Slagers.^
irsche aanvoer
s Rundvet u
i ’s morgens Z
inr.
itraat
varen
join’s Inkt
lelijk de BESTE
)N SCHADELIJK
m-hoiland.
PEN,
53e Jaargang.
12676
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
tegen
F£'l ILLHIOV
bTID^--
VeroDoesfe Juavens.
Zaterdag 9 Januari 1915.
XTïeu."W-s- -xroor G-o-ixcLa, eaa. Oaacxstxelkcext-
VerBcliijnt dagelijks behalve Zon- eji Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
(Molendijk.
Ivet.
EOTTEBDIU
Ivet.
Brieven uit de Hofstad.
KENNISGEVING.
ET ABONNEME
T:
plaats
wei-
dn
deze beschouwingen van den oud-
zij
wel
zoons
lief
Mili-
kman A Zn., Goods*
ilitaire Strijkorkest
iscommissie Armen-
Dit nummer bestaat uit twee
Naden.
ieuwe Schouwburg-
aelschap.
Krijgsverrichtingen,
beschouwd uit militair
r oogpunt.
B. A. S-, de militaire medewerker van
als zij in deze stem-
zal het er niet naar ge-
hei-
willen
der
pon
Een beeld der werkelijkheid
een
aan-
-ver-
een
zoo-
be-
ver-
dan
de
te
FESSEN.
- TELEF. 120.
TER
WORSTJES,
per paar.
Zuurkool,
ar >/2 Kilo.
jze waart
te richtt
oplos-
aan.
om eeno
mompelde zij.
GOniSdlEIOIIUM
PRIJS B£R AD VERTEN TI ËN:
Van 15 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer 4®
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by voorüit-
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
briefje tusschen de vingers en
•”*c bleek te staan, dan ontza
gen zij zich niet er een eind aan te ma
ken onder verklaring dat aan de eer
was voldaan.
Zoozoude het hier ook kunnen ge
schieden beide partijen hebben den krach-
tigen wil getoond om te overwinnen, de
strijdmiddelen wegen ongeveer tegen elkaar
op, zoodat een beslissing met de wa
penen vooreerst niet te voorzien is.
F rankrijk heeft in ieder geval de vol
doening den blaam van 1870, wat de le
geraanvoering betreft, volkomen te heb
ben uitgewischt.
En i ngeland zal wellicht onder andere
overwegingen ook bedenken dat zelfs eene
Onoverwinnelijke Vloot” wel eens te
gronde is gegaan, want: you never can
tell I
Dat de kans voor .partie remise” niet
groot is, geven wij toe, maar het is mis
schien een kans.
u verdriet
23)
Op dat oogenblik echter zegende zij den
hemel dat hij zoo weinig op haar broe
ders geleek en deed het haar goed hare
moeder te hooren spreken
„Nog eens en voor het laatst, ik ver
kies niet dat een mijner huisgenooten zich
in mijn bijzijn de minste aanmerking te
gen dien jongen man zal veroorlooven.
Indien gij mijne armoede wenscht te dee-
len, dan wil ik u dat niet weigeren
maar van het oogenblik waarop uw arme
vader niet meer daar is om hier de eer
ste plaats te bekleeden, wensch ik mees
teres te zijn aan eigen haard, en Verlang
ik dat mijne vrienden heilig zullen zijn
aan mijne huisgenooten. Onder die vrien
den is er geen dien ik hooger schat dan
Onno Holdius”.
De beide deugnieten zwegen, maar aan
tafel zeide de jongste tot den ander
"„Mama is onherkenbaar veranderd se
dert dat zij weduwe is. Ik had gehoopt
dat wij hier voortaan alles te zeggen zou
den hebben, maar .i'
v ming blijft dan
lijken.”
De oudste broeder verfrommelde, met
eene woedend» uitdrukking op het gelaat,
- 660
vinden is, dat geen, der vijandig
elkander slaande partijen
“3 te interesseeren
eind kan komen aan dezen
Elke bespreking van
in deze, volgde^ wij met
had voor een
Nog een enkele opmerking omtrent de
verkeerde opvatting welke veelal bestaat
aangaande de kleurlingen, die in
liet Fransche en in het Engelsche leger
medestrijden.
