s 0 min IHh” li De Oorlog. Mo 12805. IP EN Telefoon Interc. 82. FEUILLETON LEfi iEZELLIGE Bi RHDENKBUR WigenMM ITTERD M. XTïe“ux‘ws- ezi. -^d.’rrertezxtie'Toleud. voor <3-o\xcLeu ezx Oz».stre3azezi- Verechijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. om tfartemenf. Maandag 14 Juni 1915. 54e Jaargang. I M SaspErT®. avondcomumniqué Amsterdam. do Rijksgrens communiqué van 15 R rroci— rorteln flacon. ze neer op TWINTIGSTE HOOFDSTUK. het Moeke gelaat geleek VOOf- „De (Wordt vervolgd.) riep Lena ontzet, toen zij nan A Zn., Gouda SB keer wryft MDI6 IKER8 175). "KOKO-II ZUIVEREN HELDER OM TE GEBRUIKEN EN HEEFT ■VERDIENSTE.** Een gedachte Hoe zon hij hot het de scheikundige Tandartsen en ;r Meubelen van Interc. 5012. 15 i oven appels ..aken.” was te (lOniSIHE COURANT 42) Mot vadMeeken gtana zag f 1.25 1.50 150 1.90 v v aan ons Bureau: Markt 31, bij onze Agenten, dén Boekhandel en de Postkantoren. „Nu ken.” de zieke In do winterkou naar builen zag vliegen on volgde haar haawtig. Do maan stond hoog aan den hemel, het wan bulten zoo helder, ah wan hof klaar dag. Daar kwam juist om don hoek' van den w<g een klein gezelschap aan. Twee knechten droegen iet» lange, don ker», met denneiakkon bedekt; reobt» daarvan liep de baron, bijna waggelend dicht op zijn hielen volgde zijn hond met den kop naar beneden. Mevrouw snelde hen tegemoet. Zij zag niets over vergaderden Zaterdagmiddag de direc ties van de verschillende Belgische couranten, die te Antwerpen verschy- nen, onder voorzitterschap van den heer J. de Vos, burgemeester. Besloten werd van af 1 Juni voor- loopig geen couranten meer uit te geven, omdat de Duitsche censuur de vrijheid der pers te zeer bemoeilijkt. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangenomen Het Fransehe van 12 Juni meldt In den gcheelen sector ten Noorden van Atrecht trachtte de vijand n*pt een hevig bomlmrdement onze stellingen te havenen. Onze artillerie antwoordde krachtdadig. De Duitsche tegenaanval ten Zuidoosten van Ilêbuterne werd afgeslagen. en klaag eens zoo ■■wmwwMsmpnmu Wij namen hier nog 3 mitrailleurs. Een hevige tegenaanval, welken de Duitschers in den morgen van den' 11 n Juni ondernamen, werd volkomen afgeslagen. In de streek van de hoeve Quenne- vières (ten Oosten van Traoy-le-Mont) werden de Fransche loopgraven ver sterkt, welke zich bevinden in demon middellijke nabijheid van den vijand, die geen tegenaanval ondernam en den lln Juni slechts door zijn artil lerie blijk van aanwezigheid gaf. In Champagne in de streek van Beau-Séjour deden de Duitschers geen aanvallen meer tegen de loopgraven van het terrein, waar de laatste ge vechten werden geleverd. De Franschen blijven daar ter plaatse volkomen meester van het terrein. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55 Elke regel meer s 0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Hri communiqué van 13 Juni meldt Op do Lórctte-heuvel hehl>en de Duit- schors in den geheclon sector ten O. van Nou lette I curie door een voortdurend bombardrtnent de stellingen trachten te havenen*, die de Franschen hebljen ver overd. De Fransche artillerie antwoordde met oen bombardement op de loopgraven en de batterijen der Duitschers. De Fran schen veroverden het station van Sou- choz. In het deel Zuidelijk van het La byrinth had een hardnekkige strijd plaats met handgranaten. Ondanks de krachtige pogingen van do Duitschers behielden de Franschen al hun winst van de overig? dagen. In de streek bij do hoeve Tout Vent ten Zuidoosten van Hébertunrne de den de Duitschers hedenmorgen een to genaanval, die gemakkelijk werd tegonget- houden. Behalve eenigszlns levendige ar- tilleric-actic in don. sector ton Oosten van Reims on op het 'front Perthes-Beau Sé- jour valt nietsbijzonders to melden. Aan het Italiaansche front. Het Weensche