>s
fc
llllllll
I
hl’.
r”
;eld?
tt
12940.
Zaterdag 20 November 1915.
54e Jaargang.
f
Eerste Blad.
t
MPEN
MlUlLLÈilUft
De Gunsteling.
f
Ut
1
ïTi.eiJ.'ws- exx ^.d.’verten.tïe’bleud. voox G-ö-ctd-SL ean. OaacxstreMtezx.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Èeestdagen.
Telefoon Intero. 82.
I
lil
Plannen.
Brieven uit de Hofstad.
ccxctt.
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
•ijzen te
per ons.
175
bestaat uit drie
weg
Daarom
i
Wt
doch
ur.
een
altijd
Heten?
ESTEJN'S In i'.T
ON SCHADE.
IRN-HOILAND
de
Die
maar
men
alen
bij het vantet ellen
die
te
weg
hoe
wat
hem
den
tafel
je
eigen
die
Doet
Aan
oude
voor
zien
ge-
lUCt
I1MM
men
in één maal
te
EN,
ets
DK nummer
bltden.
haar
aan,
de
JES
3t>.
due
de
Met
wie zelfvertrouwen
de
zou
l<*>
maar vervormd
Ie
de
GOUBSCHE COURANT.
PBUS DER ADVERTËNTIEN:
Van 1—5 gewone regels met bewysnummerf 0.55
Elke regel meer.0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit
betaling. elke regel meer 6 ets. Reclames f0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
«ïhe Drukkerij
N ZOON -Go®**-
den menech, zooate
Het andere is het leven
aan wat komen zal,
Hfceu wij geregeld «H*
mogen
coooCTlen. vmMWR
Uw *u> ta <■- M-*
Ieder menfich leeft nfta8t leven
g ..nB allen dag, naast zijn reëele be
gaan, oog een leven in bet verleden
en een in de toekomst. Het eerste is
het leven den herinnering; de beu-
fttiis van wat geweest is, het leven
tan hem,
-waa. E„
gedachten
vaardigen terwijl ik op mijn eere-
woord beloofd had te zwijgen Maar
mteoohien maakte ik mij angstig voor,
niets, misschien was de inhoud zoo
weinig zeggend dat het vertrouwen
van mijn vader niet geschokt werd.
Wellicht stonden er alleen eenvou
dige woorden.
Ik Heb geen tijd vandaag. Zegt
U aan Kamp, datenz.
De keliner kwam terug. Hij bad
den brief op een blad gelegd, en
presenteerde hem, met het zelfbewust
zijn van den man, die er een goede
daad denkt te hebben verricht.
Met bevende handen maakte ik het
couvert open. De Wikken van mijn
vader en llelaie hingen in afwach
ting aan mijne lippen.
Ik las
Mijn vriend
Komt u in plaats van om drie, om
twee uur. Wij moeten trachten de
anderen te vermijden.
Agnea.
Ik voelde hoe ik bteowde, ondub
belzinniger kan een liefdesbrief moei
lijk er gesteld zijn. Eerder zok ik mij
laten do oden, dan de brief in de
handen van mijn vader of in die
van Helene te laten. Maar wat nu
Langzaam pis iemand, die voor
het schavot nog een maal weigert,
nam ik het couvert op. nam mijn
portefeuille en... Zag een enveloppe
die op deze geleek als een »wee-
lingebroer. Jk schepte adem, iTwas
gered Achteloos deed ik de brief
van dien wil, maar ook van
eigen vertrouwen in zijn kracht
v»n de bewustheid waarmee hij wordt
aangewend. Want zoowel ddt ver-
trouwen als de bewustheid waarbor
gen in het algemeen de bizon-
tere loop der omstandigheden
buiten beschouwing gelaten
faéfaiMighrtd van aanwending,
andere woorden,
en weet wat hij wil, zal
een vriend mij zal* vervangen, dan
ga ik meteen even naar t kantoor,
en dan ben ik den gebeden avond
vrij. Een oogenWikje, dan zf( ik
mijn vriend bericht sturen. Ik schroei
haart ig eenige regels aan Kamp
waarin ik hem de verandering mode
dertde.
