R
s
mini
I1
f I
I VAN 1
top’tMERKloldtei
Iffl
I
12479.
Zaterdag 16 Mei 1914.
53e Jaargang.
behalve Zon
en
lerancier
4PEN
Buitenlandsch Nieuws.
I
FEUILLETON
De zonde der vaderen.
ZL-TZD-^.
V
1
TAMINIAÜ’S
JAM
Eerste Blad.
<d.e EESTE.
ELST BIJ ARNHEM.
£Tieu-“WS- ezx voor G-o’VLeLa. ezx Oncxstxelcezx-
Verschijnt dagelijks
Telefoon Interc. 82.
p
VERLANGEN.
WAAYZONENi
Propaganda in den stillen tijd.
en Zilver1
Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
40
bestaat uit drie
to
j
4
g«n.
Wordt vervolgd.
nkman &Zn-,
CELSIOR',
TERDAM
i,
Dit nummer
bladen.
jong echt-
en
de
te
ge-
zoo
den
had hij toen
Reeds lang had hij het
naar de nieuwe
Dit eene volzinnetje uit het Stan
daardartikel spreekt boekdoelen en
stelt de noodzakelijkheid van vrijzin
nige actie in het helderste licht. Zon
der ophouden moet de kiezers worden
duidelijk gemaakt, hoe het in waar
heid met de politieke zaken staat. De
landdagen zullen daartoe krachtig
bijdragen en daarom moet ieder onzer
er naar zijn krachten toe medewerken,
dat zij slagen. Het Vrijzinnig Concen-
tratiecomité nam het initiatief, thans
is het woord aan alle vrijzinnigen om
te zorgen, dat de meetings slagen.
fiOUDSCHE COURANT.
- PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
Markt 31bij onze Agenten
Spanje.
De staking bij de koopvaardijvloot.
In een brief van den Madridschen
correspondent van de Etoile Beige,
worden bijzonderheden medegedeeld
over de staking van het hoogero en
lagere personeel van do koopvaardij
vloot. De beweging, die oorspronke
lijk uit^ing van de kapiteins, officie
ren en machinisten, is al spoedig ge-
27)
Nog geen drie maanden geleden
behoorde deze man tot de vooraaam-
sCe kringen; hij bezat een groot en
prachtig landgoed, en toen had zijn
levensloop een geheel anderen keer
,^UnnOn nemen. Maar de demon,
die hem beheerschte, had hem al ver
der en verder gedreven, en hem aan
nood, schande en ellende overgele-
v?ry- En ^eze man» die daar in den
>ïMchttoren” zat, en in de oogen
vaa den kastelein een arme duivel
wiens geheele voorkomen hem
doed kennen als een man, die ach
teruit was gegaan, die man was nie-
anders dan graaf Max von
tiardenberg, de toekomstige erfge
naam van millioenen.
Om den snellen val van den jonge-
p te kunnen begrijpen, Thoeten wij
•wugkeeren tot den nacht, waarin
“lJ van Ehrentraut de belangrijke
8om van vijftienduizend thalers ont-
1 stein den V€rkooP van Draken-
Naar Amerika!
uitgeroepen. T™
voornemen gehad,
ver
een
zoo
net meer kon, rechtop
maakte eenige veront-
en trachtte op
Wanneer de boomen groenen en de
hooge luchten blauwen, wanneer een
helderder zonneschijn glanst op de da
ken en het frissche groen, en schittert
in het rimpelend water van grachten
en vlieten, wanneer, na veel koude en
sombere dagen, een zoeler wind over
onze hoofden waait, dan ontwaakt in
elk menschenhart sterker weer een
big, een dringend verlangen naar on
bestemde en ongekende heerlijkheid,
naar ruimer, zonniger geluk en vrijer
leven.
