WAS. I VAN® »eht op ’t MERK le letten I stein's Inkt delijk de BESTE. ONSCHADELIJK -N-HOLLANO. LIGHT I NGAS venhuis. Prinses of Gravin. o. 12522. Woensdag 8 Juli 1914. 53e Jaargang. behalve Feestdagen. Zon en Buitenlandsch Nieuws, k; FEUILLETON XTO-^-. Jl tig licht hebben? DOIJ Kz, IERINGERWAARD. SEP I l Vi SWAAYZONEN inchem. XTxe’kx'W’s- exx -^c3.“^rextezxtïe"ólei-<ri. Troor G-oxxcLsu en Oascxstxeleexx- Verschijnt dagelijks Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. f 1.25 Dn ■J zijn n- :osteloos. ten. en •le on- iets 5 Alg. Verg. „ArnoH Ik (Wordt vervolgd.) dan bewijzen, dat ilrman AZn., Gouda. t ;ht Uw huls doen w werk verlichten. snelde heen. De van i, tegels, muren, e. door en door aken is Sunlight en voordeeligste tot JAC. KOOU Kr. Wieringerwaard, •olast met hetinstal- nu mag dat be- her- i IER SLAVERNIJ erk wordt te niet i Sunlight het huls ng is dit werk door met het grootste dat”, verze- wees men PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 15 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee lierekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. in den regel meerdere officieren bijeen. Als eenig meubilair een brits, waarop eenige voorwerpen van nachtligging. Waschgerei afwezig. Voorwerpen van geriefelijkheid afwezig. Streven, om een woning gezellig te maken afwezig. Indien koffie, eigaretten en raki voor handen zijn, dan is ook de tevreden- Commissie roorz. 'ZIG, Viee-Voorz. OTENDORST, Pen. „De Réunie” 8 u. afd. Gouda, Volks- )rankmisbruik. „DeRénniew 8V, n-, et opruimen in dezen om het Brokkenhuis. bericht aan een der of per Tel. n". 178, te zal halen, wat U het wel bij mevrouw Von Buchtritz vertellen. Max en ik, wij zijn redde loos verloren. Misschien gaat hij naar een vesting, omdat hij zulke dingen in zijn huis heeft toegelaten en dan krijg ik een proces wegens boleedi- ging.” neemt de zaak veel te zwaar op,” Else en wij geregeld tijdig ogen ontvangen van icerten, vermakelijk deze dan in onze den. Magazijn van leze THEEËN worden eleverd in verzegelde jes van vijf, twee en half en een Ned. on» t vermelding van Nom- r en Prijs, voorzien van enstaand Merk, vol gde Wet gedeponeerd. iich tot de uitvoering i geeerde orders aan- elend, J- C. BIJL, BREEBAART Lz. ,,U neemt op,” zei Katharina geruststellend. schudde droevig het hoofd, onuitsprekelijke smart sprak uit haar anders zoo levenslustige oogen. kent de Commandese niet,” „Zij kan verschrikke- bang voorgevoel zegt Dade- zak, het niet van nog rechte vriendin gevonden. De aartshertogin is een der krach tigste persoonlijkheden in do Keizer lijke familie. Door haar edele inne mendheid wint zij dadelijk het ver trouwen van allen, dien het vergund is in haar dabyheid te komen. Zij heeft veel geleerd en gelezen, maar misschien nog meer overwogen on na gedacht, en haar goest op deze wijze zelf ontwikkeld. Zij stolt belang in alles, wat haar gemaal of haar kinde ren betreft, maar wil ook nauwkeurig op de hoogte gehouden worden van alle gebeurtenissen in het openbare leven. Het meest interesseoren haar niet zoozeer politieke als wel natio- naal-economische en wetenschappelijke quaesties. Van de groote betoekenis der his torische taak, die hen wacht, zijn beide doordrongen on zij zijn er ook goed op voorbereid. De aartshertog en zijn gemalin hebben beiden een zeer zelf standig karakter on laten zich niet licht door anderen beïnvloeden. In do laatste jaren van het garnizoensleven kwamen zij zelfs met de laagste klas sen der bevolking in aanraking on leerden persoonlijk do vertegenwoor digers der Oostenrijksche nationalitei ten kennen. Beiden verstaan bijna allo talon flbr Oostenrijksche