ornit”. Verdronken. mhuis LE. Alter No. 12298. Zaterdag 11 October 1913. 52e Jaargang. i' Telefoon Interc. 82. Telefoon Interc. 82. Eerste Blad. De positie der Vrijzinnigen. FEUILLETON. ns. I Gracht 20»* IAAG, STEWAAR- igen uneskleeding. e of gedeelten el* tot concentratie mede- XT5.e‘CL"ws- ezx voor G-o-vxcLsu ezx OzxxstxelEeaa- Verschijnt dagelijks TAMINIAU’S JAM d.e H.hlSTE- ELST BIJ ARNHEM. DING, assenen als voor behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. de kunstfilm jche artisten. ken 4 s et. die zeker het werving getuigenis on* het I klonk u Vrij bewerkt door AMD. moeder homR vcq| van de ook? (Wordt vervolgd.) ti toch zijn grenzen, zeer man Zn.t Gouda. ■QUELLE onwater aan geen Dit Nummer bestaat uit drie bladen. den de eerst de te SNZORG. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post. Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden Markt 31, by onze Agenten leider^ hum op- wij geregeld tijdig ontvangen na meeat Ih- mmissie z. 1, Vice-Voorz. SNDORST, Pen. 3ecr. be- in LEIN. K. (iiiiiisnii: (oiRA m. liep concentratie Is grooter. Dames, leer aan die aan voldoen. Zendt den der leden van a laten halen wat er is men in een concentratie* srten, vermakelijk- eze dan in onze n de stad aan huis f 1.25 1.50 1.50 1.90 dagelijks aangenomen aan ons Bureau: ten, den Boekhandel en de Postkantoren. enkele partij is 't goed nooit iets te vroezen te hebben; de minderheden komen dan licht te Weinig tot hun recht en vooral de lust om ieder voor eigen karretje te trekken, neemt zoodanig toe, dat men ten slotte vergeet, dat men samen een zwaar vrachtje te dragen heeft. Onze geestverwante» in den lande hebben in de laatste 30 jaren volop gelegenheid gehad om zich goed in te denken, dat zij niet langer de Re- goering „gepacht” hebben. Eenerzijds de organisatie der protestantsch-or- ttiodoxen in een politieke partij en later hun samenga&n met de Room* sche staatspartij, anderzijds het on vermoeide propageeren door de 8.D. A.P., die door de verdeeldheid def vrijzinnigen en het tergend optreden der clericale coalitie vaak een gemak kelijke taak had, zijn de vrijzinnigen achteruitgeboerd. wij steil; en passant rergoed. AM en ADHBS: red.E. ALTER racht 26!)' IAAG. ■N OP REKENING RUGGAAF VERGOED A 15 CT. de, begoot, duldde geen verdord blad of tak, en verwijderde met een zwaar moedig gezicht, alsof hij een geliefde doode begroef, de uitgebloeide bloemen die reeds haar bladeren over het bloembed hadden verspreid. De vroege morgenuren en de namiddaguren wa ren aan deze bezigheden gewijd en even bereidwillig, als hij de overige uren aan het algemeen welzijn sleedde, even ongaarne werd hij zijn tuinarbeid gestoord. Zijn .'ojr- hoofd betrok dan ook, toeu een be diende uit het huis kwam en hem meldde, dat er een jonge dame was, die den consul om een onderhoud liet verzoeken. Hebt ge haar niet gezegd, dat ik nu niet te ppreken ben, en dat zij op een anderen tijd moet komen? O, dat heeft de huishoudster haar wel goed doen voelen, zeide de knecht, maar zij verzocht het zoo dringend omdat ze met den eersten trein is aangekomen en dezen middag gaarne zou willen vertrekken, en ze is zoo lief Wel, hoor me dien vent nu eens even aan, glimlachte de consul. dat de huishoudster meende, dat mijnheer de consul wei eens een uitzondering mocht maken. Meent de huishoudster dat? riep de consul verwonderd, want zijn wak kere Hoisleinsche, die vanaf den dood van zijn lieve vrouw het huishouden bestierde, was zeer vooringenomen dienst zijn? vroeg hij, over het bleeke gezicht dige meisje een vuurrood; een kere schuwheid overviel haar zij antwoordde zeer bedeesd; Mijn naam is Meraphine Eltester. Het voorhoofd van den consul rim pelde zich; en onwillekeurig ging hij een stap achteruit cn merkbaar koe ler zei hij: Ge zijt een dochter van den overleden houtvester in Zege veld? En de zuster van den ongeluk* kigen jongen man, die beschuldigd wordt van zware