Is het de onbewuste drang, die in
de natuur zich openbaart naar een
nieuw leven en die ook in ons deel
dier natuurlijke wereld zich voelen
doet Is het de natuurlijke groeikracht,
die alom een nieuw leven scheppen
gaat en die ook ons leven dringt tot
verhoogden bloei Of is het enkel de
zachtere zoelte en de koesterender
zonneschijn en het zien van het fris
sche, wuivende boomengroen, die het
in ons sluimerend verlangen tot een
krachtiger leven wekken
Het is wel, of iets van onze jeugd
terugkomt, toen we droomden van
een grootscher, schooner leven, dan
het alledaagsche om ons heentoen
we in wijde verte, vreemde horizonten
meenden te zien gloeien en fantasti
sche luchtkasteelen zagen schitteren
in het goud van een opgaanden zon
toen we in iederen bloeienden zons
ondergang vreemde landen vermoed
den, wonderlijk kleurend in rood en
wereld te vertrekken, om haar ver
maken te leeren kennen. De uitvoe
ring daarvan was op de lange baan
geschoven om twee redenen. Ten eer
ste kon hij niet genoeg geld krijgen
voor een langdurig verblijf in Ame
rika, en ten tweede, omdat die schei
ding hem in onmin zou brengen met
zijn vader; dit wilde hij voorkomen
en nu Ehrentraut onverbiddelijk be
taling vorderde en zijn kaartenkunst-
jee in het salon van Dora ontdekt
waren, bleef hem geen andere keus
over; voor hem was alleen de
zijde van den Oceaan opengesteld.
Met den eersten trein vertrok hij
naar de residentie, vanwaar hij naar
Hamburg zou reizen om met de
eerstvolgende boot naar Amerika over
te steken. Hij logeerde in een hotel
van den eersten rang en stortte zich
hals over kop in den maalstroom der
groote stad. Reeds den derden dag
deed hij bijzonder interessante kennis
sen op. Aan de table d bote ln
hotel zat hij tegenover een j
paar dat zijn huwelijksreis deed
uit Warschau was gekomen om
residentie en haar schoonheden
leeren kennen.
De jonge echtgenoot, de burggraaf
von Konczinki, stelde zich bij de een
of andere gelegenheid aan den graaf
voor en door hem leerde graaf Max
de jonge, bekoorlijke vrouw van den
Pool kennen, die hem weldra door
haar beminnelijke schoonheid boeide.
t „Ons Gen<
ernfeld.
il Het Scha)
lering Vrijz.
laclub. jr
s 8 uur. Ledei£
temonstrantsch 0* 1
imeente.
iw- en Woningtoe^i 1
OnderstandBCOffl®1
w^re^W
logen ontvang®J
ncerten, vermaWsN
deze dan i»
Iden.
AGAZIJN VAN
VCHJEM.
;e THEEËN worded
iverd in verzegel®n
s van vijf, twee en
alf en een Ned. ons
ermelding van Nom-
n Prijs, voorzien van
istaand Merk, vol-1
le Wet gedeponeerd I
h tot de uitvoöting 1
geeerde orders aan- I
end,
T. C. BIJL,
REEBAART U I
Het zal velen met ons genoegen
hebben gedaan dat het Concentratie-
Comitié der Vrgzinnigen besloten heeft
op Hemelvaartsdag en waar zulks beter
mtkomt op tweeden Pinksterdag in
alle provinciën een vrijzinnige landdag
te organiseeren, waarop van elk der
drie vrijzinnige fraction een spreker
zal optreden.
De landdagen, góed voorbereid,
zullen ongetwijfeld slagen. Dat juist
in een tijd, dat geen verkiezingen voor
de deur staan, het concentratiecomité
deze actie ontplooit, is dubbel verblij
dend. Er blijkt uit, hoe de overtui
ging veld wint, dat men juist den
stillen tijd, als de hartstochten, die de
stembus opwekt, niet luide spreken,
de propaganda niet mag laten rusten.
De noodzakelijkheid van juiste voor
lichting kan niet beter worden aan
getoond dan door een volzinnetje, dat
ar. Kuyper dezer dagen in een onbe
waakt oogenblik aan zijn pen heeft
laten ontglippen. De lezer weet, dat
minister Bertling het clericale faillis
sement der v'orige regeering moet be-
redderen. Door zijn inkomstenbelas-
li1 ring voorziet hij naar den eisch van
I het concentratieprogram in den finan-
tieelen nood door deze directe heffing.
