lCIET
Mulntoerkiageii
ing.
f
If!
I
lïiei
igen
51
rraad
:RK
eijer,
egschaal
X.
I.
O. 12386.
Maandag 26 Januari 1914.
32e Jaargang.
behalve
Zon
en
Telefoon Intero. 82.
EHOAM.
>nden
ma.
r
RAAM 24.
FEUILLETON
- -
S)e &oitanfioaè»r.
A. J. IJsselstijn Az.
Dr. J. G. Rups.
I. van der Want.
XTïe-wws- en voor G-©ixqLsl en O2xxs*txe3s:ezi-.
Verschijnt dagelijks
Feestdagen.
prijs derTTdVehtentiën:
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
■ar
Telefoon Interc. 82.
26/ ons ^arlomont.
K'
H I
IUUSLUI, U1O ÜL LOC II OOK
al betoogde, dat hij het
ren
30
inr.
i
i'
i
XIV.
I i
nu
zei
nu
I
tf
d,
MIJ.
rang 8 uur.
et.
van
de
in korten tijd
chtingen kos-
i kopje Van
oden.
GOUWE 136.
i <1
bij
en
in
de
)T
t l1
i 1
Vrij bewerkt door AMO.
Voor de stemming voor één lid van
den Gemeenteraad van Gouda, voor
elk der drie districten, op 30 JAN. a.8.
bevelen wij ten zeerste aan
voor district I
voor district II
voor district III
op, dat zijn vertrouwensmannen niet
om een technisch-militaire quaestie de
groote hervormingen, die op ’tspel
staan, in gevaar brengen
niet ziet
wanneer
hoe hooger hoe lie-
op-
I
Over het personeel is zeer lang van
gedachten gewisseld. Het is nusèira
met het personeel der Marine.
Aan wie de schuld?
De meer ouderweis-denkenden
gen, dat alle misère komt van
bonden.
weigerachtig, een initiatief-voorstel uit
de Kamér misschien baat kon brengen.
Zéér hopen we, dat de Groningsche
afgevaardigde ’t zal aandurven. Hij
heeft er de capaciteiten voor en kan
ons land misschien afhel pen van de
belaching, dat hier een societeits-
kliekje, d a a r een inspecteur van poli
tie uitmaakt alles op naam van den
burgemeester welke stukken
contrabande zijn en welke niet. Hoe
eer hoe liever kome daaraan een eind 1
gen slechts tot bet in de macht bren
gen van uwe tegenstanders.
En, naar het ons voorkomt, hebben
de vrijzinnigen in onze dagen een an
dere roeping
onden vinden,
e planten en
GOUDSCHE COURANT.
\an briefgeheim aan. Nagaan van
brieven voor de schepelingen er
kon oens een exemplaar van „Bet
Anker" iu verstopt zijn is ook
ons niet sympathiek, is uit den tijd.
Men denke over de lectuur van „Het
Anker zooals men wil, duizendmaal
erger schijnt ons hel onbevredigde
verlangen om zulk een blaadje te
bemachtigen en de onwillekeurige ver
heerlijking van zulk een blaadje, dat
daaruit voortvloeit, dan een openlijk
toelaten, dat de manschappen lezen,
wal zij willen. Zelfs voegen wij er
aan toe, dat ons een bespreking door
officieren met de minderen van den
inhoud van zulke bladen lang niet
verwerpelijk voorkomt, ter wegneming
van voel misverstand, weerlegging
van onjuiste grieven of rechtzetting
van scheeve voorstellingen.
schuld op zich geladen hebben, thans
zag hij in, dat de Fransche revolu
tie, /tin een orkaan gelijk, goed en
kwaad vernietigd had en slechte de
puinhoopen van het schoone gebouw
der staat zou achterlaten.
Plotseling hoorde hij stemmen in
de gang. Snel ging hij door bet sa
lon, dat hem van de gang scheidde
eh stiet de deur open.
,,Ik moet hem spreken, hoort ge,
Richard? en wel terstond!"
„Maar toe dan, kerel, roep herndan
toch! Hij moge wezen, waar hij wil,
ik moet hem spreken. Het gaat om
dood en leven.