De Fransche T ur oo-r eg i men t on
behooren. tot het 19e korps, dat in Afri
ka gelegerd is, en maken dus deel uit
van de geregelde Fransche troepen. Zij
bestaan al meer dan een halve eeuw, en
vochten mede in den oorlog in Italië in
1859, evenals in '70.
Het mijn inboorlingen uit AlgoriB, die
echter geheel de gewoonten on levens
wijze van hun Fransche landgonooten
hebben aangenomen, du» geen „half-wil-
den”. Geen schooner militair schouw
spel dan een parade van deze Turco's
in oen der groote Algerijnscho garnizoe
nen, Constantine of Blïda. Onder den Afri-
kaanschen hemel komt hun kleurige en
elegante uniform eerst tot haar recht
welke kleederdracht overeenkomt met de
Inlandfeche of wel Turksche. Die uni
form is een concessie aan de bevolking,
zij lokt uit tot dienstneming.
8 p a h i’s worden genoemd de cavale-
rie-rcgiinenten, op dezelfde wijze gere-
cruteerd. Zij dragen nog de burnous der
woestijnbewoners, en wij meenden dat zij
in Afrika voornamélijk gebruikt werden
als Bereden Politie. In dezen oorlog
doen zij echter ook dienst in Frankrijk,
k zij komen voor op «en fotografie, waar
zij Duitsche gevangenen geleiden.
In eerste linie zullen zij wel niet ge
bruikt worden; zij rijden meestal schim
mel», de algemeen© kleur van hel Bar-
barijsche paard, waardoor zij reeds op
kilometers ver te zien zijn. Een onzer
vaxierlandscho oorlogscorrespondenten zag
ze in Noord-Frankrijk, en zegt Erg
mooie paarden bezitten de Spahi’s niet
hei zijn meest oude schimmels, die bij
ons amper goed zouden zijn voor den
vilder.
Dit oordeel is echter oppervlakkig, het
igszaal voor
i.
innie 8 u. Muzikale
iring door ge-
ud boven de
20
I
B. A. S., <k> militaire meaewer.™
„Vooruit" (voor het Gooi) ochrijlt
Geen, wonder dat het oorlogsnieuws
weinig belangstelling meer wekt, nu in
Frankrijk de toestand reeds zoo lang sta
tionair is. on ook op het Oostcli^c oor-
logotooneel een zeker evenwicht schijnt
te bestaan.
Veel meer begint ons
hoe et een u— ----- -
wereldstrijd.
uitweg i_
daclji.
Een groote moeilijkheid om
sing te x -
tegenover elkander staapde partijen een
bepaald omschreven doel h®eU» dal zo
willen bereiken; van materieel»etsten
aan dien overwonnene te stellen, hoorde
men nog niets.
De geallieerden verklaren dat hun stre
ven is het belang van Europa te dienen,
m zelfs dat der geheele menschheid.
In dezen geest hebben hunne Regeerin-
gen zich herhaaldelijk en bijna gelijklui
dend uitgelaten; het welsprekendst is
dit gezegd' bij de opening der Fransche
Kamer op 22 December.
de wreede en
door oorlogscorrespondenten
geschilderd, al hanteeren ze
voorkeur hun messen.
Met die menschee hebben we eigenlijk
medelijden; al verblijven ze ook den eer
sten tijd in kampen in het zuiden van
Frankrijk, te Marseille, Nice, Cette
Bordeaux, dat accllmatisoeren kan maar
betrekkelijk zijn, dé geheele omgeving moet
hun vreemd blijven.
Tot het Engelsche leger zijn deze Oos
terlingen niet te rekenen; de vraag is dan
ook niet uitgemaakt of het gebruik dezer
hulptroepen in een Europeeschen oorlog
verdedigbaar Is.
het Is ze weder tot een te snoeren als
eenmaal die banden verscheurd zijn. O!