De brief moet in ieder geval
voor twee uur bezorgd zijn, geide'ik
tot den keliner, die wegijïde.
Met het behagen, dat slechte
heel rustig geweten in «tent is te
schonken, ging ik aan tafel. De
angst had me eetlust geschonken.
Een uur later, ik had juist mot
Helene een Philippine gegeten, vroeg
een kruier naar- mij, die me een
brief van Kamp bracht. Ik las Om
twee uur zijn de tuinlieden in de
kassen, beter tot half vier uit te stel
Ion Dan zullen we alleen in den
tuin zijn. Ik zal er voortdurend blij
ven.
De vriend kan niet, zrtde
zuchtend, terwijl ik het papier
vouwde, nh moet ik de vrouw
Hij keek me vereobrikt aan,
vroeg uirt vorder.
Mevrouw van Nieberg had 1
ftoed re<xte op, en haar mantel
toen ik kwam Ze stond voor
spiegel en deed een voile voor.
Ze scheen me zeer rustig te zijn,
bijna onverschillig, slechts haar oogen
verrieden, dat er iets bijzonders op
lil was.
Zal ik een dichtere voile ne
men vroeg zij zich om wend end.
Doet uw mantel maar weer uit,
zehlv ik, wij moeten wachten. Ik gaf
haar de boodWhap, die Kamp mij
gezonden had. Zij lae het briefje vlug
door, daar zonk ’ze in een stort
neer.
Ik keek haar opmerkzaam rfhin er
was iete vreemds aan haar, ik wist
’u **1' scheen mij jonger te
zijn geworden en toen ze den hoed
afzette bemerkte ik, dat ze anders
gekapt wa».
Zij zag, hoe ik glimlachte en kreeg
een kleur.
Zoo droeg ik het ate meisje,
rlnwterde zij, en ataotzij zich schaam-
de, zette zij eden hoed weer vlug op
het goudblonde haar.
Gaat mee n8Ar buiten, riep
ze. ik houd het hier niet uit.
Maar waarheen
(Wordt vervolgd.)
de Réunie, 8 u. U j
sofische Vereen igtef» j
re Schouwburg. Abor
t retelling.
ve Schouwburg, 8 I
tbonnementevoorsteüwf I
•rlandsch Tooneei”.
Nieuwe Schouwburg»#
ter Hall's Revue „Ia
Prot. Bond. Haas-
reker de heer G.
van Purmerend.
e Réunie, 8 uur. Voor-
ert Vogel voor Nat»-
t Gouda.
re Schouwburg, 8 u.
"•ur.
iw Bouw- en Woning-
TergOnderrtawteco®"
aenzorg.
3ns Genoegen, 8 uur.
Ledenvergadering-
Sociëteit de Réunie, 8
nee Fran^aise. Voer
'rouw Adrienne Dbayr
l te nog maar weinige jaren ge
leden uai pogingen die aangewend
w enten om eau «pemaai Haag^eh To©-
iKMiigezeuK'hap een bestaan te doen
viuuen, na emiigai üjd motsten wor
dtin opgegoveu. Van uit Ameterduin
waar hei Koninklijk Neder la ndsch
iotmeei de oppermacht had, en van
uii Rotterdam waar het bekende Kov
terdaansche guzetechap steeds weer
kracbügen iinancieelen steun wist te
krijgen, werd den Haag „bespeeld
en hel was niet i nog olijk daanmast
een gozetechap in stand te homlen dial
de concurrentie aan kon. De goede
krachten van de beide groote gezel
«happen waren natuurlijk nioi te
krijgen voor oen risquant zaakje en
>iet de minder goede was het moei
lijk, een eenigsziiw dragelijk figuur te
*iauiu
In de weinige ju ren die triuds de
iaatete poging zijn verioopen, moet
tr wel IkhU wat veranderd zijn. Nie.
alleen toch dat een speciaal.. Ijaagwli
gezetechap bestaat, wij mogen het
ons tot een eer rhkenen dat de bokte
btvke gezelschappen van ons land
hun zetel hebben in de r^Midcntfe.
Eduard Verkade kreeg vaaten^roM
in den Haag door de verblimleislv
pracht van zijn decors en zijn regie.
