichten.” Dit blad deelt het vol gende mee. Voor deverloving eisóhte de Pruisische regeering van den prins, dat hij uitdrukkelijk afstand zon doen van zijn aanspraken. Een bespreking had plaats in Karlsruhe, waaraan deel namen prins August Wilhelm, de vierde zoon van keizer Wilhelm en anderen. Toen de eisch aan den prins werd meegedeeld* stond hij op en verklaarde zeer beslist: „Voor mij en mijn Huis komt in de eerste plaats de eer en in de tweede plaats de liefde”. Hij ging onmiddellijk de kamer uit waar de conferentie plaats had. Prins August Wilhelm haalde hem echter terug. Toch ging de verloving door. Later heeft men nog met den ouden hertog gesproken, waarbij ook de Rijkskanselier aanwezig was. doch de hertog weigerde eveneens den verlangden afstand te doen. Toen ver zon de heer von Bethmann Hollweg het schrijven van den bewusten brief, waarmee hij dacht dat het publiek tevreden zou zijn. Dit was ook vrijwel gelukt, wanneer niet de Welfen uit drukkelijk geprotesteerd hadden tegen de beteekenis die aan den brief werd vraagstuk besloten hebben, alh han- JJ.-LwLwL’-lngen met de Italia msche i af te breken en zich ook niet meer van de Italiaansche schepen voor het vervoer hunner waren te bedienen. bestemming kunnen geven, maar ook nog de behulpzame hand kunnen bie den? Toen zij haar moeder deze en kele vragen voorlegde, had zij steeds antwoorden gekregen, die haar de overtuiging opdrongen, dat haar moe der meer wist, dan zij wilde zeggen. Dezelfde waarneming had zij meunen te doen,1 zoo dikwijls zij vermoedens opperde omtrent de wijze, waarop Gertruda in het meer geraakt was en als zij haar verwondering te kennen gaf, dat moeder noch broeder* zich zekerheid daaromtrent hadden ver schaft. De anders zoo zachtzinnige wedu we kon dan zelfs bitter worden en dan antwoorden met een zekere ha telijkheid waarover' haar dochter in stilte moest lachen dat zij niet zoo onhartelijk kon zijn, om van oen meisje, dat tot stervenstoe geroerd was, dingen uit te vorschen, waar over deze een sluier wilde worpen. Behalve deze vragen, vroeg zij zich nog af, hoe het gekomen was dat Gertruda, die volgens hot zeggen van George zelf, nauwelijks oen uur te voren nog met het grootste wantrou wen behandeld had en hem zelfs ruw had afgewezen, zoo opeens haar on recht had ingezien, hem om Ver geving had gesmeekt en zelfs bereid was geweest om in een grenzeloos vertrouwen haar lot met het zijne te willen verbinden. Haar gezond verstand zei haar, dat dreven hebben, wraakgevoel schijnt zoo meldt de N.R.Ct., inderdaad het and te gelijk de andere menschen en George niet geloofd hebben, jfzelfs als zijn zuster had zij het niet ge loofd misschien «Is zijn verklaringen niet geheel- overeengekomen met die van haar moeder, aa i wier waarheidsliefde ze niet twijfele i kon. Ze zou zich dit als zonde ai ingere kend hebben. Zij moest ook toegeven, d|at vertelling avontuurlijk klonk schoon zij zich inspande om de duistere plaatsen in het te komen, zoo werd zij, nog gesprekken van haar broer noch uit dip van haar moeder iets wijzer. Wiens lijk had men in het meer oude keukenmeid, haar haar moeder had er Kaussel in herkend. Waarom had Gertruda er langs en gaf hem een slag op zijn achterhoofd. Hij viel op zijn buik, de beenen opgelicht en zoo bleven we wel vier of vijf minuten samen; j ik maar naar hem wat ik doen zou. Ik hem met een nies te steken, ik stak hem in de keel en wilde toen loopen. Maar toen ik bulten kwam, zag ik huis. De vrouw zat met de meid bij de lamp in de keuken te naaien. Ze vroeg waar de baas was, ik zei niets maar begon te beven, omdat het nu ontdekt zou worden. Ik ging terug om het druivenmes te halen, sloop toen op mijn teenen de keuken in, en stak de vrouw en de meid dood. Ik doodde ook de grootmoeder, die wakker was geworden, en de kinde ren die begonnen te schreeuwen. Het slapende kind liet ik liggen en f heb ik ’s morgens tot vijf uur een stoel gezeten. Het standbeeld voor Zola. Nog altijd is de beslissing niet vallen omtrent de plaats waar standbeeld van Emile Zola zal komen. Eerst zou het worden geplaatst op de Place Dauphine, achter het Paleis van