Marcello, luister naar mij, die het leven
zoo goed leerde kennen door de droefe-
nissen dio het mij bracht; stel u liever
tevreden met het eenvoudigste lot, dan het
gevaar te loopen ongelukkig In uw hu
welijk te aijn. Liefde is de eenige vreug
de die over alles hier beneden troosten
kan, die in staat is de armelijkste wo
ning voor ons in een paleis te herschep
pen. Gij hebt zelve gezien aan welko
vreeselfjke gevaren al die zwerftochten
bloot stellep. Hoe zoudt gij met de her
innering a&n den dood uws vaders, uw
echtgenoot op zee kunnen weten
„Ik zeg ook niet dat ik hem niet
gaarne een vaste plaatsing zou zien ver
krijgen; maar te Amsterdam Y Neen, dat
is te veel I”
„En hij zelf?”
„Hij is er overgelukkig mede. Zijn sa
laris zelfs schijnt hem prachtig toe, en
het bedraagt slechts tweeduizend gulden.”
„Ja, en met dp enkele concerten waar
op hij zich jaarlijks in Nederland hoopt
te laten hooren, rekent hij op drieduizend
gulden in het geheelhem komt dat voor
als een onuitputtelijke schat, omdat hij
nooit anders als armoede gekend heeft
maar ik...”
„Gij zult verstandig zijn en totuzelve
zeggen dat Onno's positie verbeteren zal.
Naar mate dat 'hij meer bekend wordt,
zal hij leerlingen krijgen en vedl geld
voor zijne lessen kunnen eischen. Beproef
het ten minste voor eenige jaren. Gij zijl
nog zoo jong, en Holdius heeft het roede
Ie ver in het leven gebracht om niet al
les van zijne toekomst te kunnen ver
wachten.”
Marcello zag haar somber
„Amsterdam jaagt mij ,nog
andere reden schrik aan,”
„En die reden is
„Dat de ouders vaa Eduard Helmveld'
er wonen,’’
Fr gleed ('ene donkere schaduw over
het gelaat barer moeder, maar deze her
nam toch aanstonds
„Bedenk hoe groot de hoofdstad ie.
Waarom zoudt gij hen juist behoeven te
ontmoeten En daarenboven, gij kent ze
immers niet persoonlijk.”
„Neen maar zij zijn Onno’s beate
vrienden. En al heeft hij mij «ook in zijne
brieven verzekerd er zorg voor te zullen
dragen dat ik hen niet zou zien, gij be
grijpt allicht hoe spoedig zij er toe ge
neigd zouden zijn telkens bij hem op het
verleden terug te komen.”
„Dus wist hij zelf het gebeurde
mompelde de weduwe verbleekend.
„Ja, moeder; Eduard's vader had het
hem toevertrouwd. Gij ziet dus wel. (in
dat ik mijn ganache bestaan niet kan la
ten vergallen door eeno daad die in een
vlaag van ijlhoofdigheid gepleegd werd.”
x „Zou hij dus* ook weten dat
derF’
een briefje tusschen de vingers en ant
woordde
„Je ziet nu eens hoe wijs papa han
delde met haar in niets haar wil te la
ten volgen, i Ongelukkig genoeg zal zij
voortaan waarschijnlijk hare schade in
halen, en ons allen doen boeten voor het
feit dat zij zoolang verdrukt is gewor
den.”
De arme
vrouw, in wie men nu reeds
oen tiran zag, had heel wat moeite ge-
i._j - oogenblik eene waardige
geestkracht aan den dag te leggen
was als vernietigd door haar ongeluk
de armoede die haar zeer dragelijk ware
voorgekomen voor haarzelve alleen, joeg
haar een onbesehrijfelijken angst aan, nu
zij haar tegemoet ging met haar
en hoe lief haar echtgenoot haar ook ge
weest was, zij kon niet dan mot bitterheid!
denken dat hij hen op had laten groeien
tot wezens, in wie langzamerhand alle
gevoel van eer en deugd gestorven was.