volkon on kondon zich uit eigen ervaring een oordeel over het karakter der afzonderlijke naties vormen, tegen geen van welke zij in het minst vooringenomen zijn. Zij kennen do licht- en schaduwzijden dezer volken en wonschen hun allen het beste gedijen. Uit don tijd van hun verblijf in Kolomea wordt eon aardige gebeur tenis vermeld, die in hot garnizoen aldaar de herinnering aan den aarts hertog on zijn gemalin nog lang levendig zal houden. Het toenmaals nog zeer jonge paar was in een auto naar Nadworna ge reden, had de auto aan den zoom van het woud laten staan én trad mot stof bedekt, hongerig on dorstig oen kleine herberg in. Nadat de’ herborgierstèr voor haar gaston gezorgd had, kwam zij bij hen zitten en vertelde, dat zij een zoon had, die ook in Kolomea diende, maar bij het infantorio-rogi- ment. Zij had voor hem vijf kronen overgespaard en zou mijnheer do chauffeur nu zoo goed willen zijn, den jongen het geld te brengen „Met allo genoegen!” zoi do aarts- „U fluisterde zij. lijk zijn. Een mij, dat zij allee r^ls weet, lijk stak ik de hand in mijn boekje was weg. Dat ik schrik gestorven he, begrijp ik niet.” „Staat uw naam in het boekje „Neen.” „Of iets anjlers, dat u verraden kan.” „Niets, volstrekt niets! Max heeft, mij het hoekje pas kort geleden ge geven om er mijn uitgaven in te no- teenen, omdat ik nooit, weel., waar mijn geld gebleven is.” „En zijn er alleen teekeningen in? „Ja, alleen teekeningen.” „En tie onderschriften?” „Die zouden mij niet verraden. Zij zijn met potlood in Gotische letters geschreven.” „Nu, dan begrijp ik uw vrees niet. Wie kan u dan bewijzen, dat het gendarmerie, voor een gedeelte op geleid in de Ecole de guerre te Con- stantinopelvoor een ander deel in de Ecole de gendarmerie te Saloniki en voor de rest dieven- en moorde naarsvangers zonder eenige profes sioneel opleiding. Bij de oprichting kon men natuurlijk niet kieschkeurig zijn, moest zich tevreden stellen mot wat uit krijgsgevangenschap ontslagen of uit Turkije, gevlucht was. Gedu rende den jongsten Balkanoorlog moes ten uit den aard der zaak de talrijke verliezen aan officieren worden aan gevuld met gedeeltelijk minderwaar dige elementen en deze waren het weder partieel, die voor de encadree- ring der gendarmerie noodgedrongen moesten worden benut. Ook aan man nen met invloed op de bevolking, aan hoofden van door tijdelijk machtheb- benden in dienst genomen benden, moesten, hoewel nagenoeg allen anal- phabeten, officiersplaatsen worden in geruimd, en al is een gedeelte dezer heeren officieren bereids weder opge ruimd, toch kan nog niet van het officierskorps door een waarheidlie vende worden getuigd, dat het zelfs aan de meest bescheiden eischen vol doet. En ik heb daarbij niet in de eerste plaats op het oog hun maatschappe lijke vormen, al komen die niet in alle opzichten overeen met die van den Westerling. Zoo geneeren zij zich niet, indien de Vorstin zich in den tuin van het Paleis bevindt, dezen als wandel plaats te benutten en herhaaldelijk Hare Majesteit op korten afstand te passeeren, daarbij door Hoogstdozelvo onbescheiden aan te zien, getuigenis afleggend van hun belangstelling in de vorstelijke vrouwe. Zoo deed zich een der heeren door den* oppasser van den hofarts diens vertrekken toonen, waarbij hij geen album en boek on geopend liet. Maar de militaire waarde is ook uiterst gering. We hebben kapiteins, die geen enkel commando kennen, van de verschillende militaire vakken geen notie hoegenaamd hebben, de betee- kenis van het woord „opleiding” niet verstaan, maar locale kennis paren aan persoonlijken moed en daardoor voor het eigenlijke gendarmerie werk in het tegenwoordige