Die belastingverhooging vindt niemand
aangenaam, doch zij is noodzakelijk
en zij is billijk en rechtvaardig. Hoort
nu den grooten dr. Kuyper in zijn
speculatie op die ontevredenheid:
„Rechts denkt: We komen er wel
weer aan, maar wij zullen deheeren
van Links eerst de dubbeltjeskwestie
in orde laten brengen. Dat helpt ons
dan vanzelf, als hit weer ter stem
bus goaty
Ah zooDe heer Kuyper speculeert
nu reeds op de ontevredenheid, die de
belastingverhooging zal brengen, naar
hij blijkbaar vuriglijk hoopt. Links
ordent de financiën, dié rechts in de
war stuurde. Rechts hoopt te profi-
teeren van de ontevredenheid der
rentmeesters van aardsche goederen,
die wat meer te betalen krijgen en na
de stembus dan schrijft de
Standaard en deszelfs hoofdredacteur
r de heer Kuyper, een zalvend artikeltje
i over de redding van het christelijk
beginsel I
hun pas ontloken groen en een zachte
koelte door hun toppen ruischt, don
kere menschen ons naar het kerkhof
dragen. Dan is ons verlangen uit. Is
het dan al vergoefsch geweest Maar
dat verlangen, dat bij ons blijft het
leven door, is ook de kracht van ons
leven. Zoolang we de handen strek
ken naar de toekomst, blijven we ar
beiden en streven. Zonder verlangen
is ons leven dood en zonder nut.
Maar het is ook een deel van ons
geluk, dat verlangen. Daarom is in
onze jonge jaren het leven zoo schoon,
omdat we zoo sterk en zoo innig ver
langen.
Is het niet eigenlijk de begeerte
met het geloof, dat die begeerte ver
vuld zal worden, die ons gelukkig
maakt En wat is het verlangen an
ders dan een begeeren, welks vervul
ling wij verwachten Dat moesten we
beter begrijpen. „Wie het geluk zoekt
in de vervulling van al zijne wenschen,
vergeet, dat het wenschen een deel
van het geluk is”, heeft iemand eens
gezegd. En dat is' immers ook zoo
duidelijk. Wie niets meer te wenschen
heeft, staat onverschillig tegenover de
toekomst en onverschillig ook tegen
over het leven.
Niet het bereikt hebben, maar het
streven maakt gelukkig. En aan dat
streven gaat een wenschen, een ver
langen vooraf. Dit verlangen, dat
sterker dan wenschen, het vertrouwen
in het verkrijgen in zich bergt, doet
ons glimlachend de toekomst tegenzien.
Het gaat uit naar allerlei, al naar
gelang van onze geaardheid en de
richting van ons denken en streven.
Het is onbestemd ook vaak, als in
de lente, wanneer de vogels zingen
en de lucht blauwt. Maar het is
glimlachend altijd en vol blijden moed.
Het is als het voorjaar zelf, niet de
verkregen, de bereikte heerlijkheid,
maar de schoone belofte daarvan.
salon van de Konczinski’s. Van het
jonge echtpaar was niets te zien en
hij dacht dat beiden een toertje wa
ren gaan maken voor table d’hóte.
Max schelde om den kellner. Deze
verscheen en deelde hem op zijn vra
gen mede dat de burggraaf met zijn
echtgenoote nog des nachts was af
gereisd. Met een verwijzing naar de
ledige champagneflesschen hadden zij
den slaap van mijnheer voldoende
verklaard en daarbij verzocht hem
rustig op de sofa te laten uitslapen.
Dat was dan ook geschied en tot
dusver was het dan ook een onschul
dig geval. Maar... de jonge man tas
te naar zijn borstzak en kwam tot
de ontzettende ontdekking, dat hij
zijn portefeuille met nog veertiendui-
zend vijfhonderd gulden miste. Het
leed geen twijfel of hij was in de
handen gevallen van een fijn gesle
pen en beschaafden gauwdief en zijn
helpster. De wijn, die men hem had
voorgezet, had een slaapmiddel be
vat, en zoo was het den Pool gelukt
den slapenden man van zijn geld te
berooven. Hij wist immers gauw ge
noeg, dat Max zijn vermogen ineen
portefeuille bij zich droeg; hij had
meerdere malen gelegenheid gehad dit
op te merken. En eerst nu begon
voor den lichtzinnigen graaf de ernst
des levens met zijn sombere zorgen
en zijn droevige oogenblikken van
vertwijfeling. Alle nasporingen der
politie waren vruchteloos; het bravo
We hebben het leven beter leeren
zien en glimlachen, wanneer we den
ken aan wat we vroeger over dat
leven droomden. Het is niet grootsch
en fantastisch en van ongekende
pracht. Het is o zoo gewoon veelal,
even gewoon als dat, wat we in onze
jonge jaren met minachting ter zijde
schoven.