Dergeiijke lieden, zij wist het slechts al
te goed, eindigden wanneer zij aan ont
bering onderworpen werden, vroeg of laat
met schuldig te worden.
Maar het was te laat het onkruid bij
hen uit te roeien, en wilde zij zich niet
geheel en al laten ontmoedigen, dan be
hoorde zij nog enkel te denken aan Mar
cello’s toekomst; hare oudste dochter
scheen de eenige onder al hare kinderen
die bestemd was gelukkig te worden.
Zij gevoelde zich daarom pijnlijk ver
rast, toen het jonge meisje een paar da
gen later bij haaf binnentrad met een
nog
stad als zijne moeder
it dat zij zoo goed en
maar even burgerlijk ais zij braaf
Ik wil) gaarne eenige dagen met haar
"I on
zijn anders te handelenmaar
'en in hare nabijheid; haar
oordeel te Ihooren uitspreken over de
wijze waarop ik Mijn huishouden wensch
in te richten, waarop ik haar zoon be
handelen zou, .neen dat gaat mijne krach
ten te lx»ven.”
„Zoudt gij dan nog liever uw man
zijn reizend 'leven zien hervatten
„Waarom )niet In den aanvang kan
ik hem immers overal vergezellen.”
„In den afrnvang, ja; maar later En
gjj weet nog. niet hoe spoedig de harten
van elkander vervreemden, hoe moeilijk
CCLVHI.
Wij krijgen in de residentie dus oen
belasting op do publieke vermakelijkhe
den. Op den len Juli a.s. zal zo in wer
king treden. Het pleit is beslist en er
lielpt geen moedejtje-lief meer aan; wij
■uilen tien procent moer moeten betalen
als wij eens een avondje-uitgaan naar
don*schouwburg, nahr (ten concert of een
bioscoop-theater. Zij, die zich aan zulke
buitensporigheden niet te buiten gaan,
kunnen zich verkneukelen in hot plezier,
dat zij lekker vrij zullen blijven van bij-
u in dezer belasting.
gaan wij maar een koortje min-
Mt, zullen vele huisvaders uitgeroe-
lübben, toen zij het besluit van dpi
hoog-wijzen gemeenteraad vernamen I Ja,
juist, een keertje minder, ziedaar al weer
hoe do belasting ten slotte een heel an
dere uitwerking heeft dan oorspronkelijk
bedoeld werd.
Er zal nog eens oen zeer groot genie
moeten opstaan, die het toovermiddel vindt
van een goede directe, eerlijke, billijke,
niet afwentelbare belasting. Op het ver
rijzen van dit geqie zit de menschhetd
al twintig eeuwen te wachten. Wij heb
ben er weinig hoop op dat hij eenmaal
De President Deschapell zeide onder meer
het volgende: „Frankrijk' verdedigt den
eerbied1 voor de traktaten., de onafhanke
lijkheid van Europa en de vrijheid der
menschheid”; terwijl de Eerste Minister
Viviani zich aldus uitdrukte „Het ide
aal waarvoor Frankrijk strijdt, teza
men met België, Fngelandft Rusland, Ser
vië en Japan, is het Reoh t.”
En de Eerste Minister viegde er bij
„Deze strijd is de reusachtigste die ooit
is voorgekomen, niet omdat de volkeren
worstelen om uitbreiding van grondgebied
of om politieke en economische yoordee-
len, maar zij komen in botsing waar het
geldt het lot der menschheid te regelen.
Geen grootscher doel kwam \ooit voor
het gaat tegen het Barbarisme en het Des
potisme (met name van Duitschland). Dat
is de inzet 1
Ook Duitschland1 strijdt voor zijn hoog
ste goederen; voor Vrijheid, en Recht,
voor Duitsche Cultuur, voor
onder de zon.