Dut was wat de© Haag wilde en wat
bet Kon. Ned. 1'ooneei maar niet
beeft willen begrepen. Het milieu^,,,
waarin gt*»peeld wordt, moeat vooral»
hel Haagsche publiek lokken,
de gore decortjeo die de
«houwburgen en het gebouw
kunsten en wetenschappen te
gaven, was men langzamerhand
wend geraakt en men mopperde
meer, totddt Verkade verweheen
hjn fijne tooneelon. Toen zag
Het groote verschil en
was het pleit boel lm. Den Haag
nu eenmaal een weolde-stad, the wat
iheer verfijning vraagt dan iedere
andere. Toen eindelijk Verbatte zich
definitief vestigde, wist hij mi In
tiem zaaltje machtig te worden, dal "5
hij zóó Ltet inrichten als de ver
wende Haagwche dames dat wenach-
feu.
Drie jaar, naar ik meen, belibeu
<k llaghüHpqlore het al in den Haag
Weten bol te werken. Nu echter
komt er geduchte concurrentie. De
eenige die Verkade weet nabil te ku
rken, soms zelfs te overtreffen is
Itooyaards. Amsterdam stelde hem
niet langer in staat zijn gfczetechap
<fi <te been te houden; zijn boeken
wewn uit d«t den Haag veel beur
hebben, doorzien het leven nog n;e'
in zijn bijzonderheden We weten
nog alleen maar waarheen we wil
len, niet welke weg ons daarheen
leiden kan. En zoo we dien
soms al zien, weten we niet,
lang hij is en hoe moeilijk en
we te doen zullen krijgen om
te bannen en voor one open te hou
den. Dat, maakt, dat onze plannen
nog een zoer vagen vorm hebben en
geen zuiver riebtenow nog kunnen
zijn voor ons (teen en laten.
Maar al zijn ze dan ijiet van zoo
bepalende beteekenis voor onze da
den, men móet daarom hun alge-
meene beteekenis voor ons leven niet
onderaehatten. Immers wat we in
onze jeugd droomen en wenschen, be
paalt .veelal dè algemeene richting
waarin we’ op later leeftijd ons le
ven zullen trachten te leiden De
aarct en de hoedanigheid van onze
idealen bepalen ook in hun^ vaag
heid toch al grootendeels de plan
nen, die we, ouder gewonden, zullen
maken, om er (>nze wepschon in vast
te Dl? latere plannen
kunnen zeggen, zijn onze
van vroeger,
door de kennis, die we van bet
ven geregen hebben »n door
dwingende macht van het leven.
Want immers
van plannen hebben we. willen
plannen ons» v^n eenig nut zijn,
riskenen niei alleen met onze eigene
krachten en met het leven in zijn
groote geheel en de bijzondere lervens-
/jmsta nd ikheden, waarin wij goplaatzd
zijn.
Het i« goed,* dat een mensch plan
nen maakt, zoowel voor den gan-
schen loop van zijn teven ate voor
de bizondere gevallen. Geen archi
tect toch zal er maar op los gaan
bouwen zonder bestek. Hij stelt zich
het g<^>ouw voor, dat hij maken wil,
maar daarnaast ook de afzomierlijke
vertrekken ?n de onderdeden van h(M
gebouw. Zoo jnoet ook de ntensch'
<te?n, die van den bouw van zijn
leven iets terechf .{wil brengen, en
zoo doet hij ook gewooniijk. Maar
hij inoe< bij dat plannen maken niet
(naar in ’t wilde weg ontwe^tmi
hij
der
het
teven van den mensch, zooals hij te
Wonden deukt en in de omstandig
j||den, zooate hij die verwacht of
Hch vooretelt. Dit laatste leven is
pwtuurdjk niet geheel oiu^thankféijk
tan zijnen wil. Het wordt integen
deel door dien wil in verband met
te' omstandigheden, die buiten het
gebied van dien wil liggen, bepaald.
Welke invloed daarbij die wil zal uit
oeteneii is natuurlijk niet vooraf vast
te stellen, omdat dit niet alleen van
<i<j kracht en deh duur van. dien wil,
■aar vaak veel meer nog van
«Mrtaudiglieden afhankelijk is.