Maar zoo er al geen majestueuze
rotsgevaarten zijn en geheimzinnige
wouden,er zijn begroeide heuvelen toch
en lachende dalen, lanen en bloemrijke
tuinen, maar eenzame wegen ook,
waarover de nachtwind klaagt. En
altijd blijft in ons een hoop levendig,
dat na gindsche kromming van onzen
levensweg een grootscher, wijdscher
verschiet zich voor ons zal uitstrekken,
of althans, zoo onze droomen minder
stout zijn, een vreemdkleurig en
vreemdgeurig bloempje ons zal ver
rassen aan den kant van ons pad.
Door alle teleurstellingen en zorgen
en droefheid heen, blijven we hopend
uitzien naar het licht van iederen
nieuwen dag. We blijven vèrwachten,
dat er nog andere vreugde, andere
schoonheid voor ons komen zal. Al
naarmate onze teleurstellingen meer
dere en de dagen, die we nog te leven
hebben, mindere worden, zal dat ver
wachte minder grootsche en schitte
rende vormen aannemen. Maar wij
blijven verwachten.
Dat gaat niet ieder mensch zoo. Bij
den een zal die verwachting sterker
en levendiger zijn dan bij den ander.
De een zal zich ook grootscher en
heerlijker dingen denken in de toe
komst, omdat de een optimistischer
en blijmoediger, lichter van hart is
dan de ander. Er zijn er ook, die het
niet weten willen, die spreken en
doen, alsof ze van het leven niets
meer verwachten. Maar in hun hart
blijft toch verborgen en schuchter de
hoop bloeien en het verlangen, dat
sterker is dan de hoop. Een heel en
kele misschien is er, die niets meer
verlangt en niets meer hoopt zelfs.
Die is gereed om te sterven. Want
het leven heeft geen waarde zonder
die hoop. En het leven zelfs dringt ze
ons dan ook op. Ieder nieuw voor
jaar is er het bewijs van, wanneer ook
de meest moedelooze nog glimlachend
opziet naar de blauwe lucht en het
jonge boomengroen. Wij blijven ver
langen.
Tot wij eindelijk verlangende ster
ven en op een zonnigen dag misschien,
wanneer ook de boomen wuiven met
(Tentoonstelling u
Amsterdam. PtmJ
PILLEN van Ar»,
bkroond. Prijs
bnt.
Gouda bij ANTOS
IFF Co.te R*
SANTEN KOLFT
3.
echtpaar was verdwenen en niet
vinden.
Do hotelhouder nam het zware gou
den horloge van hem aan om toch
iets terug te ontvangen van de reke
ning, die Max natuurlijk niet betalen
kon. Andere dingen had hij niet bij
zich; want hij had reden genoeg ge
had om niet naar zijn landgoed te
rug te keeren, toen hij met Ehren
traut afgehandeld had, en was toen
rechtstreeks naar het spoorwegstati
on gegaan. Nu trachtte de jonge aris
tocraat oen betrekking te krijgen, die
hem paste en waardoor hij zich het
noodige levensonderhoud kon ver
schaffen, maar bij het groote aan
bod van bekwame werkkrachten ge
lukte hem dat niet. Zijn vader om
trent zijn toestand op de hoogte bren
gen, leek hem ook niet raadzaam. Hij
had wel voorname kennissen genoeg
in de residentie, doch het stuitte hem
tegen de borst, een beroep te doen
op hun beurs. Zoo zonk hij al die
per en dieper en stond eindelijk zon
der dak op straat. Toen besloot hij
een brief të schrijven aan een hoog
staatsambtenaar, met het verzoek om
hem te helpen aan een betrekking, die
paste bij zijn '^bekwaamheden. Twee
dagen later ontving hij een briefje
met een bankbiljet van tweehonderd
mark, dat de afzender tot zijn spijt
niets verder voor hem kon doen
f 1.25
n 1.50
n 150
r 1.90
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
PRIJS DER ADVERTENTIË.N:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. f 0.55
Elke regel meer„0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
purper en violet, in ieder windje ons
fluisterde van andere, heerlijker dagen
dan dezetoen alles om ons ons niets
scheen en een rijkere toekomst ons
scheen te lokken naar grootschere
pracht en schitterender geluk.