Die hoogste goederen zoud«p\ bedreigd
worden sedert onder de regeerihg van
1 duard VII tusschen Engeland, Frank
rijk en Rusland de Entente tot stand
kwam; de onderlinge verstandhodding de
zer drie machtige Rijken was Blijkbaar
tegen Duitschland gericht.
Duitschland zegt dus alleen zijjp
ligste rechten te verdedigen; te
behouden wat het bezit.
Maar aan dat alles heeft men z(
nig houvast.
Hoe het dan ook tot vrede moet' ko
men, is de groote vraag; maar weinigen
zijn er die er zich aan wagen daarom
trent eenig denkbeeld aan te geven.
Bemiddeling der Neutralen heeft al
lergrootste bezwaren.
Men kan maar niet elk oogenblik 1 op
het sluiten van den vrede aandringqn.
de neutralen kunnen allerminst beslisten
welk tijdstip daarvoor gunstig zou zijp,
dit moet aan de Groote Mogendheden z^lf
worden overgelaten.
En bij dezen wereldstrijd is het al zeer
onwaarschijnlijk, dat er ooit een odgen»
blik zal komen waarop de onistandighej
den van dien aard bullen zijn, dat de^
oorlogvoerende partijen zich tot de neu-
tralen zouden wenden om het sluiten van
den vrede te bevorderen. Daartoe zijn de
weinige neutralen niet machtig genoeg,
zelfs niet met Amerika aan het hoofd.
Ons Itpidje zou er al heel weinig voor
in aanmerking komen.
Wij 'kunnen ons dan ook moeilijk in-
donken in den gedachlengang van som
mige TJMwIifften, die meenen dat de kans
goed begint te - staan om een gewaar
borgde vrede te erlangen, en die
gelooven dat door ons een poging kan
worden gedaan om onze goede diensten
daartoe aan te bieden, aangezien de zui
verheid van onze bedoeling boven alle
verdenking staat.
Zij beweren zelfs d»t de oorlogvoeren
den het ons niet moeilijk gemaakt hebben, geveer gelijk
hun vredesdenkbeelden te leeren kennen,
door mededeeling der „W aarborgen”
welke verlangd worden. Frankrijk spreekt
van den waarborg dat <h» „attaque brus-
quée” niet zal worden herhaald, Duitsch
land dat Rusland en het Britsche
raad nfet andermaal om» het Rijk
ring zullen smeden, Engeland dat
wel Frankrijk als de kleine landen voort
aan niets te duchten zullen hebben van
Duitschen overmoed.
Maar bedenkt men daarbij wel dat om
die waarborgen s o 1 i e d e te doen zijn,
de tegenstanders eerst* VOor goed machte
loos moet worden gemaakt dus niets
meer of minder dan het zoo gevreesde
bittere eindel
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
yan GOflDA,
Gezien art. 8 der Hinderwet;
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan
i. De ..Koninklyke Stearine Kaarsenfa
briek Gouda” aldaar en haren rechtver
krijgenden tot het uitbreiden van haar
fabriek door het plaatsen van twee electro-
er« motoren, respectievelijk van 45 en van
65 P.K. in het peiceel aan de Bleekerskade
kadastraal bekend Sectie* E No. 1382.
W 2 .De „Koninklijke Stearine Kaarsenta-
briek Gouda” aldaar en haren rechtver-
B krijgenden tot uitbretóing van haar tabriek
I. door het. plaatsen ran een electro-motor
van 45 P K. in het perceel aan den Turf*
aingel kadastraal bekend Sectie E No. 2024.
Gouda, den 8n Januari 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
J. VAN HEUSDE.
PRIJS VAN
Per kwartaal y I4 f 1.25
Idem franco per post. sJ l.w
Met Geïllustreerd ZondagsbladJ 150
Idem franco pei* post-j 1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31', bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
zijn zeer deugdzame paarden, maar
verzorging laat in Afrika alles te vfi'U-i
schen over, ook al door de weinige/
waarde die de paarden er hebben.