«•ta/idaghoiten dwingen ons
d te vaak een weg op, dien we niet
«Wen gaan en versperren ons we
gen, die we zoeken te betreden. Maar
(tearriamrt blijft toch die wil een
feetor van groote beteekenis, omdat
hij,* hoewel zelf den invloed der om-
«Handigheden ondergaande, toch op
zijn beurt pok op <Ne omstandighe
den een grooten invloed zal oefenen-
Hoe groot dio invloed is en hoe
groot dus de betpekenis van den wil
ate bepalende factor in ons toekom
stig leven, hangt af van de sterkte
maar ook van ons
en
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
I Per kwartaal f 125
Idem franco per post. ,1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50
Idem franco per post„1.90
I Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, bij onze Agenten, oen Boekhandel en de Postkantoren.
ik
t. r_rop
vouwde. ini moet ik de vrouw van
den gouverneur gaan zeggen, dat ik
niet voor morgen kan komen. Ik zal
terstond gaan.
IMene zag wat vermoeid, en ik
r/uuide haar aan, wat te gaan alapen-
Wacht eens even, rekel, fluis
terde mijn vader mij in het oor, er
is een of andere vrouw, die jé zoo
geagiteerd maakt.,.”
Stil vader, het gaat om de toe
komst van Helen? en mij.
Durf je dat? vroeg
gesch rekken-
Ik wil het en dat is voldoende
Ik zal direct na het eten naar
haar toegaan, en haar zeggen, da»
ik onmogelijk kan komen, doch d ti
bij de anderen, toen zeide ik alsof
ik me plotseling bedacht
Mime hi en wilt u hem ook le
zen
Nq eerst waagde ik het op te kij
ken. Waarlijk het was hoog tijd
Ate twee beelden zaten ze daar en
staarden mij aan. Mijn vader beet
zich op de lippen en Helene had de
grootste moeite zich goed te houden.
Vlug haalde ik de andere brief te
voorschijn. „Hier hebt u he»n\’, zei
de ik.
Mijn vader keek mij aan, alsof hij
mij met zijn blik wilde doorboren
daarna las hij: ..Komt u vanmiddag
vier uur precies om over de ta
bleaux vivante te spreken.
Agnes van N.
Van de gouvQrneurevrouw, zei
de ik.
Wat wil ze eigenlijk vroeg
mijn vader.
Weet Ik, wat vrouwen
van iemand willen mopperde
altijd moet je klaar staan, om voor
ze op te springen. Precies nog wel!
We zullen je dus lang moeten més
sen, zeide Helene, die kleurde.
Neen, kindje zei ik trots, dat
zul je niet, ik zal het gaan afzeg
gen.
kmeik van zijn wil zoo gebruiken
dat hij heui het zekerst naar het
gewilde doel voert eïï zal dus de
meestekans hebben den invlood yan
zijn wil op den loop der gebuurte-
ntesen 2oo groot mogeiijk te maken
Maar dit weten wat men wil, ook
voot de toekomst, leidt er natuurlij
kerwijs van zelf toe, de richting
waarin en*den weg dien men gaan
wd vooruit te bepalen. En dit be
palen teu slotte het vaststellen van
plannen, die dus voor wie ziju eigep
leven zooveel mogeiijk in eigen macht
wil hebben,- onontbeerlijk zijn.
Er leven zeker weinig ,menschen
men kan eigenlijk wel zoggen geen
menechen, die geen plannen maken.
Alen doet het al, wanneer men m>g
maar heel jong is, ja misschien doe.
mvn hel dan nog meen dun later, liet
leven zelf immers moet ons leeian,
dat we over dat leven niet vrijmach
tig te bevelen hebben - en dal mei
alles wat we denken en hopen in de
realiteit van dat leven is om te zot
ten. Muur zoo we dan, ouder wor
dende, het verleeren onae plamien
over gansch de uitgestrektheid van
ons levep en over ai de onderdeden
ervan uit te strekken, zoo we omj
leeren beperken in onze wenschee en
verwachtingen, de plannen, die we
op rijperen leeftijd maken, krijgen
dan vastexen vorm en daardoor meer
directe eu beslissende beteekenis voor
den loop van ons teven.