stadium van openbare veiligheid uitnemend geschikt zijn. Evenals de soldaat is ook de Alba- neesche officier soberbehoeften heeft hij slechts weinige; hij woont in de kazerne en hoe In één vertrek huizen mid- trot- haar oogen staarden; in den geest zag zij beelden van geluk, die voor eeuwig van haar verwijderd waren en oin haar mond lag een trek van diepe treurigheid. De koele, zelfbewuste dame uit de groote wereld was ver dwenen, de valsche schijn was weg gevaagd. Er bleef niets over dan een verdrietige vrouw, die in haar liefde was teleurgesteld. Zich zelf vergetende bleef zij een poos zoo staan, toen streek zij de band langs haar voorhoofd, als om haar treurige gedachten weg te va gen. Zij herinnerde zich, waar zij 24) „Het is v reeselijk”, verzekerde kij. „Ik ben verloren, Max is verloren. Met onze carrière is het voor altijd gedaan. Waarschijnlijk worden wij naar oen strafgarnizoen verplaatst, ergens in een vergeten hoek, waar men een plantenleven leidt... En dat is mijn schuld! Mijnheer Von Bucht ritz, de commandant, is een goed man, maar als hij de caricaturen ziet» die ik in dit ongelukkig boekje heb geteekend, dan is allee uit. Denk eens”, fluisterde zij, „ik heb de Com- mandeuse geteekend en Trotting en de lange Tosca! Misschien zou men uit de teekeningen niet wijs worden, maar ik héb er allerlei ondeugend heden onder geschreven. O, waarom heb ik dat ongeluks- boekje meegenomen? Ik wilde aan Waldenburg mijn laatste invallen la ten zien. Dat was dom van mij. Ik doe bijna niets dan domheden. Nu is het boekje weg. Graaf Erbach heeft het gevonden en het aan Max en an dere heeren in de biljartzaal laten ‘i Z*Sudewitz was er ook bij en die zal .Maar leen, zien. maar bij de was in een De toestand in Albanië. De Matin-correspondent te Durazzo meldt van daar aan zijn blad omtrent de door de opstandelingen gevangen genomen Franschen, dat dit feit onge veer 8 dagen geleden heeft plaats gehad en dat de gevangenen zijn de heer Vassel, directeur van de Fran- sohe boschexploitatie, zijn vrouw, zijn dochtertje, zijn zwager en twee zijner werklieden. De houtzagerij is geplun derd. Het nieuws werd Zaterdagavond te Durazzo gebracht door den bewa ker van de zagerij, een Albanees, die zelf de grootste moeite gehad had om te ontvluchten en via Alesio en San Giovanni di Medua te Durazzo te komen. Hij begaf zich onmiddellijk naar den gezant, denbeer DeFontenay. Deze en de heer Krajewski, de Fran- l sche gedelegeerde bij de internationale comjnissie van toezicht, hebben over leg gepleegd met den commandant van hot Fransche oorlogsschip Edgar Qninet, over de middelen van actie. De controlecommissie heeft een onder- handelaar naar Sjak gezonden om onverwijlde invrijheidstellingder Fran- schen te vragen. Het hoofd der op standelingen was evenwel afwezig en er kon dus geen uitsluitsel gegeven - worden. Ziedaar, aldus de correspondent, het resultaat van drie maanden Alba- neesche politiek. Een noodlottige anarchie begint te Durazzo te heer- lichen. De Oostenrijksche en Duitsche L vrijwilligers zijn nauwelijks na hun B komst reeds handgemeen geworden. H De Nederlandsche missie beschouwt den toestand met ongerustheid. Niet- f temin gaat de Regeering voort oorlogs- materieel te koopen voor de nog te verwachten vrijwilligers. Tot dusver de Matin-correspondent. In een officieuse nota te Parijs wordt gezegd, dat het Ministerie van Bui- tenlandscho Zaken thans nauwkeurige instructie aan den gezant Fontenay heeft gezonden, betreffende de maat regelen ter bevrijding der gevangen genomen Franschen. "Wat den aard der Albaneesche offi cieren „betreft, daarover deelt majoor Sluijs in zijn „Indrukken over Alba nië” in de Militaire Spectator het volgende mede: „Zij zijn allen Albaneezen, afkomstig uit hét Turksche leger of de Turksche G0UD8CHE GIIRIXT E MINT Per kwartaal Idem franco per post1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad.„1.50 Idem franco per post1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: wumng, cim rvgm mm u w. iwmiiw» v.s« pw ivgci. Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. Groote letters en randen naar plaatsruimte. heid daar en zijn de verlangens be vredigd.” Oostenrijk-Hongarlte. nieuwe troonopvolger en zijn gemalin. In de door aartshertog Frans Fer dinand zelf gekozen, laatste rustplaats is zijn stoffelijk overschot met dat zijner gemalin bijgezet. De smart over hun verscheiden blijft bestaan en men kan het bloedige drama te Serajewo niet vergeten. Het groote rijk moet echter zonder ophouden voortschrijden op den weg, die naar zijn bestemming voert, en de Keizer heeft in zijn schrijven aan de minister-prasidenten van den nieuwen troonopvolger gesproken, en dezen hierdoor uit de afzondering, waarin hij leefde, in het politieke leven ge trokken. De gryzë monarch is van een zware ziekte genezen en heeft na de emoties der laatste week weder een plicht te vervullen hij moet zijn neef opvoeden voor de groote taak, die eenmaal op hem aal rüsten. Aartshertog Karei Frans Jozef zal zich thans wijden aan de staatsaangelegenheden en ook zooals reeds voor den overleden troon opvolger als wenschelijk aangeduid was tot de besprekingen in den gemeenschappelijken ministerraad wor den toegelaten. De niehwe troonopvolger en zijn gemalin, aartshertogin Zita, hebben alle gelegenheid gehad 4öm zich voor de taak, die hun thans werd opgelegd, voor te bereiden. Zij konden de be langrijkste gebeurtenissen der laatste jaren overdenken, de oorzaken on ge volgen er van onderzoeken en zich over alles in hun betrekkelijke afzon dering een onbevangen en zelfstandig oordeel vormen. Karei Frans Jozef is den 17®" Augus tus 1887 geboren. Zijn vader was aartshertog en een broeder van Frans Ferdinand, zijn moeder prinses Maria Josefa van Saksen, zuster van den Koning van Saksen. Als grondtrek van zijn karakter wordt door personen, die hem goed kennen, de zin voor rechtvaardigheid boekje u toobehoortt” Else zuchte diep. „Mijn bedrevenheid in het carrica- tuunteekenen is bekend, klaagde zij. „De verdenking zal dadelijk op mij vallen.” „Of op mij?” „Op u?” Katharina glimlachte droevig. „Wel ja, op mij. Weet ge dan niet dat men mij tot iedere boosheid in staat acht? Laat de zaak nu maar aan mij over. Aan mijn renommée is in dit opzicht toch niets meer te be derven en in het slimste geval kan ik mij toch met mijn goed geweten troosten. Afgesproken dus; U geeft mij hot boekje ten geschenke, hé? Ver rukt en verbaasd staarde Else een oogenblik voor zich heen, toen sloeg zij beide armen om Katharina’s hals. „O, beste, liefste vriendin! Wilt ge dat doen?” riep zij stormachtig ver heugd uit. „Wilt ge dat werkelijk doen? Ik heb altijd wel gezegd, dat u eigenlijk meer waard is dan alle andere samen. „Maar mag ik uw offer wel aan nemen?” „Natuurlijk moogt korde Katharina. „1 verstandig. Ga nu h< ons nit bij elkander Else gehoorzaamde, i deur keerde zij terug en wip weer bij Katnarina”. „Ik héb u zoo hartelijk lief”, zei genoemd. Nooit zou hij toestaan, dat iemand, al was het zijn geringste be diende, in zijn rechten te kort werd gedaan. Dikwijls kwam hij op voor gewone soldaten, om ze tegen som mige superieuren, die zich te buiten gingen, te beschermen. De aartshertog is een uitstekend automobilist. Wanneer hg in zijn auto op smalle wegen rijden moest, bleef hij