SMITS,
I
Q
K
iS VOOR
EEN.
Zaterdag 30 Januari 1015.
53e Jaargang.
Eerste Blad.
Bekendmaking.
ancLel.
XT5.®VL-we- eax ^.d.-v-ertezxtie“bleLd. voox p-ou.d.eL ezx Oxxxstxelsezx-
V
O. 12694
en
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
van
HERDENKEN.
*0000.-.
1
FEUILLETON
dit Blad.
I
•P
Brieven uit de Hofstad.
ffiE
iet Leven,
AAG.
^9FlD09St9 <Ë9V»M.
Gouda-
1879.)
Verechijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
--
Telefoon Interc. 82.
hand1.
I
le-
rordt vervolgd)
rzekering tegen
dame»
1
HAGENAAR.
♦vaar
de toekomst
gezin van Palen langs.'
Wordt vervolgd.
■NU
aan Zn., Gouda.
I
niet
schei-
lord” 7 u. Lezing*
Fonda Holl. Mij.
elfde als op het
glement ia neder
ig alleen wat dui-
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franc» per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden
Markt 31bij onze Agenten
in de
dan
Een beeld der werkelijkheid
Pres.), Dr. A. E.
BDEN, Dr. P. H.
H T
Dit nummer bestaat uit twee
Haden.
de
Re
en
zekt-r
ritovew, en
iur«.
GOUDSCHE COURANT.
in deze zienswijze
imerking van den
j dat meermalen
de gevolgen van
Alphabetische Lijst
van de in deze Gemeente
metterwoon gevestigde
Eigenaars of Beheerders
PAARDEN.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS der Gemeente GOUDA bren-
gerend
komt
voerlieden
waar ik
|»et verlies van
kent 1
ionen
van oen
kom. Zeg mij thans of gij K"”11
Nederlander zijt, want in dat geval zijn
wij landgenoot™
„Ja, ik tien Hollander, maar
itoor hij. gij dM jenuhw
rg geregeld tjdig
m ontvangen tm
rten, .ennakeijjk-
M daa ia ons.
i.
Hoidius
woordde
„D. .owllMro
dl"«> tónt™
tMt, f
•ZM< Rij «Hm, F'
opnieuw.
Harmanie” 8’/,
Ische Winkeliers-
zelf, dat, zoo een
;e van een ongeval
ht is achtera itge-
die hen vanwege
shank wordt ge-
litbetaald.
olijk iets onbillijks
e zaak dieper be-
enkele reden om
d in te gaan.
dan
om te
Zoo egaal grijs kunnen ze zijnde
donkere dagen van November en Decem
ber. Half Januari ongeveer komt er eenl-
ge verandering. Maar vóór (Men tijd: het
landschap rondom ons krijgt, een uit
drukking van ernst door het matte licht
van de grauwe luchten. Geen middag
schijnt er te zullen volgen op do zon-
looze ochtenden, en de donkere morgens
lijken bijna zonder overgang weg te duis
teren in den vroegen winteravond. En
dan is hel eigenlijk de avond, die licht
en wannte en vrooiijk schijnsel brengt in
het vertrek. Dan komt plotseling die ver
andering van sombere tot koesterend licht.
En dat door één enkele vlugge handbe
weging, alsof do vingers een tooversleu-
toitje ontdraaien. Het doet denken aan de
(rade vertelsels van onze kinderjaren, aan
herinneringen
weet te bewaren I
x Y.
den Oudejaar»-
zijn harmonieuze verzen vin-
in
zijn
de
Hoe
jenbaren.
en voorstellen om
'laats van „niet is
tus zijn volle loon
lezen: „isvermin-
jn volle loon niet
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van I—5 gewone regels met bewijsnummer.f 0.55
Elke regel meer0.10
Hij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze teeen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit
liep ling elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 35 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Iwroara- •IJnc g—lvrouw
zal zijn *11 wagen I
schaduw van lx< huis te plaateeo.
kunnen zij ongehoord voortelapen. Ik tal
ondOTtwachon hut ombijt roor 11-1
maken, en zouden gij klaar zijl
gij binnen, niet waar De
kunnen in de keuken komen,
hun iete brengen tal."