misdaad op juf frouw vo'n Kaussel gepleegd; ik vind het zeer begrijpelijk, dat mijn naam niet aangenaam voor u klinkt. Gij kunt noch voor uw naam, noch voor uw broer instaan, antwoord de de consul iets milder. En zijn rechtschapenheid kwam weer boven. Wanneer ge evenwel en (lat vermoed ik tenminste, voor uw broer hier komt, dan moet ik u toch teleur stellen Ik kan niets voor u doen, en al kon ik het, dan zou ik het niet willen, voegde hij er hard bij O, zeg dat niet, smeekte zij, terwijl haar schoone oogen zich met tranen vulden. Gij zijt nu tegen u zalven, gij zijt voor alle menschon zoo goed en edelmoedig, zoo hulp vaardig. - Dat heeft omvergeloopen te worden. Men had elkaar loeren waardeeren en juist aan onderlinge waardeering had ’t vaak te veel ontbroken. Het werd voor onze tegenstanders een spijtige geschiedenis. Nóg gaven zij ’t niet op. Ze bleven dóórstoken en het haast geheel uitgedoofde vuur tje aanblazen. Men kon nooit weten, of niet het vlammetje weer zon gaan oplaaien en dan wAs men er. De hoop was gevestigd op de op lossing der Kabinetscrisis. Het mis de vrijzinnige trok flink één lijn. Toen nog had men een kansje hij de Troonrede. Zoo’n extra-parlemon- tair Kabinet kon wel eens gekke din gen gaan doen en dan zou het mot do concentratie wel uit zijn. Ook dit liep mis de Troonrede was zoo goed, als de vrijzinnigen ’t maar wenschen konden en het eerste op treden van de nieuwe regeerders bij daden van uitvoerend* beleid vond al lo sympathie onder de vrijzlnnig-den* keuden. Antipathieke wetsontwerpen en regelingen werden met forsehe hand ingetrokken (wij donken bijv, op de Tnrlefwet, aan het letten op de godsdienstige richting van sollici tanten en de bejegening van de vrou wenbeweging door den Premier); het vertrouwen in de nieuwe mannen van het Bewind groeide dagelijks. En nu als laatste ramp voor on ze tegenstanders het in hoofde dezes afgedrukte bericht. Een bestendig concentratie- co mité, dus een permanente schakel tus- schen de vrijzinnige groepen, oen voortdurend met elkander voeling hou den, een zoo eensgezind mogeiijk sa men optreden In on bulten hot Par lement. Over de wijze, waarop dit gebeuren zal, spreken wfj thans niet. Er zijn reeds In de vrijzinnige pers verschil lende mogelijkheden geopperd, zelfs van fusie gesproken - valt licht van het eene uiterste t andere over tegen alle menschen, die kwamefi om hem te spreken, en zij wees allen on verbiddelijk af die niet op het vast gestelde uur kwam. Die jonge dame moet- wel iets bijzonders zijn, on ik ben waarlijk nieuwsgierig, voegde hij er bij. Hoe heet zij? - Haar naam zou zij liefst aan den consul zelf zeggen. En dat Iaat de huishoudster zich ook welgevallen? Waarlijk er gebeuren nog wonderen! lachte de consul, dan zal ik nog moeten ko men ook, doch neen, breng haar nu dan maar hier, riep hij de knecht nog achterna. Het viel hem te zwaar om op dezen prachtigen morgen nu reeds naar binnen te gaan en hij meende, dat hij de vreemdelinge ook best in den tuin ontvangen kon. Weinige oogenblikken later trad een jeugdige vrouwenfiguur aan den ingang van den tuin. Met lichten, veerkrachtigen stap ging zij snel op den consul toe, die haar langzaam tegemoet kwam. Toen hij haar bijna genaderd was, zag hij een interessant gezicht, dat hem overigens onbekend was. Gij wenscht mij te spreken, me juffrouw, sprak hij haar goedgezind, maar toch afgemeten aan. Aangenaam werd hij nu getroffen door de welluidendheid van haar stem, toen zij zeide op ongedwongen, natuurlijke wijze: - Vergeef mij heer consul, dat ik laakbord”,. 