lachine
5
JNG.
talk q
cht en gezond. Zij
gt de teint,
ut per stuk.
R00M-
MEER
1
I
ijnen
N EEN
ii
No 12333.
Zaterdag 22 November 1913.
52e Jaargang.
Zon
en Feestdagen.
behalve
d
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
1
IGEM”.
iwr.
Waag.
H
BvLitexi laxx<a
ERMOLEN.
t'EUlLLliTO^
25 cents
15 cents.
IMP -
Eerste Blad.
tXaimolijfi Beminè.
TAMINIAU’S
JAM
de BESTE.
EL8T BIJ ARNHEM.
I
I
XTieix-w-s- ezx ^.d-“v-©xtezxt5.©*bl©ud. voor G-o-vud.su ©zx Oxxxstr©lc©zx.
Telefoon Interc. 82.
Verschijnt dagelijks
Opzet of toeval
Samenwerking-
t
Fours.
onze
en dan
trachten aan
een Kooi
je te maken.
,Wat een gemeene daad!”
ia
riep
Met
daden nog
jij
i...
(Wordt vervolgd.)
kmau Zn., G ot da
4
i
I
Deze blijvende samenwerking is al
lerminst fusie, die trouwens niemand
een bepaald
reik bare; ook
VLIEGEN!
i moet vliegen!!!
send:
A. DE JfOlMJ
osthaven 31.
krijgen is, al is het No-
- Wel, Christine, wat is
Dezelfde afgevaardigde
hoe het reservekader,
uit
een
den.
ziek
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
Vrij bewerkt door AMO.
die
is,
heeft,
om i
was
keerd.”
dat tot zegen van het leger had
kunnen strekken, door tal van of
ficieren op
gengewerkt,
moedigd.
mwij geregeld tijdig
>gën ontvangen van
certen, vermakelijk'
deze dan in onze
len.
liOIIIMHE COURANT.
PRIJS DER A D V ER T EN TIÉN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer«0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
toe nie-
kwam van-
Oostenrijk-Hongarye.
II.
Toen Berchtold zoover gevorderd
was, herinnerde hij er aan, dat door
het werken van de ambassadeurs-con-
ferentie niet verhinderd kon worden,
dat er een zekere spanning in Europa
heerschte en bleef heerschen, die soms
tot gevaarlijke momenten aanleiding
gaf-
nDe militaire maatregelen van Rus
land wekten ongerustheid en Bulgarije
bleef zich verzetten tegen de territo-
irg, 8 uur. Concert
Helena Horneman
itzler.
Café „Harmonie"
22)
„Maar kind, luister nu
Je vreemde manier van
Réunie 8’/* uur.
lering De Dageraad.
v- en Woningtoez.,
•nderstandscommis-
„Wat is dat nu Moet hij je met
rust laten? Hoe kom je op zulke ge
dachten? Kom je moet zoo dwaas
niet zijn, kindlief! Als oen man eer
lijke trouwplannen heeft, zooals hij,
och kom, dan moet je zoo iets niet
kwalijk nemen. Neen hoor, met die
kinderachtigheid moet je bij mij niet
aankomen. Je trouwdag is een schoo-
ne feestdag voor ons huis, en je va
der zaliger heb ik menigmaal hoo-
ren zeggenOp mijn woord die Frans
en die Martha zouden een mooi paar
samen zijn.”
„Hij is wel goed!” zei Martha met
een zucht, terwijl ze met zielsverlan
gen aan een ander dacht, „Als ik
maar niet met hem moest trouwen.”
Juffrouw Schnitzer glimlachte met
moederlijke voldoening.
„Och kom, je bent nog maar een
onnoozei gansje, en Frans Gehricke
is een verstandig jonkman. Als het
zoo ver is, vieren wij een groot feest
en dan wordt het portret van je va
der zaliger versierd met een krans
van rozen, zoo mooi als er voor geld
slechts te
vernber.
er...”