Hare gastvrijheid deed On» goed, en
nadat hij eene geschikte plaats had ge
vonden waar de kar geheel btaehul stond
en slch verrokend had dat inoeder en
kind nog geroot lagen voort te droomon.
maakte hij van uluoodlglng gebruik
en trad naar Honen.
Do oude vrouw kwam aanstonds op
hem tooloopen en geleide hem naar een
eenvoudig doch ongemeubelde kamer
maar een maal voor Iwni gereed stond.
dM hoolttaakelilk uit eigen JpMk.m
brood, melk, boter en vruchten was aa-
uwngrwteld.
„Aan weelde lijn wij bier nl« g-
aend." uride «ij. anders aoudi gij het
beter hebten: maar gij rijt hartelijk wel-
O
‘deren met f 2,40,
rer den betrokken
niet tegenover de
deze er van zou
it het daarom niet
ameente een werk
ten volle verricht,
«drag, verminderd
tkeering.
den heer Jongen-
- en daarom be-
neering mij des te
ondervinding weet,
reringsbank en de
wet zoo licht over
en loopen en dat,
iemand wordt toe
pten aan te wijzen
gedaan wordt. Er
ie hun rapport uit-
o daarin als medici
■ouwen. Omdat die
andere wijze ver*
i, wordt hem de
a vind ik dat, wan-
i zijne verminking,
rente wordt uitge-
iog ten volle kan
slijk geval het-
its zelden zal voor-
en het loon moet
„Doordien r in dun faatsten tijd bijna
uitsluitend Nederlander» aankomen. Het
huls Verhaven heeft nog niet veel goed-
geloovigen In den vreemde gwonden.
.x- i-l._t ,|et
de minste woorden van den zoon, want
de veder l« slechts zijn medeplichtige
hij laat hem In-gaan. zonder de kracht te
hebben er zich togen te verzetten. Hot Is
ilaij ook aan hem dat ik geschreven heli
om een beroep op zijn geweten te doen
en bom te verhinderen andere ongeluk
kigi-n hierheen to verbannen. Toen mijn
zoon zoo vol hoop van hun kantoor we-
derkwrde, wilde ik mljzelvo overtuigen
van de gronden waarop^Mf^jne ver
wachtingen bouwde, eji Ih<kT mij fmr-
soonlijk naar Amsterdam. Ik heb er dus
al do verbalen aangetioord, die ook u
iMdOOverde-D. Weet gij wat het eerste was
dat ik alhier vernam Adriaan Verha
ven had nimmer dit oord tecoaht. D<»
Mnlvinia-gronden zijn hem overgedaan
door twee I ngvlscho bedriegers, die hoi
terrein voor zoo good ah niets aankochten
en zij zelf werden rijk door deze specu
latie.”
„Maar Is hot dan geen vruchtbare bo
dem t"
„Vrucbtlmar Ja, zoo gij uwe han
den daarop lot bioedons to»- wilt ver
wonden. Zóó is hrt dal Ixxl-wijk In
slaagt ons hij het leven te houdenmaar
van rust is dan ook geen sprake.”
uw
vol
angzt'hare nadere verklaringen afwachtte.
