KG
ÏGAS.
:EN
i
JOSEPHINE.
I
IGAS
De Oorlog.
Io 12599.
Vrijdag 9 October 1914.
v 53e Jaargang,
behalve
Zon-
Feeetdagen.
en
o.io
Telefoon Interc. 82.
op dit Blad.
Ij
FEUILLETON.
I
5 licht hebben?
OU Kz
RINGERWAARD.
er
inwater.
ezx «^.cH.^reartezxtï.e'bletcH. voor G-oxxd.su ezx Oxxxs'txeloozx-
Verschijnt dagelijks
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
huwingen
i van een doosje i
-axeerpillen (81^,
len) van Apotheker
goed uit dat men
De echte pillen znn
ooaje, voorzien van
eker Boom en de
ia A. M. Boom. 15
Gouda bij ANTON
^en’kow;
en
an-
Aan het Westelijk Front.
dit
kachel en
(Wordt vervolgd.)
I
sterk,
dan
om
voor
(M
avon-
naar
Verderop
t JAC.KOOIJKb.
Wieringerwaard,
ast met het instal
den in strategische overwegingen
opperbevel der bondgenooten, d«
f 1.25
1.50
1.50
1.90
ireau
lar.
q Tilburg.
BELONJEJr.
Gouda.
IGOHISIIIE COURANT.
man Zn., Gouda.
Nadat ik mijn moeder
het invallen
is dit werk door
aet he^^i
iteloos. 1
Van offioieele Engelsche zijde wordt
ons het volgend officieel communiqué
verschaft van 8 Oct.:
In Frankrijk woedt op den linker
vleugel de strijd met groote hevigheid
voorthet vyandelijk fort strekt zich
uit ip de omgeving van Lens en La
Bassée dat gesteund wordt door groote
afdeelingen cavalerie die in het district
Armentières opereeren.
Aan het front tusschen de Somme
en de Maas is niets bijzonders voor
gevallen. In Woevrè heeft de vijand
opnieuw pogingen gedaan om de voor-
waartsche bewegingen der bondgenoo-
ten tegen te houden, doch zijn aan
vallen werden afgeslpgen.
De berichten over de geheele linie
luiden bevredigend.
Victor’s kamer
kast, hetgeen I
ben. Zijn ruime grijze overjas en
breedgeranden vilten hoed kwamen
zeer geschikt voor
nuten was
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer„0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en Hinden naar plaatsruimte.
rHet waren alle granaten van een
sterk brandstichtend vermogen, want
waar ze vielen, laaiden aanstonds de
vlammen uit. Dooden en gewonden
lagen in de straten. Bertghem stond
geheel in brand, het zuiden der stad
is één vuurzee. De schipbrug over de
Schelde is kapot geschoten En om
12 uur vanmiddag ging de politie huis
aan huis om de laatste menschen de
stad uit te drijven, in een onbeschrij
felijke paniek.”
Aan het Oosteltyk Front
Van offioieele Engelsche zijde wordt
gemeld dat de Russische troepen steeds
voorwaarts rukken en in Oost-Pruisen
op verscheidene punten zijn doorge
drongen. De Duitsche verdediging
aan de rivier de Memel is geëindigd
met een volledigen terugslag waarbij
aanzienlijke verliezen werden geleden
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bui_„.
Markt 31, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Het Duitsche beeldkwartier.
BERLIJN, 8 Oct. Van Duitsche zijde.
Het groote Duitsolip hoofdkwartier be
vindt zich thans, nadat het eerst in C’o-
blepz en daarna in Luxemburg gevestigd
was, in een Fransche stad, op 50 kilo
meter achter het front. De dagkoerier-
dienst brengt de koeriers in drie dagen
ESSCHEN, 8 October. De toestand
hier on te Roosendaal spot met alle
beschrijving. Het is de ellende ten
top. Nog steeds brengen treinen en
alle denkbare voertuigen arme vluch
telingen aan. De wegen zijn er mee
bezaaid. Het aantal is niet te tellen.
Te Roosendaal zijn reeds de kerken
met vluchtelingen gevuld.
Schitterend is het Hollandsche hulp
betoon. Militairen en burgers zijn
onvermoeid. Het leger stelde 50.000
brooden beschikbaar. Soldaten ver
doelen brood en drank. Daar van
herberging geen sprake meer is, slaat
men bij het station te Roosendaal een
groote tent op.
De aanblik der vluchtelingen is
hartverscheurend. Zij hebben alles
verloren. Ze gingen op weg, doch
weten niet waarheen te zullen gaan.
Particulieren halen met hun voertuigen
nog zooveel mogelijk vluchtelingen
uit Nispen. Ook zijn daarvoor rijtui
gen gerequireerd.
