12383.
Donderdag 22 Januari 1914.
52e Jaargang.
ieia/rxTS- en. ^^d."ve3rteaa.tio"blstcL Toor G-o"\x.cLsl exx Orerxs'txoikieanu
Vereehijnt dagelijks
lefoon Interc. 82.
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
belang bij het belang
van Indië
FEUiLLtii Ob
£>e Qaitanfioaóar.
larxd.,
Buitenlandsch Nieuws.
601 ME COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 125
Idem franco per post150
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
dem franco per post«1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau
Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
ESSsfcbjTS
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer-«0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
"jet is herhaaldelijk gezegd, dat wij
"landers zoo slecht op de hoogte
van Indie, en dat de belangstel
van het meerendeel onzer groo-
is voor vreemde landen dan voor
se overzeesche bezittingen, het
buiten Europa. Van verschillen-
zijden, door de Regeering en door
'culiere corporatiën, is en wordt
cht belangstelling voor onze ko-
iën te wekken, kennis omtrent land
volk te verspreiden. De ervaring
evenwel, dat op deze wijze juist
nen worden bereikt, wier be-
gstelling die opwekking het minst
oeft, dat zijn zij, die met Indië in
raking zijn of zijn geweest.
De groote massa bereikt men echter
et, 'tot haar dringen de in het werk
stelde pogingen niet doorzij blijft
dit punt even koel en onwetend.
Hoe waar dit is, blijkt telkens, als
'oh in verband met onze koloniën het
-O of ander vraagstuk voordoet. Vlug
s de publieke opinie anders is, ont-
udt zij zich in een dergelijk geval
an het uitspreken van eenig oordeel,
et is dan, alsof het buiten ons volk
gaat. "Wij kunnen dit voorzeker
erkwaardige verschijnsel ook thans
eer waarnemen, nu een zeer belang
de quaestie de levexuquaestie voor
ederland als koloniale mogendheid
"H de orde isde vraag, wat al of
'et moet worden gedaan, opdat wij
"ze Oost niet verliezen.
De quaestie doet zich op dit oogen-
!k voor in verschillende vormen. Wij
-ken hier in de eerste plaats aan
e beweging onder de inlandsche be-
"lking, welke in de laatste maanden
-o zeer de aandacht heeft gevraagdï,
en voorts aan de plannen, die in wor-
ig zijn tot versterking der vloot.
Het ligt niet in onze bedoeling op
deze vraagstukken thans dieper in te
•^an en evenmin zullen wij de ver-
jouding tu8schen Nederland en zijn
koloniën van historisch standpunt be-
lohouwen.
Het staat inmiddels vast, dat alles
wat voor Indië zal moeten worden ge
daan, geld zal kosten (het rapport van
re staatscommissie voor defensie
reekt b.v. van een jaarlijksche uit-
van 17 millioen ten laste van
en Nederland samen).
zijn de financiën van Nederland
en Indië administratief wel gescheiden
Vrij bewerkt door AMO.
„Het kan u daarom niet verwon-
als ik u zeg, dat ik u et
som van honderdduizend francs zi
alen voor zijn invrijheidstelling.'
„Burgeres Railmont", stoof Dan ton
bij die woorden op.
„Wees kalm. Luister tot ik uitge-
roken ben, burger Danton. Honderd-
'zend francs is een mooie som. Gij
daarmee overal buiten Frankrijk
aangenaam leven leiden met uw
Ipnge, schoone vrouw. Gij kunt aan
Rijn, of in Piémont gaan wonen,
of in het schoone Italië. Lacht li
dat niet toe, Danton?"
„Neen."
„Of vreest ge onrecht te doen? O
r gij kent toch het proces van
"~ne de Leuronsac wel, en als 'n
n met een helder oordeel, moet ge
^even, dat het absoluut geen on-
ht is hem vrij te laten, omdat er
onrecht van zijn gevangenneming
wordt goedgemaakt.