Justitie. Maar het comité kon deze plaatB niet krijgen. Toen vestigde het comité zijn aan- dacht op het 16e arrondissement, al waar ook reeds oen Rue Emile Zola bestaat. Het door deze wijk afgevaardigde i Gemeenteraadslid had er reeds zijn toestemming toe verleend. Er was niets anders meer noodig dan een Gemeente raadsbesluit om aan de zaak uitvoering te geven. Maar ook dit plan schynt thans te zullen worden opgegeven. Een ander Gemeenteraadslid heeft aangekondigd, dat hij voor het monu ment een plaats zal vragen op de Bou levard de Clichy bij de Rue de Brnelles, waar Zola langen tijd gewoond en een groot aantal van zyn boeken geschre ven heeft. Intusschen op welke plek het standbeeld ten slotte zal komen, de'be- slissing zal altijd in den Gemeenteraad moeten vallen. Maar erg fel zal het debat er over wel niet zyn. Want de politieke on verdraagzaamheid is, waar het Zola betreft, lang niet meer zoo hevig als vroeger. broer wel bleek en mager aangetrof fen, maar toch gezond en met onge- knakten moed. Wel was hij grenzen- loos verbolgen over het grievende onrecht, dat men hem had aangedaan zooals hij meende en over de voor ingenomenheid, waarmee het onder zoek was geleid, maar juist uit deze omstandigheid putte hij de hoop, dat de openbare behandeling die door andere rechters geleid werd, zijn on schuld zou aantonnen. Meer nog dan om zijn eigen lot maakte hij zich be zorgd over het lot van Gertruda en hij had zijn zuster bezworen haar op te zoeken. Seraphine had hem verteld van de rijke begrafenis, die zij uit de dagbladen had vernomen, waarop hij handenwringend had ge roepen Terwijl ze de valsche Gertruda begraven, komt de ware Gertruda om, en ik zit hier geketend! Er moet haar iets overkomen zijn, anders bad ze zeker bericht gezonden. Terwijl hij dit zei, was haar blik op den beambte gevallen, die bij het gesprek tegenwoordig was en zij zag zeer goed, hoe oen spotlachje zijn lippen deed krullen. Hij beschouwde die uitbarsting ze ker voor zijn oor bestemd en de zuster óf voor iemand, die lejd werd, óf voor iemand die in de misdaad betrokken was. En als zij niet zijn zuster geweest was, dan had zij misschien gedaan hier het raadsel verborgen lag, van welks oplossing de vrijheid, ep li leven van haar broer afhingen. Waar was evenwel de oplossing vinden? Haar moeder en Goorge kon den zo niet geven, ten minste niet voldoende, want het was toch niet te gelooven, dat zij zich gebonden ach ten door een belofte aan Gertruda de nood was hier te groot om het woord niot te verbreken. Hoe meer Seraphine er over nadacht, hoe meer zij verward raakte in de draden, zij zag geen uitweg in het dpolhol. Slechts één kon alles oplossen, en dat was Gertruda! Maar waar zij gebleven? Wat is er geworden? zei ze den al» George, maar zooals met schaamte moest bekennen veel meer egoïsme? Zij had altijd voel van Gertruda gehouden en het be wustzijn dat zij den dood in hot meer ontkomen was, om in den vrivm- de een donkeren toekomst tegemoet te' gaan, smartte haar zeer, en wenschtc haar in de allereerste plaats terug, ter wille vati haar broer. Maar Gertrdda von Kaussel aangenomen, dat zij nog leefde; van den aardbodem verdwenen. Ons Wetboek van Strafrecht bevat een artikel, daft de justitie veroorlooft eeh verdachte in hechtenis te stellen, als gevaar voor herhaling van het misdrijf of vi^es voor ontvluchting van den plegér van het misdrijf be staat. Er is misschien geen artikel in ons wetboek, waaraan door som mige officieren van Justitie een zoo ongeoorloofde (uitbreiding wordt ge geven hls aan deze bepaling. Men staat bijwijlen verbaasd over de zon derlinge opvatting, die sommige rech terlijke ambtenaren en colleges hier omtrent aan den dag leggen. In Amsterdam werden bij de ver kiezingen voor het rondbrengen der fetemkaarten een aantal lijdelijke werk knechten in dienst gesteld. Een dézer hulpbestellers vernietigt een aantal dfer hem toevertrouwde kaarten. 