De militairen munten uit door hulp-
verstrekking in alle opzichten.
Tegen 12 uur hedennacht begon het
bombardement van uit de richting
LierKessel en onafgebroken duurde
het voort met kleine tusschenpoozon.
Het hagelde bommen. Een paniek
greep de nog overgebleven bevolking
aan. De bommen vielen in de huizen
en op de straten. Eerst gingen zij te
ver, over de Schelde, maar weldra was
men „ingeschoten”.
szaal voor militai-
- 10 nm.
mwburg 8 u. Mu-
’t Nut.
ord Achterzaal 8’/t
lering Mercurios.
iwij geregeld trjdij.’
jen ontvangen van
erten, vermakelijk'
eze dan in onze
en
een gevoel van tevreden-
zelve
Het Bombardement van Antwerpen.
Uit ROOSENDAAL werd 8 Oct.
te 12 uur des nachts het volgende
geseind
Terwijl ik dit schrijf, dreunt voort
durend de donder van het geschut,
met vaak wel 10 slagen in de minuut.
Aan den hemel een laaiendegloed van
Antwerpen, dat steeds verder in brand
wordt geschoten. Daarin ziet ge dui
delijk het lichten van de kanonnen.
En eindeloos duurt het nog maar voort,
die gruwzame exodus, die op onze
landsgrenzen aan blijft trekken langs
de donkere wegen, opgestuwd en on
afgebroken.
Ik sprak menschen, die waren in
Putten geweest aan de grens, waar
ze, van den Huzarenberg af, de bran
dende olietanks hadden zien vlammen.
Daar was het artillerie-duel om den
prijs van die groote, bloeiende stad
duidelijk te vernemen geweest in de
zware slagen van de Duitsche kanon
nen met telkens het antwoord uit de
lichtere Engelsche stukken. Maar veel
treffender nog was er geweest die
vloedgolf van vluchtelingen, die te
voet en op alles wat redden kon, uit
wijken. Wagens overladen vol. Wa
gens met kinderen, bij gebrek aan
paarden, door nonnen getrokken. En
weer de goedhartige hulp van onze
soldaten. Wanneer een voerman te
hooge prijzen vroeg, namen zij de teu
gels over en brachten hen om niet
naar Bergen op Zoom, waar aan het
station dezelfde tooneelen zich voor
doen als hier. Het stationsplein ook
als een kamp, door militairen afgezet
en alle huizen meer dan vol.
Ik verneem, dat de Belgische troe
pen over de Schelde zijn getrokken
om er hun verdedigende positie in te
nemen, terwijl de Engelschen den
voornaamsten Oostkant, de sleutel van
de stad, voor hun rekening hebben,
De
dat zij al niet
toch een uiterst I
bolwerk gold, dat bijna niet te
is reeds
21)
Doch hij scheen met blindheid geslagen,
de liefde had hem vroeger zoo scherp
zinnig gemaakt, doch nu hij niet meer
liefhad, wist hij ook niets meer uit mijn
gelaatstrekken te lozen. Hij behandelde mij
met gedwongen vriendelijkheid, maar toen
ik hem verzocht zijn vrijen avond thuis
bij mijne moeder on mij door te brengen,
weigerde hij dit niet aljeen, maar hij werd
zonder aanleiding zoo heftig, dat ik zeer
goed bemerkte hoe hij tot een breuk tus-
schen ons wilde komen. Door toegevend
heid te huichelen wist ik dit oogmerk te
verijdelen voor dit uiterste l>eefde ik te
rug als voor een groot ongeluk, hoewel
ik er niet meer aan twijfelde dat ik zijn
liefde bezat. Natuurlijk was Ik bij het in
vallen der duisternis op de plek, waar
hij Mevrouw Sieveking zou ontmoeten. Ik
had mijn schuilplaats zoo goed gekozen,
dat Garey mij niet bemerkte, ofschoon ik
hem geen minuut uit het oog verloor. Zoo
l hart jubelde van vreugde toen hij
bleef ik twee uren verscholen, mijn
blijkbaar teleurgesteld naar huis terug-
keerd. Zij was niet gekomen; en dit wek -
te in mijn hart de hoop, dat hij uit ge
kwetste ijdelheid de vrouw zou vergeten,
Kort Overzicht
In deze dagen treft ons het meest het
deerniswekkend lot dat Antwerpen heeft
getroffen. De stelling van Antwerpen
zoo sterk, dat zij al niet onneem
baar, dan toch een uiterst krachtig
nemen
was, is reeds zoodanig geforceerd dat
een bres is geschoten in de buitenste for
tenlinie, vanwaar thans hot verdragend
Duitsche zware geschut de stad bombar
deert. Wat dit zeggen wil, blijkt uit de
berichten dat de stad aan de vier hoeken
in brand staat, het Zuiderstation in vlam
men is opgegaan, en op veie andere
plaatsen door de granaten brand is gesticht,
i.n of deze vernietigingswerktuigen op
zich zelf nog niet genoeg verwoesting
aanrichten, de Zeppelins verleenen hunne
hulp door niet alleen bommen te werpen,
doch door zelfs licht brandbaar vocht op
de daken der gebouwen uit te storten,
teneinde ze des te gemakkelijker een prooi
van het vuur te doen worden.