„Stil!" viel Danton bevelend in de
Eenige oogenblikken dacht hij
en zeide toen zachter en vrien-
er: „Ik wil niets gehoord heb-
in 1912 is deze scheiding zelfs bij
de wet bekracht doch waar tot nn
toe het over of tekojt in of uit de
Nederlandsche schatkist komt, bestaat
er toch tusschen de geldmiddelen van
moederland en koloniën een zeer nauw
verband. Over de overschotten behoe
ven wij niet meer te spreken. Batige
saldi van den Indische dienst zijn in
het laatste veertigtal jaren het moe
derland niet meer toegevloeid.
In vroeger tijd was dit anders. Van
de Indische overschotten bouwde Ne
derland bijv. zijn Staatsspoorwegen.
De vraag welke thans onder de
oogen zal moeten worden gezien, ia
of Nederland zoo noodig financieele
verplichtingen op zich - mag nemen
ten behoeve van Indië en, zoo ja, in
welke mate.
Om deze vraag te beantwoorden
dienen wij de zaken nuchter te be
schouwen, en hebben wij vóór alles
te gaan, hoe groot het belang is,
dat Nederland heeft bij het behoud
van Indië. Eerst daarna immers kun
nen wij beoordeelen, welke finantieele
verplichtingen aan de zijde van Neder
land verantwoord zouden zijn. Daar
toe moeten wij komen met cijfers.
Zooals gezegd rechtstreeksere baten
trekt de Staat der Nederlanden uit de
onder zijn gezag staande landen in
andere werelddeelen niet. Wij hebben
ons daar te bepalen tot de voordeelen,
die de staat indirect ten goede komen,
maar bovenal tot die, welke zijn onder
danen genieten, hetzij direct, hetzij in
direct als gevolg van den tusschen
Nederland en Nederlandseh-Indië be-
staanden band.
(Wordt vervolgt).
Russische toestanden in Duitschland.
Het klinkt misschien vrij paradoxaal
om van Russische toestanden in
Duitschland te spreken, maar een be
tere kwalificatie over de toestanden,
zooals die thans in Keulen zijn aan
het land getreden, is niet mogelijk. In
de Rheinische Zeitung een blad, dat
heusch niet beschuldigd kan worden
het gezag te willen ondermijnen, heeft
de redacteur Sollmann niets meer of
minder beweerd, dan dat de Keulsche
politie in hooge mate omkoopbaar was,
De Kölnische Zeitung verklaart na af
loop van het proces, dat hoewel Soll
mann is veroordeeld tot 500 mark
ben van hetgeen gij mij gezegd en
aangeboden .hebt, burgeres Railmont.
JDat is alles wat ik voor u wil doen.
Ik wil u uw menschelijk gevoqj niet
tot een misdaad aanrekenen, maar ge
moogt nooit vergeten, dat ik, zoolang
ik minister van justitie in Frankrijk
ben, dergelijke onregelmatigheden niet
kan toestaan. Ik maak u heelemaal
geen verwijt. Gij hebt gedacht mij
vandaag voor zulk een handel moer
geneigd te zullen vinden, wijl ik voor
een zwaren strijd sta, maar ik wijs
uw aanbod beslist af, burgeree!"
Deze was zichtbaar teleurgesteld
zij had er zeker op gerekend in deze
oogenblikken met haar aanbod ge
luk te hebben, en nu scheen het, als
of zij haar zaak er zelfs meer mede
geschaad had.
„Dus heb ik een vijand gevonden,
waar ik meende een vriend te tref
fen," vroeg zij eindelijk. fj
Noch het een, noch het ander.
'Danton, herinner je de tranen
van de weezen, denk er eens aan,
hoe je de schuld zult zijn, dat Made
leine's oogen blind zullen worden van
het weenen, wanneer de oogen van
haar vader gesloten zullen worden.
