No. 12365
Donderdag 1 Januari 1014.
52e Jaargang^
£Ti@"u."ws- ©3^- ^-.d.'vex'tean.'tie'Tolstd. voor G-o"u_cLsl em. Oaro-stxelcexx-
Verschijnt dagelijks - behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
dCet dlieuwe daar.
FEUMLLETOM
Seiten/ioaóer.
I© loanezilaxxd..
"U it d.e Pers
uOliDSCHE ÖHJRMT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 1.25
Idem franco per post„f.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1*50
Idem franco per postw 190
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, by oijze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. V f 0.55
Elke regel meer 0.10
13ij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
"BURGEMEESTER en WETHOU-
DERS van GOUDA brengen ter open-
fatre kennis dat afschrift van het pro
lis-verbaal betreffende de stemming
ter verkiezing van een lid van dn'
Staten der Provincie Zuid-Holland is
aangeplakt, alsmede dat gelijk afschrift
op de Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter ipzage is neiergelegd,
alwaar daarvan inzage kap worden
genomen op ieder en werkdag van des
voormiddags 10 tot des namiddags 1
uur- .u
GOUDA, 31 t)ecember 1013.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
R. t. MARTENS.
De Secretaris,
J. v. HEUSDE.
De BURGEMEESTER van GOUDA
brengl bij deze ter kennis van de belang-
hebBenden, dat door den Hefer Directeur
óy Directe Belastingen enz. te Utrecht op
«ren agn December 1913 executoir zijn ver
klaard1
Kohieren Nos. 5 en 6 der Bedrijfsbelasting,
belastingjaar 1913/14.
Dat voormeld Kohier ter invordering
ia gesteld in handen van den Heer Ontvan
ger, dat ieder, die daarop voorkomt, ver
plicht is zijnen aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen en dat heden in
gaat de termijn van zes weken binnen welke
de reclames behooren te worden ingediend
£ouda, den 3m Deeember 1913.
De Burgemeester voornoemd,
R. h. MARTENS.
Met dagen van donkerte en winter
getij is het oude jaar gevloden en heeft
het nieuwe zijn intree gedaan. Het
weten van het verledene van den jaar
kring heeft thans weder plaats gemaakt
voor vraag naar het onbekende, naar
de toekomst.
"Wat 1914 geven zal, het is in het
duister verborgen. Veel is er, dat in
het afgeloopen jaar is voorbereid, vele
plannen zijn er gemaakt, welke in het
nieuwe jaar tot uitvoering zullen ko
men, maar de resultaten daarvan, wij
kennen ze niet én wij vermogen ook
niet door te dringen in datgene wat
wellicht te gebeuren staat.
In de eerste maand van het nieuwe
jaar staan gemeenteraadsverkiezingen
Vrij bewerkt door AMO.
8)
De burggraaf werd zeer bleek en
kampte een oogëhblik met zichzelf,
eer hij antwoordde: „De graaf was
mijn gast en ook tot voor korten tijd
fiog hier. Toen wij uwe nadering ge
waar werden, is hij gevlucht."
„Ha, werkelijk? En gij weet niet
waar hij zich verborgen houdt?"
„Neen!"
„Gij liegt, burger Etienne! Waar
hebt gij den graaf verborgen?'"
„Gij hebt mijn antwoord, burger
kapitein. Zoo ge mij niet gelhoft,
laat dan het geheelo kasteel doorzoe
ken!"
„Gij wilt het, burger? Goed!"
Nadet zette zijn hoed op zijn rech
teroor en verliet met dreigende stap
pen het vertrek.
Madeleine sprong haastig op en zij
wierp zich aan de voeten van haar
vader. Zij zei niets, maar haar tra
nen vloeiden onophoudelijk en met
brandende lippen kuste zij dankbaar
de hand van den grijzen edelman.
„Wees bedaard, mijn kind," ver
maande de burggraaf haar.