Het bombardement dezer belangrijke
Stad, het moge ontzettend wreed gelijken,
het is inderdaad het gewone gevolg van
wat de oorlog biedt. Waar de eisch van
den Duitschen bevelhebber werd afgewe
zen, moest het bombardement volgen.
Het kanongebulder heeft in de stad een
panischen schrik veroorzaakt en de be
woners met bijeengaring hier en daar
van wat ze maar het eerste grijpen kon-
fden, de wegen doen opsncllen naar het
noorden om buiten het bereik der sprin
gende granaten te komen.
De bezetting, blijkens de berichten uit
Belgen en Engelschen bestaande vecht om
te trachten nog te redden, indien redding
althans nog mogelijk is.
Het mag in deze omstandigheden be
vreemdend worden geacht dat het Belgi
sche leger, waarvan toch vrijwel vaststaat
dat het geheel-of althans voor het over-
groote deel zich binnen de stelling be
vindt, niet de kans heef) waargenomen Qin
uit te wijken naar het zuiden teneinde
met de bondgenooten zich te vereenigen.
Daartegenover is ook aan te voeren dat
het bevreemding wekken kan dat van de
zijde der bondgenooten niet zoodanige
hulp is geboden dat Antwerpen niet door
het Duitsche geschut kon worden bereikt.
Dit laatste zal echter wel zijn grond vin
den in strategische overwegingen van het
opperbevel der bondgenooten, dat zijn
troepenmacht daar tot succesvoller opera
ties gebruiken kan.
Uit Noord-Frankrijk komen berichten
die voor de Duitschers niet gunstig zijn.
De door de bondgenooten behaalde voor-
deelen op de hoogten op eenige afstand
van den rechteroever van de Maas heb-
ben de kans tot doorbreken van de Duit
sche troepen aanzienlijk verminderd. Nog
waarop de aanval der Duitschers im
mers gericht is. Uit deze opstelling
leidt men ook af, dat het Belgische
leger, wanneer het tot wijken wordt
gedwongen, dit niet zal doen in de
richting van ons land, maar naar
Oostende. Zoodoende zal het voeling
kunnen blijven houden met de legers
der bondgenooten. Een opzot, die o. m.
hieruit zou blijken, dat de jongste
Belgische lichtingen in Engeland wor
den afgericht.
Inmiddels blijven de gevolgen onbe
schrijfelijk aangrijpend, die wij hier
van de executie hooron en zien. En
tot vervelens toe spreek ik u van de
treinen met vluchtelingen. Zooeven
gingen aldaar de deuren van vijf don
kere bagagewagens open, waar wg,
bij het licht van een draaglantaarn,
250 weezen ontwaarden. Zeker een
100 kindertjes beneden de 5 jaar schuw
en naast elkaar gekropen op de vloe
ren, slaperig, hongerig, dorstig vooral.
De uitgeleidende zusters vertelden, dat
zij met haar armzalige kuddekens twee
dagen onderweg waren geweest en
sedert vanmorgen vroeg hadden zij
niets te eten of te drinken gehad.
Maar nauwelijks hadden ze het gezegd,
of daar kwamen ze van alle kanten
aandragen met dikke boterhammen en
glazen water, en het was aandoénlijk
zooals de wurmen daar gretig in beten
en het opslokten, terwijl de soldaten
hen al weer wegdroegen in hun armen.
En de ouderen, gehoorzaam, kwamen
in rijen van twee aan'twee door het
gedrang, ieder met een dekentje over
den arm.
Een heer kwam zeggen, dat er in
’s Hertogenbosch nog ruimte was voor
2000 vluchtelingen en dat voor ieder
een warm maal eten wachtte. Inder
haast werd een extra trein daarheen
gevormd. Inmiddels werden zieken
doorgedragen op brancards, en het
bezinksel van zoo’n groote stad scheen
nu wel mede gekomen, zqo gruwzaam
haveloos waren die stoeten in lompen.