Danton zag uit de nis, dat burge
res Madeleine juist met zijn vrouw
in gesprek was. Zij waren van ge
lijke grootte en gestalte, zijn vrouw
mocht een jaar of twee ouder zijn.
„Luister eens goed, burgeres Rail
mont; stel je eerst gerust. Wat ik
de redacteur Sollmann als moreel
overwinnaar het strjjdperk verlaat.
Van de vele staaltjes die bekend zijn
geworden, vermelden we er hier eenige.
Wie vergunning voor een café wil
hebben, had slechts geld te geven aan
burgera, die bevriend waren met po
litieambtenaren. Hoewel niet bewezen
kon worden, dat deze zelf het geld
in handen kregen, kon wel worden
aangetoond, dat de politie van haar
macht gebruik maakte om de bevoor
deelde vrienden ter wille te zijn. Vrou
wen van politieambtenaren kregen
mandjes met eet- en drinkwaren en
andere verrassingen, waaronder bank
biljetten van 100 Mark verborgen wa
ren ten geschenke. Wanneer men
misdaden had op te sporen, dan moest
men eerst sommen aan de politie zen
den, anders kwam steeds het antwoord,
naar een der getnigen zei, dat er geen
opheldering in de zaak kon gebracht
worden. Van de 6 politie-inspecteurs
is bewezen, dat er 4 geschenken aan
namen.! Een restaurant gaf in 4 jaar
tijd 160 flesschen wjjn, ontelbare si
garen en 600 Mark in geld. Er waren
bepaalde concessie-fabrikanten. De
bookmakerijen op de wedrennen in
Keulen weten zich Btaande te houden
omdat zij nog meer geld aan de po
litie geven, dan het bestuur van de
renbaan, dat probeert de weddenschap
pen van de renbaan te weren. En
zeker zou nog veel meer aan het licht
zijn gekomen, wanneer niet vele bur-
gergetuigen en ook enkele politie
ambtenaren van hun recht hadden
gebruik gemaakt om geen verklaring
af te leggen, omdat zij dan zich zelf
op de beklaagdenbank zouden bren
gen. Het is onbegrijpelijk hoe een
dergelijk geknoei reeds jaren lang bé
kend kon ziin zonder dat er iets tegen
gedaan is. Thans zal natuurlijk streng
worden ingegrepen.
Turkije.
Een nieuwe Turksche Dreadnouggt?
Uit Gonstantinopel, wordt aan dé
Frankf. Ztg. geseind, dat Turkije een
voor rekening van Argentinië op een
Amerikaansche werf in aanbouw zijnde
dreadnought heeft aangekocht. Dit
oorlogsschip zal binnenkort voltooid
zijn en den naam krijgen „Machmouth-
Fethi" (De veroveraar).
tot dusver heb gedaan, zal ik ook in
het vervolg doen. Tot nu toe heb ik
de akten van het proces van Etienoe
de Leuronsac achtergehouden om te
zorgen, dat hij nog niet verschijnen
zal voor het revolutionair tribunaal;
dat zou gelijk staan met zijn dood
vonnis teekenen. Zoo lang ik nog in
mijn betrekking als minister van jus
titie ben, zoo lang zal ik verder de
akten tegenhouden. Ik hoop dan de
tribunaal door ontbinding in zijn
bloedige werkzaamheden te stuiten.
Daarna zal ik de akten overgeven in
handen van het plaatselijk gerecht,
en dit zal vinden, dat burger Etienne
ineer onrecht is aangedaan, dat hij
verdiende. Nu, meer kunt ge niet
van mij verlangen. Begrepen?"
Levendig en dankbaar drukte bur
geres Railmont hem de hand. Danton
was toch edeler in zijn gevoelens als
men algemeen beweerde.
XIII.
Zonder eenig teeken van buitenge
wone opwinding, koel en nadenkend,
had Robespierre Danton's huis ver
laten. Nog eer hij aan zijn huis
aankwam, zei St. Just dan ook tegen
hem: „Het schijnt dat gij geen bij
zondere waarde hecht aan uw woor
denwisseling met Danton.