„Wanneer zij hem nu tooh vinden,
Koor de deur, waarvan wij reeds mel
ding maakten.
Een belangrijk besluit werd geno
men door den Raad, waardoor het
mogelijk is geworden dat Gouda in
betrekkelijk korten tijd" in het bezit
«al komen van een zoo uiterst nuttige
inrichting als een volks- en schoolbad.
Zekerheid bestaat thans reeds dat
in enkele jaren zal verrijzen een njy
Rijks Hoogere Burgerschool, geheel
ingericht naar de eischen|van dezen
tijd, welke bevorderlijk ztol zijn aan
de ontwikkeling van het jonfee geslacht
waaraan in het maatschappelijk leven
steeds hoogér eischen wordVgesteld.
De stichting van deze nieuwir onder
wijsinrichting ter plaatse, waar zo zal
komen, opent een verschiet voor de
meerdere ontwikkeling der Gemeente,
daar de bouw daarvan, reeds opge
nomen in het uitbreidingsplan der ge
meente, oen drang zal brejsgen tot
bespoediging van een stratenaanleg,
die een nieuw stadsgedeelte met het
oude op een' zeer praotische wijze zal
verbinden.
De spoorweg Gouda - Schoonhoven,
die zijn voleindiging nadert, zal in
1914, zoo men wil althans, geopend
worden voor het verkeer. Dar. zal er
een contact worden verkregen met
gemeenten, die tot heden op uiterst
primitieve communicatiemiddelen zijn
aangewezen en dit contact zal onge
twijfeld ten goede komen aan deze
geheele streek, omdat door de aan
sluiting aan het spoorwegnet de han
del zekerlijk zal worden bevorderd.
De bloeiende land- en tuinbouw
streek van Stolwijk en omgeving zal
niet het minst daarmede worden ge
baat. Zeer toe te juichen is het daarom
dat de afdeehng der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw thans reeds
plannen heeft vastgesteld om daar een
tentoonstelling te organiseeren, opdat
de producten van deze streek in
breedefi kring bekend zullen worden.
Grooten invloed kan worden uitge
oefend op wat het nieuwe jaar zal
geven, indien de blik vooruit wordt
Naast kennis van zaken is bedacht
zame vooruitvarendheid noodig. Dan
kan er komen geleidelijke vooruitgang,
groei, vermeerdering van welvaart.
Op den eersten dag des jaars brengen
wij onzen lezers e
beste wenschen daarvoor.
vader?"
„Stil, stil, men komt!"
De officier kwain met een aantal
soldaten terug,die terstond met veel
gedruisch alle hoeken der kamer on
derzochten. Daarbij riepen zij eljcaar
ruwe scherts toe.
De burggraaf zat met de hand on
der het hoofd- en staarde somber op
den grond. Het slot zijner voorvade
ren, waarin ieder meubel zijn ge
schiedenis had, en van de vreugde
en smart der familie de Leuronsac
zouden kunnen verhalen, dat slot nu
werd door ruwe sol datenbenden ont
wijd. Voor de beeltenis zijner moeder
en zijner vroeg' gestorven gemalin
maakten de eenigszins beschimken
lieden opmerkingen die hem onwille
keurig de vuist deden ballen en
waartegen hij machteloos was.
„Hier is hij niet," wendde Nadet
zich thans tot zijn lieden. Verspreidt
u door het slot, alles moet doorzocht
worden, elk hoekje, elk meubel, al
lee. Waar sloten en deuren niet ge
opend worden, daar doe je ze zelf
met geweld open, maar... breng mij
den graaf hier. Voorwaarts!"
Onder luid gejoel sneldeh de man
schappen voort. Zij zagen in de
woorden warl hun aanvoerder een be
vel tot plundering. Deze „aristocra
ten-executie", zooals men zulke toch
ten noemde, waren bij de troepen ten
zeerste geliefd. Bij weinig gevaar le
verden zjj gewoonlijk rijken buit op,
Het afscheid van den Burgemeester
van Zaandam.