communiqué van 12 Juni meldt: De op zich zelf staande artilleriegevechtbn aan de Isonzo duren voort. Tot nu toe kregen de Italianen op den Oostelijken oever alleen bij Monfalcone vasten voet. Gisteren bij het gloren van den dag bestegen vü- andelijke afdeelingen bij Plawa de Oostelyke hoogtepunten, maar zij wer- den er weer af geslagen. Aan de Ka» rinthische grens sloegen onze troepen vijandelijke aanvallen af op passen in de streek van den Paralba-berg. Wij bezetten dien berg. Een poging van de Italianen om den berg Piano te heroveren mislukte. Overigens schuift de vijand op verschillende grenspun»- ten steeds meer naar onze stellingen. Hij staat bv. in Cortine, Damperro Fiera de Primiero en Borgo. Aan het Oosteltyk Front Het Oostenryksche communiqué van 12 Juni luidt: Tusschen Dn jester en Pruth vochten de troepen van het leger van Pflanzer dezer dagen tegen verscheidene Russische stellingen. Onze troepen drongen vooruit tegen Czernelica en gingen daar Oostelijk van Harodenka over de Dnjester, waar zij de stad Zaleszczyki namen. Tegen deze stad richtten de Russen ’s avonds en in den nacht wanhopige aanvallen, die alle onder de zwaarste verliezen werden afgeslagen. Ook een aanval van een kozakkenregiment mislukte door ons vuur. In de Boekowina moesten de Russen ook de laatste stellingen aan de Prnth opgeven. Zij trekken terug, door onze troepen vervolgd, over de Rijksgrens Het leger van Pflanzer maakte giste ren 5000 gevangenen. Ten zuiden van <|o boven-Dnjester duren de gevechten voort. Een tegenaanval der Russen op Stanislau werd afgeslagen. Zurawno dat ghiteren ten gevolge van het aan voeren van Russische versterkingen door ons ontruimd was, weid heden weder door onze troepen bezet. Aan het Westelijk Frpnt. Het Frhnsche namiddag-commu- niqué van 12 Juni luidt Ten Noorden van Lorette, in de streek van Fond de Bil val, maakten onze troepen opnieuw vorderingen. Wij versterkten onze stellingen voorby Neufville St. Vaast. In de streek van de hoeve Tout Vent (ten Zuiden van Hébuterne) rich ten wij ons in de op 10 Juni ’s avonds en 11 Juni des ochtends veroverde stellingen in. Behalve de 150 gevangenen, die wij hier nog maakten, waaronder een bataljonchef, zijn er hier ook talrijke Duitsche gewonden in de Fransche ambulances opgenomen. De lijken der Duitschers zijn bij honderden te tellen. tweede kam r. De Indische geldleéning. De heer van Vuuren heelt dan einde lijk den Minister van Koloniën geïnter pelleerd over het gebeurde met de Indi sche leening. Van den Zevenbergschen afgevaardigde ju, toen hij nog op den perstribune zat, altijd gezegd on terecht dat hij zoo uitstekend de kunst verslond om een lange speech in een paar woorden goed weer te geven. De heer Van Vuuren is helaas niet de eenige journalist, die het omgekeerde van deze kunst niet verstaal I Kon hij even goed een speech opbou wen al» inkrimpen, hij zou vandaag meer indruk gemaakt hebben met zijn interpel latie in zake de uitgifte van de Indische gridteening. Men weet waar de quaestie om gaat. De Minister had twee dingen gedaan, die niet goed met elkaar schijnen te rijmen; hij deed een vurig beroep op de vader landsliefde van het Nederlandtschc volk om Indië'—- gewaagd beeld „niet in de koude te laten staan" en daarnaast Moot hij een contract af met een finan cieel consortium, waardoor, zij 't met een fliak bedrag, de zekerheid van het web slagen werd gekocht. Het publiek werd Hel Duits.qh Juni luidt Ten Noordwesten van Schawil maakt» onze aanvallen goed» vorderingen. Kuze werd in stormaanval genomen. Vijan- tegenaanvallen mhriuklen. Acht en 3350 man en acht machim*- vlelon on» in banden. Ten Zuid- straat Mevrouw Van Ameyde en Ixma zaten in het kleine; gezellige woonvertrek, dat behaaglijk verwarmd was en door den schijn der ondergaande zon werd belicht. Lena had mevrouw voorgelezen. Nu legde ze het f>oek fn haar schoot. „Wan neer zou hij terugkomen vroeg ze. Dejonge vrouw keek naar de klok. „Spoedig, hoop ik. De baron is zlchtig en zal hem bij deze koude niet te lang buiten laten.” Ix*na stond op en keek in den van de kachel. „Wat braden de heerlijk, die zullen hem wei smaken.’ Mevrouw keek er ook naar, het donker, zij kon ze niet meer herkennen. zuilen ze wei samen koffie drin- zri ze na een poos. De sterke man schudde als een ont wortelde boom heen en weer. Een wind vlaag voer door de kruinen der boomert, en deed den baron als uit een droom ontwaken. Hij nam het lijk van zijn lie veling in zijn armen en mot wankelen den tred en knikkende knieën droeg hij hem naar het kasteel. nog was levendig in hem haar zeggen Ja, hoe zou bij haar zeggen (lelijke officieren geweren oosten van de straat van Marjaflïpol— Kowno zijn de gevechten tegen de het Zuiden aapgv voerde Rnasisclie sterkingen opnieuw Ixgonnen. Ten noorden van l’rzemysl hebben wij wederom 150 gevangenen gemaakt. Op onzen aanval vku de vijandelijke linioën ten Zuiden van Bolimow volgden in den nacht Russische tegenaan vallen, die alle zonder succes bleven. De veroverd»* stel lingen zijn onwnü4»a&r in onz» hand. Onze buit steeg tot 1660 gevangenen, aelkt •«tukken geschut, waaronder twee zware, en negen machinegeweren. Het Inuggehoofd van Slcnlawa werd gisteren heroverd. De vijand liet 5000 g»*- vangen in onze handen vallen. Een nachtelijko tegenaanval mislukte. Ook Dow el ig komen." |- en pauze trad in, en dan begon zij weer „l enige jaren kan ik hem ge rust nog onder HaydMtt'a leiding laten. Later echter gaal hij naar h«»t gymna sium. Lgch me niet uit, Ix*nar je weet niet, wat het zeggen wil, een eenig kintl te hebben. Fn wat hindert het of ik l»l«W of ergens anders l>en, onder Noordhoeok’s wijs begluur zal bet hier even goed gaan.” Ix*na glimlachte, maar zeide niets. „Je kunt niet verlangen, dat ik mij van hem scheid", zei Freda bijna smee- kend. „O,” lachte Lena, „dat verlang ik ook heelemaal niet. Ik dacht juist, lioe groot moederliefde wei kan zijn.” Na een nieuwe pauze merkte Lena op: „Je bent zoo biedt, Freda, wat scheelt je?” Mevrouw schudde het hoofd de „Ach, het wordt me op angstig te moede. Stil, hoor je niet».?” doelt hoorde dus tol vaderlandlievende medewerking op gezet, nadat de Regeerlng geen beschik king meer had over die leaning en de uitgifte dus een particulier zaakje was geworden. Dit naiu de interpellant den Minister kwalijk bovendien was de Ro geering wel, het consortium niet gdiom den. De heer van Vuuren ging zelfs zoo ver, van te zeggen, dat de Minister de leening daarmee gemaakt had tot oen vulgair object van speculatie. In drie opzichten was in het contract tusschen den Minister en het consortium een beperking opgenomen. Het ging niet door, indien ons land in oorlog geraakte of oen ultimatum ontving, of wanneer d? koers van de Siaatsleening 1914 tot bo rieden 98 daalde. Wanneer een van bride eerstgenoemde restricties ontstonden, lag *1 voor de hand, dat deze laatste koers ook daalde. Daarnaast had, volgens het oordeel van den heer van Vuuren, een zoo machtig consortium de macht in han den om ook in gewone tijden dien koers te drukken, m.a.w. liet consortium had ’t in zijn macht om het contract te bra ken. De vraag waar ten slotte de quaestie om draait is^dezewelke redenen van Staatsbelang of van financieelen aard heb ben den Minister er toe geleid het-geL delijk offer te brengen, dat de afspraak vroeg, zonder daardoor de plaatsing der geheele leening gewaarborgd was De heer van Vuuren dreigde ten slotte Het Duitsdho communiqué van 13 Juni luidt Bij Nieuw poort en Dixmuidon, ten Noorden van Atrecht en bij Hébertornc hadden artllloriegevechtcn plaats. Zwakke aanvalspogingen van den vijand in de duinen werden