Aan do stem herkende Danton
burgeres Railmont. Hij trad de gang
in en riep:
„Burgeres Railmont, gij hier? Op
dit uur? Wat is er aan de hand?”
„Goed, dat ik u tref,” zei ze zeer
lukl en trad op hem toe. „Ik heb
u iets heel gewichtigs mede te doe
len. Kom spoedig, de tijd is kostbaar.
Wij hebben nog maar enkele minu
ten misschien voor ons."
Hiermee vloog zij de kamer in en
trok hem met zich mede.
„Maar wat is er dan toch?”
Dam ton verbaasd.
Burgeres Railmont was geheel bui
ten adem en Danton moest eenig ge
duld hebben, voor hij iets te weten
kon komen, van de boodschap, die
haar zoo had doen haasten.
(Wordt vervolgd)
De Minister hoeft zijn meening al-
lonniusi onder stoelen of banken ge
stoken. Hij bleek een opèn oog te
hebben voor de slechte invloeden, die
den collectieven geest bedorven
net personeel. Up zichzelf zijn
jongens mei kwaad, de Minister weel
au uil eigen ervaring, muur collec
tief zijn ze geïnfecteerd door de agi
tatie van den Houd en van „Het An
ker dal hen opzei legen hei gezag,
ontevredenheid predikt, iedere teut breed
unmeet en elk vergrijp van een auto
riteit als een welkom ugitatiemiddol
exploiteert. Hel kabaal, door alles
wal rood Is, gemaakt over een briol-
wmi een eowmuiulaut uan hen jong
meisje eerie handeling, aheruunsi
uoor den Minister in bescherming ge
nomen, doch ouv oor waardelijk alge-
K©urd spreekt boekdoelen; de beer
Hugenhoilz groeit er in, hij heelt t
briefje in zijn bezit gekregen, hij zou
......ja, wal wilde hij nu eigenlijk
bewijzen? Komt het niet in ieder
Korps voor, dat een „meerdere
zij onderwijzer, predikant, officier
Kamerlid - zich vergeel en
iote doet, dat onbehoorlijk ia? hn is
tiet dan niet ergerlijk, dat zulk een
voorval, waarbij voor* ingrijpen der
justitie niet de minste grond was,
worde uitgebuit en uilgeplozen voor
liet front van het volk, dat volksver
tegenwoordigers zulk een „faux pas
aangrijpen om de Marine te bestoken,
oin het gezag, dut in iedere organi
satie onmisbaar is óók in de
b. D. A. P. te ondermijnen on de
minderen op le zotten tegen hun meer
deren? Missen groote, dikke woorden
ooit hun suggestieve werking op jon
ge menschen, die geregeld éénzijdig
voorgelicht worden, wien geregeld
scheeve voorstellingen worden bijge
bracht, zonder dat zij tegen-argumen-
Um te hooren krijgen?
Daar lusschen’ in scharen zich an
deren, die zich öp hot ons sympathie
ke standpunt stelten, dat ook militai
ren het recht vap vereeniging moeten
hebben, mits zij*begrijpen, dat zij
militairen zijn, mitsdien vud
een strijdorganisatie geen sprake kun
zijn en gepust optreden tegenover de
Overheid, voor iedere yereeniging ge
boden, voor den militairen bignd op
den voorgrond moet slaan.
Afschutting der bonden zou, er is
van verschillende zijden op gewezen,
slechts tot geheime bonden leiden on
zoo verviel men van kwaad tot er
ger. En voorts komt het ons voor,
dut stil „gekanker” in leger en vloot
minstens even erg zoo niet erger is,
dan een openlijk, inits fatsoenlijk uit
spreken van wenscheu en grieven.
Hierbij sluit zich ook de quaestie
zeg
de
tichaf deze af, verbiedt ze,
roepen ze uit en daarmee meent men
dan klaar le zijn.
Een ander uiterste vormt do sociaal*
democratie, die de militaire „slrijd-
vereenigmg’’ niet een vereeniging 4“
van strijders tegen een vijand, maar meii
tegen de superieuren verheerlijkt
ais een bondgenoot xan den Minister
van Marine, die de „vakbonden ver
troetelen, hun kwaad niet ziet of
vergelijkt en die geniet wanneer een
superieur en
ver! eeus minder gelukkig
treedt.