„Tevreden Hoe zou ik het kunnen
zijn als ik mijn kind ongelukkig wort T
Hij zal nooit de bruid zijner keuze
trouwen, evenmin als ik liet vaderland
weer zal zien. Isodcwijk h moedig: nooit
f 1.25
1.50
1 50
a t90
dagelykpS aangenbmen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
den toovenaar en den beliendigvn omme
zwaai van zijn staf. Velen onder ons
herinneren zich zeker wel het sprookje
van don slapenden zwerver in zijn don
ker, armoedig vertrekje. In zijn toover-
drooui ziet hij de muren van zijn kamer
tje wijken, het dak gaat omhoog, du
hlaawe lucht kond te zien, de bloeiende
appelboom, hut gras, on <k- bloemen van
een wijd iandechap. Juist als in (Hc‘
sprookjee komt zoo nu en dan die an
dere toovonaar. die ons, groot geworden
kinderen, onweerstaanbaar weet te lok
ken in het wonderkamertje der Herinne
ring...' Ook voor ons worden dandewan-
Jco verschoven; weer loopen wij door
len zonnigen tuin onzer kindsheid, op
nieuw hoorn* wij zoo lielder en duidelijk
len klank van een gollefde slem. Wij
kijken op naar den vollen, rijken bloei
van een ktachtigen boom, en, zooals het
gaat in droomen, hebben wij het leven
dig gevoel beseft, dat wij staan onder
onzen eigen levi-nsliooin. Of er velen zijn,
die bij hot ontwaken met den zwerver
uit het oude verhaal moeten zeggen: „Dat
was het schoonste oogenhlik mijns
vens, en zie het is een droom
Onze herinneringen kunnen zich
losmakeu van den weemoed, de i
ling.
Zóó, pven onvermijdelijk, volgt ons op
den helderen dag aldoor de schaduw van
onze eigen gestalte, zooals de dichter Sul
ly Prudhouime het uitdrulrt.
Met welk een teederheid van gevoel
heeft Sully Prudhommc het weemoedige
van de vergankelijkheid der dingen be
zongen. De stemming, door zijn Verzen
in ons gewekt, is dio van het lied, dat
wij leerden zingen op
avond. In
Jen wij telkens die stille berusting
iifscheldnomen en vergaan, welke
poëzie zoo aantrekkelijk maakt voor
beroofden en eenzamen van hart...
spreekt d<» oprechtheid van zijn gevoel
tot den verarmden mensch, die weet wat
een groot geluk betee-
En hoe klinken de zachte mlneur-
van zijn zangen in den schomer
stil vertrek, waar een geliefde
doode nog altijd wordt beweend... De
overpeinzingen van zijn Innerlijk leven
gelijk die voor ons bewaard zijn geble
ven in zijn „Inwendig leven” (Vie In-
lérleuro) enz., doen denken aan de stille
zouden gaarne hunne
-gwen, en wat mij be-
ik zal blijde zijn kennis te maken
ent?,r toe*tonwtige buren.”
”u vroeg de oude vrouw
ontsnapt- hem «w klacht; maar Ik g<-
voel daarom even goed wal er in zijn
hinnenrte omgaat. Hij zal hier blijven
voortwerken, ook nadat Ik gestorven ben,
totdat men hem op zekerw* dag in zijne
woning of op het veld zal vinden lig
gen, gelijk hij eene maand geleden het
half vergane lijk van zijn vriend ont
dekte, die zijn voorbeeld gevolgd had en
geheel alleen de tweede bezitting bewoon
de. Zoo zuilen wij allen eindigen. Dit
land verslindt ons geld, onze krachten
ons beatasn. Het is niet iM-moetligend wat
ik u daar zeg. maar gij zijt man en het
is bet<+ dat gij van den aan vang af <le,
waarheid zomh kennen. Ik zal mij wel
wachten zoo openhartig tegenover uwo
vrouw te zijn. Laat haar voorts la pon zoo
lang zij kan.”
Indien» zich een afgrond voor Onno'a
voeten geopend had, zou hij zich niet
radeloozer heblx-n kunnen gevoelen. Hoe’
dit land waarvan hij _ailes verwachtte
dat zijne toekomst verzekeren moest, hot
zon het graf van al zijne vooruitzichten
worden Neen, noen, dat kon niet zijn,
hoe liet hij zici* ook verontrusten door
do taal wner oude ziekelijke vrouw, die
waarschijnlijk verteerd werd van verlan
gen naar het vaderlaod
„Hebt gij ooit de hoeren Verhaven ge
sproken vroeg hij.