afgeslagen. Ten Zuidoos ten van Hébuterne zijn artllleriegevechten aan don gang. Op strategische punten hij Luneville worden IxMnmen geworpen. In België. De couranten te Antwerpen. Naar uit Antwerpen wordt gemeld achterwege had kunnen blijven. De heer Vliegen kon nu gemakkdijk zeggen, dat een mislukking op rekening van den oor logstijd gesteld had kunïïen worden, doch met dat al was het geld er niet geweest en was de crwHetwaardiglirid van het zelfstandige Indië gedeukt geworden. De interpellant heeft dat alles wel in gezien, en begreep ten slotte dat hij met een motie van afkeuring niet ver zou konuTi. Hij drrigde veel zwakker dan in. eerste instantie met zijn motie en wenschte nu wel, dat de overzijde een motie van goedkeuring zou indlenen, waar hij dan legen zou kunnen stemmen. Maar dat zal wel niet gebeuren I Intusschon zijn wij nog niet aan het eind van de discussie en valt hot te voor zien, (lat deze nog eenigen tijd zal door gaan. niets dan den rooden doek, die de baar was ultgwprrid. Met wm rifk trok zij dien weg. Daar lag het lijk van haar zoon, door de volle maan beschenen, de kleine rechterhand in (Mo van den baron, juiri, zooals zij zoo dik wijls samen waren uitgegaan. Ze zeide niet», ze schreeuwde niet. Zij was voor de baar op de knieën gezon ken en baar bovenlijf sloeg met zoo’n geweld neer op het lijk, dat dit door den «toot zich verhief. Het was, alsof de doode knaap nog eenmaal zijn moeder wilde omhelzen. Bewusteloos lag de moeder oVer hri lijk van haar kind. Zacht snikten de beide jong» lieden, (Me de baar gedragen had den, en in den manoHchijn leek de rootje doek op de blanke sneeuw een groote bloedplas. Van het kale geboomte voor het huis vloog krassend een kraai. Was hri dezelfde, voor wie de knaap zijn le ven had gelaten uit de verte met een motie. Wij griooven, dat ’t verstandig zal ziji. do Kamer niet te stellen voor dergriijke linancieri-technische quaesties, waarvan 7/8 der leden weinig of niets afweet. De Minister van Koloniën, mr. Pleyte, begon met een historische inleiding en een financieri-technische beschouwing over de moeilijkheden, die verbonden zijn aan het sluiten van leeningen. De Minister was wri genoodzaakt bij een consortium aan te kloppen, wildo hij het geld aan stonds in handen krijgen en wilde hijdc beschikking bri>ben over de technische kennis. Na vele overlegplcgingen kwam men tot een overeenstemming. Dat dient men in het oog te vatten. Het is niet de vraag of dC Regeerlng voldoende heeft gekregen, hri is de vraag of zij, gezien de zekerheid die zij kreeg, nog meer mocht vergen. In het vervolg van zijn rode heeft de Minister van Koloniën nader zijn daden t.fffv. de leening en zijn connecties met het financierie consortium trachten te recht- \aard4gen. Do belangrijkste quaestie daar in is gelegen in de omstandigheid, dat het publiek alsnog in den waan verkeer de in te toeken en op een „Staats”-lee- ning, terwijl de verantwoordelijkheid voor het slagen reeds geheel en al rustte op liet consortium, dat diit gegarandeerd had tegen idem zooveel. Daarvoor heeft de Mi nister hri excuus aangevoerd, dat on danks alles Bet belang van Iixïië op ’t spel stond. Immer», ware de zaak mis lukt, dan zou hri 'crediet van Indiö in één slag naar de maan geweest zijn, de bona fide inschrijver had aanstond» een gevoriigen tik gekregen en de euiissio groep had in een klwdingstuk geotaan dat wij niet nader zullen aanduiden. Dat de beperkende bepalingen, die gesteld wa ren on die im*er in hri voordeel van het consortium schenen te ajijn, dan in dat van den Staat, ontkende de Minister. Z.i. had de Staat evenveel behing er bij. Ine mors van het oogenblik al, dat» de con dities waren opgeheven, stond het con sortium er zelf voor en van dat oogen- blik af was al hri voordeel van den Staat. Een krachtigen steun