Daar tusschen' in scharen zich
De tijd, die nu aanbrak, staat
de geschiedenis aangeteekend als
bloedigste tijd van hel schrikbewind
in Frankrijk. De winter van 1793 op
'94 kostte aan ettelijke duizenden het
leven. De burgeroorlogen in de Ven
dée, in Lyon en in zooveel andere
streken van Frankrijk werd zoowel
van de zijde der monarchisten als van
die der republikeinen met zulk een
wreedheid en hevigheid gevoerd, dat
men gelooven moest, dat het een ver-
nietigingskrijg was, waarin het ge-
heele volk ten gronde moest gaan.
Daar de guillotine niet snel genoeg
werkte, ging men over tot het ver
drinken van massa's, dat spoedig de
naam van Loire-bruiloften kreeg.
Danton had ten laatste toegegeven
aan den drang zijner vrienden en hij
had de dreigende breuk tusschen Ro
bespierre en hem zooveel mogelijk
onaangeroerd gelaten, in het begin
van den winter had hij met zijn
jonge vrouw Parijs verlaten en woon
de verscheiden maanden stil en afgo
den! in een landhuis te Reuil, nabij
Parijs. Toen hij hier vernam, wat
er in Parijs en in de provinciën ge-
Werd er met ’t oog op het a.s.
Dreadnought-d^bat (het betreffende
voorstel komt nog dit zittingjaar in)
over het materieel weinig gezegd, er
was toch een politiek stormpje en wel
naar aanleiding van de voorgestelde
verbouwing van Hr. Ms. „Zeeland".
Natuurlijk kost zulk een reparatie
geld.
En even natuuilijk dus wilde de heer
Hugenholtz en dus alle socialisten
de „Holland” niet repareeren en
de daarvoor aangevraagde gelden
schrappen.
Of nu de Minister, die er toch ook
iets van weet, al betoogde, dat hij het
schip nog niet kon missen in de eerste
drie a vier jaar, het baatte niet. „Oud
roest” was de „Holland” in der socia-
listen oogennuttig en bruikbaar als
steunschip voor de torpedovloot en als
opleidingsschip vond de Regeering
het schip.
En dus stemden alle socialisten tegen
den post, benevens een drietal R.-Ka-
tholieken, die, nu „onze” Colijn weg
is, weer naar hartelust hunne anti-
militaire neigingen kunnen botvieren.
Onaannemel y M, bad de Minis
ter het amendement tót schrapping
der verbouw-gelden genoemd en dit
woord veroorzaakte eenige opschud
ding.
Waarom Mag een militair Minister
niet zeggen Ik ga heen, wanneer men
mij onthoudt wat ik onmisbaar acht?
De heer de Muralt maakte zich er
„als lid der Liberale Unie” boos over
en de leider der Unie, de heer de
Meester, kwam daarom even vertellen,
dat de heer de Muralt volstrekt niet
namens de Unie had gesproken. Trou
wens, de heer de Muralt stemde zélf
tegen het amendement, ten einde den
Minister niet te laten vallen, een stand
punt, dat o. i. zeer wel te verdedigen
is bij detailquaesties van technischen
aard.
Gold het een beginsel, dan ware het
iets anders en moest men een Minis
ter, desnoods een heele Regeering, er
aan opofferen. Doch om technische
vragen militaire Ministers laten tui
melen, is niet anders dan de staatkun
dige verhoudingen ontwrichten, in den
grond der zaak niet anders dan kort
zichtigheid en leidtvandaag of mor-
beurde, kromp het hart van den man,
die behoord had tot de wildste lei
ders van het schrikbewind, ineen- Hij
kon hel buiten niet meer uithouden,
en snelde in het begin van 1794 in
allerijl naar Parijs terug.
Daar moest hij evenwel reeds in
den eersten tijd na zijn terugkeer er
varen, dat zijn afwezigheid door de
vroegere vrienden in zijn nadeel ge
bruikt waa. Hij stond spoedig geheel
alleen, als nooit te voren. In de club,
in het Comité vóór Openbaar Welzijn,
op het retadhuis en in de Conventie,
nergens vond hij de oude instem
ming, nergens deelneming, doch over
al wantrouwen. Weder beweerde men,
dat hij koninklijk geld aangenomen
had en zich door gevangenen had la
ten omkoopen. En anderen beweer
den zelfs, dat hij de openbare kassen
beetoien had.