Ze schreeuwden nog telkens weer
de herinnering uit aan de visioenen
bij hun vlucht uit de stad. Daar was
geen waar meer van verbeelding te
schiften, en ik herhaal u enkel wat
ik optee’ ende, telkens hetzelfde weer
uit verschillende monden.
Vliegtuigen wierpen hun bommen,
een Zeppelin goot een naar naphta
riekend brandende vocht uit. De gra
naten floten door de lucht en staken
de overgoten gebouwen ontploffend
in lichter laaie.
•steeds houdt de strijd aan de Aisne aan,
zonder dat nog de beslissing valt. Dag
aan dag luiden de berichten dat de vold-
slag met onverminderde hevigheid wordt
voortgezet.
Van het oostelijk oorlogstooneel wordt
gemeld dat de Duitschers in Oost-Pruisen
op verschillende punten teruggedrongen
zijn en aanzienlijke verliezen geleden heb
ben. Ook in Galicië is de krijgsfortuln
der Duitschers nog steeds niet gunstig.
De Duitsche Marine verloor bij de Eems
een torpedobootvernieler die door een l n-
gelsche onderzeeboot werd getorpedeerd.
is het eenige blad
Schrijver BOÜTET,
seis bevat. Teven,
38 andere prijzen,
den kreet; Vive le roi, vive la reine.
Werkelijk duikt daar te midden van al die
rij- en voertuigen een grijze auto naar
voren, waarin Koning Albert en zijn ge
malin zitten. Hoe juicht he volk het vor
stelijk echtpaar toe, voor een oogenblik
al zijn leed vergetend. Wat het zwaarst
is, moet het zwaarst wegen hij mag
niet in handen van de „Dutsen” vallen.
Tot het laatst is hij gebleven en nu gaat
hij, als zoovelen zijner onderdanen. De
auto kan niet verder, moet als alle
dere wachten tot er ruimte is.
Ik sta er vlak achter. Eenige malen
kijkt de Koningin nog om. „Achteruit”,
„en arrière” klinken gebiedend de stem
men van de gardes civiques, maar het
volk blijft zijn vorst en vorstin tot het
laatst omringen. „Au revolt” roept een
opgetogen man uit het volk een oogen-
Idik ontspannen zich de trekken van den
vorst, die voortdurend met zijn gemalin
in gesprek is nog één oogenblik en
dan rijdt hot vorstelijk echtpaar de mili
taire schipbrug over naar den anderen
kant van de Schelde, zijn zij uit het ge
zicht verdwenen.
Victor dan tot mij zou terugkeeron
rouwmoedig vergiffenis te vragen
zijn ontrouw.
In den morgen van den 4 October ver
nam ik van mijn moeder, dat mijnheer Ga
rey van plan was den volgenden dag te
verhuizen, ofschoon hij de huur voor het
volle kwartaal reeds betaald had. Nu be
greep, ik, dat de hand tusschen ons onher
roepelijk verbroken was. Reeds eenige
dagen lang was ik hem ontweken; ook
kwam ik niet meer in zijn kamer, als hij
niet thuis was, zoodat ik noch uit zijn
houding nocli uit eenig verraderlijk pa
pier had kunnen bemerken hoe hij met
mevrouw Sieveking stond» Het noodlot
wilde, dat ik dien morgen de brieven
van den postbode aannam, en onder de
brieven aan Victor was er een, waarvan
het adres een dameshand verried, terwijl
de omslag de fraai versierde initialen J.
S. vertoonde. Zonder te bedenken dat ik
een strafbare handeling pleegde, verborg
in dien brief in mijn zak, en zoodra de
gelegenheid mij gunstig was, sloot ik me
in mijn kamer op. verscheurde den om
slag en las den brief. Deze was werke
lijk van mijn gelukkige medeminnares en
stellig het antwoord op een tweeden brief
van Victor. Zoodra ik de weinige rege
len vluchtig gelezen had, kwam ik tot de
overtuiging dat Victor gevallen was’ in
de netten van een verstandige coquette
vrouw, die hem zeker niet spoedig zou
loslaten.
Wel was haar brief in zulke voorzich
tige bewoordingen gesteld, dat ieder an-
Koning Albert’s vertrek.
Een correspondent van het Hbld. te
Antwerpen is er van getuige geweest toen
de Koning en de Koningin der Belgen
Antwerpen verlieten. Hij beschrijft de ont
zettende opwinding, welke er in de stad
heerschte, zoodra bekend gemaakt werd,
dathet bombardement ieder oogenblik kon
worden verwacht. Voortdurend nam het
aantal vluchtelingen toe. Vooral aan do
Schelde was do drukte geweldig. Er is
haast geen doorkomen aan en te midden
van die enorme drukto hoof ik plotseling
die hem zoo duidelijk toonde, dat zo hem
versmaadde.