Want al dat wat we zagen in glan
zende verten, het was enkel de weer
schijn van onze hoop en van ons ver
langen. Wij kenden het leven nog
niet en hunkerden naar zijn volheid.
Maar van die volheid konden we ons
geen voorstelling maken en we tracht
ten daar eigenlijk ook niet naar. We ver
langden alleen naar de toekomst en
omdat ons verlangen zoo groot was
en zoo schoon, leek ook die toekomst
schoon. Het was de schoonheid uit
ons eigen hart, waarmee we het leven
kleurden.
Dat werd anders, toen we ouder
werden. Al meer en al duidelijker
leerden we het levefi zien, zooals het
in zijn wisseling van vreugde {en
smart, liefde en pijn, zorg en arbeid
en strijd. Maar toch nog niet, zooals
het is. Langzaam wel verbleekte de
glans, waarin de verre toekomst te
schitteren scheen. De avond was niet
meer vol goudkleurige wonderhalen
en het ochtendwindje fluisterde geen
onbegrepen beloften van een geheim
zinnige heerlijkheid. Maar al bleven
de gouden wolken, die zich in den
avond stapelden rond^d® dalende zon,
niet langer de geheimzinnige poorten,
waarachter een tooverland zich ver
borg, de kleurige verte bleef ons
lokken, als was het heerlijker ginds
en alle toekomst schooner dan het
heden.
Langzaam, heel langzaam maar,
leerden we begrijpen, dat iedere dag
is als de volgende, nu in vreugde,
dan in leed, nu in zonneschijn, dan
in koude en ernst, en dat er geen
dagen komen en geen tijden, waarin
immer de zomerzon bloeit en waarin
de schoonheid van onze droomen als
werkelijkheid voor ons zou staan. En
toch begrijpen we het ooit volkomen
In ieder menschenhart blgft het
verlangen. En dat verlangen is im
mers niet anders als de onuitgespro
ken gedachte, dat er nog een andere
dag zal komen, grooter en mooier en
heerlijker. Dat schoone en heerlijke,
dat we ons denken, moge al niet
meer de fantastische vormen hebben,
die het eens in onze jongens- en
jongelingsjaren in ons denken aan
nam, het is glanzend toch en wij
blijven er onze handen naar strekken.
Men bezocht samen de schouwburgen,
concerten en musea, ondernam
meenschappelijk rijtoertjes, en
verschoof Max zijn vertrek van
een en dag op den anderen.
Doch eindelijk was dan toch de dag
bepaald en om den laatsten avond
nog eens recht genoegelijk bij elkaar
te zijn, noodigde de burggraaf von
Konczinki graaf Max in zijn salon.
De jonge vrouw nam met zooveel
hartelijkheid de honneurs waar, dat
Max het eene glas na het andere le
digde op het welzijn van de jonge
Poolsche.
Was het door de wijn?... Was het
door de verstikkende hitte in het sa
lon? Plotseling voelde hij een
moeidheid in al zijn leden en
vreemde zwaarte in zijn hoofd,
dat hij zich niet J---- -
houden. Hij
schuldigingen, en trachtte op te
staan van de sofa, waarop hij naast
de jonge Poolsche bad plaats geno
men, maar viel achterover in de-kirn-
sene en zonk in een diepen slaap.
Hij ontwaakte bij klaarlichten dag.
Van de straat klonk het geratel der
rijtuigen, het gewoel van een groo
te stad, zooals gewoonlijk m de mid
daguren. Langzamerhand keerden bij
Max de herinneringen terug van den
vortgen avond. Een gevoel van be
schaming maakte zich van hem mees
ter, daar hij waarschijnlijk in een
zwaren roes ingeelapen was in de