Danton wist terstond, wat hij hier
van denken moest. De weloverlegde
kuiperijen zijner vijanden, dat schud
den en afbrokkelen van den grond,
waarop hij stond, het was alles het
werk van Robespierre.
Zijn vrienden, voor zoover zij hem
nog trouw durfden blijven, bewerkten
nogmaals een samenkomst der beide
mannen, die in Robespierre’s woning
plaats vond. Maar zij bleef zonder re
sultaat*. Robespierre speelde den on
schuldige, wist natuurlijk van niets,
en bleef koel en rustig als altijd.
Den dag daarop viel St. Just hem
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
De Minister had o.i. te meer recht
het groote woord „onaannemelijk44 uit
te spreken, omdat de Kamer zich met
deze reparatie in geen enkel opzicht
de handen bond voor toekomstplan
nen en omdat, zooals de Minister te
recht zelf opmerkte, afstemming van
zulk een technisch-militaire aanvrage,
waarover de Ministe zich ernstig had
beraden, zou aantoonen dat hij niet het
vertrouwen had, hetwelk hij noodig
achtte voor het volbrengen van zijn
zware taak.
De Minister zei dit ronduit, op sym
pathieke wijze en zijn manier van op
treden kon slechts vertrouwen wekken
in dezen kundigen bewindsman.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 125
Idem franco per post„1*50
Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50
Idem franco per post. 1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
80)
„Ik wil mijn einde weten,” drong
Robespierre weder aan.
Doch de waarzegster schudde het
hoofd en zeide: „Ik weet daarvan
niets, burger Robespierre. De hemel
weigert ons eenige uitlegging. Wat
ik u verteld heb, waren openbarin
gen van den hemel. Nu kan ik u
niets meer zeggen.”
I' Robespierre stond op, liep eenige
malen woedend de kamer op en neer
en stampte driftig op den grond
F Verwenechte poppenkraam!” riep
hij eindelijk uit, wierp eenige assig
naten op de tafel en zat eenige mi
nuten later in zijn rijtuig, waarin
de burgers Duplay en St. Just op
hem wachtten.
JgL Gedurende den ganschen rit sprak
hij geen woord. Eerst als de heeren
tócheid van hem namen, zei hij tot
llJnst: „Kom morgen vroeg
B|; ik moet je spreken; Lebas
Miuthon ook, begrepen?”
Het was een sombere, bevelende
toon, waarop hij dit zeide; er sprak
zekere wilskracht uit, die St. J ust
tot Duplay deed zeggen:
Dan ^larine.
Een precair hoofdstuk om verschil
lende redenen een groep van 15 man,
die alles „oud-roest44 noemt en liefst
al stelt zij zich niet royaal op dit
standpunt geen man en geen cent
toestonden; een Draednought-debat in
betrekkelijk nabijd toekomst, zoodat
de aanbouw feitelijk stilstaat en ieder
debat daarover feitelijk pracmatuur is.
Gegeven deze omstandigheden is het
goed afgc-Ioopen.
De begrooting is reeds afgehandeld,
opde stemming na. Want toen de
socialisten in den laten namiddag van
Vrijdag de Kamer een stemming wil
den besparen (de Kamer was trouwens
haast leeg) en daarom zich bepaalden
tot een verklaring dat zij er tegen
waren, vroeg zoo waar de kapitein uit
Steenwijk, de heer Duymaer van Twjst
stemming, welke natuurlijk moest uit
gesteld worden. Deze, van politiek
druipende, officier wilde blijkbaar uit
een hoofdelijke stemming nog wat po
litieke munt slaan, zélf zal hij wel vóór
stemmen.