Het idoakisine van onze jeugd doet
ons het leven zien in vermooiendén
glans. We weten nog niet, wat üin
aen zijn grenzen voor ons bereik
baar is en strekken vol vertrouwen
Qitze handen naar hel verste en het
boste. Bovendien kennen we nog
ntet ate later de beperktheid en hot
onlooreikênde van onze krachten. Dit
maakt, dat we ons idealen scheppen
en ludMkasteeleu bouwen voor de
loekomat, waarvan de verwerkelij
king veolal ónmogelijk blijkt. Uok
weten WC nog niet van ^l de mach
ten en krachten in het leven, <he
ons dwingen een anderen weg te
gaan, dan dien we zoeken en ken
nen, nog niet de moeiten en bezwa
ren, die we te overwinnen zulten
Hei schijnt, dat je toch liever
•te gaan, zeide Helena bitter lachend.
Wij kunnen den brief even la-
halen, vond mijn vader.
ft Voelde dat ik verbleekte. Wei-
ik, dan gaf ik nieuwe aanlei-
tot verdenking, stond ik toe,
ha moest ik er op voorbereid zijn,
k* mijn vader tijdens het lezen over
Mh schouder keek, hij was nu een-
Wl zoo, of dat Helene Hwnel,
**t te doen.
vader verloste mij uit mijn
jRfttiteiooshefd. Hij riep de kell-
t*»en zeide: Vraag even aan dehos-
|rj* v*n den assessor, of ze
BH wtl geven, die op zijn
J y Voor alle zekerheid kun
I1* je kaartje meegeren, Adolf
dat nog. Ik mompelde iets te
Dg keliner verdween met mijn
Geen straaltje hoop, dehos-
B,a steeds tehuis, ten ov*r
«g ik haar aan het venster.
I Winer was te goed ter been,
i u* ’*w^‘rw('g een te breken. Weer
L de meest kwell«4e
liöaï* R^gegeven. Want hóe
I ut verklaring geven of me recht
doch rekening houden met
kracht en met de manlijkheden,
hij te overwinnen zal „hebben,
hij dat niet, dan ontwerpt hij plan
nen, die hij toch ntet kan uitvoeren
cn dan zal het vruchtelooze van zijn
werken en streven hem mismoedig
maken en krachteloos. En het is
daarom nog beter geen plannen
dan plannen die14 ons in (ten
zitten.
Om dezelfde reden is het ook
meestal niet goed, de uitwerking van
onze plannen te zeer tot in de klein
ste bijzonderheden vast te stellen. We
moeten ons ook bij die uitvoering
z<»<> vaak schikken naar onvoorziene
omstandigheden, en het valt velen
niet gemakkelijk een eenmaal geko
zen weg voor een andere, ook wan
neer <tio beter en gemak kei ijker tot
het doel voert, te verlaten,
kan vaak een te gedetailleerd plan
ons evenzeer in den weg zitten als
een ptan, dat met onvoldoende ken
nis van ons zeirOB en van het teven
fa opgebouwd*. W® meenen, dat het
zoo moet, ate wij het ons uitgedacht
hadden^ en zien niet om naar («ii
amier middel, dat mtsschien beter
zou zijn.
En hoeverre men nu zijn plan
nen tot in bijzonderheden mort -uit
werken, mort natuurlijk leder voor
Zich zei ven voor ieder geval afzon
derlijk vast stellen. De zaak is dat
we het doel in het oog houden on
daarnaart het middel richten. Maar
dat doel moeten we vaststellen en
zooveel mogeiijk warthbuden. Alleen
dan zullen we ona leven kunnen
richten naar onze eigene inzichten
en niet afhankelijk zijn van alle toe
valligheden ate een afgevallen blal,
(jat op den wind drijft. Door te we
ten wat men wil en (foor het in-
sparmeu van alle krachten om dat
gewilde te bereiken zal men, afge
zien natuurlijk van (te l&nrtandtigho-
den. de mcerte kans hebben zijn le
ven goal en gelukkig te mak ai.
K.