vaak lang stilstaan, opdat de schuwe paarden van naderende boerenwagens rustig werden, ja, hij hielp zelfs per soonlijk mee en bood zijn excuses aan, wanneer hij, al was het buiten zijn schuld, den koetsier in moeilijkheden gebracht had. Uit zijn rechtsgevoel ontspringt ook de vriendelijkheid, die hij tegenover de menschen aan den dag legt. Hij kan met iedereen een gesprek voeren, weet zich in den toestand van een ander te verplaatsen, en helpt wan neer hij helpen kan. Daprover kunnen zijn soldaten, de boeren in de omge ving van zijn garnizoenen en zgn bedienden veel vertellen. In zijn persoonlijk optreden is de aartshertog zeer bescheiden, hoort liever toe dan zelf te spreken en verheugt er zich altijd over, wanneer hij iets nieuws vernemen kan. Zijn weetgierigheid is zeer groot. Hij stelt belang in alles, wat met zijn heden en verleden in verband staat. Zijn mili taire werkzaamheden en andere ver plichtingen nemen bijna twee derden van zijn tyd in beslag. De overige tijd besteedt hij voor zijn verdere ontwik keling en voor ontspanning. Hoort hij van iets nieuws, dan laat hij zich daarvan uitvoerige beschrij vingen geven, tot hij het onderwerp volkomen beheerscht en verrast dan den verhaler vaak door zijn aanvul lende vragen, die bewijzen hoe zelf standig hij het juist vernomene opvat en doordenkt. Meeningeg van anderen laat hij gaarne gelden, zoodra hij ziet, dat zij gegrond zijn. Eigenzinnigheid is hem vreemd, maar is hij eenmaal op goede gronden van iets overtuigd, dan houdt hij daar ook aan vast. Vleierijen ver afschuwt hij, daar hij zichzelf nog al goed kent en weet, naar hij zelf pleegt te zeggen, dat hem nog veel ontbreekt, om -volmaakt te zijn. In 1911 is de aartshertog getrouwd met prinses Zita van Bourbon en Parma. Hij heeft haar zelf gevonden en gekozen, en in haar niet alleen een goede echtgenoote, maar ook een op- ze schuchter. „Wilt u ook eons trach ten om mij eon weinigje lief te heb ben?” Katharina keek vriendelijk in haar blauwe oogen, die oprechte be wondering voor haar uitdrukten. „Daar behoef ik niet naar te trach ten,” zei ze hartelijker dan gewoon lijk, i „ik heb u reeds lief”. „Zeg dan voortaan „Else”' tegen mij.” „Goed, lieve Else”. „Dank, duizendmaal dank.” Zij kuste Katharina nogmaals vrinndelijke glimlach verdween Katharina’s gelaat, zoodra de deur achter Else gesloten was, God dank, eindelijk was zij alleen en bespied. Zij bleef op dezelfde plaats den in de kamer staan, haar sche gestalte scheen gebogen, was, wat zij nog te doen had, zij den ui tori ijk en schijn moest waren. Haar oude trotschheid nam de gewone plaats in haar hart. Langzaam richtte zij zich op, zij gaf haar droevig gelaat etm andere uitdrukking, hief het hoofd op, maar toen, door haar inner lijken strijd overweldigd, sloeg zij de handen voor haar mond en zich zoo bedwingende liet zij slechts een zacht gekerm hoe ren. Doch zij kwam we^r tol bedaren. Zij ging voor den spiegel staan en bekeek onderzoekend haar trekken. Als een tooneclspeelster bestudeerde zij de rol, die zij spelen wilde. Te vreden verliet zij een poosje don spiegel en kéerde naar do balzaal terug. Zij behoefde niet te vroezen, dat men haar zou doorgronden. Achter dat gladde voorhoofd zou niemand haar wanhoop vermoeden; haar lachende mond verried den jammer van een bedrogen hart niet. Slechts één misleidde zij niet, zelfs niet door de bruid van een ander te worden. Zij had hem immers zelf in diepe troosteloosheid van haar hart oen blik gegund. Tiet schoen haar onver draaglijk, zij had de wereld wel wil len ohtvliodn om hem niet te ont moeten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1914 | | pagina 1