Welke beteekenis zou ik hechten
aan het feit, dat wij elkaar eindelijk
eens gezegd hebben, en dat toch van-
ItaliE.
Plattelandstoestandan.
In Paliano een dorp ten Zuiden van
Rome gelegen hobben onlangs twee
grondbezitters, toen zich een troep
menschen, waaronder vrouwen en kin
deren, voor hun woning hadden ver
zameld, op de menigte gevuurd, met
het gevolg dat een jong meisje gedood
en een groot aantal menschen gewond
werden.
Dit feit, dat, naar men begrijpen
kan nogal opschudding wekte, heeft
plotseling een schel licht geworpen op
de treurig§ sociale toestanden in de
Agro Romano, gelijk de uitgestrekte
Campagna om Rome, met zijn uitge
strekte woeste gronden, en zijn vele
schaarsch bebouwde landgoederen,
wordt genoemd. Vooral de streek
waarin Paliano kenmerkt zich zoowel
door natuurschoon als door de armoede
en de onontwikkeldheid der bewoners
en de nalatigheid der Regeering ten
hunnen opzichte.
De bodem behoort geheel aan groot
grondbezitters, die de boerenbevolking
op hun land laten werken in omstan
digheden, welke niet veel verschillen
van die der lijfeigenschap. De boeren
moeten zich alle onregelmatige heffin
gen en allerlei heerendiensten laten
welgevallen.
Sedert ©enigen tijd had nu, naar de
Romeinsche correspondent van de
Frankf. Zeitung aan zijn blad meldt,
een voordurende en intensieve socia
listische propaganda eenig licht in deze
duisternis geschapen. De bevolking
werd zich bewust van haar treurigen
toestand en begon te streven naar
verbetering en naar afschaffing van
de meest drukkende landheerlyke
rechten. Zoo was de bevolking van
Paliano, na vergeefbche pogingen tot
onderhandeling over de afschaffing
van de verplichting om de door de
landheeren aangestelde opzichters en
controleurs te bezoldigen, overgegaan
tot een demonstratie voor het huis van
twee dezer landheeren, de gebroeders
Tucci. Dat deze laatsten er niet tegen
opzagen om een vernietigend vuur op
de menschen te openen, teekent,
naar de bovengenoemde correspondent
betoogt het misdadige „Herren-
turn", waarmede deze grondbezitters
gèwoon zijn hun arbeiders te behan
delen.
De Regeering heeft nu uitgebreide
maatregelen genomen om de orde te
herstellen. Maar op den duur zal men
(laag of morgen gezegd had moeten
worden."
Nu, ik meen toch dat uit Danton's
optreden tegenover u menig les is te
trekken."
„Zeker, de oude en steeds weer
nieuwe les, dat de wijn de menschen
snapachtig maakt en dingen laat
zeggen, die beter verzwegen hadden
kunnen worden.''
„Ik vind dat we Danton in het
vervolg meer op de vingers moeeten
zien.
„Bah!" antwoordde Robespierre, en
sneed daarmee het verder gesprek af.
Toen hij thuis kwam, vond hij op
zijn schrijftafel een brief liggen. De
inhoud hiervan luidde:
„Burger Robespierre,
Richt uwe opmerkzaamheid op de
salon van Lucretia, waar heftige en
machtige vijanden tegen u samenzwe
ren.
Uw vereerster en vriendin!"
Het was een waarschuwing, zooals
Robespierre ze dagelijks ontving. De
brief zelf verontrustte Robespierre
niet in het minst. Dat dit toch ge
schiedde moest dan ook zijn oorzaak
vinden in de eigenaardige stemming,
waarin Robespierre hem ontving. Hij
bevond zich in de kamer alleen. En
langen tijd staarde hij, met den brief
in de hand, peinzend voor zich uit,
„Hoe zal mijn einde zijn?" mom
pelde hij zacht. „Het einde moet ko
men, maar hoe?"
met militair vertoon niet toe kunnen
de treurige sociale toestanden in deze
streek te verbeteren daartoe zullen
zoowel de Regeering als do wetgevende
macht moeteu ingrijpen.