8l/s a« ig Mercurius. J i, 8 u.. Uitvoering s. „Perse veranza”. i Woningtoezicht, iderstandscommis- welke, wars van theologen-heer- schappij en klassenstrijd, de ge meenschappelijke belangen zoo on partijdig mogelijk, zoo los mogelijk van kerkelijke en klasse-belangen, wil zien behartigd. Dat kan men noe men de vrijzinnige g e d a c h t e, het vrijzinnige beginsel, dat vanzelf streeft naar een zoo groot mogelijke vrijheid voor het individu. Hoe die gedachte, hoe dat beginsel het best in wettelijke maatregelen is uit te’ werken, is een vraagstuk, waar over natuurlijk de ideeën uiteen kun nen loopen. Maar het is en blijft een quaestie van uitwerking en wie ter wille daarvan de niet-vrijzinnigen er boven-op laat komen, moge innig overtuigd zijn, de ware vrijzinnigheid in pacht te hebbqn, hij doet ten slotte den vrijzinnigen geen dienst, maar helpt integendeel zijn beginselen ver trapt te laten worden. Wie onzer kan ontkennen, dat in het geschiedboek der vrijzinnigen in de jaren van de tweede helft der vorige eeuw en het begin van twintigste, blad op blad is aan wijzen, dat van de neiging om door de boomen het bosch niet te zien, zoo treurig-welsprekend getuigenis af legt Hard zij men daarom niet in zijn oordeel. In tijd van ongekenden voor spoed wordt zelfs de meest soliede wel eens weelderig; „het kan lijden” is oen echt-Nederlandsche spreekwij ze. Vanzelf dan ook, dat in een pe riode, dat -de vrijzinnigen „baas” waren en geen nederlagen kenden, de splijtzwahi rustig voortwoekeren kon. Men blééf tóch baas Die tijden zijn nu uit. Al heel wat jaren. Jammer, zeker maar den anderen kant nuttig. Voor Niet wij stellen er prijs op, hierop en passant de aandacht te vestigen alsof de vrijzinnigen geest verwanten zouden verliezen. Een heel enkele moge heengegaan zijn, betoo- verd door de* daverende phraseu en beschuldigingen van de heeren, die hunne regeeringsverantwoordelijkheid niet gevoelen, de reden van den re latieven achteruitgang der vrijzinnigen is, dat de rechter en roode partijen sterker vooruitgingen door onder de a.s. kiezen. Doch hoe dan ook, de ervaring heeft geleerd, zelfs voor wie zeer hardleersch waren op dit punt dal de vrijzinnigen elkaar niet kunnen missen, heeft ook geleerd, dat men goed doordenkende, niet zóó ver van elkaar af staat als men soms dacht. Door ieder voor zich uit te gaan op meerderen bloei van eigen groepje, mat men vanzelf de onderlinge ver schillen breed uit, bekeek men van zelf de zonden van andere vrijzinnige groepen door de loupe on koek men vaak verbaasd wanneer een nuchter- ling* er op kwam wijzen, dat men por slot van rekening hetzelfde bo- PRIJS DEH adFeBTENTIÈN: Van 15 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deie legen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 b(j vooruit betaling elke regel meer 6 ets. ReSlames f 0 25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. „Het Vrijzinnig Concentratie- Comité voor dfi jongste algcmeene Kamerverkiezingen hield Woens dagavond te Gravenhage een ver gadering tot het houden van een bespreking van de wenschelijkheid en mogelijkheid om te komen tot de vorming van een bestendig Concen tratie- Comité. Naar wij vernemen werd die wenschelijkheid algemeen beaamd. 9 Dientengevolge heeft het bestaan de Concentratie-Comité zich, bereid verklaard voorloopig nog aan te blijven teneinde zich met de ver dere voorbereiding en leiding der noodige besprekingen en onderhan- delingen te belasten^. Dit belangrijke bericht, dat in de bladen werd opgenomen, zal zeker met vreugde gelezen zijn. Een belangrijk bericht 1 Immers het begin van een b I ij - vend samengaan van de verschil- tonde vrijzinnige groepen in den lande, waaraan zulk een groote be hoefte bestond. De vrijzinnigen hebben geleerd. Wij hebben geen enkele reden orn dit te verbloemen. Ons verleden neen, wij willen er niet van zwijgen 18 op dat punt verre van fraai. De vrijzinnigen zijn te vrijzinnig om zich in een knellenden band thuis te gevoelen. Dat hebben zij nooit ge wild en dat zuilen zij nooit willen. Wie oen te straffe organisatie wil maken, zal zich op de vrijzinnigheid der vrijzinnigen te pletter stooten. Hierover te treuren, ware... onvrij zinnig En wij gaan er dan ook eer prat op. Een partij van vrijzinnigen blijve een broederschap van gelijk