Zij wiwp hom een somberen blik too
en antwoordde
„Gij wilt mij zoggen dat zijdeze
streek afachikk-refi als een wonderland
niet waar(H ik herinner mij tot «rife
mad
eenmaal nood zake lijk, dal
veil' liepallngen worden gesteld, die
In kWnero plaatsen «eer overbodig zijn
te achten. Het is een botreuri-nswaai-
■Hg verschijnsel, dat zeer velen niet hot
juiste begrip hebhi-n van de inschikkelijk-
held on do medewerking welke nomtig
zijn om hot zoo dicht naast en hoven
elkaar wonen mogelijk te maken. Het lo
ven in ooit stad is nu t'onmaal wat meer
tjopêrkt dan daarbuiten en hel kan nlot
anders of lixler heeft hli-r dingen na te
laten, welko men hulton de stad asiel»
vrijdljk kan pormftUmron. Het kost kracht
dit in allo hoohlen goed ingolu-ld te
krijgen, on waar dit niet van z«'lf gaat,
moot nu eenmaal do ovorhoid tusschm-
Is'ide komen om door dwangmiddelen haar
.’iu, door to zettenMaar het vaststellen
van 'bpjitllngon ie niet voldoendo, wel
degelijk tfiont mot alle kracht de nale
ving daarvan |o worden fdgedwongen
Dal hetjlien d«< Haagsche dames nu on-
i*’rvon<h'n on wij zullen hopen, dal het
voor haar oon goede, zij het mlMschli*ii
diire les zal zijn.
zomeravonden, die hij z«4f bMChrijft; van
die avonden, als er nog veel licht is in
de lucht, waar de voorwerpen en kleu
ren op den grond, rondooi ons op het
veld, al moeilijk worden te onderscheidmi.
Teere tinten van purper en lila zijn ach
tergebleven aan don verren, wijkenden
einder; één enkele ster ia al to zien in
do lud*t. En al zouden wij niet dadelijk
in woorden kunnen lirengen wat ons be
treft. toch gevm-len wij de schoone rust
van den bladstillen avond. Die korte
oogenbiikken. we zouden zo willen vast
houden; de verandering komt zoo gauw.
Zijn l(*zers hcrkimnen het eigen verlan
gen naar harmonie, de eigen wensch naar
iets, dat blijft en niet vergaan kan in de
schoont» uitingen van zijn droomorijen.
Do dichter denkt terug aan zijn jeugd en
hij ziet in zijn fantasie zijn verleden al»
een krachtig jongeling, die nederligt in
vasten slaap. Hij buigt zich over tot
ion jongen man en fluistert„Ik Is-n
niet gelukkig, laai ons sproken van
die goede dagen van <MUh.” Dan ziet
hij hoe de slaper zich langzaam oprichi
en zijn zware oogleden wrijft, totdat plot
seling mot een vlugge wending het lenig
lichaam recht staat en de houding van
vroegere jaren herneemt. Ontwaakt, voert
hij den dichter mede. Al het well»ekende
komt terug mei de oud» bekoring, i n
zooals hij dot deed in d*
dichter zijn arm leggen om den schou
der van zijn kouierald. Maar plotseling
ziet hij recht in de oogen van dat
lachende gelaat, en hij gevoelt hevig e-n
smartelijk dat hij kijkt in de stille strak
ke oogen van een doode...
Den toon van weemoed, dien wij tel
kens hooren, wil de dichter ook telkens
verzachten. Wont hrt droeve van hot
onherroepelijke weet hij te omringen met
heoldon va** hoop, zooals een liefhebbend
hart zich gee» afscheid- donken kan, waar
een vergeten op volgt. Hij vindt troost
in de schoono openbaringen der natuur,
zooals zijn dichterlijk gemoed dk gevoelt.
Als «n star in den nacht en een
licht op een donker Idvenapad, zóó is het
schijnsel der herinnering.