Duitschland.
Zabern.
Volgens den „Roland von Berlin",
een blad dat over gebeurtenissen
in hooge en militaire kringen reeds
meermalen zeer goed ingericht bleek
is dr. Von Jagow, de Berlijnsohe
politiepresident in militaire kringen
thans de held van den dag. Eerst
werd hij met algemeen© stemmen uit-
jenoodigd om deel te nemen aan hot
'eestmaal der commandeerende gene
raals. Onlangs heeft de Kroonprins
een diner ter eere van hem aange
richt, en toen Von Jagow denzelfden
avond aan een anderen eeremaaltijd
van een Berlijnsch gardoregiment ver
scheen, werd hij bij zijn binnenko
men door de jonge luitenants in
triomf de zaal ingedragen, waarna een
donderend, driewerf „hoch" I" op hem
werd uitgebracht I
De heer Von Jagow, doctor Juris,
heeft wel wil van zijn juridischen flater
in zake Zabern
Een Kiupp-Proces.
In het Krupp-proces tegen Tilian
c.s. te Berlijn werden gisteren de vol
gende straffen geëischttegen Tilian
wegens ernstige militaire ongehoor
zaamheid 6 weken kamer-arrestr; van
de andere'punten van aanklacht word
hij vrijgesproken. Tegen Schleuter we
gens ernstige militaire ongehoorzaam
heid 3 maanden gevangenisstraf on
ontslag uit den dienst. Tegen llintz
wegens ernstige militaire ongehoor
zaamheid en omkooping, 3 maanden
gevangonistraf en ontslag uit den
dienst. Tegen Schmidt idem. Tegen
Vogel wegens ernstige militaire onge
hoorzaamheid 6 weken kamerarrest.
Tegen Pfeiffer, die mededeelingen aan
Brandt deed, ontzegging voor een jaar
van het recht om een openbaar ambt
te bekleeden.
Zuid-Afrika.
Volgens telegrammen uit Johannes
burg is hot daar en op den geheelon
Rand thans rustigde politie is zelfs
niet moer gewapend, alleen worden
de spoorwegstations, bruggen en ande
re belangrijke punten nog door gewa
pende schildwachten bewaakt. Zelfs
hebben do schilders en kleermakers
Geheel door zijn gedachten meege
sleept, liet hij zich moe en zwaar op
een stoel vallenEensklaps werd
de deur van zijn kanier heftig open
geworpen en met alle teokenen van
schrik en angst op het gelaat, kwam
Leonoro Duplay binnenstormen.
„Help, help!" riep zij angstig uit.
„Burger Robespierre, wat is er ge
beurd? Deert u iets?"
Verbaasd richtte Robespierre zich
»p van zijn stoel.
„Ben jij het, Leottore? Wat is er
dan? Wat zou mij moeten overkomen
zijn?"
Als krankzinnig van angst en in
een zenuwachtige spanning viel zij
op een stoel neer.
,,0, gelukkig! U is dus ongedeerd?
ik meende reeds
„Maar wat dan? Zeg mij nu eerst
eens, wat je augst te beteekcuen
heeft."
„Ik weet het niet, burger Robes
pierre," antwoordde zij nu verlegen,
„ik zat in de keuken bü het vuur,
toen een ontzettende angst inij opeens
beving. Ik zag in den geest, hoe er
menschen in uw kamer binnendrongen
de wapens op u richtten, en reeds
hoorde ik uw lichaam dof op den
grond slaan; toen* kon ik het niet
langer uithouden en vloog hierheen.
Goddank was 't maar verbeelding.'
(Wordt vervolgd)