Maandag was het de laatste raads
vergadering, die door jhr. mr. C. A.
Elias, wien met ingang van 1 Jan.
e.k. op zijn verzoek eervol ontslag
burgemeester is verleend, gepresi-
ierd werd.
>it was voor de leden aanleiding om
zeer waardeerende bewoordingen
afsdheid te nemen van hun voor
zit!/
'e heer Donia (S. D. A. P.) voerde
oudste wethouder het eerst het
oord, en herinnerde er aan, dat het
besluit van den burgemeester om af
te treden een overrompeling was ge
weest en dat, hoewel in het college
van B. en W. de verstandhouding
niets te wenschen liet, pogingen om
hem van zijn besluit te doen terug
komen vruchteloos bleven.-Vele groote
werken die tot bevordering van den
bloei der gemeente waren ondernomen,
doch die anderzijds tot strijd aanleiding
gaven, kwamen tot stand. Onder die
omstandigheden was de leiding niet
altyd even gemakkelijk doch spr.
brengt den burgemeester hulde en dank
voor zijn grooten arbeid in het belang
der gemeente en spreekt den wensch
uit, dat het hem in zijn verdere leven
wel moge gaan.
De heer Baas (A.-R.) sluit zich
hierbij aan en huldigt de groote werf
kracht en zelfbeheersching van den
•burgemeester. Spr. wil niet denken
aan alle onaangenaamheden, die zich
hebben voorgedaan, doch hoopt dat
de heer Elias voldoening moge vinden
in de vele belangrijke werken, *die
onder zijn bestuur zijn tot stand ge
komen en die tot bloei der
mogen strekken.
De heer Kamphuys (R.-KJ, die het
langst met den burgemeester in het
college van B. en B. heeft samenge
werkt, prijst ondanks alle verschil van
meening vde goede verstandhouding,
die steeds tusschên den voorzitter en
hem heeft bestaan en spreekt den
wensch uit dat zijn nieuwe werkkring
hem door zijn kracht en gave alle
goeds moge geven, wat hij er zich
van heeft gedacht.
De heer Duys (S. D. A. P.) huldigt
de onpartijdigheid, waardöor de voor
zitter $ch ondanks alle scherpe ver
schil steeds heeft doen kennen en
waardoor een goede samenwerking
en nadat men ze in Parijs eerst ge
leerd had, bracht men ze in de Pro
vincie spoedig in toepassing.
Men zocht urenlang. Uren van ver
twijfeling en van smart waren het
voor Madeleine en haar vader, doch
graaf Charles de Miraie vonden ze
niet. Dat was een troost in deze ban
ge oogenbiikken, vooral voor Made
leine. Simon Nadet v was natuurlijk
razend van woede. „Men roepe den
burger Jacques Beauchène hier!"
Een oogenblik later kwam deze al
reeds aan.
„Burger," zei Nadet tot hem, „gij
hebt u borg gesteld voor graaf Chi
les de Miraie, voor zijn aanwezighen
op het slot!"
„Ik geef mijn hoofd, als graaf d§
Miraie hier niet is."
Simon Nadet keek hem doordrin
gend aan.
„Hij is nerg^ps te vinden. Burger
Etienne zegt, dat hij reeds voor on
ze aankomst het slot verlaten heeft."
„Dat is niet waar, dat kan niet!
riep Jacques Beauchène uit. „Dag
en nacht heb ik rondom het kameel
de Leuronsac geslopen als een vc^-ep
de graaf de Miraie is er niet uitgeko
men En daarom, burgerkapitein, ik
zeg nogmaals: mijn kop als het zijne
er met is."
Simon Nadet dacht een oogenblik
er over na, wat zou hij met dien
eenvoüdigen boer doen. In Parijs
zou men hem uitlachen als hij daar-
steeds gewaarborgd was.