Voor ’t overige nam Rechts een
vriendelijke, niet-politieko houding
aan. De „leider44, ds. Van der Voort
van Zijp, verklaarde zelfs den Minis
ter niet in zijn zware taak te willen
belemmeren. Heel lief, maar laten onze
mannen daaroo toch niet te veel gaan
vertrouwen het kon zoo licht aanlei
ding geven tot een herhaling van 21
December 1907, toen plotseling het
gros van Rechts, nog wel zonder be
hoorlijke aankondiging, een militair
minister van Links in den steek
liet om zelf weer op het paard te
klimmen,
Voorzichtigheid en groot beleid zij
daarom den 39 geconcentreerde vrij
zinnigen vooral in militaire zaken toe-
gewenscht. Zjj zullen vandaag’of mor
gen voor heete vuren komen te staan
en moeten dan voorbereid zyn. Het
vrijzinnige kiezersvolk heeft er recht
Ik kin hem, daar is weer iets
grootech op til. Danton heeft hem
geprikkeld; ik durf wedden, dat het
voor Danton noodlottiger is dan Ro
bespierre ons zelf zeggen wil.”
TWEEDE KAMER.
Staatsbegrooting voor 1914.
I Nog één week, een volle week, zal
|aan Binnenlandsche Zaken gewijd wor
den. Daarvoor wordt ook ’s Maandags
Vergaderd en als het noodig mocht
:yn, dreigde voorzitter Borgesius, gaat
de Zaterdag er ook aan. De Staatsbe-
grooting zal deze maand althans in de
Tweede Kamer kf en 4e 31e is de
laatste dag. Nu het wordt welletjes,
f een volle week plus 2 avondvergade
ringen alleen voor Hoofdstuk V, is al
erg genoeg.
Er valt over Binnenlandsche Zaken
Dog weinig te rapporteeren. Minister
Cort van der Linden hield bij de af-
deeling Binnenlandsch Bestuur een
knappe speech,, die echter niet allen
bevredigen kon. Voor het stelsel van
plaatselijke keuze bleek de Minister
niet te gevoelen en inzake de tooneel-
censuur kwam men ook al weinig
verder. De Minister erkent wel, dat
de huidige regeling tot moeilijkheden
aanleiding geeft, maar een betere rege
ling is uiterst moeilijk en hij zal den
toestand dan ook maar zoo laten als
hij is. De heer Limburg was hier maar
matig mee ingenomen en zette nog
eens opnieuw uiteen, tot hoe rare
consequenties de geldende regeling
voert. Hij wilde de quaestie der al-of-
Iniet onzedelijkheid aan het preventieve
toezicht der burgemeesters onttrekken,
boodat hiervoor regre^pf de Strafwet
blijft. Heel vaag haast zóó vaag,
«L men aan een persoonlijk initiatief
moet wanhopen duidde mr. Lim
burg er op, dat, bleef de Regeering
en de Danionteten in een rede in
de Jacobijnenclub heftig uan. Hij
noemde hen gematigden, beechuldjgde
hen gevangenen en veroordeelden te
hebben gered, den voortgang der re
publiek te belemmeren en de macht
barer instellingen te ondermijnan. Hij
noemde hen zelfs de voortzetting der
Girondisten en dat zij het vaderland
iu gevaar brachten.
De toeleg was duidelijk. Danton
zag, dat het zijn ondergang zou zijn,
dat hij verloren was, indien hij niet
sprak en zich verdedigde. Zoo sprak
hij dan eindelijk in de Conventie.
Met zijn geweldige stem donderde
hij tegen het ongehoorde bloedver
gieten, tegen de onzekerheid van per
soon en eigendom, en tegen het ge
weld van eenige leden van het comité
voor Openbaar Welzijn, die geloofden
dat de republiek in geyaar was, als
men hen tegensprak.
Dit was zeker de meening van een
groot aantal Conventie-ieden doch er
was er geen, die Danton’s zaak voor
de zijne maakte. Het voorstel tot op
heffing van het bloedige tribunaal,
door Danton aan het einde van zijn
onder doodsche stilte aangehoorde en
den leden toegedj|nderde rede, werd
verworpen en Dqpton zelf verliert
ontmoedigd de (Jonventie.
Het was nacht. Danton leunde te
gen het venster en staarde peinzend
naar buiten. Nu was alles verloren.
Mocht hij ook vroeger veel bloed-
K
I