Bij deze laatste woorden keek juf
frouw Schnitzer naar de deur en van
die gelegenheid maakte Martha snel
gebruik om de oogen af te vegen,
liet geheim, dat zij voor haar moe
der verborgen hield in haar hart,
drukte haar vreeselijk zwaar.
Wij trekken lustig voort onder eigen
vaandel elk, en onze gewichtige roe
ping op dit oogenblik werkt niet ver
slappend op elks pogingen, om soo-
velen als maar kan, de geliefde kleu
ren te doen dragen, maar geeft daar
aan nieuw leven en kracht. Maar bij
het blijmoedig voortschrijden op
eigen weg vergeet geen der drie di
visies, dat zij deel uitmaakt van een
leger, dat binnenkort allergewiehtig-
sten slag zal moeten leveren.
Die arme juffrouw Tropf
van schrik en ergernis.”
„Dal zal de donder... neen, niet
vloeken,” viel juffrouw Schnitzer zich
zelf in de rede, „ik heb het aau Mar
tha streng verboden en zij doet het
ook nooit. Het zou vreeselijk wezen,
vind ik, als de misdadiger niet ont
dekt werd. Hoor eens buur, ge moet
die menschen van het gerecht maar
eens duidelijk zeggen, hoe dien man
er uitzag, dien gij voorbijgereden zijt.
Hoe zag verder alles er uit in de
omgeving van het lijk
b rans Gehricke vertelde alles wat
hij er van vernomen had, Maar daar
Tropf echter met zijn gedachten meer
bij zijn sloten, die hij kwam af leve
ren, was, dan bij de vermoorde Ga-
briölle Welnor, wist Frans niet veel.
„Het moet een moord geweest zijn,
om een gepleegden diefstal te bedek
ken, want het mensch moet geld ge
noeg bezeten hebben, hoor ik.” Met
deze woorden besloot de bloemkwoe-
ker zijn verhaal, juist toen de buiten
deur geopend werd.
„Kind”, ik hoor de deur. Ga jij
eens gauw mijnheer Jordan, want die
is het vast, vertellen, wat er gebeurd
is. Laat hem maar binnen komen. Nu
vooruit, Martha! Wat zal die groote
oogen opzetten Als hij nog niets
weet, moeten wij het hem vertellen.
Hij is toch ook getuige.”
wees erop,
Het is dus waarlijk geen wonder,
dat bij een dcrgelljk getuigenis van
een volbloed militair als den heer
Duijmaer van Twist, velen overtuigd
zijn, dat bij het examen tot voorge
oefendheid de o p z e t v o o r z i t om
zooveel mogelijk eandidaten af te
wijzen. De Kamer zal hierover onge
twijfeld oen hartig woordje laten hoo-
ron. Dit is dringend noódig om te
voorkomen, dat de instelling der 6^
maanders op dezelfde wijze wordt
omgebracht als dit mot het instituut
der 4 maanders is geschied.
eun gemeene uaaui nop
juffrouw Schnitzer uit, met «m men
geling van afschuw en medelijden.
„Waarom heeft men haar vermoord,
besto buurman?”
„Ja, dat weet tot nog
mand behalve Tropf. Hij
middag bij ons thuis de nieuwe slo
ten brengen on toen vertelde hij het
ons.”
„Zoo’n misdaad te begaan aan een
weerlooze vrouw, het is verschrikke
lijk,” verklaarde juffrouw Schnitzfer.
„En zooals Martha zegt, was zij
gieterenvoormiddag bij mijnheer Jor
dan boven... ineen bruinzijden japon
met dat regenachtige weer
„Bij Jordan?” vroeg Frans heel
verbaasd. „Wat...?” Hij hield jlot-
seling op, toen hij bemerkte hoe
Martha bloosde.
„Ja, en nu is zij dood!” zei jid-
frouw Schnitzer. „Wel, wel, daar
wordt nu een mensch gered, ora vier
en twintig uur later vermoord te wpr-
den. Wat is al dat geleuter over de
naastenliefde nou waard als zulke
onmenschelijke daden nog kunnen
gebeuren
„Wat kwam die vrouw bij Jordan
doen?” vroeg Frans en zijn blik
bleef onderzoekend op Martha rusten.