Gelukkig hij. die zijn
liefheeft en zo
gen ter algeineene kennis, dat de in
gevolge art. 17 van het Koninklyk
besluit van 16 December 1902 (Staats
blad No. 222) opgemaakte Alphabe-
thische Lijst, bevattende de namen der
in deze Gemeente metterwoon geves
tigde eigenaars of beheerders van één
of meer ter vordering aan te bieden
paarden, gedurende de maand Fk-
BHUABï, voor jeen ieder op de Secreta
rie dezer Gembente (benedenlocaliteit,
afdeeling Militie) ter inzage is nederge-
legd.
Gouda, den 29 Januari 1915.
Burgemeester en Weth. voornoömd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
HEU8DE.
vreeindc
Nog maar kort geleden kwam hier
gezin van Dalen langs.”
„Ik wist dat zij vóór mij ovorgrko-
men moeten zip*. Mijne vrouw ia
dochter van dm «childer Georgus
Baud, en ik zelf beet Onno Holdius,
Ixhi hier heen gekomen, zooals
allen, in de hoop er fortuin te'maken.
Mag ik thans ook uw naam weten
„Hij zal u nk< veel zeggen. Mijn zoon,
Inodewijk Kcrmolan. was advocaat te Roi-
ter^ni. maar de zaken gingen slecht m
hij wild»- zijn geluk alhier beproeven.
Slaagde hij, dan zou hij hel jonge meisje
huwen dat hij liefhad. Mijne andere kin
deren waren allen geplaatst en geluk
kig; ik was weduwe, en wilde h«m niet
alhtm laten gaan naar deze wildernis,
waarvan ik reeds nirt* goed» verwachtte.
Ziedaar hoe ik hier gekomen ben.”
„En zijt gij niet tevreden over
verblijf alhier F’ vroeg Onno. «He
41)
Toen de wagens naderden, begon men
ccn woedend hondengeblaf te vernemen
en eenige oogonblikken later verscheen er
i-ene vrouw op den drempel. Zij was van
hoogc gestalte, zeer magvr en reeds oud.
Hare ingezonken kaken waren door de
zon vOTbruind, en hare donkere oogen
schitterden als zware diamanten. Zij hield
pen geweer in de handen, want blijkbaar
had zij zich willen overtuigen of het ge
huil van den wachthond geen kwaad
volk aankondigde. Zoodra zij echter de
welbekende karavaan van nieuwe land
verhuizers ontdekte, ging zij het wapen
in huis wegbergen, en trad daarna te
rootBchijn, en langzaam op de reiziger»
„1» er iets dat ik voor u doen kanF’
was hare eerste vraag, die zij in ge-
,-n8e,8ch uitte.
groette haar eerbiedig en ant-
loegonomen. Hoe dit zielkundig raadsel
te verklaren zou zijn, vermogen wij niet
uit te maken. Het Ie echter zóó.
Wanneer straks deze iKHth'pennm-eo-
medie haar tweede tsvlrijf laat atspekm
vóór «hm kantonrechter, zullen wij na
tuurlijk van do partij zijn om dit hlato»
risch feit mede te maken. Dat wij
niet in gebreke zuilen bRjvet*
«hww plaatse ie l*ot<kataven, ligt voor de
In de gwchiedboeken zal het on
getwijfeld voor hel nageslacht bewaard
blijven. Miseichk'n lachen onze nakome
lingen er om, zooals wij thans vaak
laclton on* dwaasheid uit vroeger oeuwun,
htdzij tiM't hetzij «onder reden, ledw*' tijd
heeft zijn ('h(<“n ondeugdm en die der
hoodepennen is er één van den aan vang
<lrr twintigste eeuw.
Wij Iteblten allo hoop, d^( na het auc-
ees met dew kraditlge v«'Holglng, dl»
u aarlijk oen groot effect iieefl gehad
ook op onder gritted eons iw‘l nnw vol
harding zal worden opgei mien legen di
verse overtredingen. I r Iw-stann hier tor
Made verschillende bepalingen tegen hel
verontreinigen van de openbare straat.