Doch reeds den volgenden morgen zou
ik tot de ervaring komen, dat ik mij
hierin vreeselijk bedroog. Onbegrijpelijker
wijze moet zijn hartstocht voor deze
vrouw, die hij slechts eenmaal gezien had,
door de ondervonden geringschatting zijn
aangevuurd, want toen ik hem teeder en
vol liefde naderde, gereed om alles te
vergeven en te vergeten stiet hij me
ruw terug en er kwam een woord over
zijn lippen dat voor immer alle hoop in
mij vernietigde. Al had ik de laatste
rest van de achting voor mij zelve willen
opofferen, al had ik mij willen ver
nederen tot zijn speeltuig en als slavin
na dit gruwzame woord kon ik mij niet
langer aan hem opdringen. Zonder iets
te kunnen antwoorden, tuimelde
ik in mijn kamer, waar ik uren lang bui
ten kennis heb gelegen. Toen ik einde
lijk tot bewustzijn terugkeerde, drong zich
aan mij de overtuiging op, dat niet zijn
ware gevoel, maar alleen blinde harts
tocht voor die andere vrouw hem dat af-
schuwelijke woord had doen spreken, en
alweder riep een stem in mijn binnenste:
„Zij mag niet blijven leven.”
Op dat oogenblik geloofde ik niet tot
een moord in staat te zijn, maar toch
troostte het mij, als ik in mijn verbeel
ding mijn medeminnares stervende aan
mijne voeten zag liggen.
Telkens haalde ik mij dit aanlokkelijk
tooneel voor den geest en in telkens
schooner kleuren vroeg ik mij af hoe
der dan een jaloorsche vrouw er door
misleid had kunnen worden. Zij sprak
slechts van dankbaarheid, vertrouwen en
edele reine vriendschap, maar hier en
daar uitte zij een verzuchting over haar
ongelukkig huwelijk en haar verlangen
naar een hart, waarvan de gevoelens
met de hare overeenstemden. Die woor
den waren er dus wel op berekend om
indrukte maken. Ten slotte kwam nog de
veelbeteekenende bekentenis, dat zij
wist zelf niet waarom) het kleine
tuur voor haar man verzwegen had, dat
zij hem daarom nog niet in haar woning
kon ontvangen; dat zij den oploopenden
aard en de jaloerschheid van haar man
vreesde en den moed miste hem nu nog
te spreken over het ongeval, waarbij Vic
tor haar het leven gered had. Met klop
pend hart had zij daarom besloten hem
een samenkomst op een veilige plaats toe
te staan zij wees daartoe de plaats aan,
die Victor zelf in zijn eersten brief ge
noemd had.
Ik scheurde den brief in snippers
daarbij had ik
heid, alsof ik mijn medeminnares
vernietigde. Ik wierp de snippers in de
terwijl ze verbrandden, kwam
weer do gedachte in mij op „ik zal haar
dooden.”
Ik kan de verzekering geven, dat op
dat zelfde oogenblik het plan voor het
vermoorden van mevrouw Sieveking in zijn
geheel voor mijn geest stond en dat ik
over de uitvoering later geen minuut meer
getwijfeld heb.”
Zeer uitvoerig schilderde Elisalteth No-
vorka op de volgende bladzijden haar ge
moedstoestand gedurende den dag van dea
moord, doch Norman, die alleen
feiten zocht, sloeg dit over,
las hij
„Ik wist, dat Victor ’s avonds in den
schouwburg moest spelen; van deze om
standigheid maakte ik gebruik om mij te
vermommen. Nadat ik mijn moeder be
praat had nóg voor het invallen der
duisternis naar bed te gaan, sloop Ik in
en nam uit zijn kleer-
ik noodig meende te heb-
aijn
mij
binnen weinige mi-
ik geheel onkenbaar. Ook de
revolver, die ik bij mij stak, was Victor’s
eigendom.
Schertsende had ik hem die ontnomen,
onder bedreiging, dat ik hem zou dooden
als hij me reden gaf om jaloersch te zijn.
Lachende had hij me toen het ifapen la
ten behouden en blijkbaar was hij nu
geheel vergeten, dat ik het nog in .mijn
bexit had.
Het was bijna geheel donker, toen ik
op den Konstantijnheuvol aankwam. Op
den weg, die daar langs loopt, ziet men
weinig voorbijgangers.
De dame, die daar langzaam heen en
weer wandelde, was dus ongetwijfeld me
vrouw Sieveking.