„Dat weten wij niet,” antwoordde
de juffrouw kortaf. „Naar zulke din
gen vragen wij niet.”
„Zoo! In allen gevalle zal Jordan
nu ook in de zaak betrokken wor-
„Het is bekend, dat het voorbe
reidend militair onderricht nooit dé
sympathie van het leger gehad
't, men heeft allo moeite gedaan
dat instituut te knakken, het
iets nieuws en daarom... ver
heeft dezen verkorten diensttijd
de wetten doen verdwijnen op
manier, die in de Kamer een ernstig
protest uitlokte van een vurig mili-
tairist als de heer Duijmaer van
Twist. Op 18 October 1911 zei deze
antirevolutionaire militaire speciali
teit o.a. het volgende:
„Juffrouw, daar is mijnheer Geh
ricke.”
„Hoor eens, Christine,” sprak juf
frouw Schnitzer vergenoegd, „als in
het vervolg mijnheer Frans komt,
laat je hem dadelijk maar binnen,
zonder aanmelden, begrepen! Zoo be
hoort het!”
Christine ging lachend heen.
„Goeden avond, juffrouw Schnit
zer, goeden avond, juffrouw Martha
sprak Frans Gehricke binnenkomend.
„Welkom, buur,” antwoorde juf
frouw Schnitzer, en onder de hand
gaf zij haar dochter een wenk, zöo-
dat deze beschroomd hem een hand
toestak.
„Wat is er aan de hand? Ge ziet
eruit, alsof ge ons heel wat nieuws
te vertellen hebt”, zei juffrouw Schnit
zer, brandend van nieuwsgierigheid.
„Komaan, zeg het ons maar gauw,
wat is er gebeurd?”
„Die vrouw ge weet wel,
door uw huurder Jordan gered
toen zij bijna overreden werd, is gis
terenavond vermoord gevonden in het
huis van den slotenmaker Tropf.”
„Bij Tropf? Groote Hemel riep
juffrouw Schnitzer uit, vreeselijk ont
steld.
„Ja en het leelijkste is nog wel
dat ik als hoofdgetuige in die zaak
zal betrokken worden, want ik heb
den moordenaar in vluggen stap zien
voorbij gaan, toen ik in de sjees
zat.”
zou willen. Zij is een entente, aan
gegaan, omdat men begrijpt, dat wij,
vrijzinnigen, van wat nuance, als
trouwe wachters hebben te staan om
een ministerie dat onze hoofdwenschen
wil vervullen; omdat men voelt, dat
als deze poging onverhoopt mocht
mislukken dit te wijten zal moeten
zijn aan onze tegenppartij, maar dat
daarin niets mag liggen van
schuld.
Die samenwerking zal nu
van elk der drie partijen eenige zelf
verloochening eischen, maar des te
beter; dat staalt. En niets dunkt <ons
dan ook voor eene partij minder
heilzaam dan wanneer zij niet tel
kens en telkens genoodzaakt wordt
het einddoel van haar wenschen te
leggen naast de realiteit van het op
oogenblik politiek be-
hier geldt het woord:
In der Besehriinkung zeigt sich erst
der Meister.