'Hij verdient een zware straf daarover is ieder het een4-' Hij wordt ontslagen. Hij wordt gesteld in preventieve hech tenis. Gevaar voor herhaling van het misdrijf was dr niet. Eerstens was de man ontslagen., tweedens waren de verkiezingen voorbij en was ook daarom herhaling van het misdrijf uitgesloten. Doch wat gebeurt verder? Do verdediger van den overtreder vraagt ontslag uit de preventieve hechtenis aan. De rechtbank weigert dit. Wekenlang wordt deze man in preventieve hechtenis gehouden. Het lijkt ons volkomen ongeoor loofd, dat zoodanige uitbreiding aan het desbetreffende wetsartikel wordt gegeven. Ongeoorloofd en gevaarlijk tevens. Van de persoonlijke opvat ting toch van eenigen officier van Justitie wordt l het op die manier af hankelijk of een verdachte weken lang van zijn I vrijheid wordt beroofd. Van even ernstige» aard is het, dat het vooronderzoek, dat de politie in geval van overtreding instelt, meer malen blijkt te ontaairden in een soort moderne pijnbank om een bekentenis uit te lokken. Mr. Aalberse daarvan dezer» zomer in het liek Sociale Weekblad ergerlijke staaltjes medegedeeld. Het ligt o.t op den weg van den Minister van Justitie van zijn depar tement een circulaire tegen deze ave- rechtsche opvattingen van Justitie en politie te doen uitgaan. alle in ineei* of mindere im driftig uit over het bezoek drid van den Franschen president. De resultaten van den reis van pre sident Poicaré, aldus schrijft de „Li beral”, moeten inde menigte tot uit drukking komen, alvorens zij hun in vloed op de kanselarij doen gelden. Wanneer het Spaansche volk presi dent Poincaré en Frankrijk begroot, dan is hét hierbij beïnvloetl, noch door het vooruitzicht op voordeel noch door vrees voor toekomstig ge vaar. Wij juichen Frankrijk toe, om dat het een groote machtige natie is, die tot in de verste uithoeken dor wereld het eerst de vrijheid heeft voor gestaan. Wij juichen Poincaré omdat hij waardig is Frankrijk vertegenwoordigen. Het onafhankelijke orgaan El Mun do schrijft: de logica drijft ons er toe ons aan te sluiten bij de mogend heden der Triple Entente. Frankrijk en Spanje zullen er op gelijke wijze baat bij vinden. De Diario Univer sal zegt, dat op het oogenblik, dat Koning Alfonso en president Poin caré elkander omhelsden, men meer dan ooit kon zeggen, dat het twee volken waren, die elkander omarmden. De Gazette de St. Petersburg s<4irijft dat Duitschland langen tijd gedroomd heeft van Spanje zijn bondgenoot te kunnen maken om hierdoor Frankrijk en Engeland in de Middellandscbe Zee kunnen bedreigen. Berlijn hoeft daar bij het vrienden-masker voorgedaan en niet, nagelaten te Madrid te ver zekeren, dat de Spanjaarden door do Franschen al te slecht behandeld wer den. Thans echter brengt president Poincaré aan Koning Alfonso een bezoek als vriend on bondgenoot, ’t Blad betoogt dun, dat door zijn vriend schap, met Frankrijk, Spanje binnen den kring der goede betrekkingen met Engoland en Rusland wordt ge trokken. De Italiaansche regcorings- gezinde Tribune schrijft, dat do Spaansche bladen hopen, dat doet 't bezoek van president Poincaré het laatste misverstand ter zake van Ma rokko te zien verdwijnen. Overigens begint men te begrijpen, dat Poinca- ré’s reis geen verdere diplomatieke gevolgen zal hebben en dat het be zoek onvruchtbaar zal blijven, ge lijk een daad van enkel hoffelijk heid dag >«rd Wj Von en ’s avonds verliet reeds het gezin Hannover, dit maal alleen vergezeld door de kame nier van mevrouw en de gouvernante der kinderen. Von Mmlnik Wilde voor zich geen bediende, alles moest maar gnmakkelijk gemaakt; worden voor zijn lieve Melita, vo or wie hij vol zorg was, zoodat zij, ondanks de droefheid om haar zmeter, tranen van vreugde over haar geluk schreide. Seraphine Eltester stapte vlug door het bosch naar buiig. Zij keerde van Gutin terug en had haar broer be zocht, wat haar rta menige vergeef- sche moeite toegf«itaan was, toen het onderzoek' gesloten was, en de aan klacht ingediend. Seraphine had haar PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van I—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer„0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van I5 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. waren ivr, jut i wivr twijfele i kon. 50

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1