De heer Prins (S. D- A. P.) spreken
de namens de geheele raadsfractie legt
eveneens op deze onpartijdigheid den
nadruk en brengt tevens dank voor
de wijze waarop de burgemeester steeds
de arbeiders is ter wille geweest. Met
leedwezen werd dan ook dezerzijds van
de ontslagaanvrage kennis genomen.
Ten slotte vertolkte \|j&hepr Brink
man (Vrijz.-Dem.) de /gMgèlens der
vrijzinnigen. Spr. zeidd bewon
derd te hebben de grbote werkkracht
en werklust en bovenal de zelfbeheer
sching Van den voorzitter van den
Raad, waaraan het te danken is, dat
geen gebeurtenissen van onaange-
namen aard voorvielen. Ook deze spr.
sluit zich aan bij de wenschen der
vorige sprekers omtrent de particuliere
belangpn van den burgemeester in de
toekopast.
De burgemeester dankte daarop, vol
gens het Hbld., allen hartelijk voor
hun waardeerende woorden, die voor
hêm het bewijs zijn, dat hij geslaagd
iSKin hetgeen hij zich steeds voor
oc^en heeft gesteld onpartijdig te iijn
zonder aanzien des persoons. In net
bijzonder waren hem aangenaam de
waardeerende woorden van de drie
oudste leden van den Raad.
Het is een feit, dab het burgemees
terschap van eene eenigBzins groote
gemeente geen aangename taak is.
Wil de burgemeester zijn plicht doen,
dan moet hij zich veeltijds afzijdig
houden, doch daardoor laadt hij den
schijn op zich, niet ontvankelijk te zijn
voor vriendschap. Zij die hem nader
kennen weten echter wel beter.
Spreker hoopt, dat het de gemeente
en ook den Raadsleden wel zal gaan.
Gezien den tegenwoordigen toestand
raadde spr. aan behandel het kindje
met zachtheid. De gemeente is op 't
oogenblik een patiënte, lijdend aan een
financieele koorts,, wel niet levensge
vaarlijk, doch toch zoo, dat bezoekers,
doctoren en verzorgers alle reserves
hebben in acht te nemen. Spr. verwactyj;
echter dat die middelen zullen worden
aangewend, die noodig zijn en dat
daardoor do gemeente aan alle eischen,
die het moderne leven vorderen, het
hoofd zal bieden.
Van de ambtenaren had de scheiden
de burgemeester te voren afscheid ge
nomen. Namens de ambtenaren werk
zaam ten gemeentehuize werd daarbij
door den hoofdcommies, den heer G.
Hojjgschagen, het woord gevoerd, ter-
mee terugkwam. Doch deze uiting
van Jacques Beauchène stemde hem
toch tot nadenken.
„Burger Etienne," zei hij eindelijk
tot den burggraaf, „hoor eens goed,
wat ik u thans ga zeggen, liet ge
recht te Parijs verlangt een kop. Of
gij levert mij dén graaf de Miraie uit,
of ik houd mij aan u."
De burggraaf sprong ontzet op,
en staarde den officier aan. Hij kon
blijkbaar van schrik geen woord
uitbrengen. Dus hadden zijn vrienden
dan toch gelijk gehad met hun waar-
ichuwingen. Bestond er dus in het
"schóone Frankrijk thans geen gerech
tigheid meer? Was hij opk vogelvrij,
de prooi van een ieder?
„Kies!" riep Nadet hem toe. ..De
zijne of de uwe."
Madeleine viel met een luiden en
angstvollen kreet haar vader om den
hals, en deze omhelsde snikkend zijn
kind en kuste haar op het voorhoofd.
Thans was het oogenblik daar, dat
hij den moeilijken keuze moest doen
tusschên leven en dood. De burggraaf
waggelde als gebroken eenige schre
den in de richting van do verbor
gen deur, Madeleine volgde hem in
koortsachtige spanning.
„Nu? burger Etienne?" riep Nadet
weer. „Hoe zit het, kies dan! Wij
kunnen niet eeuwig wachten."