Deze samenwerking heeft eindelijk
dezen gelukkigen kant, dat ze ver
kregen kon worden, omdat niemand
in de gelederen der concentratie zich
meer verzet tegen den eisch van al
gemeen kiesrecht, en omdat aan den
anderen kant het laisser faire laisser
aller tot de geschiedenis behoort, waar
door het gemakkelijker werd, dan
vroeger in onderling overleg met el
kaar te treden omtrent de vraag,
waar de scheidslijn ligt tusschen steu
nen en verstikken in de teedere om
helzing, en elkaar te verstaan over
de middelen om er voor te zorgen,
dat eigen werkzaamheid van arbei
ders en werkgevers worde ontwikkeld;
dat er steeds aansluiting zij bij het
goede, dat uit de vrije maatschappij
is opgekomen.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post«1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
Idem franco per post«1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
riale eischen van Roemenië. Deze feiten
leverden wederom stof voor conflicten
in het Oosten. De samenwerking van
alle diplomaten, die in conferentie ver-
eenigd waren, was het middel om de
handhaving vaji den vrede te verze
keren. Wij vervolgden hetgeen wij
begonnen waren, wij lieten ons echter
overhalen tot menige concessie, die
dikwijls moeilijk te doen was, ofschoon
ons behoorlijke compensaties gegeven
werden, zij wisten de hoofdpunten van
ons program aangenomen te krijgen
en bewaarden den vrede voor de mo
narchie, ten einde onze belangen te
kunnen handhaven. Bij de vijandige
houding, die onze zuidelijke buren
tegenover onze eischen aannamen,
zagen wij ons genoodzaakt tot militaire
toebereidselen.”
nWij moesten militaire maatregelen
nemen aan onze noordelijke grens, daar
een Russische reserve-lichting onder
de wapenen was gehouden. Deze maat
regel was echter door niets gerecht
vaardigd, want onze verhouding tot
Rusland was van den meest vriend-
schappelijken aard. Na een gedachten
wisseling tusschen de beide keizers
werden deze maatregelen echter opge
geven, voordat de crisis al te lang had
geduurd.”
Verder bracht Berchtold de weige
ring van Montenegro ter sprake om
het beleg voor Skoetari te beëindigen.
Voorts wees hij op de internationale
blokkade en het negatieve succes dat
bereikt was, nl. de inneming van Skoe
tari door de Montenegrijnsche troepen.
„Wy zagen ons (nu) zoo vervolgde hy,
genoodzaakt krachtige maatregelen te
nemen, waardoor wy de onvoorwaar-
delijke ontruiming verzekerden.
De afloop van den oorlog bracht
nog eenige reden tot ongerustheid
mede. Oostenrijk en Rusland, gesteund
door de Roomeensche diplomatie,
slaagden er echter in enkele moeilijk
heden uit den weg te ruimen.
De nationale bevryding, waarop de
volken hadden gehoopt, kwam niet
overal tot stand. De wijze’, waarop
men dikwijls gedwongen assimilatie
tracht te bewerkstelligen, schijnt een
opgewondenheid te veroorzaken, die
aan vreedzame ontwikkeling niet be
vorderlijk is.”
Ook werd nog ter sprake gebracht
de laatste crisis tusschen Servië on
Oostenrylr-Hongarije, waarvan de af
loop bekend magverondersteld worden.
De cijfers toonen voldoende aan welke
Toen minister, Coiyu zijn nieuwe
militie wet in de kamer bracht, werd
ia de debatten breedvoerig gesproken
over de eischen, die gesteld zouden
worden aan de miliciens, die op grond
van voorgeoefendheid een diploma
vroegen om voor den kortoren dienst
tijd van 6*4 maand in aanmerking te
komen. Toen verleden jaar de resul
taten van het gehouden examen be
kend werden, vroeg menigeen zich
verbaasd af, of het heele elamen niet
een paskwil genoemd moest worden
en of de toeleg niet bij de hoeren
voorzat, zooveel mogelijk eandidaten
te laten zakken. Toen do zaak in de
Kamer kwam, heeft de heer Coiyu
trachten aan te toonen, dat dit niet
het geval was. Maar wat zien we nu
dit jaar? In alle pletsen, waar het
onderzoek naar de voorgeoefendheid
wordt gehouden, wordt de overgroote
meerderheid der eandidaten afgewe
zen en slechts een heel en
kele vindt genade in de
oogen van deexaminee ren
de sergeanten en officie
ren. Zoo is het in Haarlem, in
Assen, in den Haag, kortom overal.
Onder de afgewezenen zijn tal van
jongelui, die uitstekend Gymnastiek
onderwijs ontvingen op Gymnasium
of Iloogere Burgerschool en boven
dien jarenlang in een Tumvereeni-
ging tot de beste werkers behoorden.