gezinden, een vereeniging van man nen (en vrouwen, wanneer ook de vrouw het kiesrecht zal hebben verkregen en wat ons betreft, reeds zoolang zij daarvoor nog strijdende zoo vroeg overval. Met wie heb ik het genoegen te spreken en waarmee kan ik van w en nu gleed over het’ bleeke gezicht van het aar- ze- en U) Nadat het verscheiden dagen gere gend had, was de hemel wóer helder blauw geworden, de lucht was frisch en geurig, de groote hitte van de voorgaande weken scheen voorbij en een klein zacht windje dat aan herfst deed denken, ritselde door bladeren, ofschoon Augustus was ingetreden. In den tuin van consul Bauer op de Schipperskade in Hannover, hark te een arbeider de paden op, terwijl de tuinman zilveren waterstralen op het gras en de struiken richtte, die zij weer noodig hadden, ondanks den gevallen regen. De heer des huizes zelf in een gemakkelijk ochtendtoilet een lichten stroohoed op het hoofd en met een tuinschaar gewa pend ging tusschen de bloembedden voort, waarin veelkleurige asters, en* witte en roode kelken, maar vooral prachtige rozen bloeiden, die de lucht met haar zoete geuren vervulden. Aan de rozen besteedde de consul Jujzondere zorg; ze waren zijn «ren. Hij occuleerde, anoèi- mejuffrouw, maar zijn stem niet zoo stellig meer. Gij hebt mij met oen vast ver trouwen vervuld, dat gij door uw af wijzende woorden mij niet aan het wankelen brengt, anders hadt gij me niet in uw tuin ontvangen, ging zij voort en liet haar oogen In het rond dwalen. Alles wat ik hier zie, her innert mij zoo aan ons huis, ais kwam mij de geest van mijn moeder mij tegemoet. Hoe dat zoo? vroeg de consul verwonderd. Mijn bloemen. En kweekt zij ze, vroeg de con sul, ineens veel belangstellender. Op groote schaal cn met veel geluk. De tuin van den houtvester is niet zoo groot, maar het groeit en bloeit er van den eersten lentedag af tot laat in den herfst. In huis is evenmin een plaats, die niet door de planten en bollen is bezet. Hebt gij ook rozen? ging consul voort. O, zeker, wel tweehonderd soor ten, alle zelf gekweekt. Ge verstaat het werk Ja, een weinig. O, dan moet ge mijn rozen van nabij eens zien, riep hij uit, maar opeens bleef hij beschaamd staan. oogde en al vechtende om het beent den tegenstander er mee liet weg- loopen. Dit nu is uit. De leiders, schuld hadden, hebben leergeld taald, zijn tot inkeer gekomen, hebben eerlijk gewerkt. Het was niet noodig, dat 4 zooals aangeboden was overboord werden gezet, indien persoon een struikelblok mocht leveren voor samen gaan. Integendeel, onder onze oude leiders zijn wij op** getrokken en over de geheele linld ging het best. De samen werking Het nergens te wensehen over; het suc ces was groot, al had ’t grooter kun nen zijn, wanneer reeds vroeger dq atmosfeer gezuiverd was en het ver trouwen in de vrijzinnige gedachte daardoor boter had kunnen herstellen. Hoe was men Rechts in zijn wiek geschoten, toen de vrijzinnigen één lijn trokken I Men kon zijn ergernis niet bedwin gen en sprak die luide uit. Eén ding was er, dat de reeds bij voorbaat treurende coalitiebroodweq moed gaf de concentratie was „slechts” voor de stembus; daarnh zou men eens wat zien I Men verheug» de zich alvast op een gekibbel, dal in het vrijzinnige kamp weldra ont* staan zou. Dat kon immers niet uit blijven, heette’ het in alle mogelijks en o n mogelijke coalitiebladen. Men zou eens wat beleven; nog nooit zou het zoo’n janboel zijn geweest als het nu ging worden. En nu bleef dat alles uit Er ontstond niet alleen geen derling krakeel, maar men kan zelfs zeggen, dat de vrijzinnigen in geheele land begonnen te gevoelen, dat de samenwerking bij de stembus een blijvende moest worden. Van alle kanten werd hierop aangedrongen. Men zag zelf het ridicule er van inj om nu weer uiteen te gaan, en ieder voor eigen zegekarretje te gaan loo pen, om vandaag of morgen allemaal

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1913 | | pagina 1