De burggTaaf riöhtte zich, bij den
muur gekomen plotseling om, en
zei: „Ik heb gekozen, burgerkapi-
wijl tevens een blijvend souvenir werd
aangeboden.
De heer P. Kraan, gemeente-secre
taris, vertolkte de gevoelens van de
vereeniging van hoofdambtenaren. Ook
hierbij ging hei aanbieden van een
aandenken gepaard, terwijl hetzelfde
geschiedde door de ambtenaren bg de
gemeente-bedrijven^ok maakten vele
corporaties, o.m. dèTvamer van Koop
handel en de Commissie van toezicht
op het Middelbaar en Lager Onderwijs,
van de gelegenheid gebruik om van
den burgemeester afscheid tó nemen.
De burgemeester dankte allen voor
hun waardeering en zeide de geschen
ken gaarne te aanvaarden.
Openbaar onderzoek.
Het Hbld. schrijft
De schrikkelijke spoorwegramp bij
Beilen die juist vóór de Kersttijd,
rouw en jammer bracht in zooveel
huisgezinnen, heeft by velen weer de
vragen doen rijzen, die men na elk
groot onheil hoortHoe is het ge
beurd Wie is hier Bchuldig Had dit
niet voorkomen kunnen worden En
talrijke vooronderstellingen worden
geopperd vooronderstellingen van
ondeskundigen, van menschen, die
geen behoorlijk onderzzoek hebben
kunnen instellen, meeningen, die
meest slechts een zeer geringe of
zelfs geen waarde hebben.
Doch ieder weet heteen onder
zoek wordt ingesteld. Een onderzoek
al dadelijk door den officier van jus
titie welk onderzoek echter slechts
gevolg heeft, indien op eenig persoon
een ernstig vermoeden van schuld
komt te rusten. In dit bijzondere ge
val lijkt het onwaarschijnlijk, dat dit
zal geschieden.
Ten tweede, een onderzoek door den
Raad van Toezicht op de spoorwegen,
welke Raad volgens de spoorwegwet
gehouden is algemeen toezicht op den
dienst te houden. En dan natuurlijk
eén onderzoek door de spoorwegmaat
schappij zelve. Het publiek wenscht
echter zekerheid te verkrijgen, dat alles
gedaan wordt wat mogelijk on redelijk
is om de veiligheid op de spoorwe
gen te verzekeren, En het publiek
heeft recht daarop. Nu meenen Mtöj.
dat het publiek dan ook zoo spoedig
het mogelijk is, behoort te weten wat
het resultaat van zulk een onder-
tein."
„En? weiken kop zal ik bobben?"
„Dezen!" En de burggraaf wees
op zijn eigen hoofd.
Simon N/wlet «tampte woedend op
den grond en bulderde: „Weinu, go
wilt bet zelf, ge zult uw zin heb
ben, burger5! Bindt hem, mannen!"
„Vader! vader!" schreide Made
leine. „Wat moet er dan van mij
worden, ale gij weggaat?"
„Wees kalm," troostte de burg
graaf haar zacht. „Men zal mij geen
leed doen. En als dat wel zoo is,
wat komt dat er dan ook eigenlijk
op aan! Ik geef mijn grijs hoofd,
dat zich reeds naar het graf buigt,
voor een jong, bruin gelokt. Vlucht
met hem naar Turijn on leef daar
gelukkiger dat gij hier kunt doen."
De soldaten naderden daarop en
bonden hem de handen op den rug.
Nu wierp Madeleine, nu zij de
afschuwelijke werkelijkheid voor zich
zag, zich aan de voeten van den of
ficier. r
„Wees barmhartig, burger," riep
zij uit, „schenk hein erbarming, ter
wille van zijn ouderdom en om mij.
Laat hem vrij, en neem dan liever
mij in zijn plaats."
Simon Nadet lachte luid.
(Wordt vervolgd)