kroeg de Minis ter van den heer Patijn, die, nu hij hel volle gewicht van zijn financieel presti ge in de schaal wierp, de overige leden stellig zal hebben afgesehrikt om den Mb irister aan te vallen. Fritriijk was deze rede een herhaling, een krachtige her haling van de rede des Ministers en wri er nog van hri betoog van den heer van Vuuren overeind gestaan mocht heblien lag om na de rede van den heer Patijn., De moeilijkheden, die aan het uitgeven van de leening verbonden waren, de kans die geloopen werd op mislukking zij kunnen niet beschouwd worden in hri licht, dat thans schijnt. Nu de lee ning dubliel en dwars is geslaagd, gari het niet aan te zeggen, dat dit of dat Ixma luisterde scherp, niemendal. „Je vergis! je, Freda, het is niets.” Freda’s oogen werden plotseling groot en riar. „Ik hoor schreden,” zeide ze. „Jo hoort spoken”, lachte Tx«na. pompzwengel knarst”. Plotseling sprong mevrouw op. Zij, die anders niet alleen kon gaan, was op een» als een stormwind de deur uit en de trappen afgeijld. „Freda!” ri«*n T te blusochen liefde brandde. Hij verborg zijn gevoel, hopend op de toekomst. Na turen, zooals de zjjne, beminnen slechte eenmaal en deze liefde wordt voor hen tot oneindige vreugde of onrindige smart. Hem werd ze tot een levenslange pijn. Het hart zijner geliefde koos een on waardige een schoenen, innemendep nietsdoener. De liefde voor dezen man w&s haar grootste macht en haar grootste zwakheid geweest, de eenige vol- Hier viel trekken van Dristeren r‘u den blik, als nog nimmer te voren. De dood had uit de trekken van zijn lievo- ühg de jeugdige teerheid weggenomen ze waren ouder en scherper geworden het Moeke gelaat grieek nu op dat van zijn moeder, toen zij in onmacht wm ge- vallen bij de gedachte van haar kind, haar grootsten schat te moeten scheiden. Fn voor den gekniriden man verzonk het heden, en het verleden stond plotse ling voor hem. „Freda!” stamelt hij en hem te moede, alsof zij het is, die hij in zijn armen houdt. „Freda!” En in zijn gedachten, die nog altijd in het verleden vertoeven, duikt bet op ais een sprookje; een schoone meisjesgestalte •n al de betoovering der eerste jeugd. O, hoe had hij haar lief gehad. Niet met dien roes des jongeling» maar met <fc kracht en irurighrid van den ervaren on gerijpten man. Zij vermoedde niet, dat een stomme, vuur van niet de met saeeuw bedekte aarde. haar licht op de gelaate den dcoden knaap. Va> zag tqt haar op met zoo wil- «.vll, AVI ua pwr». Lena stak de lamp aan en vroeg toen: „Zal ik je verder voorlezen, Freda F’ De jonge vrouw schudde het hoofd. „Neen”, zei ze, „ik ben er met mijn aandacht toch niet bij, hij zal wel spoe- haar grootste macht zwakheid1 geweest, zwakheid van deze in zijn oogen maakte vfrouw. De oude steunde .zacht. Rij weet zich nog als den dag van gis teren voor te stellen, wat hij toen aan den schoot der vergetelheid heeft toever trouwd willen toevertrouwen. Het gold oppassen, om de geliefde te beschermen tegen het verderf dat haar aan de zijde van dien nietswaardige dreigde. Ach, en hij had het verderf toch niet kunnen koe ren. Toen zij vrij kwam door zijn plot- selingen dood, werd1 haar ziekte het be letsel dat hem bleef scheiden van haar. Zoo gebeurde het, dat uit’ den krachti gen man voor den tijd een grijsaard werd. „De oude" werd hij sinds dien ge noemd, „de oude”, dl? zijn jong hart niri kon toonen en die niet wist, waar hij den zwaren liefdelost moest afwerpea». Toen was het een kleine kinderhand ge weest, die hem den weg wees naar een ander paradijs. Kon hij zijn liefde voor de moeder niet toonen, om de liefde van hri kind te verwerven wilde hij alles doen. Oh, hoe Hef hij den knaap had gehad. Dezen knaap (Miuer den dekmantel van hoffelijke vriendschap een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1915 | | pagina 1