Tientallen van dergelijke Candida-
ten, die do examineerende sergeanteh
als turners in een wedstrijd glansrijk
zouden verslaan, konden nu met de
kous op het hoofd naar huis gaan.
Wij aarzelen niet als onze meenlng
uit te spreken, dat het de vooropge
zette bedoeling is het instituut der
6% maanders te vermoorden met geen
ander doel, dan deze verkorte dienst
tijd uit de wet te doen verdwijnen.
Voor deze meening is behalve de
treurige examenvertooning voor het
diploma aan te voeren, wat indertijd
met de 4*4 maanders is gebeurd. Men
Dat zoowel de vrijzinnig-democraten
als de vrije liberalen zich voor voort
zetting deö samenwerking hebben ver
klaard is voor ons een heugelijk feit
van groote beteekenis. Moge de Libe
rale Unie ten spoedigste in jaarver
gadering als Dritte im Bunde de
zelfde uitspraak doen, daarmede die
van de beide andere fracties bezege
lende.
Wat ons vooral verheugt is de
zoo goed als unanieme meerderheid
waarmede in beide vergaderingen het
besluit is gevallen; een feit, dat wel
opweegt tegen een enkel onbezonnen
woord van een jong democraatje, die
als Homerus’ jonge hengst, wel wat
al te dartel in de politieke weide
holde.
Het gevallen besluit is het verblij
dend teeken, dat de voormannen der
drie partijen de zware verantwoorde
lijkheid voelen, die qp hen rust om
Algemeen Kiesrecht en Staatspensio-
neering aan het Nederlandsche volk
te geven; om den slagboom op te
heffen, die de vrouw ten onzent nog
onherroepelijk gescheiden houdt van
het voornaamste van alle rechten des
Staatsburgers. Het is een bewijs, dat
men voelt, dat niets de taak, die het
ministerie-Cort van der Linden op
zich heeft genomen, mag verstoren;
en dat die ernstig in het gedrang zou
komen als er geen status quo kwam
omtrent de zetelverdeeling, als men
elkaar ove? en weer ging bevechten,
behoeft voor niemand betoog, zij het
dan oók voor den niet te vergelen
oolijkerd in één dier vergaderingen,
die o benijdbare groenheid
slechts samenwerking willen op den
grondslag van hevigen onderlingen
strijd over de zetels.
eens goed
doen begint
mij te ergeren. Welke krant wilde je
nu halen?” En juffrouw Schnitzer
sloeg zoo hard op de krant, die voor
haar lag, dat Martha verschrikt op
keek, en stamelde „Ach zoo!”
„Ja, ach zoo!” herhaalde juffrouw
Schnitzer. „Engoede Hemel,
wat is dat? Kind, ben je nu dwaas
geworden? Bij die roos heb je een
distel gestoken, die er boven uitkomt.
Maak dat eens gauw los. Frans zou
hartelijk bedanken voor zoo’n mon
ster.
.Diep blozend maakte Martha weer
het bedoelde los; toen ze daarmee ge
reed was, legde ze alles voor zich
op tafel neer, vouwde de handen, en
zoo leunende op den rand van de
tafel, sprak zij met een zucht:
„Moeder, zou u eens tegen Frans
willen zeggen, dat hij me met rust
moe* laten.”
Met ontevredenheid en verbazing
keek juffrouw Schnitzer haar doch
ter aan, terwijl zij haar "breiwerk in
den schoot liet vallen.
tot zegei
rekk
allerlei wijze word te
lt in plaats van aange-
De militaire autoriteiten
hebben alles gedaan, om de bloei
ende instelling te vermoorden. Wij
weten, hoe de reservisten, als ze
bij den troep onder de wapenen
kwamen op allerlei manieren wer
den tegengewerkt en in welke moei
lijke omstandigheden zij vaak wer-
den gebracht, zoodat het vertrou
wen in dat reservekader verloren
ging."