Tot in klein»’ hljzondorbizlcn I» dit euvel
„gemaastregeli”. Maar hel gaat er mee
als nirt de hoedepennen men heeft er
lak aan. Al jaar en dag heeft half den
Haag geklaagd over de hondenplaagB.
en W. zijn nog steeds doof aan hot oor
-waaraan die eene helft haar kltaglisd»-
ren junmert. Misschien komt ook daar-
tegm nog wel eons een ln-i**Ung, die
gestreng wordt nagelwdd.
De «ommleving In oen groote
maakt het nu
zeer
„Neen maar nujne vrouw en het kind
liggen nog in den wagen to slap«‘n."
„Wek ze dan niet,” klonk het som
ber, „zij zullen altijd nog vroeg genoeg
in dit oord ontwaken."
Zoowel hare woorden als de toon waar
op zij genit waren, joeg den jongeman
eene rilling door de leden. Was men
dan zoo ongelukkig in deze streek, waar
op hij al zijn® hoop voor de toekomst
had gebouwd
Maar r
„He< W
XXLX.
De Haagsel*® daim* hehl*en nu oen»
ond»Tvondei*. dat niet alle vertegenwoor
digers van bet mannelijk geslacht even
lief en vrienddijk tegenover haar zijn al»
zij dat wel wensehen en verwachten. De
dienaren van den Heiligen Hermandad
hebben verleden week getoond, dat zij
hun plicht stolden boven alle andere
sentimenten- Het verhaal over de hon
derden processen-vcrbaal welke zijt* opgo-
itmakt t<«gen do dame» die in de tram
nirt onlswclmruide hoede|*ennen het leven
van haar mcdemenwcheni in gevaar bren
gen, heeft reeds door geheel Nwlecland
do rondte gedaan.
Misschien verwacht de lezer en mei-r
nog de vriéndelijke lezeres, dal ik als
rechtgeaard Hagenaar de Haagachc da
mes irt bescherming zat hemen en mijn
Acxe-giwiootcn zal afvullen. Ik denk er
niet aan en doo dat alh-rminst uit soil-
(iarlUHlsgevool met de mannen der poli-
tl»«. Ik zou zelfs verder kunnen gaat» en
deze laatsten de schrobheering tm-ditsn-n,
lat zij voel te laat lot een krachtig op
treden zijn overgegaan.
H(S was in één woord maer dan hor
geworden 1
Er is oen tijd geweestdat de dames
hoeden een gJ-wddigen omvang hadden
en dat diensvolgens de hoedepennen In
lengt»» zeer toenamen. Men kent het spot
prentje daaromtrent. Twee kinderen spu
ien met den bal; dew* rolt weg onder
i-en kast. Dt» wandelstok van jMipn wordt
gehaald om den bal Ie voorschijn te bren-
geh: «Ie stok 1» echter fe kort. Haal
dan een ho»'de|H-n van mama, raadt wn
der kinderen aan, die h* vast lang ge
noeg I
Toon echter do mode, zooals altijd, op
t-oninaal In bet andere uiterste verviel en
de hmxlen tol een inliiiiiMiiu werden in
gek rompen, bleven vele dames ziol* lie-
.Honen van do lange ponnen. Daarmede
wm het lev(-nsg(«vaar ontstaan.
In Ainstenlani kwam al spoedig oen
bepaling op d»»zo gevaar lijke instrumen
ten. Des» Haag had het echter nog te
Iruk mei salariwegeHngen voor zijn amh-
tMiaren, om tijd te vinden voor berniier-
ming van zijir ingezetenen. Eindelijk ech
ter ook hier oen verordening.
Do uitwerking wow nihil. Do
lachten »»r dens om; de conducteurs ston
den mnchtcdoos <<n do politie keek «r niet
naar om. Na oen half jaar kwam ur be
weging «m vorlediw week, hfe. hó. hé
daar waren wij or I In twee dagen fljd
ruim vierhonderd- hekeuringim Dat de
politie hier ook haar eigen vonnis velt,
zal haar wel niet duidelijk worden. Er
Is vaak in alle bladen gewezen op het
eigenaardige verschijnsel dat na hot uit
vaardigen van de verordening, hot aan
lal onbeschermde l*o»Mlep»s»nen «eer was