Frankrijk hoeft in Afrika nog Noger-
r eg imen ten, 8 e n e g a 1e z e n; dat
deze naar Europa zijn overgebracht, ach
ten wij een verzinsel. Zij vechten in Ma
rokko onder den Generaal Lyauty; het
zijn eveneens gedisciplineerde troepen.
Wat Engeland betreft, dit Rijk bedient
zich van gekleurde hulptroepen uit
Indië, die achtereenvolgens in Marseille
zijn geland. Ook deze behoqren absoluut
niet tot de „w i 1 d.o />f halfwilde
volkstammen.” Zij hebben alleen de an
dere beschaving dan de christelijke door
hun leven, hun godsdienst, hun levens
wijze, enz. De G u r k h a’s, sikhs,
enz., zijn dan ook geen „Menschenfree-
*er”, zooals zij in het begin door de
Dultschers werden genoemd; en evenmin
geduchte vijanden, zooals
worden af-
dikwijls bij
Wat ons aangaat, wij vleien ons lie
ver met het denkbeeld, jteeds door ande
ren aangegeven, maar door Sïr. 8.
van Houten in zijn laatsten Staatkundigen
Brief nader uiteengezet, namelijk d« mo
gelijkheid dat de partijen zejl den oor
log zoudeh beëindigen als p a r t i e re
mise: Herstel van ddn toestand vóór
den oorlog, zonder tneer.
De oud-minister meent dat dit ernstige
overweging verdient. Alle oorlogvoeren
den putten hun krachte* thans uit ter
verzwakking der wederpartij, zonder aan
de slachting een eind1 te kunnen maken.
Alleen I ngeland, zegt5 hij, wordt hoofd
zakelijk enkel financieel getroffen
in zekeren zin zelfs wint het, daar het
zijn overwicht ter zee hkrachtiger
ooit aan zijn tegenstanders en aan
neutralen doet gevoelen En het geluk
heeft het gedleud, in zoo ver als voefdë
versterking zijner positie als zeemogend
heid de grootste offers door vroegere
principieel© tegenstanders gebracht wor
den. Het heeft dus 'in zekeren zin geen
belang bij een spoedige beëindiging. Doch
do verwachting mag worden gekoesterd,
dat de Engelsche leiders reeds nu er een
geopend oog voor hebben, dat zulk ver-
sehil in de kansen op voordeel bij voort
zetting van den oorlog ook bij Fran-
schen en Russen niet onopgemerkt kan
blijven, terwijl de slachtoffers bij de En-
gelschen slechts bij tienduizenden,
hij hen bij honderdduizenden
vallen. De oorlog kan niet ten eeuwigen
Idage duren en evenmin voortduren in
zien nog slechts England hierbij aan
wijsbaar belang heeft.
Eenvoudige staking van den oorlog
zonder eenige wijziging van territoir of
oorlogsschatting, schijnt onder de bestaan
de omstandigheden niet alleen één weg
tot vrede, maar ook de oen 1 g e. Ik
i zi^ althans geen andoren.
Voor
minister gevoelen wij veel.
Wanneer in den ouden tijd twee ge-
harnaste ridder» elkaar in het strijdperk
ontmoetten, en de kans in den Strijd on-
brief \dien zij driftig op tafel wierp, on
der di-n uitroep
„Ne*n, zooveel als ik van hem houd,
dit is^te erg
„Wai is te erg vroeg mevrouw Re
naud (Verschrikt. „Heeft Onno
gedaan
„Ja, 'zeker, moeder; zie mij niet zoo
verwonderd aan, want het is zoo* Hij be
gint nul reeds met veeleischend te wor
den.” 1
l „Oordtel zelf; hij heeft een vaste
trekking 1 te Amsterdam gezocht en
kregen.” 1
„Welnu; kind, is dat 7,00 erg
„Meent gij dan dat ik mij in Holland
zou willen begraven En dat
in dezelft’
„Ik di
was
„Ja,
is- r
doorhrengen, omdat het nu eenmaal
mogelijk za
altijd te h
O
(Wordt Torvolgd